heeft de rechtbank alhier heden uitspraak ge daan en den beklaagde veroordeeld tot een ge vangenisstraf van twee maanden en in twee geld boeten, eene van ƒ25 en eene van f8, met bepa ling der subsidiaire gevangenisstraf bij wanbetaling der boeten op twee dagen voor ieder. Moercapelle, 29 Nov. Onze gemeenteraad heeft een besluit tot afschaffing van het bestaand school geld met 1 Jan. 1879 voor de Koninklijke goed keuring ingezonden, daar de ondervinding bewe zen heeft, dat sedert de invoering van die belasting het schoolverzuim sterk toegenomen is. KOLONIËN. Batavia, 19 October. Aan het Bataviaasch Handelsblad ontleenen wij nog het volgende Te Blitar moet het tegenwoordig alles behalve veilig zijn, zooals blijken kan uit de onder- volgende mededeelingen. Den 21sten dezer maand werd een door den ainfioenpachter der dessa S. (sorteerende onder deze afdeeliug) tot inkoop van amfioen uitgezon den persoon aangevallen door twee Inlanders, en beroofd van al het geld dat hij bij zich had. Dit geschiedde na zonsopgang. Denzelfden morgen, een paar uren van te voren, werd de heer li., denzelfden weg langs komende, aangehouden door een gewapend individu, die hem om een sigaar vroeg, en na het verkrijgen daarvan dien heer nog een eind weegs bleef vol gen doch eindelijk afdroop. De heer C., die den daarop volgenden avond langs diezelfde plaats kwam, werd mede niet ïuet rust gelaten. Een oogenschijnlijk kreupele naderde hem, doch denkelijk huiverig om meer van nabij kennis te maken met een voorgehou den geladen pistool, zette hij het op een loopen, daardoor bewijzende dat hij alles behalve kreu pel was. Eindelijk werd de heer B., zich 's namiddags in de rivier achter zijn huis badende, aangevallen door een zich op diezelfde plaats willende baden, met een lang kapmes gewapenden inlander. De aanleiding daartoe echter was, dat genoemde heer dien inlander de vrijheid, welke hij zich veroorloofde om zich in zijne directe nabijheid het badgenot te verschaffen, ontzegd hebbende, en die ontzegging onopgevolgd blijvende, de heer B. hem een „koerang adjar" toevoegde, met welke qualiücatie betrokkene zich minder kunnende vereenigeu, meende daar op minder parlemen taire wijze tegeu te moeten protesteeren. De heer B. die echter bij zijne kleederen ook een wapen had liggen liep er naar toe, en bracht daarmede zijn aanvaller een steek toe, die hem van verdere atacques deed afzien. De beschuldigde is in verzekerde bewaring. Door den Gouverneur-Generaal van Nederl. Indiè zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Ontslagen: Op verzoek eer vol wegens ziekte, onder toekenning van wacht geld, de 2de comm. bij het depart, van binnenl. bestuur J. L. S. Whitton. Benoemd: Tot offic. van just, bij den raad van just, te Makasser, Mr. A. H. R. E. Bousquet; tot contr. 1ste kl. bij het binnenl. bestuur in de resid. Palembaug, G. N. Buyn; tot contr. 2de kl. bij het binnenl. best. in de assist.-resid. Benkoelen, E. G. Van Schuylenburch; tot contr. derde klasse bij het binnenl. best. ter Sumatra's Westkust, W. J. Geertsema; tot civiel gezagli. te Lolo en Soengei Pagoe, D. A. L. Berrettij; tot hoofdonderw.: aan de openb. lag. school tej Probolingo, W. H. Heyt- man; aan de openb. lag. school te Madioen, W. K. Enserinck; aan de openb. lag. school te Koe pang, C. H. L. Croes; aan de openb. lag. school te Ngawi, H. W. Beek; aan de openb. lag. school te Wonosobo, P. Van Elzen. Tot ass.-res. van Bangil, J. Heyting; tot ass.-res. van de afd. Japara, gekomen, werd ze telkens door storm en te genwind verhinderd haar te naderen. De man schappen door gebrek geteisterd, konden ech ter niet sterven, maar gingen in levende geraam ten over. Nog altijd zwierven ze met hun schip in zee rond, dat met de snelheid eens vogels de baren doorkliefde. Ze werden voortdurend door een brandenden dorst gekweld en om dezen te lesschen zag men hen bij bladstil weer ove r de spiegelvlakke zee naar de in 't gezicht zijnde schepen wandelen. Het zien van den vliegenden Hollander werd niet enkel aangemerkt als een kwaad voorteeken, maar tevens als het aanblik ken van 't steenen hoofd der Medusa." In bijzonderheden liepen de verhalen over dit gevreesde zeespook uiteen, 's Nachts, bij stil doch donker weer, kon de oudste matroos met zoo'n ernst er over spreken, dat de lichtmatroos te be vreesd werd om alleen voor op 't dek te gaan. Genoeglijke uren sleten de jonge varensgezel len, wanneer stuurman Siegers hun van zijn rei zen op Oost-Indië verhaalde, 't Liefst hoorden ze van zeerooverijen, en hierin scheen de verhaler onuitputtelijk. Misschien boeide hij doorzijn ver halen te sterker, doordien hij zich niet alleen als oor- maar ook als ooggetuige er in voordeed, 't Geen hij verhaalde was wel niet door hem ver zonnen, maar menig verhaal was door hem bij- O. W. Swaving; tot secr. der resid. Banjoewangi, tevens vendum. aldaar, F. Becker; tot leden van de pl. schoolc. te Modjokerto, W. J. Crauier van Baumgarten, civ. gen. aldaar, en H. W. Wigman, not. tevens vendum. aldaar. Tijdelijk gesteld: Ter beschikking van den ass.-res. van Benkoelen, als contr. eerste kl., R. P. Van Hengelaar. Machtiging verleend: Tot uitreiking aan den gepens. offic. van gez. tweede kl. van het Ned.- Indisch leger J. Wolff, van eene akte van toel. tot uitoef, der genees- en heelk. praktijk te Meester- Comelis. On tsl age liOp verzoek/eervol, wegens ziekte, onder toek. van wachtg., de tel. 1ste kl. P. Wensel. Amsterdamsche Brieven. Waarde Redacteur, Heden is de dag waarop alom in den lande de statistiek gehuldigd wordt; die arme wetenschap, ze staat wezenlijk niet zoo zeer in aanzien, dat men baar ééns in de tien jaren een fesla dies zou misgunnenEn toch hoort Ge van verschil lende kanten hevige aanvallen tegen de bekla genswaardige Muze, die u haar inschrijvingsbillet ter invulling heeft toegezonden. Is dat een we tenschap? hoort Ge vragen, en dan komen tal van voorbeelden, die bewijzen dat men uit elke cijfergroep niet altijd een resultaat kan trekken, dat b. v. uit de getallen kippeneieren die jaarlijks worden ingevoerd de Iluctuatie in het verbruik der omeletten niet kan worden opge maakt, en daarmee is de statistiek veroordeeld! Even als bij andere hartstochtelijke discussiën worden de vergissingen, de overdrijvingen der quasi-statistici als argumenten aangevoerd tegen de statistiek, en voor velen is de regelabusus non tollil usum, een gruwelijke ketterij. Maar van waar die hartstocht tegen de ongelukkige statis tiek? Ik begrijp dat men zich bij verschil van uieening in de beoefening eener wetenschap tot hartstocht laat verleiden, en dit zal te meer gebeuren, naar gelang men over een onderwerp handelt, waarvan de quintesseuz, de eigeulijkste beteekenis, minder goed in woorden uit te drukken valt, als bijv. in de theologie of de muziek, maar hartstocht legen de beoefening eener wetenschap, hoe komt men daaraan Bij velen, geloof ik, bestaat een godsdienstig be zwaar tegen de statistiek. Hoe kan men die dulden wanneer men het Oude Testament als norma agendi beschouwt, en als men daar leest dat David's liefhebberij voor statistiek hem door Jehovah zoo kwalijk genomen werd, dat deze hem te kiezen gaf tusschen drie straffen„Zal U een honger van zeven jaren in Uw land komen? Of wilt Gij drie maanden vlieden voor het aangezicht Uwer vijanden? Of dat er drie dagen pestilentie in Uw land zij?" (II Sainuël XXIV, 13), waarbij dan valt op te merken dat David, met een egoïsme Lodewijk XIV waar dig, de drie dagen pestilentie verkoos, die zeventig duizend mannen het leven kostten: wie ver foeit niet de tienjarige volkstelling, als hij er zulke treurige gevolgen uit voorziet? Voor hen echter, die dit gemoedsbezwaar niet deelen bestaat reden zich in de vergelijking te vermeien tusschen de procédés van Davids en die van de statistiek. De held uit den stam van Isaï zond zijn krijgsoverste Joab uit, met de oversten des heirs, „en zij gingen over den Jordaan, en legerden zich bij Aroëralzoo togen zij om door het gantsche land, en ten einde van negen maanden en twintig dagen kwamen zij te Jeru zalem," en deden daar rapport. Een groote ver betering mag het heeten dat thans de veldmaar schalk Prins Frederik en zijn état-major rustig in den Haag mag blijven om zijn aanstaanden schoonzoon te ontvangen, en niet gedwongen is ons gansche land te doorkruizen ten einde al zijn medeburgers aan te kalken. Onze Minister stuurt gewerkt en sommige bij elkander gevoegd. Ge maskeerde fregratten speelden in zijn rooverge- schiedenissen gewoonlijk de hoofdrol. „Op een reis," verhaalde hij onder anderen, „werden we eens eenige dagen in 't zicht gehou den door een vaartuig, 't welk matten en zeilen over zijne verschansingen hangen had. Daardoor kreeg het in onze oogen een verdacht voorkomen. Onze vrees vermeerderde, toen wij de vlag he- schen en het vreemde schip dit niet scheen op te merken. Veranderden wij van koers, hij deed dit ook. Zoo verliepen er eenige dagen. Eindelijk kwam met het aanbreken van den dag ('k zal 't nooit vergeten, 't was juist Woensdag en de kok moest dien dag zakkoek koken) een ander vaartuig pijlsnel op ons aan. Het schip, dat ons vergezelde, veranderde toen onmiddellijk van koers, doch nu scheen het .plotseling een slecht zeiler te zijn geworden, 't Kwam weinig vooruit. Wel dra was het laatst geziene vaartuig tot op korten afstand het wijkende genaderd. Maar toen ver dwenen in een oogenblik de zeilen en de matten van zijn verschansingen en had het een aantal stukken in batterij gesteld, terwijl het de Hol- landsche vlag vertoonde. Het snelzeilend schip kreeg de volle laag en werd daarop geënterd en genomen. Een hoezee," vervolgde de verhaler, „ging er bij ons aan boord op, toen we ontdekten, dat eenvoudig aan elk hoofd van een huisgezin een inschrijvingsbillet toe, dat ieder verplicht is in te vullen, en daarmeê uit. Wel is op de vorm der inschrijvingsbilletlen misschien nog veel aan te merken; waarom moet ik b. v. na de namen mijner dochter Apollonia, Sophronisbe, of Agepiet Anneko ingevuld te hebben, nog uitdrukkelijk vermelden, dat mijne dochter tot het vrouwelijk geslacht behoort, wel ook is mij niet recht duidelijk waarom Fock wil weten of ik doof stom geboren ben, en in alle geval schijnt te verwachten dat ik na mijne geboorte blind ben geworden; maar op zich zelf genomen is veel zuiverder en beter resultaat te verwachten van de inzending der billetten dan van het onderzoek door eenige hoofdofficiereneen onderzoek bovendien, dat alligt tot indiscretiën en familia riteiten kan aanleiding geven, zoo de krijgshel den zooals veelal gebeurt, opgeruimd en levens lustig van aard zijn. Men herinnere zich slechts de menigvuldige verhalen van hen, die na den tiendaagschen veldtocht in Brabant kampeerden! Dat op de inschrijvingsbilleten geen kolom voorkomt, met de vraag: „Bezoekt het kind de school, openbare of bijzondere?" zooals sommigen het gewenscht hadden, kan ik volkomen goed keuren. Reeds vind ik het aantal Igestelde vragen te menigvuldig voor het hoofddoel dat men wil bereiken, het cijfer namelijk der feitelijke bevol king, naar geslacht- en ouderdom verdeeld. Wil men daarenboven nog eene statistiek van het schoolverzuim verkrijgen, dan moet men naar andere middelen omiien. Het aautal van 16 ko lommen, dat men thans in te vullen gehad heeft, geeft al aanleiding genoeg tot vergissingen men bedenkte toch dat verreweg de meeste men- schen, al zijn zij hoofden van huisgezinnen, de gewoonte niet hebben de woorden naar hun eigen lijken zin op te vatten, en eene vraag beantwoor den, niet zooals zij gesteld is, maar zooals zij veronderstellen dat de vragen ze gemeend heeft, waartusschen, zooals Ge mij toe zult geven, een aanmerkelijk verschil kan beslaan. Ik ben dan ook overtuigd, dat, ware de hier bedoelde vraag omtrent het schoolbezoek gesteld, velen hunne politieke zienswijze aangaande de school- quaestie zouden hebben blootgelegd, anderen weêr in die vraag een inquisitoriale machtsover schrijding zouden gezien hebben, terwijl weer anderen daaraan het antwoord geheel schuldig zouden zijn gebleven, uit loutere onwetendheid wat een openbare, en wat een bijzondere school is. Van scholen gesproken. Ge hebt gezien dat Amsterdam eindelijk ook een Hoogere Burger school voor meisjes zal erlangenik veronderstel althans dat de uitspraak van den Gemeenteraad wel niet anders dan gunstig zal zijn voor liet daartoe strekkende voorstel van Burgemeester en Wethouders, geruggesteund door de adviezen van den inspecteur en van de plaatselijke com missie voor middelbaar onderwijs. Het ontwerp van het raadslid Dr. E. C. Biichner c. s., strek kende om in de behoefte aan middelbaar onder wijs voor meisjes te voorzien, door toevoeging van een klasse met tweejarigen cursus aan de thans bestaande burgerscholen voor méér uitge breid lager onderwijs, dat ontwerp is zoowel door de Plaatselijke schoolcommissie als door de openbare meening onuitvoerbaar en geheel onvol doende geacht, en met de noodige plichtplegingen tegenover de ontwerpers geécarteerd. Waarom evenwel die heeren, die zelve verklaren overtuigd te zijn van het ontoereikende van hun voorstel, het desniettegenstaande hebben ingediend,dat vindt een gereede verklaring in de omstandigheid, dat de gemeentebegrootiug juist in behandeling was toen zij met hun plan te voorschijn kwamen men verkeerde toen juist in die periode van zelf kastijding, die ik in mijn vorigeu brief beschreef, terwijl nu dagelijksch bestuur en Gemeenteraad, door het vagevuur der begrooting gelouterd en het genomen vaartuig een rooverschip, en het andere een Hollandsch fregat was, 't welk lang te vergeefs op dien plaag der zee gekruist en door een krijgslist hem overmeesterd had." „Nu nog iets van de Black Bird, stuurman, ja vertel nog iet3 van de Black Bird als 't u belieft," vielen dan meerdere stemmen in. De „Black Bird" was de Rinaldo Rinaldini der zee. Geen vaartuig, dat zoo sterk gebouwd en zoo snel zeilend was of zulk een stoute en dap pere bemanning aan boord had als „de Zwarte Vogel." 't Was het meest gevreesde roofschip, dat ooit de zee beploegd had, maar evenals van de stoutste roovers, verhaalde men ook van zijn ka pitein vele rechtvaardige trekken en edelmoedige daden. „Op mijn tweede reis, die ik naar Oost-Indië als lichtmatroos deed," verhaalde de stuurman, „werd ons schip door een roover, wien we vruch teloos getracht hadden te ontkomen, aan boord geklampt. Schoon we geen tegenweer boden, sloe gen de roovers, toen ze op ons dek oversprongen, twee onzer beste matrozen dood. Daarop dwon gen ze ons het grootste en beste deel onzer la ding iu hun vaartuig over te brengen. Wie niet ijverig genoeg werkte, werd deerlijk door hen geranseld. Daarop ontnamen ze ons niet alleen een groot deel van onze victualiën, maar ze bra- met zich zelf verzoend, de toekomst weer vroolijk inzien en geen twijfel laten opkomen aan de finantieele uitvoerbaarheid van de plannen die zij vaststellen. Zeer duidelijk is de invloed (dezer verandering van omstandigheden na te gaan als men eensdeels de blijkbaar veel te lage raming van kosten ziet die de 11H. Biichner c. s. bij hun voorstel voegden, en die dan vergelijkt met de luchthartigheid door Burgemeester en Wethou ders aan den dag gelegd bij de berekening der noodzakelijk veel hoogere kosten der Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus. Qu'ii cela ne tienne! Het beoogde doel is een aanzienlijke op offering wel waard, en als het plan eens aan genomen is, bestaat er zelfs te Amsterdam eenige kans dat het ten uitvoer gelegd worde. Als altijd t.t. Q- N. BUITENLAND. Spanje. De min. van oorlog heeft in de Cortes een wetsontwerp ingediend, waarin hij de vroeger ge hoopte vermindering van het staande leger voor onuitvoerbaar verklaart en het bestaande maxi mum van 80,000 man wenscht te behouden. Hoe gaarne de min. de schatkist door eene dusdanige vermindering zou wenschen te verlichten, acht hij dit echter voor het oogenblik onmogelijk, met het oog op de treurige gebeurtenissen, die hebben plaats gehad en nog kunnen plaats grijpen. In het laatste geval zou men dan tot buitengewone maatregelen zijne toevlucht moeten nemen, die nog hoogere uitgaven zouden vorderen. Bovendien zou eene vermindering der kaders het leger geheel desorganiseeren, zonder tot groote bezuinigingen te leiden. Van het bestaande leger toch zouden, in buitengewone omstandigheden nog grootere diensten worden gevorderd, en nim mer mag het land de diensten onbeloond laten van aanvoerders, officieren en soldaten, die hun goed en bloed voor de verdediging van het land en van de wetten over hebben. Prim houdt dus, tegen zijne wenschen, een groot staand leger op de beenmogelijk wordt hij wel, ook tegen zijne wenschen eenmaal ge dwongen er gebruik van te maken ter verkrijging van de alleenheerschappij. üuitscliland. Noord-Sleeswijksche bladen bevatten een mani fest van de afgevaardigden Ahleuiann en Krüger aan het Pruisische huis der Afgevaardigden waarin ze opkomen tegen de houding van dat lichaam in de Noord-Sleeswijksche quaestie en betoogen, dat het thans vooral dringend noodzakelijk is, dat uien zich verklare omtrent do bepalingen van liet Prager vredes-tractaat. Italië. Woensdag is de koning van San Rossore te Flo rence teruggekeerd cn met buitengewone geest drift van de zijde der bevolking ontvangen. Al de leden van het afgetreden kabinet, verscheidene hooge dignitarissen, vele leden van het corps diplomatique en de geheele stedelijke raad wacht ten Z. M. aan het station op. De min. van jus titie had de prelaten van het koninkrijk in kennis gesteld van het herstel des konings, waarop de genoemde geestelijke heeren met gelukwen- schen hebben geantwoord. Uit vrees echter, dat men deze hunne handelwijze zal aanmerken als eene instemming met de staatkunde, die de re geering tegenover Rome volgt, beijveren zij zich bij voorbaat, te protesteeren tegen eene derge lijke opvatting. De Unita cattolica maakte dezer dagen reeds een dusdanig protest openbaar van den bisschop van San Miniato. Lanza, volgens de Nazione, de nieuwe presi dent van het Italiaansche ministerie, heeft bij zijne benoeming tot president der Kamer eene rede gehouden, die tevens het staatkundige programma bevat van den president-minister. Lanza was ken zelfs onze kisten open en scheurden eenigen onzer de kleederen van het lijf. Toch waren de uieesten van ons blij, dat ze hun leven behouden hadden. (Wordt vervolgd.) Sedert den 24,,e° November is het verkeer op den Fellschen spoorweg over den Mont-Cenis door groote sneeuwmassa's gestremd. Bij San Martino heeft eene lawine, 300 meters lang en vier meters hoog, een trein geheel bedolven. In den nacht van den 25ston heeft eene nieuwe la wine 15 passagiers begraven. De sneeuw is op de gansche linie 1& tot 2 nieters hoog en de straat naar Brianfon onbruikbaar. Op den 27"™ is een deel der passagiers opgedolven en behou den te Susa aangekomen; zij moesten door vijf lawinen heengedragen of met sleden getranspor teerd worden. De Oost-Indische post is te Gran- croce achtergebleven. Gelukkig dus, dat de tunnel onder den Mont- Cenis hare voltooiing nabij is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2