BREUKEN VOOR DEN HANDEL. 1 40» ADVERTENTIE Hl. Alle Eigenaren Apoilinaris Mineraahvalei' Kerk. Hij spoorde al de Christenen aan om samen te werken tot verijdeling der plannen van de Jezuïeten. Vele der overige preeken waren slechts eene omschrijving der oude „No-popery" beweging. Vooral onderscheidde zich daarbij door zijn heftige taal Dr. Camming, bekend door zijn voortduren- den strijd met den Paus. Ook de Anglo-Continental Society hield eene buitengewone vergadering in Willies Rooms, oin namens de hervorming te pro- testeeren tegen Pauselijke aanmatiging. Dit als enkele staaltjes van den geest, die in Engeland tegen het Concilie bestaat. Fi-aiilri-yii. Aan de leden van het Wetgevend Lichaam is het. Gele en het Blauwe Boek rondgedeeld. Het Gele Boek bevat negen documenten be treffende het Concilie. Het laatste daarvan is ge dateerd 10 November. Voorts zijn er 18 stukken aangaande de Turksche wet betreffende de na tionaliteiten; het rapport van Nubar Pacha en dat der buitenlandsche commissie, benevens 18 depêches over de capitulatiën in Egypte, 2 van de commissie voor de Donau-vaart, 15 over Tunis, IS over Japan en 8 over aangelegenheden van handel. De meeste dezer stukken hebben betrek king op bekende feiten. In het Blauwe Boek, dat den binnenlandschen toestand betreft, wordt geconstateerd dat de ver kiezingen niettegenstaande de destijds plaatsgehad hebbende levendige polemiek, met alle orde en regelmatigheid hebben plaats gehad. Vervolgens wordt gewezen op de veranderingen, die uit het bekende Senaatsbesluit voortvloeien. Met betrek king tot de zaken des handels wordt onder an deren daarin gezegd, dat op verschillende plaat sen de industrieelen klachten hebben aangeheven tegen het Fransch-Engelsch handelstractaat, en dut het gouvernement zich alsnu zal beijveren om die voorzichtigheid, welke omtrent zulke be- hartiginswaardige belangen vereischt wordt, te doen samengaan met de belangen der interuatio nale transactiën, die onder het sedert 1860 ge volgde stelsel gestadig zijn vooruitgegaan. Men mag hopen dat het malaise, hetwelk zich ook in Engeland heeft doen gevoelen, geene belemme ring zal teweegbrengen in de beweging, uitbrei ding en vereeniging van de algemeene belangen der volken, zooals dit een en ander door het keizerlijk gouvernement is geprovoceerd. In het verslag omtrent den algemeenen toe stand wordt gezegd, dat de stand van zaken in den Noord-Duitschen Bond en Zuid-Duitschland geene aanmerkelijke veranderingen heeft onder gaan. "Wij hebben," zoo leest men „in de kwestiën, die de Duitsche Kabinetten dit jaar bezig hielden, geen reden gevonden om af te wijken van de houding, welke wij hebben in acht genomen ten opzichte van de transfor mation aan gene zijde van den Rijn. Onze be trekkingen met Duitschland zijn steeds van den meest vriendschappelijken aard geweest." Wijders wordt gezegd dat het rapport omtrent den ünancieelen toestand later zal worden mede gedeeld. In het Wetgevend Lichaam hebben gisteren de heeren Pelletan en Picard de tusschenkomst van het Bestuur in de verkiezing van Kerisouët gelaakt. De heer Latour heeft den heer Forcade verde digd. Deze verklaarde dat hij niet tot officieel kandidaat was gesteld en sprak bepaaldelijk de bewering tegen, dat het Gouvernement ergens de keuze van officieuse kandidaten had doorgedron gen. Alleen de oppositie, zeide hij, doet dit. De heer Picard ontkende daarop dat de oppo sitie ooit eenig imperatief mandaat erkende. De heer Estancelin gaf te kennen dat het Gou vernement zich altoos had afgetrokken van de afgevaardigden, die somtijds tegen de Regeering hadden gestemd. lu het algemeen wordt de rede, door Forcade, gehouden, beschouwd als eene uiting van het persoonlijk gevoelen des Keizers. Intusschen blijkt er weinig anders uit, dan dat de regeering al zeer weinig geleerd heeft, door den duidelijk uitgesproken wenscli des volkshet gouvernement blijft zich nog steeds sterk genoeg wanen, 0111 aan de vrijheid eene plaats aan te wijzen, naar zijn welgevallen. Het eenige wat de Keizer dan ook gewonnen heeft, nu het ora torisch talent van Forcade is gebleken, is dat hij hem zal kunnen behouden als minister om de protectionnisten te woord te staan bij hunne aanvallen tegen het tractaat met Engeland. De officieuse bladen beweren wel, dat op dit oogen- blik geen sprake is van kabinets-wijziging, maar van een anderen kant wordt gemeld, dat Ollivier weer op de Tuileriën is ontboden en in zijn onder hond met den Keizer zich tevreden heeft ver klaard met elke portefeuille, welke het ook ware, al was 't eene die niemand anders wilde aan vaarden. TELEGRAMMEN. Lissabon, 9 December. De Koning heeft het ontslag van den minister Saldanha aangenomen. De manifestatiën, die tegen Saldanha aan den dag zijn gelegd, doen vreezen, dat zich contra-mani- festatiën van de zijde der militairen zullen open baren. Rome, 9 December. De paus heeft tot ope ning van het concilie eene korte rede gehouden. Hij gaf zijne vreugde te kennen over de trouwe opkomst der bisschoppen, die bijeengekomen zijn om aan alle menschen den weg Gods te wijzen en om met den paus, onder den zegen van den heiligen geest, de valsche menschelijke weten schap te veroordeelen. Dit was meer dan ooit noodzakelijk, want het ongeloof spant samen op uitgebreide schaal; het heeft zich krachtig geor ganiseerd en verschuilt zich achter het masker der vrijheid. Rome heeft echter niets te vreezen. De kerk is sterker dan de hemel zelf (L'église est plus forte que le ciel même). Toch is de tijd daar om geneesmiddelen aan te wendeu tegen de kwalen van den tegenwoordigen tijd. Z. H. hoopt dat bisschoppen met hem zullen willen mede werken om de rust der kloosters, de orde in de kerken en de tucht onder de geestelijkheid te helpen verzekeren. De heilige geest, de heilige maagd, de Engelen en de heiligen zullen daartoe hunne bescherming verleenen. Voorshands zal het concilie in bijzondere con gregatiën werkzaam zijn. Berlijn, 16 December. De regeerings-commis- saris heeft in de Kamer van Afgevaardigden, bij de beraadslaging over eene petitie, uit naam van den minister van financiën verklaard, dat de regeering voornemens is het dagbladzegel af te schaffen, zoodra de finautieele toestand des lands dit gedoogt. Jladrld, 10 December. De commissie uit de Cortes, belast met een rapport ter zake van de verdwijning der kroonjuweelen, heeft geadviseerd tot de benoeming van een comité van enquête, met het doel om de daders voor den rechter te brengen. De minister van binnenlandsche zaken heeft, in antwoord op eene vraag van den Carlist Ochoa, bij de discussie over de wet betreffende opheffing van den staat van beleg, verklaard dat de Carlisten openlijk samenspannen en dat er nog gisteren in Navarra geweerschoten zijn ge wisseld, onder het aanheffen van den kreet „Leve Karei VII!" De minister voegde er bij, dat indien Don Carlos in Spanje kwam, het land hem zou vervloeken, in plaats van hem eene kroon te geven. De regent heeft gisteren den Nederland- schen gezant met het gebruikelijk ceremonieel ontvangen. PromotiëB. Leiden, 11 Dec. Bevorderd tot doctor in de rechten de heer K. Rembges, geb. te Kuinre, met Stellingen. Gewezen vonnissen in strafzaken door het Kan tongerecht te Leiden, van den 4d,n December 1869. 1 wegens zonder schriftelijke vergunning vuilnis opgehaald. 1 vuilnis op de straat geworpen. 1 buiten een daargestelde waterplaats (urinoir) te hebben gewaterd. 2 zonder last de straat geschrobt. 5 runderen gedreven zonder het voorste beest te geleiden. 1 op de openbare straat een aangespan nen hond mishandeld. S met ongemuilbande honden te hebben gereden. 1 na gezette tijd in de gelagkamer per sonen laten verblijven. 1 gescholden zonder daartoe uitgetergd te zijn. STATEN -GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 10 December. In de ochtend-zitting is een aanvang gemaakt met de behandeling van art. 91 (onderhoud van de rivieren de Donge, de Berkel, de Oude IJssel, de Eem en het Zwarte Water f 30,000) De heer Van Delden is er tegen, dat het Rijk in dat onderhoud voorzie; van rijkswege toch moet niets worden verricht wat geen rijkswerk is. Alleen voor het Zwarte-Water wil spr. wèl onderhoudskosten toestaan. De heer Begram daarentegen deelt het gevoelen van den vorigen spr. niet, dat het beheer beter zou plaats hebben door bijzondere besturen. De heer Stieltjes en Van Akerla ken zijn er evenmin voor dien post op de begrooting te brengen. Laatstgenoemde spr. wil eerst herziening van 't besluit van 1819. De heer Kalff, Heemskerk Azn. verklaren zich voor de overname door het rijk; de heer Kalff drukt zelfs den wensch uit, dat de min. niet moge stilstaan op den ingeslagen weg, maar ook nog andere kleine rivieren zal overnemen. In de avond-zitting, die over hetzelfde art. liep, merkte de heer Thorbecke op, dat dien morgen de vraag was behandeld, of het Besluit van 1819 moet worden vervangen door eene wet? Hij antwoordt met art. 197 Grondwet, dat bepaalt dat algemeene en bijzondere belangen van den waterstaat moeten worden geregeld door de wet. Dat is ouk het hoofd doel geweest der wet van 1848. Maar buitendien wordt die vervanging door de wet, door de recht vaardigheid gevorderd. Wanneer toch de eene pro vincie zou worden ontlast, dan zou de andere het zelfde recht hebben. Wat nu de kleine rivieren be treft, geeft hij den minister in overweging eerst eeDe wet te ontwerpen, waarin omschreven worden de ri viertjes, die door het Rijk zullen worden overgeno men. Dit ware beter dan hier of daar een riviertje uit te kiezen. De minister zou dus eene dergelijke algemeene wet kunnen voorstellen, ook ter vervanging van het besluit van 1819. Geschiedt dit spoedig, dan kunnen er nog in het volgend jaar subsidiën worden verleend voor deze riviertjes, waarvoor dit na onder zoek noodig mogt zijn. De min. van binnenl. zaken wijst er op dat in Gelderland en Groningen de afscheiding tusschen Rijks- en provincialen waterstaat zonder tusschenkomst der wet bestaat en goed werktniemand heeft er zich tegen verzet. Eene andere vraag was of nu al de kleino riviertjes aan den Staat in beheer en on derhoud zullen overgaau Daarop antwoordt de min.; volstrekt uiet. Alleen alle werkelijk bevaarbare rivie ren, die in de gewone omstandigheden inderdaad tot publieken vaarweg dienen zullen aan den Staat over gaan, voor zoover zij niet in beheer en onderhoud aan anderen zijn overgedragen. De heer Thorbecke verlangde eene wet tot de opneming vau die rivie ren, die het Rijk in beheer zal nemen. De min. ge looft dat van zoodanige wet niets komen zal want de som zou zoo groot worden dat de kamer er niet hare goedkeuring aan zou hechten. De min. treedt vervolgens in eene uiteenzetting van het doel en de strekking van het besluit van 1819. De quaestie der kleine rivieren heeft eigenlijk oaar de min. betoogt met het besluit van 1819 niets te maken. Telkens zal bij de begrooting beslist worden welke van die riviertje» zullen overgenomen worden; de Kamer zal toetsen en oordeelen kunnen. Overigen» herinnert de min. dat het overnemen in onderhoud nog niet in- »luit de verbetering van rijkswege. De heer Bergmann is het eens met den min., dat er ten deze geen wet noodig is. De heer Van Lijnden meent, dat de min. van bin nenl. zaken redeneert uit een verkeerd beginsel, z. i. heeft de min zich te veel laten influenceren door de Staten van Gelderland en heeft hij te veel toegege ven aan den aandrang van die zijde. Het besluit van 1819 is z. i. te veel op den voorgrond gesteld ten behoeve van de eene rivier, terwijl eene andere er niets mede te maken heeft. Overigens komt hem het artikel niet aannemelijk voor wegen» de ongelijksoor tige beBtanddeelen daarin opgenomen. Art. 91, daarop in stemming gebracht, wordt ver worpen met 41 tegen 28 stemmen. Art. 9295 worden daarop aangenomen. Art. 96 wordt mede, na eene korte discussie tus schen de heeren De Bieberstein, v. d Maesen en den min. goedgekeurd. Bij art. 97 (verbetertng, onderhoud en herstelling van kanalen en vaarten, enz.) besprak de heer Rom- bach de belangen der polder» van Hteenvliet en Voorne. De heer Pyls wijdde uit over de verbinding van de Zuidwillemsvaart met de Maas en drukt den wensch uit dat het Luxemburgsch Noorderkanaal toch eenmaal geheel gereed moge komen. De Minister antwoordt den heer Rombach, dat de door dat lid bedoelde zaak van het stoomgemaal nog in overweging is. Art. 97 wordt daarop goedgekeurd. Art. 98 (kosten van aanleg van een nieuw uit wateringskanaal in het voormalig vierde district van Zeeland 200,000). De discussie hiervan wordt aangevangen: de heer Heemskerk bestrijdt de voordracht, en de heer Fokker verdedigt haar. Zitting van Zaterdag 11 December. De beraadslagingen zijn voortgezet over de be grooting van het Departement van Binnenlandsche Zaken. Het gisterenavond gestaakte debat over artikel 98 (kosten van aanleg van een nieuw uitwateringska naal in bet voormalig vierde district van Zeeland f 200,000) werd, nadat nog vele sprekers het woord hadden gevoerd en na eene uitvoerige verdediging van den min. van binnenl. zaken, beëindigd. De slotsom was de aanneming van deze post met 46 tegen 24 stemmen. Bij art. 106 (Subsidie voor het Noordzeekanaal ƒ1,605,500) gaven de min. van binnenl. zaken zoo wel als de heer Rutgers van Rozenburg de meest geruststellende verzekeringen nopens den stand en gang van de werken dezer onderneming, op de min der geruststellende bemerkingen van de heeren Stiel tjes en v. Goltstein. Art. 110 (kosten van toezicht op de spoorweg diensten) gaf tot eene zeer langdurige gedachten- wisseling over het gebrekkig toezicht en de slechte dienstregeling van verschillende lijnen aanleiding. Daarna is in behandeling genomen de begrooting der staatsspoorwegen voor 1870, waarover de dis cussie hedenavond wordt voortgezet, LAATSTE BERICHTEN. 's Gravbnhagk, 11 Dec. Door burgemeester en wethouders is aan den gemeenteraad alhier een voorstel ingediend betrekkelijk den aanleg en de exploitatie eener duinwaterleiding, houdende tevens praeadvies op het voorstel van de heeren de Pinto c. s. (leden van den Raad). Het voor stel van burg. en weth. strekt: 1°. de verzoeken van de heeren Baglehole en Schofield, Vierling, Mouton en Vrolik, allen strekkende tot het be komen van concessie voor eene drinkwaterlei ding van de hand te wijzen; 2*. voor alsnog hët voorstel der heeren de Pinto c. s. tot het aanleggen eener duinwaterleiding voor rekening der gemeente niet aan te nemenen ein delijk 3°. te bepalen, dat tegen 15 Januari 1870 eene openbare mededinging zal worden uitge schreven naar de uitvoering van het plan, zooals het is ontworpen door den heer Henket. Z. M. heeft aan den heer Jhr. II. J. J. Bo- wier, op zijn verz. eerv. ontslag verl. uit zijne betrekking van ontv. der dir. bel. en acc. te Berlicum c. a. behoudens aanspraak Jop pensioen; en benoemd tot ontv. der dir. bel. en acc. te Berlicum c. a., den heer VV. Van nouhuys, thans te Hilvurenbeek c. a.; ben. tot direct, van het postk. te Den Helder, den heer B. J. Herweyer, thans direct, van het postk. te Loenen; te Hen gelo den heer J. B. A. O. Vermeer, thans geagre- eerd klerk ten postk. te Terborgh. HUWELIJKEN, GEBOORTES ES STERFGEVALLEN. Uit de verschillende Dagbladen. Dec. gehuwd. 3. J. Buisman Ebbioge cd G. Ven der Sluis. Hemrilc. 9. F. NV. Kotte #n J. L. Lang. Amsterdam. 9. L. F. Redeker en C. J. Stenrcrs. Amsterdam. 9. W. A. D'Arnaud eu 11. Bnrlage. Amsterdam. 9. A. Ai. E. Tromp en H. F. E. Hugne». Amsterdam. 9. Dec. 6. 7. 7. 7. 7. t. 9 9. 9. De«. 3. 3. 6. J. C. Labart ea NV. C. Berkbout. Amsterdam. bevallen. M. E. Huber, geb. Van der Vean, Z. Kampen. J. U. R. Da Kanter, geb. Van Hasselt, Z. Brielle. C. J. E. Lasthujzcii, geb. Mittelhauser, 1). Amsterdam. H. Hes, geb. Helder, l). Leeuwarden. M. J. Rocbussen, geb. VaD Eeabeek, Z. Hoogeveeu. C. I). Welliughoff, geb. Klapmejer, Z. Amsterdam. A. Van Oordt, geb Hengeveld, D. Rotterdam. M. NV. Kortmau, geb. Meeuwgen, D. Rotterdam. J. C. Van Hilton, geb. Breuker, D. Amsterdam. overleden. E. M De Groot, geb. Swaneuvell, V. 61 j. Amsterdam. J. Beye, geb. N'an Graafeilaud, wede 68 j. Oosterlaod. J. De Liefde, M. 56 j. Arasterdam. H. Kuyt, wedr. 77 j. Arasterdam. G. Van Ramsborst, V. 27 j. Nijkcrk. A. Huydecoper, geb. De Roos, wede. 78 j. Utrecht. C. B. C. Kupers, Z. 3 j. Arasterdam. B. J. H. Kupers, Z. 2 j. Amsterdam. J. Duitz, geb. Pruikciaaker, V. 50 j. Amsterdam H. J. L. Ankersmit, Z. 3 j. Deventer. A. Cleyndcrt, D. 8 m Nieuwendam. M. Oraber Lz., M. 87 j. Stad aan 't Haringvliet. V. Thierens, wedr. SA j. Dordrecht. C. P. Havelaar, geb. Hanegraaff, V. 31 j. Rotterdam. Het gebeurt maar al te dikwijls dat hande aars, door onvoldoende fondsen, aan hunne zaken niet die uitbreiding kunnen geven, welke zij zouden wenschen of als gevolg van eene crisis bij een te groote voorraad goederen in magazijn, of door eenige andere oorzaak zich door oogen- blikketijke behoeften verplicht zien tol buiten sporige opofferingen hunne toevlucht te nemen, ten einde hun erediet te redden. Le Mandataire Commercial, 172, faubourg Saint Denis, hoek rue Lafayette te Parijs, opgericht en onder bestuur van den Heer L. F. Vigneron, heeft ten doel den handel in deze te luilp te ko men tegen zeer matige voorwaarden. Hare operatiën bestaan in Voorschot In specie op allerhande koopwaren en verkoop daarvan; des noods worden zij 011- middelijk gerealiseerd. Voorschot In specie op alle Fransche en vreemde waarden, effecten, aandeelen, obliga- tiën enz. Verlecnlng van credlet, voorschot van bank- waarden, na ingewonnen informatiën en alleen op voorwaarde van stipte voldoening der vastge stelde termijnen. Vertegenwoordiging, verkoop in commissie en dépöt van allerhande koopwaren. Voor inlichtingen en voorwaarden vervoege men zich franco tot den Heer L. F. VIGNERON. THERMOMETER VAN FAHRENHEIT. Vrijdag Zaterd. I morg. morg. i i nam. nam. nam. avond I r6 u-1 8 u. IS u. j 4 Q. I 5 u. 8 n. 37° 37» I 47° 47° 46° a?oud 10 u. 38» Voor de vele bewijzen van belangstelling hij de bevalling mijner Echtgenoote ondervonden, betuig ik, ook namens haar, mijnen dank. J. C. RIJK. Leiden, 12 December 1869. In bet NOSOCOMIUM AOA- DEMICUM le Leiden verlangt men: 1°. een Vader of Ziekenoppas ser voor de Mannen-Cliirurgiezaal, tegen 15 .Ja- nuarij 1870. 2°. eene Hoeder of Zlekenoppas- seres voor de Vrouwen-Cliirurgiezaal, tegen 1 Februarij 1870. Degenen, die naar deze betrek kingen willen dingen, kunnen zich opgeven aan den Administrateur in het Gesticht op de Oude Vest, dagelijks, uitgenomen des Zondags, van 's voormiddags tien tot 's namiddags een ure. van HUIZEN' en WONINGEN worden uilge- noodigd tot het bijwonen eener openbare Ver gadering, op Dingsdag den 14d»n December a. s. des avonds ten S ure, in het Koffijliuis de Gouden Leeuw van den Ilcer C. J. Papöt, op den Nieuwen Rijn (ingang Burgsteeg), om de voorwaarden aan te hooren, waarop men als Lid kan worden aangenomen in de Leldsche II uur-Waarborg- Maatschappij, onder directie van F. K. GER STING, wiens kantoor gevestigd is op de Lan- gebrug, hoek Zonneveldsteeg. YATUUKL1JH is steeds versch voorhanden bij de Hoofddepot houders de Heeren GIROLDI OTTO, te Rot terdam, Wijnhaven ZuidzijdeWijk 1, 447. De Hoofdagent der Apollinaris-bron JOH. WILL. KRAEMEB. volkomen genezing door den van WAERSEGERS, gebreveteerde Breukmees Ier der Hospitalen, Commandeur en Ridder van verschillende Ordens. 36 KtHOEVMABKT, te Antwerpen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3