nauwkeurig beschreven, dat bij steller dezes in
het eerst het vermoeden opkwam, dat Sicherer
een pseudonym en de schrijver een Nederlander
was. Van dat vermoeden is hij echter terugge
komen door eenige kleine onnauwkeurigheden,
o. a. dat er jaarlijks 365 nummers van de Haarl.
Courant verschijnen, alsmede door eenige schrijf
fouten in de Nederlandsche spreekwijzen en aan
halingen, die er in menigte in voorkomen.
Alles is op de meest onderhoudende, dikwijls ko
mische wijze verteld, enz.
Mocht dit werk in veler handen en onder ve
ler oogen komen en deze Lorelei, niet door haar
zingen, maar door haar praten, teweegbrengen,
dat de buitenlanders in liet algemeen en de Duit-
schers in het bijzonder voortaan een juister en
dus beter oordeel over ons en ons Vaderland
vellen, dan zou onze wensch voldaan zijn.
De Shipping and Mercantile Gazette deelt berich
ten mede van de Westkust van Afrika loopende
tot 4 December. Daaruit blijkt dat de Fantijnen
de grenzen van de Goudkust bezet hielden, en
dat de vijandelijkheden tusschen de Ashantijnen
en de Hollanders steeds voortduurden.
Aan het thans verschenen ontwerp van een
Algemeen Reglement van het Nederlandsch
Schoolverbond, ontleenen wij het navolgende:
Hoofdstuk 1 handelt over aard en strekking
van het Verbond.
1. Doel en beginselen. Art. 1. Het School
verbond heeft ten doel: door vereeniging van
krachten het schoolverzuim allerwege in ons
vaderland te bestrijden, eu een geregeld bezoek
der scholen, waar lager onderwijs gegeven wordt,
te bevorderen.
Aant. De Hoofdcommissie weuacht onder de hier
gebezigde uitdrukking: lager onderwijs, aan wier
behoud zij waarde hecht, ook het onderwijs be
grepen te zien, dat op burger-dag- en avondscho
len, industriescholen en derg., aan toekomstige
werk- of ambachtslieden gegeven wordt. Art.
2. Het vermijdt, bij de keuze en toepassing der
aan te wenden middelen, zorgvuldig alles waar
door de godsdienstige gevoelens van dezen of
genen onder zijne leden zouden kunnen gekrenkt
worden. Art. 3. Toetreding tot het Verbond
sluit in: dat men de verplichting op zich neemt,
persoonlijk en in eigen kring te zullen mede
werken, om de bedoelingen van het Verbond te
helpen bereiken.
2. Middelen van werkzaamheid. Art. 4.
Het Schoolverbond tracht werkzaam te zijn door:
a. het streven naar en bekend maken van juiste
statistieke opgaven omtrent den aard, de oorzaken
en den omvang van het schoolverzuim; h. het
uitgeven van kleine geschriften, of verspreiden
van gedrukte stukken, waarin gewezen wordt
op hetgeen, hetzij hier te lande of elders, met
gunstigen uitslag geschiedt, of met hoop op goed
gevolg zou kunnen gedaan worden tot bestrijding
van het schoolverzuim; c. het inroepen van de
hulp en medewerking van allen die geacht worden
invloed te kunnen uitoefenen op de lagere klas
sen der maatschappijd. het ondersteunen, - ook,
zoo noodig, met geldelijke toelagen uit de kas
van het Verbond, - van geschikte maatregelen,
die, tot bestrijding van het schoolverzuim en tot
bevordering van een geregeld schoolbezoek, op
verschillende plaatsen genomen of wenschelijk
geacht worden.
Hoofdstuk II handelt over de inrichting van
het Verbond.
1. Wijze van samenstelling. Art. 5. Het
Verbond bestaat uit plaatselijke Afdeelingen,
Correspondentschappen. Donateurs, Begunstigende
leden en Vrouwen-Hulpvereenigingen.
(f8,000,000), benoodigd voor de lijn Tilburg-
's Bosch-Nijmegen, is bijna volteekend, en door
ons, Nederlanders, die er belang bij hebben, moet
nog voor de betrekkelijk geringe som van f 192,000
worden ingeschreven.
Z. M. heeft benoemd tot proc. bij den Hoogen
Raad der Nederlanden en het prov. gereohtshol'
in Zuid-Holland Mr. J. H. C. Lisman, thans proc.
bij de arr.-rechtb. te 's-Gravenhage, alsmede plaalsv.
kantonr. aldaar, uit welke eerstgen. betrekking
hem eervol ontslag is verleend.
Z. M. heeft benoemd tot gezaghebber van het
eiland St.-Eustatius den heer M. W. Cruger, ge-
pens. administrateur van financiën, thans waarn.
gezaghebber van gemeld eiland.
Naar wij vernemen, zegt dt Nijmeegeclie Nieuws
bode, bestaat er eindelijk hoop, Nijmegen met het
spoorwegnet te zien vereenigd. Het kapitaal toch
Amsterdam, 29 December. Gisterenavond is in
de letterkundige afdeeling der Maatschappij Felix
Meritis de belangrijke weeshuisvraag besproken.
Een aantal regenten en regentessen van wees
huizen waren daarbij tegenwoordig. De meening
dat het opvoeden van weezen in éen gesticht in
groote gemeenten de voorkeur verdiende boven
het stelsel van uilbesteding bij particulieren, werd
daarbij verdedigd door den heer B. A Van Doorn,
sinds 20 jaren regent van het grootste gesticht
in Nederland, dat der Nederduitsch-Hervormde
gemeente alhier. De spreker, die dezer dagen
eene brochure over deze zaak in het licht gaf,
wees vooral op de gunstige resultaten bij deze
instelling verkregen. Het stelsel van uitbesteding
bij particulieren werd met warmte verdedigd
door den heer M. W. Scheltema, van Dokkum,
die zich op ervaringen beriep ten deze in Schot
land, Nassau en Berlijn verkregen. Dr. W. M.
Gunning ondersteunde den laatsten spreker, op
grond van de bij de stadsbestedelingeu alhier ver
kregen gunstige resultaten van laatstgemeld stel
sel. Ook de heeren J. Coninck Westenberg en
G. H. Kuiper voerden bedenkingen aan tegen
de meening van den eersten spreker. Jammer
dat, na een belangrijke repliek van dien heer,
de tijd ontbrak om door nader debat tot een
grondiger resultaat te komen.
Delft, 30 Dec. Naar men verneemt zal alhier
in het begin van het volgende jaar door een
ingezeten onzer stad, een fabriek worden opge
richt van grof, zoogenaamd „Goudseh" aardewerk,
waarin echter ook voorwerpen van fijner aard
en bewerking zullen worden gefabriceerd. De
spekslagerij ,/rfe drie emmertjes," op de Brabantsche
Turfmarkt, met daarachter gelegen terrein, is
daarvoor reeds aangekocht.
Gisteren werd alhier feest gevierd in het
„Meisjeshuis," ter gelegenheid van het honderdjarig
bestaan van het gebouw waarin de verpleegden
dier instelling worden gehuisvest. Verschillende
spelen en vertooningen hielden de kinderen bijna
den ganschen dag aangenaam bezig, terwijl het
hun daarbij niet aan versnaperingen outbrak en
bovendien de gewone middagkost door iets extra's
werd vervangen. Het feest werd 's avonds beslo
ten door de vertooniug van een fraaie tooverlan-
taarn, uit het magazijn van de heeren P. J.
Kipp Zn., door die heeren daartoe wel willend
afgestaan. Eene aangename herinnering aan dezen
dag zal voorzeker, bij de verpleegden in het ge
sticht bewaard blijven, gepaard aan een gevoel
van dankbaarheid voor de liefdevolle zorgen
die steeds aan hen worden besteed.
Gouda, 30 December. Dinsdag zijn ter verkie
zing van een raadslid van de 702 op de kiezers
lijst voorkomende stemgerechtigden ingekomen
238 stembiljetten.
Bij de opening op Woensdag bleek een biljet
van onwaarde te zijn. De heer M. L. A. Koek ver
kreeg 109, H. P. N. Koemans 44, Dr. I. C. T. Gand-
vunrder 22 en C. Iioogenboom 19 stemmen; zoo
dat overgestemd moet worden Tusschen de beide
eerstgenoemde.
's-Hertogenbosch, 30 December. LI. Zondag
avond heeft een burger een korporaal, van het
5de reg. inf., een por met eens anders bajonet
toegebracht, zoodat de gewonde naar het hospi
taal moest vervoerd worden.
Twee huzaren van de hier in garnizoen lig
gende eskadrons zijn dienzelfden avond in de
Kerkstraat handgemeen gewordende een be
kwam een sabelhouw die hein hoofd en aange
zicht kwetste; hij is echter buiten gevaar.
Breda, 27 Dec. In het mastbosch, nabij deze
stad, heeft een duel op de sabel plaats gehad
tusschen twee officieren, met namen A. en M.,
beiden alhier in garnizoen. Eerstgenoemde heeft
daarbij een stuk van een vinger der rechterhand
verloren. De aanleidende oorzaak van dit twee
gevecht was, naar wij uit goede bron vernemen,
dat de heer A., toen hem 's nachts te voren in
de sociëteit alhier eene beleedigende uitdrukking
door een derde werd toegevoegd, hij zich daaraan,
althans in 't oog van zijn collega, den heer M.,
te weinig liet gelegen liggen, zoodat deze hem,
als blijk zijner groote ontevredenheid daarover,
een slag in 't aangezicht toebracht.
Hontenisse, 24 Dec. De weinige jaren geleden
nieuw gebouwde R. K. kerk en toren van Ra
penburg, gemeente Stoppeldijk, is gisterenvoor
middag' eene prooi der vlammen geworden. Zijn
wij wel ingelicht, dan zou de brand ontstaan
zijn in het voor twee jaren geplaatste fraaie, en
allerliefste orgel, van waar de brand zich aan het
kerkgebouw en den toren heeft medegedeeld.
De zware torenklok 2- a 300 jaren oud, en nog
een overblijfsel van de gesloopte oude Spaansche
kerk dezer parochie Ie St.-Paulus-Polder, is in
den val gebarsten en gespleten. Het eeuwenoude
tabernakel, de H. vazen, misgewaden, eenige beel
den, benevens een paar nieuwe zittingen zijn uit
den brand geborgen.
Zoowel de meubelen als de kerk en toren zijn
tegen brandschade verzekerd.
Roermond, 24 Dec. Gisteren overleed inS4jari-
gen ouderdom op zijn kasteel van Osen, bij Heel,
de hoogwelgeboren heer Frederik Joseph baron
de Meer d'Osen, geboren te Barcelona, in Spanje,
een der voornaamste grondeigenaars van dit ge
west. De overledene was gesproten uit eene oude
aanzienlijks familie van het voormalig graafschap
Loon, wier vertakkingen zich in vroegeren tijd
hebben verspreid in Vlaanderen, de landen van
Overmaas, het Overkwartier van Gelderland en
de Spaansche provincie Catalonië.
De overledene onderscheidde zich door groote
weldadigheid jegens de armen, weshalve hij bij
zeer velen in dankbaar en gezegend aandenken
zal blijven.
Gemengde Berichten.
Uit een brief, uit Kharkoff aan de Gazelle
Husse geschreven, wordt ons het volgende door
de Goloss van St.-Petersburg medegedeeld„De
procureur van 't gerechtshof in het arrondisse
ment Kharkolf, ontving eenige dagen geleden
een brief, waarin hem werd medegedeeld, dat in
de gevangenis van Kharkoff cellen waren, waarin
de gevangenen op eene afschuwelijke wijze wer
den opgesloten; cellen, die men slechs verwach
ten kon in de dagen der inquisitie. Dadelijk be
gaf zich de procureur naar de aangewezen plaats.
„Men wilde hem nauwelijks de deuren der
cellen openende cipiers wilden hem terughou
den ze binnen te gaan; zij gaven voor dat er
reparatiën werden gedaan, dat er geen gevange
nen in waren, dat de sleutels verloren waren
geraakt, ja wat niet al meerMaar de magistraat
liet zich niet van zijn stuk brengen, men moest
hem eene cel openen en hij Irad er binnen. Hij
vond nu eene rij van lage kastjes, dicht aan den
muur gemetseld en van hangsloten voorzien. Toen
hij vroeg welke kleederen daarin geborgen wer
den, gaf men hem ten antwoord, dat er ge
kleederen van gevangenen in gesloten werd
Onmiddellijk liet hij nu een der kastjes ontsi,
ten en, o, gruwel, daar zag hij een in elkam
gedrongen man, die zich zeiven niet oprichter
uitstrekken kon; de geheele kist want mi
was het niet had slechts eeue lengte van
archine (zeven decimeters) en eene hoogte
twee archinen.
„De afkeerwekkende indruk, door ditschou
spel op den magistraat geoefend, laat zich dsl
ken. De procureur vroeg tot groote verbazi
no la bene! van den directeur der gevangenis!
wie liet recht verleende tot zulk eene gruwelij
mishandeling der gedetineerden Het antwoo
was zeer eenvoudig, dat men die straf oplegde
voor acht dagen of langer aan hen, die b
reglement der gevangenis overtraden. Er is ooge
blikkelijk een officieel onderzoek ingesteld
voorstel van den magistraat.
„De kooien, der inquisitie waardig, ol'
zal men de hokken noemen zijn in den I
des vorigen winters in de gevangenis te Kharki
't eerst aangewend.
„Men spreekt te Kharkoff' tegenwoordig ov
niets dan over deze verschrikkelijke ontdekking
Het comité ter verspreiding van het gebrui
van paardevleesch, als voedingsmiddel, heeft
volgende nota aan het dagblad la France
zouden
„Het gebruik van paardevleesch blijft stee'
in Frankrijk veel bijval vinden.
„Alzoo zijn gedurende de maanden Septembe
October en November 1868, 505 paarden (hierl
eenige ezels en muilezels) aan het verbruik gi
leverd; dit wil zeggen ongeveer 113,000 kikj
vleesch.
„In 1869 werden, gedurende hetzelfde tijdve
loop, 683 paarden verbruikt, welke 136,600 kil
vleesch opleverden.
„Dit is voor Parijs alleen eene vermeerdering
van 118 paarden of 23,600 kilo.
„In de provinciën is de vooruitgang insgelijkj
aanzienlijk; doch deze zou nog grooter zijtl
indien in eenige steden, ten nadeele der opei
bare gezondheid en voor het welzijn der werkend
klassen, de overheden geene belemmeringen stel
den tegen de uitbreiding van den verkoop va
dit nieuwe voedingsmiddel.
BUITENLAND.
Duitachland.
De Augsburger Allgemeine Zeilung behelst eei
brief over het concilie, in dato 18 December
waaraan wij de volgende bijzonderheden ont
leenen.
Wat betreft het leerstuk der onfeilbaarheic
deelt de schrijver mede, dat aartsbisschop Mannin;
niet de voorsteller zijn zal, nu men het denk
beeld heeft laten varen om dit dogma bij accla
matie vast te stellen. Thans is die taak toege
dacht aan de Spaansche bisschoppen (waarondei
die uit Z.-Anierika en de Philippijnsche eilan
den), die zich daartoe bereid verklaarden op eem
vergadering bij kardinaal Moreno. Trouwens eei
der Italiaansehe kardinalen heeft volgen:
denzelfden schrijver aangaande deze bisschop
pen het loffelijk getuigenis gegeven, dat deze
mannen den paus zouden gehoorzamen, ook a
beval hij te leeren, dat er vier personen zijn in
de triniteit.
Tegen de afkondiging zijn omstreeks 200 bis
schoppen, maar volgens den schrijver, lijdt liet
geen twijfel of het zal tot eene geloofswaarheid
worden verheven.
Van regeeringswege is aan de verschillende
Pruisische universiteiten de vraag voorgelegd, of
het voldoende mag geacht worden, dat jonge
lieden, die den cursus op eene der hoogere bur
gerscholen hebben gevolgd, zonder verdere stu
'diën, i
of met
Twee
mend
en dit
het jui
De wt
laat z
mede
rechtv:
waar
willen
lau
zich n
deling
plaats
Afgevt
deswe
Den
op he
het gt
was j
eerste
dene
lijk g'
Oc
De
er no
een t
minis'
onder
die 1:
lien t
de ai
Duits:
komsl
den 1
krijgt
hoofd
een t
gehot
zullet
ring
heme
brekt
welli
men
mini:
drie
den,
gen
Uii
delin
pene
gege
zich
hum
hanc
storr
liadd
te v
wort
men
goed
ontb
dat
gevo
staat
rege
te zi
van
Catt
trict
oper
„7
is di
zerli
altij
spro
zoo
duu
min
der
en
tutit
na
van
met
li
de
ontt
li
dacl
For
aftr-
vori
vooi
doo:
lore
reet
voe:
wij
leri
is i
ben
poli
izoo'
pamphlet bij wijze van kerkespraak aan den
schoolmeester ter voorlezing was toegezonden,
zonder zich belachelijk te maken, zijn ongenoe
gen niet toonen, hij zou den onverlaat, die liet
godslasterlijke ding had voorgelezen, nauwlettend
in het oog houden. Volgens zijn meening, was
Plank tot alles in staat Onnatuurlijk was 't eler-
halve niet, dat de burgemeester, die weleens door
de vrees gekweld werd, dat hij op zijn afgelegen
dorp te veel vergeten zou worden, een brief
schreef, waarin het karakter van den vermeenden
misdadiger op het ongunstigst werd beoordeeld.
Traag en eentonig kropen er weken, zelfs
maanden voor den in een cel gekerkerde voorbij.
Zijn proces werd op de lange baan geschoven.
Moedeloosheid maakte zich van hem meester, en
door den abnormalen toestand, waarin hij ver
keerde verviel hij in een dofte neerslachtigheid.
Is er veel voor, maar ook zeker veel tegen de
eenzame opsluiting aan te voeren, voor een on
bedorven jongeling als Plank, verdiende een
cellulaire boven een gemeenschappelijke gevan
genis, de voorkeur.
Van tijd tot tijd ontving hij een kort bezoek
van den directeur en van een kathechiseermees-
ter. Behalve de verhooren, die hij voorden rech-
ter-commissaris had te ondergaan, was dit de
eenigste afwisseling in zijn eentonig leven, 't Hin
derde hem geducht, dat niemand eenig gewicht
aan de herhaalde betuiging zijner onschuld hechtte,
en 't stuitte hem zeer tegen de borst dat de leer-
aar in zijn rede, die de gevangenen door de op
kieren gezette deuren in hun cellen konden hoo-
ren, altijd op het kwade en nimmer op het goede
wees, dat in de ziel zijner hoorders huisvestte.
Zal de Evangelieprediking doel treffen, dan
dient de welsprekendheid van den leeraar met
menschenkennis gepaard te gaan. Inzonderheid
is dit laatste een vereischte voor elk, die nut in
een gevangenis tracht te stichten. Een onophou
delijk, of gedurig zinspelen op de misdrijven der
gevangenen verhardt hun harleu en de ervaring
leert voldoende, dat misdadigers, die gedurig den
mond vol hebben van berouw, dikwerf de grootste
huichelaars zijn. Moet een leeraar meer op het
verstand en het hart zijner hoorders dan op hun
verbeeldingskrachten op hun zenuwen werken, in
een gevangenis geldt deze regel in dubbele mate.
Een herhaaldelijk, doch niet dagelijks bezoek
in de cellen, waardoor het zoo licht in een ge
woonte kan ontaarden, is een der beste midde
len om den misdadiger, langzamerhand tot be
rouw op te wekken. Men behandele hem zooveel
mogelijk op een liefderijke en fatsoenlijke wijze.
Dit laatste wordt menigmaal voorbij gezien.
Bij den strijd, welk gevangenisstelsel de voor
keur verdient, vergeet men dikwerf, dat goede
beambten oneindig meer nut stichten in een ge
meenschappelijke gevangenis, dan een ruw en
onbeschaafd personeel in een cellulaire. Een in
tellectueel en moreel inensch niet een krachtigen
wil, vermag, aan het hoofd van goede beambten,
veel. Doch, zoolang men niet besluiten kan, hen,
die met het toezicht en de surveillance belast zijn,
een beter salaris toe te kennen, zal het gewoon
lijk van het toeval afhangen goede suppoosten te
krijgen.
Men gaat niet enkel uil liefde, zooal Vincentius
de Paola en Elizabeth Frij, in een gevangenis.
Misschien waren deze menschen ook niet geschikt
de zoo noodige orde, dat een eerst, zoo niet het voor
naamste vereischte is, op den duur te handhaven.
Wil men het lot van den gevangene niet al
leen dragelijk maken, maar bovendien pogingen
aanwenden tot verbetering van den misdadiger,
men zorge, dat zelfs het geringste toezicht over
hen aan morele en eenigszins ontwikkelde per
sonen worde toevertrouwd. Doch, voor een on
voldoend salaris krijgt men zoo lichtelijk men
schen in dienst, die weinig boven menig gevangene
staan. Um van knoeierijen en andere verkeerd
heden te zwijgen, encanailleeren zij zich met hen,
voor wie ze voorbeelden moesten zijn.
Een gevangenis is een strafplaats, doch het
moet meer zijn dan een gebouw, dat slechts voor
het heden de maatschappij voor de verkeerheden
van sommige individuen behoedt; zij moet zooveel
mogelijk, in het belang van den staat, zorgen voor
de verbetering van den misdadiger.
Moeilijk is deze taak, doch zeer gewichtig. Wordt
een misdadiger niet verbeterd, maar verlaat hij
even slecht of misschien nog slechter, dan hij er
ingekomen is de gevangenis, hij wordt de maat
schappij tot een dubbelen vloek, is weldra reci
divist en zijn onderhoud komt dan opnieuw ten
koste van den staat.
Plank had in zijn gevangenis meer hinder van
het gewawel des leeraars, dan van de ruwheid
van sommige bewaarders. Aan een godsdienst
prediker stelde hij lioogeeischen. „Helaas!"dacht
hij, wanneer hij den man, die de geestelijke zorg
voor de gevangenen was opgedragen had hooren
preken, „de man gevoelt niets anders bij zijn
gewichtig werk, dan een schooljongen, die zijn
les opdreunt."
Wordt vervolgd.)