Nederland en 1 Juli 1870 in Indië, het voorschot,
krachtens bestaande bepalingen of gewoonte ver
leend wordende aan gouverneuients passagiers bij
vertrek naar en van Nederlanrisch Indië, bedraagt
drie maanden van de hun gedurende den tijd van
den overtocht toegelegde inkomsten.
Z. M. heelt aan J. Oltmans.Jop zijn verzoek, eer
vol ontslag verleend als commies bij het Departe
ment van Financiën, behoudens aanspraak op
pensioenaan P. Van Öchendel, kunstschilder te
Brussel, vergunning verleend tol het aannemen
en dragen der versierselen van ridder der Leo-
polds-orde, hem door Z. M. den Koning der Bel
gen geschonken; en aan C. U. Van üoorne, te
Rijswijk, C. van dei'Öpek te Delft, en W. H. Kreps
Ie Leiden vergunning verleend tot het aannemen
en dragen van hét kruis Fidei et Virtuli, en aan
den eersten bovendien tot bet aannemen en dra
gen der gouden medaille 2de grootte, welke eere-
teekeuen bun door den Paus geschonken zijn.
Z. M. beeft aan den dirig. ofl'. van gez. 2de kl.
F. A. C. Dumontier, chef van den mil. geneesk.
dienst in Suriname, thans met verlof hier te lande,
op zijn verzoek, met ingang van 1°. December
1869, eervol ontslag verleend uit Zr. Jls. mili
tairen dienst, met toekenning van pensioen.
De minister van oorlog heelt goedgevonden a. te
benoemen, tot kapits. der late kl. de kapits. der 2de
kl. M. F. J. Phafl, van den gen. staf, toegevoegd
aan den dir dir mil. verkenningen, A. A. J. Nijland,
van liet 5de en E. L. J. Van Dijk, van het 8stereg.
int., en 14. A. W. Sluiter, van den siaf der art., be
lust met het toezicht m 's Rijks gieterij van bronzen
geschut; zijnde eerstgenoemde tevens bestemd tot
cliel van deu staf in de 3de militaire aideeliug; tot
kap.ts der 2d.- kl.de kapits. van de 3de kl. J. C.
C. Den Beer Puortugael, van den gen. staf, leeraar
bij de stafschool, H. A. Dorré, vau het 3de, en T.
T. Van der YVerff en Jhr F. Van Spengler, van
het tide reg inf.: F. Knoote, van liet reg. veld-art.;
11. M. Steenberglie, van het lste reg. vest.-, later
overgeplaatst bij het reg. veld art., alsmede J A.
bchuunnau, van het korps iugeu min. en sapp.; tot
ritm. der late kl.. den ritm. van de 2de kl. Jhr. L.
ridder Van Huppard, van het 3de reg. huz.; tot ritm.
der 2de kl.: den ritm van de 3de kt. W. Van Ling,
van het 3de reg. huz; tot adjuds de lste luits. F.
De Groof, van liet 2de, E. 8. E. liesselinck, van
het 4de, C. A. Prins, van het 5de, en M. Jorissen,
van het 8ste reg. inf.
b. op non-act. te stellen: in afwachting dat om
trent hen nader zal wrden beschikt, den lsten luit.
P. G. Maas Geesteranus, van het 2de reg. huz., on
langs bij dit korps in actieven aienst hersteld, en den
2hen luit. J. tl. Van Waszink, van het 3de reg.
vest.-artil., beiden op het daartoe door hen gedaan
verzoek en eerstgenoemde zonder bezwaar der schat
kist; voor den tijd van een jaar- mede op hunverz.:
de 1ste luiis. H. D. A Götz, vau het lste reg. inf.,
en P. Van T.enhuven, van bet lste rrg. huz., als
mede den 2den luit G. J. De Vidal He St. Germain,
van het reg. veld-art.
c. in aciievcn dienst te herstellenbij het 3de reg.
inf, den lsten luit der inf., op non act. C. S. Rinia
van Nauta; bij het 7de reg. mt'., den lsten luit. der
inf., op non-act., W. A. H. baron Van Voërst van
Lijnden.
d. te verplaatsen: naar het bataljon min. en sapp.,
deD kapit. F'. H. Ainpt, eerstaanvv ingen. te Neuzen;
als eerstaanw. ingen.: naar VlissiDgen, den kapit. H.
Van Assi-ndelft de Coningh, van het bat. min. en
sapp; naar Neuzen: den lsten luit.-ingen. te Naarden
J. F. Klinkhamer.
e. over te plaatsen: bij het 2de reg. inf.:den lsten
luii. L. Berkhout van het 7de reg., en zulks met
bestemming tot het geven van ouderwijs aan de
onder-officieren der lste 1.1 van den wetenschappe
lijken cursus bij da: korps; bij het 5de reg. inf.: de
lste luits H. F. Van den Oudendijk Pieterse, van
het lste, J. J. Wierts, van bet 2de, en D. C. Van der
Nagel, vau het 3de reg, en zulks met bestemming
als voren; bij het tide reg. inf., tien kapit. P. J. Kui
pers, van het 5de reg.; bij het iu-tructie bat. den lste
luit. G. A De Bruyn, vau liet 1de reg. inf.; bij het
3de reg. huz., den lsteu luit. J P. Wijnstroom, van
het 2de reg., bestemd tot het geven van onderwijs
aan de onuer-oflicieren en korporaals van den weteu-
achappelijken cursus bij dat korps; bij het 4de reg.
huz, den lsten luit. G. J. IJ ssel de Schepper, van liet
3de reg bij het reg. veld-art., deu kapit. Jhr. W.
F. G. A. Von Pestel en de 2de luits N. J. A. P.
H. Van Es en P. C. J. Visser, van het lste, en M.
A. Gelinck, van het 2de reg vest-art.; eerstgen. op
zijn verz.; bij het lste reg. vest.-ait., den kapit. A.
H. Mazel, van het reg. veld-, en den 2den luit. J. A
Oudemnns, van het 3de reg. vest. art., eerstgen. op
het daartoe door hein gedaan erzoekbij i 12de
reg. vest.-art., deu lsten luit. iM. J. II. ba n Van
Slingelandt, van hel reg rijd.-art, en zu l.s op het
daartoe door hem gedaan verzoekbij ii t reg. njd.-
art., den lsten luit. C. De W it, vau 1 et reg. veld-
art.; bij het korps pontoon., den kapit. G. F. W.
Borel, van het lste reg. vest.-art.
f. eervol te ontheffen, uit zijne betiekk. van adj.:
deo lsten luitenant T. Cieremans, van het 5de reg.
infanterie, als zijnde bestemd tot het geven van on
derwijs aan de onder-officieren der lsie kl van den
wetenschappelijken cursus bij het korps; alsmede den
lsten luit. W. M. Jaeger, van het 4de reg. inf., die
op het daartoe door hem gedaan verzoek voor den
tijd vau een jaar op uon act. is gesteld, zonder be
zwaar der schatkist
g. te detacher rende lste luits. R. J. Van Moock,
van het korps ingen., min en sapp; K. A. Pfeiffer,
van het ode reg. inf., eu R. H. Eyssonius de Waal
van het 3de reg. vest.-artbtj de topograpbiscbe
inrichting, den lste luit. H. F. Guishart, van het
4de reg. inf.; bij het 3de reg. huz., den lsten luit. J.
A. Ort en den 2den luit. W. E. A. Wappermann,
van het 2de reg. huz., als zijnde bestemd tot liet
geven van onderwijs aan de onder-pfticieren en kor
poraals van deu wetenschappelijken cursus bij eerst-
gemeld korps.
h. te bestemmentut het geven van onderwijs aau
de leerlingen van deu wetenschappelijken cursus bij
bet korps: de lste luits. L. J. P. Robbe en W. M.
Van Eek, van liet 2:!e reg. inf., alsmede den lsten
luit. Jhr. A W. Van der Wijck en den paardenarts
de.i lste kl. J. J. Van Laar, van het 3de reg. huz
De minister van oorlog heeft zijne tevredenheid
betuigd aan deu luit.-kol. A. O. H. barou Gansneb,
geouamd Tengnagel, van het 4de, de ritmeesters Jhr
F. A. Meijer eu S. J. Von Huguenin, vau het 2de
en C. A. 'lhurkow van het lste reg. huz., belast ge
weest met de samenstelling van het aanhangsel tot
het exercitie-reglement der cavalerie, voor de wijze,
waarop zij zich van die taak hebben gekweten.
Voorts Éis aan verschillende hoofd- en verdere offi
cieren machtiging verleend, om het cijfer in het vroe
ger aau hen reeds uitgereikt onderscheidiugsteeken
voor langdurigrn dienst te doen verwisselen.
Katwijk a/d. Piijn, 3 Dec. Heden werd alhier het
stoffelijk overblijfsel van den heer G. Oorthuis,
in leven rijks- en gemeente-ontvanger van Kat
wijk, naar de laatste rustplaats gebracht. Een
tal van vrienden en bekenden volgden de lamilie,
otn den afgestorvene de laatste eer te bewijzen,
terwijl Burgemeester en Wethouders, en meest
alle leden van den gemeenteraad zich bij hen
aansloten. Aan de geopende groeve bracht de
Edelachtb. lieer L. C. Blanken, Burgemeester van
Katwijk, hulde aan de verdiensten van den hoog
geachten afgestorvene, en herinnerde er aan hoe
hij als geacht burger geleefd en als hoogst ver-
dienstelijk ambtenaar ruim 55 jaren getrouw zijn
plicht bad betracht, bemind door allen die hein
kenden. De weleerw. zeergel. heer Ds. Malthes
van Valkenburg, schetste daarna, hoe hij als
christen geëerd, als echtgenoot en vader bemind
en als vriend gewaardeerd werd. De weledele
heer Gs. Oorthuis van 's-G raven huge, de oudste
zoon van den overledene, bedankte daarna namens
de familie, allen die aan wijlen zijn geliefden
vader de laatste eer hadden bewezen.
Rijswijk, 4 December. Ten gevolge van de door
het ingevallen vorstweder plotseling ontstane
hardheid van den weg, ondervindt lieden de
dienst der Algemeene Nederlandsche Railroute-
Maatschappij tusschen 's-Hage en Delft en omge
keerd, véél vertraging en belemmering, welk
ongerief zicli in deze plaats niet het minst doet
gevoelen.
Delït, 4 December. Door den heer F. N. Boer,
firma Nieuwenhuijs 0°. van Rotterdam, zal
hier ter stede op aanst. Woensdag eeue volks-gaar
keuken worden geopend, zooals die door hem reeds
in onderscheidene plaatsen van ons vaderland
met uitnemend goed gevolg is in u vi king gebracht.
Het doel daarmede beoogd, is, om vooi weinig
geld een gezond eu krachtig voedsel verkrijgbaar
te stellen. Dit doel kan natuurlijk'alleen worden
bereikt door samenwerking op zooveel mogelijk
ruime schaal. Een ieder toch weet, dat men voor
twintig huishoudingen tegelijk, beter, gemakke
lijker, voordeeliger kan koken dan voor elke
huishouding afzonderlijk.
Gouda, 4 December. Twee onzer sladgenooten
wenscheii een eerlang voor heil aan te breken
feestdag op te luisteren door ongelukkigen te on
dersteunenterwijl een aantal andere belang
stellenden ter eere van dien feestdag en die
feestvierenden hunne medewerking hebben toe
gezegd. Het zijn de heeren H. J. Steenbergen,
gymnastiekmeester, eu B. F. 0. Verbeeck, ad
judant onderofficier der dienstdoende schutterij,
die op den 7a"n December a s. hun vijfentwintig
jarig scheruuneestersehap vieren. Het is op dien
dag dat hunne talrijke vrienden op waardige
wijze dat voorrecht willen gedenken door in 't
lokaal „Nut en Vermaak" een Assaut te geven,
terwijl het muziekkorps der du. schutterij niet
achter wil blijven in de ondersteuning van dit
plan en medewerking heeft toegezegd en ook de
leerlingen der gyinnastiekschool blijken zullen
geven hunner vorderingen.
liet zal dus een luisterrijk feest zijn, dat ge
vierd wordt, en menigeen zou watertanden naar
't genot om uitgenoodigd te worden daarbij te
genwoordig Ie zijn, maar de jubilarissen hebben
iets anders bedacht, waardoor zij de gevaarlijke
klip ontzeilden van menschen, die eene nitnoo-
diging verwachten, voorbij te gaan en tevens
het is reeds gezegd het lot van ongelukkigen
willen verzachten. Geen uitnoodigingen wor
den voor dit feest gedaan, maar ieder die 50
cents wil afstaan voor de nagelaten betrekkingen
van de onlangs verongelukte visschers te Katwijk
en Noordwijk wordt toegelaten.
Gouda, 5 December. Een gezelschap jongelie
den, dames en heeren, bereiden zich voor tot het
geven van eeue tooneel voorstel ling, waarvan het
overschietend bedrag gegeven zal worden, de
eene helft aan de armen dezer stad en de andere
helft aan de weduwen en weezen der visschers,
die gedurende de laatste stormen zijn omgekomen.
Groningen, 3 December. Naar men verneemt,
hebben curatoren der hoogeschool, met machti
ging van den minister van binnenlandsche zaken,
het verzoek der studenten in de geneeskunde
toegestaan en mitsdien de waarneming der col
leges van wijlen Prof. Van Deen voorloopig op
gedragen aan Dr. D. Huizinga, adsistent bij het
Physiologiscli Laboratorium.
Breda, 2 Dec. Door den Commissaris des Ko-
nings is naar aanleiding eener begeleidende mis
sive van den minister van oorlog de vraag tot
den Raad der gemeente Breda gericht of hij
genegen was, een gebouw beschikbaar testellen,
om als opvoedingsgesticht voor een honderdtal
kinderen van onvermogende ouders te dienen.
Zij zouden er op hun 11de of 12de jaar in wor
den opgenomen en tot hun Hide blijven, om dan
naar keuze der ouders tot eenig ambacht te
worden opgeleid, of als soldaat bij het instructie
bataljon, de artillerieschool, of als hoornblazer
of tamboer in dienst te treden. Na eenige dis
cussiën over de bruikbaarheid van het aan de
gemeente toebehoorende gebouw der vroegere
Latijnsche school, werd besloten te antwoorden,
dat tot leedwezen van het bestuur de gemeente
geen tot dat doel geschikt gebouw.heeft, waar
over zij beschikken kan.
Oistkrwijk, 4 Dec. Als eene gioote zeldzaam
heid kan gemeld worden, dat deze week alhier,
op de jacht van de familie Van Swinderen, door
de heeren Jhr. Van Nispen tot Sevenaer en J.
Lommen, van Tilburg, gi boten, is een schoon
en bijna sneeuwwit hermelijn 'Mustela Erminea).
Dit diertje, dat voornamelijk in oiberië en Canada
gevonden wordt, en waarvan liet vel, tot pelt-
werk toebereid, zeer hoog wordt geschat, in onze
omstreken te vinden, heeft veler verwondering
en nieuwsgierigheid gaande gemaakt.
O e meng cl e Berichten.
Men leest in de Ovenjselsche Courant
„Vreemd is het, dat onze landbouwers, die,
waar het op het behalen van voordeel aankomt,
meestal zeer wakker zijn, zoo weinig zorg aan
kippen besteden.
„Bij gebrek aan goede verzorging is het dan
ook geen wonder, dat de kippen hier te lande
gedurig in waarde verminderen, en bij lange na
niet in onze behoefte aau eieren kunnen voor
zien. Ook dat er veel te weinig kippen gehouden
worden is duidelijk. Men vergelijke maar eens
in het volgende lijstje den jaarlijksclieu invoer
met den uitvoer der eieren.
Uitvoer en invoer van eieren.
In
Uitvoer:
Invoer:
1S58
1,519,437
14,043,794
1859
1,440,397
15,594,688
I860
1,809,313
11,599,182
1861
2,752,742
16,016,934
1862
3,133,520
15,198,801
1863
2,711,353
16,476,857
1864
3,877,623
17,673,671
1865
4,596,393
20,441,598
„Die cijfers zeggen het ous, welk een rijke
bron van inkomsten voor ons land de hoender
fokkerij zou kunnen zijn, en hoezeer het verval,
waarin onder ons deze tak van landbouwbedrijf
verkeert, te betreuren is.
„Geheel anders in Frankrijk. Daar wordt vooral
groote zorg besteed aan het bekomen van goede
leghennen, omdat het grootste voordeel in de
eieren zit. De jaarlijksche opbrengst toch van de
eieren is in Frankrijk 46 a 47 millioen guldens,
d. i. evenveel als de huisvogels zeiven, kippen,
ganzen enz. er waard zijn en eeD vierde der
waarde van ons rundvee. Er is ddar dan ook
nauwelijks een boer of een daglooner, die geen
kippen houdt, eu die er niet, inzonderheid door
op de voeding en de behoefte dezer dieren nauw
lettend acht te geven, belangrijke voordeelen
van trekt.
„Over de doelmatigste inrichting der hokken,
de soorten der voedingsmiddelen voor deze „alles-
etende" vogels, de soorten die als de beste leg
hennen aan te bevelen zijn enz. enz., verwijzen
wij den belangstellenden lezer naar den Volks
almanak van IS70, waarin een zeer behartigens
waardig artikel over de „kippen" voorkomt,
waaraan wij bovenstaande regelen hebben ont
leend."
Omtrent het vinden van het lijk van Jan
Kiuck naar de aanwijzingen, door Traup-
maiin gedaan, wordt het volgende gemeld. De
agent van politie Sauveras, die de vorige na
sporingen in den Elzas had geleid, had te
Parijs een gesprek met Traupmann gehad,
waarin hij hein had te verstaan gegeven, dat,
als hij duidelijke ophelderingen gaf, hij wellicht
naar den Elzas zou gezonden worden Traup
mann had toen beloofd alles te zullen zeggen.
Hij verhaalde, dat hij tusschen Cernay en 011-
willer bij de ruïnen van het kasteel Herrentlucli,
toen Kinck vermoeid was, hem water met Prui
sisch zuur te drinken had gegeven, waarop Kinck
onmiddellijk gestorven was. Hij had hem toen
in liet zand onder de struiken hegraven op een
plaats, waarvan hij de ligging duidelijk beschreef.
Sauveras was toen weder naar den Elzas ier-
trokken, doch had niets gevonden.
Traupmann evenwel hield zijne laatste ver
klaringen vol, en beweerde dat Sauveras de
juiste plek gemist had; het parket te Parijs aar
zelde om opnieuw de nasporiugen te beginnen,
hoewel Sauveras er op aandrong. Doch, nog eer
deze weder naar den Elzas vertrokken was,
werd het lijk gevonden door het volk van die
streek, dat de onderzoekingen had voortgezet.
Op niet zeer grooten afstand van de laatst gedane
paardenmarkt te D. gesproken heb, heeft mij
verzekerd, dat ze, indien hij zulke wilde haren
niet bezat, het beste met hem voor had. Doch ik
heb u dit dikwerf gezegd en tevens, dat ik hem
verontschuldigd heb. 'k Zei 't haar laatst nog, dat
het mij speet, dat de jongen bij ons vandaan
gegaan was. En dat doet het mij werkelijk," ver
volgde hij in het vuur spuwende: ,,'t was een
flinke vent en daarbij eerlijk en trouw."
't Deed de vrouwen goed, dat het hoofd des
gezins nog eenigen tijd met den lof, dien hij Kor-
nelis toezwaaide, voortging. Ze hadden hem on
kundig geiaten, dat ze den jongeling uitgenoodigd
hadden, den winter in haar woning door te ko
men brengen. Ze hielden zicli overtuigd, dat hij,
't zij als kostganger of als knecht, welwillend
zou ontvangen worden. Door eenige intriges,
hadden ze weten te bewerken, dat de knecht
heengegaan was.
„Heb ik mien leven! Jonge bin ie daor?"
schreeuwde de boer, toen Kornelis, op 't oogen-
hlik dat het gezin zich ter ruste wilde begeven,
binnentrad: „Wij hebt van aovend drok over oe
epraot."
De vrouwen schenen in 't minst niet verrast te zijn.
„Is dat komen, in zuk weer!" prevelde de
huismoeder.
Dina sprak geen woord, 't Was of ze de blik
ken, die Kornelis haar ter sluiks toewierp, ge
durig ontweek.
„Je kiekt wit too," zei de boer: „ik kan wel
zein dat ie op 't schip gieu boerenstoete en spek
eten hebt."
Kornelis deed een uitvoerig verhaal van zijn
ongesteldheid en van het noodweer, waarmede ze
te kampen hadden gehad.
„'sNachtsï wel dan vuir ie toch neit?" onder
brak de boer hem, toen hij van een zeer storm-
achtigen nacht verhaalde.
„Er staot je overal paolen in 't vaorwater,
waor je 't anker inaor zoo an vastekunt gooien
Kiek," ging hij voort, „dat zol ik ten minsten
doon as de nood an de man kwam."
Kornelis verhaalde ongehoorde dingen.
„Nacht en dag maor deurvaren en in gien
dagen 'n tikkeltieu land te zeen, 't was je bies-
ter. De griezel zol 'n mense er van over de hoed
gaon," meende de huisvader. „Nou, op'n ander
aovend wat meer," zei hij, toen de huisklok liet
middernachtelijk uur aanwees. „Ie kunt weer in
oe olde bedstee kroepen."
't Scheen dat Dina zich niet ter ruste kon
begeven. Dan was dit vergeten en dan had ze
dat verloren, en Kornelis werd dienzelfden avond
overtuigd, dat hij niet minder dan voorheen door
haar bemind werd.
Den volgenden morgen hoorde men in het
dorpje gewichtige nieuwstijdingen. Tieme, die
den vorigen avond laat en in „zuk beus weer"
van de stad teruggekeerd was, verhaalde door
een kerel aangerand te zijn, wien hij echter ge
lukkig was ontloopen.
Jan Teiken, de nachtwaker, die tegen betaling
van vijfentwintig cents, eiken nacht voor de
veiligheid der ingezetenen van het dorp moest
waken, had ook een zeer verdacht persoon ge
zien. Nauwelijks was de veldwachter te bed, of
hij werd door den nachtwacht om adsistentie ver
zocht, welke echter - was 't geen schande -
door hem geweigerd geworden was.
Tegen den middag was men door volhardend
onderzoek - enkelen hadden haar reeds bij in
tuïtie ontdekt - tot de zekerheid gekomen dat
de verdachte persoon niemand anders dan Kor
nelis Plank kon geweest zijn.
„Nou," zei Tieme, „hij had ook zoo'n vrömd
dink op de kop en zoo'n rare jasse an en sprak
zoo liooge en zoo forsch, dat 't mij veurkwam
't wieste te doon, as ik hum 'n beechien uut de
wege gunk."
Zijn meening werd door den nachtwaker ge
deeld.
De veldwachter, die nimmer de woning van
zekere oude vrouw durfde voorbijgaan, zonder
een kruisje te maken, verklaarde hen heiden
voor groote bloodaards.
Weldra wist in wijden omtrek, bijna ieder,
dat Kornelis Plank teruggekeerd was. Van on
derscheidene personen vielen hem uitnoodigingen
ten deel. De meesten hunner werden in hunne
verwachting veel avontuurlijks van hem te hoo-
ren, teleurgesteld.
De boterkooper, die slechts éen keer over zee
naar Amsterdam was gevaren, kon meer van de
wonderen des oceaans verhalen dan Kornelis,
die zoolang gevaren had. Bovendien had men
moeite hem „te praten" te krijgen, 't Liefst bleef
hij te huis.
„Hij schijnt daar een trekpleister te hebben"
merkten eenige jeugdige schoone.il aan.
Niet lang na zijn terugkomst kwam men tot
de overtuiging, dat hij met de dochter des hui
zes „zoo alleuieugend groot" was. „De olde Freerk",
zoo noemde men den vader van Dina, „giet soms
met hum nao zien familie."
(Wordt vervolgd.)