steeds de verklaarde tegenstander van liet stelsel door het kabinet Menabrea Digny gevolgd, een systeem, dat evenwel door de Kamer gedurende twee jaren herhaaldelijk werd goedgekeurd.Lanza heelt de drie voornaamste maatregelen van het gevallen kabinet heftig bestreden, de wet op de gemaalbelasting, de verpachting van het tabaks- uionopolie en de wet op de comptabiliteit, maatre gelen, die in weerwil van de oppositie van Lanza toch de goedkeuring der meerderheid verwierven. En nu heeft diezelfde meerderheid van dezelfde Kamer Lanza tot voorzitter gekozen en daarmede niet alleen de staatkunde van het kabinet Mena brea-Digny, maar tevens haar eigen vroegere gedragslijn, afgekeurd ongetwijfeld is de meer derheid eener Kamer volstrekt niet de vasal van een ministerie en heeft ze het recht van opinie te veranderen, maar hierbij moet ze dan toch door hare overtuiging worden geleid. Tot nog toe was de meerderheid, of scheen ze zulks te zijn, overtuigd dat de financiëele politiek van het kabi net Menabrea Digny in staat was den treurigen toestand der financiën van den staat te verhelpen, en daarom ondersteunde zij die politiek. Men zou dus meeneu, dat er eene andere quaestie van overwegend beiang bestond, waarin de meerder heid van uieening verschilde met het kabinet, en welk verschil van uieening als motief gold voor de veranderde stemming der Kamer, maar neen, zulk eene quaestie bestaat niet. De finan- cieele quaestie is, even als vroeger, de hoofd- quaestie gebleven en in de rede van Lanza wordt dan ook gezegd, dat, zoo die quaestie niet spoe dig wordt opgelost, het land door het grootste onheil zal worden getroffen. Of die quaestie ech ter op eene andere wijze, en op welke, zal wor den opgelost, meldt die rede niet; evenmin is er iets uit op te maken over de politieke gedragslijn van het nieuwe kabinet. Men zou dus allicht gaan uiee- nen, dat het der meerderheid niet langer amu seert steeds dezelfde gezichten achter de groene tafel te zien. Niet dat uit die meening moet be sloten worden, dat het vorig kabinet in alle op zichten te prijzen is. Maar daar het een feit is, dat het aftredend kabinet tot nog toe door de meerderheid gesteund is geworden, mag de vraag niet ongegrond heetenwaarom de meerderheid zich plotseling verklaart vóór de vijanden van dat kabinet, die volstrekt geen waarborg geven, dat ze de zaken beter zullen beheeren. In zijne openingsrede in de Kamer heeft Lanza aangespoord tot eensgezindheid en tot het verge ten van de grieven, die men elkaar heeft aange daan. Hij bezigde daarbij het argument, dat men, wanneer het huis in brand staat, niet eerst naar de brandstichters moet zoeken, maar eerst moet trachten den brand te blusschen. Kerkelijke Staat. Het programma van de plechtige opening van het Concilie is nog niet bekend. Het eenige wat met eenige zekerheid gemeld kan worden is, dat de curie zelve liet nog niet eens is over het pro gramma. Volgens een ander gerucht zal bij den aanvang der eerste zitting aan de bisschoppen, elk in het bijzonder, de vraag gericht worden of zij bereid zijn zich in een heilige synode te vereenigen. Nadat de antwoorden, die bepaald alle in toestemmenden zin zullen luiden, opge schreven en den paus ter hand zijn gesteld, zal het Veni Creator worden aangeheven, terwijl de abten het kruis op de pauselijke pantoffel, de bisschoppen dat op de stola en de aartsbisschop pen de met den pluviale bedekte hand des Heiligen Vaders kussen. Maar ook dit zijn slechts geruchten. Zeker echter is het, dat de bisschop Luigi di Trento, vicaris van het kapittel van St-Pieter, van de orde der capucijners, de ope ningsrede zal uitspreken. Frankrjjk. Het merkwaardigste in de eerste zitting van het Wetgevend Lichaam was de interpellatie van Jules Favre, (gister reeds vermeld). De mi nister Forcade verzette zich daartegen, maar vond evenmin steun van de rechterzijde als Ras- pail toen hij vorderde dat men het ministerie in staat van beschuldiging zou stellen, door de lin kerzijde gesteund werd. Maar zoo de linkerzijde zich er al van onthoudt de hh. Raspail en Ro- chefort (die heeren hebben hunne plaatsen naast elkaar gekozen en bemoeien zich met niemand anders) in hunne parlementaire excentriciteiten te volgen, heeft ze toch getoond, door het groot, aantal der door haar aangekondigde interpella tion, met kracht te willen handelen. De heer Olivier werd, toen hij sprak, door zijne vroegere vrienden van de linkerzijde met een gemompel ontvangen; hij rekent echter op eene meerderheid van 220 stemmen voor een door hem te vormen ministerie. Maar de ge beurtenissen konden die verwachtingen wel eens te niet doen. Ongemerkt toch is hij van uit de gelederen der linkerzijde naar den kring der Tui- leriën overgegaan. Hij heeft Dinsdag daar gedi neerd en zat naast den keizer, die hem met be leefdheden overlaadde. De linkerzijde beschouwt hem dan ook reeds sinds lang als een overlooper, de France van Woensdag leest hem ernstig de les en de Palrie zelfs verwijt hem zijne tegen woordige relatiën. 't Is onmogelijk, een staatsman te vinden die 1 zoo geheel machteloos is, om het keizerrijk den minsten steun te verschaften. Naar men zegt, moet hij dezer dagen bij het verlaten van het Wetgevend Lichaam genoodzaakt zijn geweest zich onder de bescherming der policie te stellen tegen de onheusche bejegening, die hij van de zijde van het publiek ondervond, 't Is te hopen, dat dit feit zich niet bevestige. Niet onjuist is de appreciatie die de Pall Mall Gazelle geeft van de verkiezing van Rochefort: „Gaarne geven we toe, dat Rochefort een over spannen schrijver is van den tweeden rang, een gevaarlijk mensch en een ongevvenscht kandi daat; maar we komen daarentegen op tegen de meening, dat hij daarom geen gevaarlijk tegen stander van het keizerrijk zou zijn. We willen zelfs toegeven dat hij tot het schuim behoort, maar daartegenover .herinneren we er aan, dat het schuim steeds eerst dan zichtbaar wordt, wanneer de pot overkookt, of op het punt staat dit te doen. Den man mag men daarom geringschatten, echter niet de beteekenis, die zijne verkiezing heeft/' Het door den heer Alfred Leroux, minister van koophandel, aangeboden ontslag, is niet aange nomen. Men zou hem geantwoord hebben, dat het thans niet het oogeublik was om zich van zijne ambtgenooten te scheiden. Sommigen zien in die aanvrage 0111 ontslag eene inblazing van Rouher. De zitting van den Senaat was hoogst parle mentair, dat wil zeggen hoogst onschuldig. Op de tribunen was bijna niemand aanwezig. De heer Rouher heeft geen rede gehouden. Het voor naamste wat ter zitting voorviel was de instal latie van den nieuw benoemden senator, De Tal- leyraud-Perigord. Tot secretarissen zijn naar gebruik gekozen de onder-secretarissen van het vorig jaar de hh. Bouët-Willaumez en Béhic, tot onder-secretarissen de generaal Vinoy en de heer de Nieuwerkerke. Vrijdag zou de volgende zitting plaats hebben. Men maakt zich te Parijs volstrekt niet onge rust over den afloop van het Turksch-Egyptisch geschil. De min. van buitenl. zaken is van oor deel, dat het der diplomatie wel zal gelukken elke verwikkeling te voorkomen Belg^ië. De Kamer van afgevaardigden heeft Woensdag het budget van oorlog aangenomen met 55 tegen 23 stemmen, terwijl 42 leden zich van stemmen onthielden. Dinsdag heeft de Kamer van afgevaardigden een begin gemaakt met de behandeling der amen dementen op de militiewet, die nog onafgedaan zijn gebleven. In de eerste plaats is iu stemming gebracht het artikel, waarbij aan ieder vergund wordt om een plaatsvervanger te stellen. Een amendement van den heer Le Hardy de Beaulieu, dat ieder reeds bij zijn inschrijving verplicht zou zijn 0111 hiervan opgave te doen, en dan het recht zou verliezen om te loten, werd verworpen en het art. der regeering aangenomen Daarna is behandeld het artikel waarbij aan de miliciens wordt vergund, om wanneer zij vijf jaren in actieven dienst, of vier jaren in de reserve hebben gediend een huwelijk aan te gaan, mits zij hunne schulden aan de gemeenschappelijke kas hebben voldaan. Eenige amendementen hierop werden verworpen; en ten slotte het art. aangenomen, met deze wijziging dat in plaats van vijf vier en in plaats van vier drie jaren is gesteld. De minister van finantiën heeft bij den aanvang van deze zitting een ontwerp van wet ingediend, om de bewuste overeenkomst, die de regeering met den heer Stronsberg over den afstand van militaire gronden bij Antwerpen heeft gesloten, te doen goedkeuren. TELEGRAMMEN. Parijs, 1 December. In de heden gehouden zit ting van het Wetgevend Lichaam heeft de heer Schneider, die tot president verkozen werd, eene rede uitgesproken, waarbij hij zich geluk wenschte met het bewijs van achting, dat hem van de zijde zijner collega's was ten deel gevallen, nu zij hem aan hun hoofd hadden geplaatst. Persoonlijke redenen zouden hem hebben kunnen bewegen die eer van de hand te wijzen, maar hij achtte zich verplicht zich ter beschikking te stellen zij ner collega's, vooral in een tijd dat het land zelfopoffering eischt. Bij de verkiezing van vice-presidenten werden 271 stemmen uitgebracht. De heer Talhouet ver kreeg 244, Chevalier 144, Jéróme David 137, Du- miral 144 stemmen; zoodat deze heeren werden verkozen. De heer Grevy vereenigde 98 stemmen op zich, Buffet 75, Basson Bullault 67, Ségris 28 en Mege 24. Pesth, 1 December. Onder een algemeenen bijval is tot de regeering een interpellatie gericht, om een antwoord te ontvangen op de vraag, waarom de Jezuïeten in Hongarije worden geduld. Er is ingediend een wetsontwerp tot hervor ming van het geheele belastingstelsel en een ontwerp tot oprichting van elementaire scholen voor volwassenen. Wecnen, 1 December. Volgens de Presse heeft de raad van bestuur van de Credit Anlsall besloten, om de uitnoodiging van den heer Hirsch tot deelneming aan de uitgifte van de Turksche spooi weg-leening van de hand te wijzen. Berlijn, 1 Dec. De Provinc. Corresp. bericht, dat graaf Von Bismarck voornemens is tegen Kerst mis e. k. van Varzin naar Berlijn terug te keeren. Marktb erichten. Amsterdam, 1 December. Tarwe. O. B. Pools. 340 op tijd. Rogge. Petersburg 182 c. z/k., Galatz 192, 188 c z/k., Taganrog 180 c. z/k. Levering Maart 185, 186, p. Mei 185,186. Stemming: Tai we en Rogge onveranderd. Raapolie vliegend 38&, voorjaar 40, najaar 3814 a 38%. Lijnolie vliegend 30najaar 3014, 30, voorjaar 31%. Koolzaad niets. Gemeenteraad. Zitting van heden. Voorzitter Dr. W. C. Van den Brandeler. Tegenwoordig de HH. Stoffels, Tollens, Hubrecht, Hoog, Harteveld, De Freinery, Tieleman, Lezwijn, Le Poole, Eigeman, Scheltema, Du Rieu, Cock, Van Heukelom, Van Wensen, Krantz, Wttewaall, Buys, Verster, Bijleveld, Dercksen, Goudsmit. Afwezig met kennisgeving van verhindering de heer Van Outeren De notulen van de vorige vergadering worden ge lezen en gearresteerd. Is 0. a. ingekomen Een Kon. besluit houdende goedkeuring der be grooting voor de dd. schutterij. Missive van dankbetuiging van den rector van het gymnasium wegens de hem toegestane verbooging van jaarwedde; eene dergelijke missive van den directeur der hoogere burgerschool. Eene mededeeiing van den commissaris des Konings omtrent de aanmerkingen van Ged. Staten op de te beffen directe belastingen; wordt besloten dit stuk in handen te stellen van B. en W. en van de comm. van financiën. Adres om untslag vau Mevr. Harteveldt, als re gentes van het arme Wees- en Kinderhuis. Dit adres zal aan regentessen worden verzonden. Een adres van de Nationale Zangvereeniging, kos teloos gebruik verzoekende, op 14 dezer, voor hare uitvoering, van de Stads-gehoorzaal. Dit verzoek wordt toegestaan. Wordt alsnu benoemd tot 2de hulponderwijzeres 3de klasse aan de openbare school voor meer uitge breid lager onderwijs 2de klasse voor meisjes, Mej, J. P. Drmhuizen. En tot 3de hulponderwijzer 4de klasse aan de open bare lagere school n°. 2 voor minvermogenden, W. F. Van Weeren. De suppletoire staat van begrooting voor den dienst 1869 wordt goedgekeurd zonder discussie. Een voorstel tot aankoop van het vischwater in de gemeente wordt aangenomen met 13 tegen 10 stemmen De heer Scheltema zegt, dat 2 leden van de comm. van financiën tegen dit voorstel stemmen, hoewel het rapport der comm. vau financiën gunstig luidt dit komt daardoor dat de comm. van financiën die het rapport uitbracht uit andere leden bestond dan nu. Het Concept-besluit omtrent de rangschikking van het Gereformeerde Minnehuis, naar aanleiding van art. 2 der wet van 28 Juni 1854 (Staatsblad. N°. 100), wordt aangenomen met algemeene stemmen. Aan de orde komt een adres van Mr. G. W. Straet- mans, daarbij ontheffing verzoekende van zijn aanslag in de plautsehjke directe belasting, 1868. De heer Goudsmit twijfelt of men wel op die een maal vastgestelde kohieren kan terugkomen. De heer De Fremery antwoordt, dat het later bleek, dat de heer Straetmans is op de kohieren gebracht nadat hij niet meer hier woondeen men kan toch alleen hen aanslaan, die iu de gemeente woonachtig zijn. De HM. Goudsmit, Du Rieu en de Voorz. voeren hierover nog het woord, waarna, overeenkomstig het voorstel van B. en W., wordt besloten, de gevraagde ontheffing te verleenen. Bij de voordracht tot het verleenen van afschrij ving van plaatselijke directe belasting, 1869 meent de heer Du Rieu dat besloten moet worden tot af schrijving en restitutiedaar onder de verzoekers ook voorkomen, die restitutie verzoeken. Dienovereen komstig wordt besloten. De voordrachten tot continuatie van het onderhoud der plantsoenen, aan J. Bolt, en die tot continuatie der onderhandsche verhuring van een stukje tuin- of teelgrond, aan J. Kriest worden goedgekeurd. Naar aanleiding van eene opmerking van den heer Hoog, of er geen adres bij de stukken van de voor dracht, tot continuatie van de stalling met een stukje grond aan den Rijnsburger vliet, aan C. Van der Lubbe, was, zegt de heer Hubrecht, dat het verzoek mondeling gedaan is. De heer Goudsmit acht dit eene wijze van verzoeken die in strijd is met de waardig heid van den raad, en wenscht daaromtrent niet be slist te zien, voordat een adres is ingediend. B. en W. nemen daarop de voordracht terug. Op het adres van A. Van Iterson om ontheffing van de recognitie voor het leggen van eene brug wordt in toestemmenden zin beslist, evenals op dat van J. I. De Vink, om het gebruik aan de stads- teekenschool tot het geven van onderwijs aan de leerlingen van het gymnasium. De lieer Harteveldt zegt, dat de verordening op de gemeentescholen voorschrijft onderwijs in het tee kenen. Nu ontvangen op de gemeentescholen niet allen onderwijs in het teekeuen, omdat er geen tijd is. Uit deze voordracht zou spr. opmaken, dat er wel tijd en gelegenheid bestaat. De voorzitter repliceert hierop, dat dit vacantie-uren zijn en de heer Vink heeft gemeend in de behoefte te gemoet te komen, daar de leerlingen van het gymnasium anders geen teekenles kuunen krijgen, omdat de teekenlessen op de hoogere burgerschool coïncideeren met de les-uren op het gymnasium. Aan A. J. Paddenburg wordt gedeeltelijke tege moetkoming verleend in de kosten zijner kleeding bij de schutterij. De HH. Goudsmit en Van Heu kelom verklaren er zich echter tegen. De begrootingen der niet-gesubsidieerde instellingen van weldadigheid voor 1870 worden goedgekeurd z. h. o. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergade ring gesloten. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 2 December. H et eerste practisch resultaat van de roepstem des ministers van financiën bij de algemeene beschouwin gen over de StaatsbegrootingVolgt mij op den weg der bezuiniging werd heden verkregen bij de verdere behandeling van het budget voor buitenlandsche zaken. De heer Dumbar, de oude strijder tegen het recht van bestaan van diplomaten in den tegenwoordigen tijd van snel vervoer en uitgebreid verkeer, opende heden den veldtocht tegen de nieuwe missie in China, door de regeering in het belang van den handt 1 bij deze begrooting voorgesteld en uitgetrokken tot een bedrag van f 1,800,000. Noch de heeren Blussé, die de keerzijde der medaille van de nuttigheid van consuls deed zieude heer De Casembroot die de opening van het kanaal van Suez als hefboom voor dezen maatregel bezigde, noch de minister van buitenlandsche zaken die met veel na druk zijn voorstel verdedigde, konden de Kamer weerhouden eenstemmigheid te betoonen met de be strijders van den maatregel uit het finantieel oogpunt. Dit bleek bij de stemming, toen het amendement Dumbar met 37 tegen 35 stemmen aangenomen werd. Vóór de heeren: Moens, Uofiïnan, v. Voorthuijzen, v. Delden, Nierstrasz, v. Blom, de Brauw, Kalft', v. d. Putte, Viruly, v. Catwijck, Hingst, De Roo, Wes- terhoff, Wijbenga, v. Naamen, Bots, De Lange, Smits, Zijlker, Haffmans, Gratama, Beima, v. Kerkwijk, Sandberg, v. Akerlaken, Heemskerk Az., Blom, v. d. Hucht, Knoop, Idserda, Dumbar, Guljé, Taets, Has- selman, Begram en Van Houten. Tegen de heeren: Cornelis, Jonckbloet, v. Eek, Vader, Borret, De Willebois, v. Lijnden, Pijls, Bruyn Kops, Stieltjes, v. Kuyk, v. d. Maesen, Rutgers, Hardenbroek, De Bieberstein, Verheijen, 's Jacob, v. Nispen, Fokker, Thorbecke, Luyben, v. d. Linden, Heemskerk Bz., Bichon, Rombach, Storm, Dam, In- singer, De Casembroot, Heydenrijck, v. Goltstein, Lentiug, Mirandolle, Blussé en de Voorzitter. Buiten verwachting werd dit alzoo bespaard geld no® vermeerderd met eene som van f 10,710, die vrij viel omdat de minister een consul voor China on voldoende achtende, die betrekking dien ten gevolge ophief. Na deze beslissing werd het geheele Hoofdstuk III aangenomen met 53 tegen 14 stemmen. De Kamer maakte vervolgens een aanvang met de algemeene beraadslagingen over Hoofdstuk IV A (De partement van Justitie.) Per Telegraaf). Sprekers waren de HH. Sandberg, Gratama, Van Eek, Van der Linden, Kerkwijk en Luyben. OnderwerpenZondagswet, rechterlijke or ganisatie, herziening der wetboeken, doodstraf, af schaffing der tienden. Morgen voortzetting. LAATSTE BERICHTEN. 's-Gravenhage, 2 Dec. Gisteren had alhier plaats de aangekondigde 33s'e algemeene verga dering der Vereeniging van- en voor Nederlaud- sche Industrieeleu, onder voorzitting van den heer A. H. Eigeman. Na het driemaandelijksch ver slag van den secretaris, waarin deze, o. a. ook naar aanleiding van een bij hem ontvangen schrijven van den hoogleeraar Jacobi te Peters- burg, eene warme hulde bracht aan de voor treffelijke proeven van electro-metallurgi door de heeren Van Kempen te Voorschoten geleverd in vijf beelden en groepen die het Nationaal Gedenkteeken voor 1813 versieren, rigttede voor zitter het woord tot den heer J. C. Van Lier, die weldra naar Indië zal verhuizen en dus de vereeniging niet meer met zijne talenten zou kunnen dienen, gelijk hij tot nu met de loffelijkste trouw en ijver gedaan had. De punten van be handeling golden voornamelijk de door den min. van financiën aangekondigde wetsvoorstellen tot afschaffing der patentwet, tot belasting van den tabak enz. De afschaffing der patentwet heeft bij deze vereeniging groote sympathie ontmoet; zij drong daarop sedert jaren aan, omdat zij meent dat de nijverheid als zoodanig geen belatting heeft op te brengen. Is er geld noodig, zij wil integendeel haar deel gaarne dragen, maar een billijk deel. Tegen belasting van den tabak zoo als de minister haar deed kennen, had niemand eenige bedenking. Het kbestuur heeft een onbe paalde volmacht ontvangen om de oogmerken der regeering in dat opzicht zoo krachtig moge lijk te ondersteunen* Berlijn, 1 Dec. In het Huis der Afgevaar digden zijn heden de beraadslagingen voortgezet over de begrooting van het ministerie van eeredienst. De post van 800 thalers bezoldi ging vau den curator der Marburgsche universi teit is geschrapt. In het volgende jaar zullen mede vervallen de posten uitgetrokken voor curatoren der universiteiten te Göttingen, Breslau, Konings bergen en Kiel. HUWELIJKEN, GEBOORTES ES STERfGEVALLjfl. Burgerlijke staud van Katwijk van den 16dcn tot den 30s""1 November. Oeliuwd: Ary van Duyvcnvoordc en Calbariua van Ëgiaond. Dirk Ouwehaud en Nicsje Spierenburg. Bevallen: L. Guyt, gcb. Guyt, Z. M. Holracndaal, geb. Schaap, Z. C. E. Van Duyn, geb. Bloot, D. M. Van der Perk, geb. Guyt, I). S. Van der Flat, gcb. Van Rijn, Z. N. Verburg, gab. Kruyt, Z. J. Van Beelen, geb. Van der Pla9, Z. J. De Jong, geb. Paap, Z. Overleden: C. Klok 7 m. K. Klaatse, wed. H. Kraayen- oord. Levcnl. aang. kind B. Parlevliet. ADVERTENTIES. Bevallen van een Zoon Mevrouw BIJLEVELD Hartman. Leiden, 1 Dec. 1869. Bevallen van eene Docbter C. M. RIJK Onnekink. Eenige en bijzondere kennisgeving. Heden overleed, na eene gelukkige echtver- bindtenis van bijna vijftig jaren, tot diepe droef heid van mij, mijne Kinderen en Behuwdkinde- ren, mijne geliefde Echtgenoote HENRIETJE NANNETTE PELLEQUIN, in den ouderdom van bijua drie en zeventig jaren. J. C. VAN DER WOERD. Lkidkn, 1 December 1869. Naar den wensch der overledene zullen geene uiter lijke teekenen van rouw worden aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3