dat het manifest der linkerzijde, bij alle welden-
kenden bijval vindt, en niets bevat wat den 116
zou beletten er zich bij aan te sluiten, dan moet
men bekennen, dat de strijd thans eerst op zui
ver terrein staat overgebracht te worden, maar
daarbij voor het gouvernement nog meer te
duchten wordt. Thiers zou, naar men zegt, zelfs
het adres onderteekeuen; men zal dan nu waar
schijnlijk een nationale partij zien ontstaan, die
krachtig aaneengesloten, met alle macht strijd
voert tegen het persoonlijk gouvernement, maar
niet aan den leiband wil loopen eener dolzinnige
door opruiers en raddraaiers opgewonden menigte.
Wel mag men de verschijning van een tegen-
manifest tegemoet zien, waaraan reeds 22 sociale
commitees hunne adhaesie hebben geschonken,
maar de burgerij te Parijs is nu ontwaakt en
zal zich nu niet meer op een dwaalspoor laten
leiden.
't Is overigens zeker, dat de 116 het kabinet,
dat zich in zijne tegenwoordige samenstelling
aan de Kamer zal vertoonen, zullen noodzaken
plaats te maken voor een ander, dat meer in
overeenstemming is met de meerderheid in de
Kamer.
TELEGRA1MMEN.
Weenen, 18 November. De Neue Presse deelt
mede, dat de Sultan aan Ali Pacha heeft opge
dragen om, na afloop der feestelijkheden te Suez,
een commissaris van de Porto naar Cairo te zen
den, ten einde den Khedive, bij wijze van ulti
matum, uit te noodigen, de in het tweede schrij
ven van den Grootvizier gestipuleerde punten
onvoorwaardelijk aan te nemen, of, in het tegen
overgestelde geval, zich zelfvan zijne waardigheid
als ontheven te beschouwen.
Constantinopel, 17 November. Het leenings-
coutract met het Comploir d'Escompte de Paris is
geratificeerd. De leening bedraagt 12 uiillioen
pond sterling a 6 pCteen amortisatiefonds zal
worden aangelegd, waarvoor ieder jaar 1 pCt,
zal worden afgezonderd.
Parijs, 18 November. De heer Schneider ver
trekt heden naar Compiègne.
Emile Ollivier is hier aangekomen.
Ter beurze liep het gerucht, dat het minis
terie spoedig zal gewijzigd worden. De Public
zegt, dat Ollivier minister van binnenlandsche
zaken, Forcade minister van koophandel worden
zal. De Gazette de France zegt, dat een ministerie
Ollivier zonder voorwaarden zou geconstitueerd
worden; het Wetgevend Lichaam zou ontbonden
worden, nadat zijn aangenomen het budget, een
nieuwe kieswet en een wet, welke de aanstel
ling der gemeentebesturen regelt.
ïsmaïla, 18 November. Gisteren is door den
heer De Lesseps een banquet aangeboden aan
de leden van het handelscongres, de kamers van
koophandel en de administratie van het Suez-
kanaal. De Lesseps hield eene rede, waarin hij
zeide, dat de arbeid aan liet kanaal zelf geëindigd
was, maar dat men de tegenwoordige organisatie
der justitie in Egypte moest hervormen, welke
de krachten der compagnie verlamt en den han
del knelt. De regeering van Egypte wil haar
dan ook in overeenstemming met de mogendhe
den hervormen. Maar De Lesseps constateert met
leedwezen, dat het de regeering van Frankrijk
is, die den meesten tegenstand biedt aan het
voorstel tot hervorming, welke toch zoo noodza
kelijk is voor de compagnie, de inwonende vreem
delingen en de inboorlingen. De Lesseps eindigde
met te zeggen, dat de raad van administratie
der compagnie aan de regeering van Frankrijk
een verzoekschrift heeft ingediend ten gunste der
hervorming, en dat hij hoopte, dat allen, die
daarbij belang hadden, dat verzoekschrift zouden
ondersteunen.
De redevoering van De Lesseps is goed op
genomen. De president van De Lloyds heeft ver
klaard, dat hij het verzoekschrift van den raad
van administratie der compagnie zal ondersteunen.
St.-Petersburg, 18 November. Het keizerlijk
manifest is bekend gemaakt betreffende de ge
wone recruteering in Januari 1870, Daardoor
zullen in het geheele keizerrijk en het Poolsche
koninkrijk vier man op de duizend worden op
geroepen. Bovendien moet in het Poolsche ko
ninkrijk de achterstand op de vroegere recrutee
ring worden gecompleteerd. - De keizerin wordt
heden hier verwacht.
Florence, 18 November. De Economista Italia
zegt, dat, ten gevolge van de jongste onderhande
lingen tusschen de Romeinsche spoorwegmaat
schappij en het pauselijk gouvernement, de maat
schappij den 25"™ November de coupon zal be
talen, die den lsten Januari 1S69 vervalt.
Bladild, 18 November. Het gerucht dat er tus
schen Prim en Serrano verschil van gevoelen zou
heerschen, is onjuist.
Cattaro, 17 November. De keizerlijke troepen
zijn gisteren in verschillende kolonues voortge-
rukt in districten, alwaar de insurrectie wordt
voortgezet. De opstandelingen zijn overal terug
gedreven. Het verlies der troepen is gering. Mor
gen zullen zij oprukken naar Drajely.
Falmoutli, 18 November. Het stoomschip City
of Limerick is van Rio-Janeiro aangekomen, met
berichten van 27 October. Op de Rio de la Plata
heeft een orkaan gewoed; veertien schepen zijn
dientengevolge gestrandde schade is hoogst aan
zienlijk.
Lopez bevindt zich te San Joaquin; hij heeft
zijn moeder en zijn broeder doen fusilleeren, als
mede verschillende hoofdofficieren.
Marktberichten.
Gouda, 18 November.
Kaas. Aangevoerd 16 partijen 1ste qualiteit
Graskaas. Prijzen van f27 29 de 50 kilo
grammen.
Boter. Prijzen der Wijboter f 0.4S f 0.53 de
5 hectogrammen. Prijzen der Grasboter ƒ0.60
ƒ0.65 de 5 hectogramen.
De veemarkt met gewonen aanvoer; alle soor
ten gingen tot zeer hooge prijzen vlug van de
hand, vette varkens van ƒ0.25 ƒ0.30 per 5
hectogrammen, vette schapen vlug; magere var
kens en biggen, ofschoon de prijzen hoogwaren,
gingen echter traag weg.
Rechtzaken.
In de correctioneele zitting der Rechtbank te
Leiden van Vrijdag 19 November 1869, zijn veroor
deeld
C. W. te Nieuwveen, wegens diefstal, tot eene
cell. gev. van 6 w. S. v. R. te Aarlanderveen,
wegens idem, tot eene "cell. gev. van 6 m.
P. v. D. te Oudshoorn, wegens bedelarij, tot eene
gev. van 3 d.
Promotiën.
Leiden, 19 November. Bevorderd tot doctoren
in de rechten de HH. II. B. Van Tets, geb. te 's-Gra-
venhage, en C. Wybrandi, geb. te Leeuwarden,
met Stellingen.
Woensdag is te Utrecht tot doctor in de ver
loskunde bevorderd de heer J. J. De Jaager, geb.
te Ouddorp, med. doctor, na verdediging van
Stellingen.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER,
Vervolg der Zitting van Donderdag 18 November.
De heer Van Lijnden herinnert aan hetgeen in
11 der Memorie van Beantwoording over de Indi
sche begrooting voor 1S69 geschreven is. Daarin
verklaarde de Minister dat het vraagstuk, wat de
Koloniën aan hot Moederland zouden bijdragen, alles
beheerschte, en dat 't ontwijken dier vraag zou strek
ken om do verlammende onzekerheid in Indië te doen
voortduren. Later is dat denkbeeld ook levendig gehou
den totdat de Minister in deze Mem. van Tuel. uiteenzette
dat Indie moreel slechts 4 millioen verschuldigd was.
Is dit zoo, dan mag spr. als vertegenwoordiger moreel
slechts 4te millioen toestaan. Al wat men meer vor
dert, is niet verschuldigd en dus immoreel. En nadat
hij dat alles had gezegd, kwam de Minister eergis
teren verklaren, dat er geen quaes tie was van vaste
bijdragedat er slechts sprake is van een beginsel,
dat niet de sluitpost der Indische begrooting geheel
ten bate van bet Moederland zou komen. Iets der
gelijks is ook gebeurd met den vasten rentepost, en
zoo vreest spr. dat dergelijke houding, wat de vaste
bijdrage betreft, ons zou leiden tot 't ongemerkt doen
van een tweeden stap op den weg, waarop wij in
1864 eene eerste schrede hebben gedaan. Maar, hoe
dit zij, 't stelsel van den Minister is en blijft vaste
bijdrage, hetgeen hij nader uit de stukken tracht aan
te toonen. Over die quaestie zelve, haalt spr. aan
wat de heereu Keuchenius, Koorders en Fransen
van de Putte er over gezegd hebben.
De heer Hasselman meent, dat de tegenstand, dien
's Min. denkbeeld bij alle partijen ontmoet, ligt in
art. 55 Reg.-liegl., in verband met zijne geschiedenis,
want in dat artikel ligt de sleutel voor het batig
slot, hetgeen hij staaft uit eene redevoering vau den
heer Van Bosse, over de waarde van de Indische
bijdragen voor het Moederland, die men te danken
heeft aan 't cultuurstelsel, dat bij wilde bestendigen,
gepaard met ontwikkeling van den Javaan. Spreker
wijdt hierbij uit over de finantieele verhouding van
Indië tot Nederland, zich daarbij beroepende op den
heer Muntinghe, niet zoozeer omdat hij geen ver
trouwen stelt in zijn eigen stelsel, verre van daar,
maar omdat het doel van zijn beroep is te betoogen,
dat Nederland recht heeft op de overwinsten, uit
Indië verkregenomdat, indien men de voordeelen
miste, uit landbouw en nijverheid verkregen, Indië
zon moeten worden gesubsidieerd, iets dat nu ten
aanzien van West-Indië het geval is. Hij zou ver
mindering van het baligj slot kunnen toegeven, als
de bevolkiug gedrukt werdmaar dat is 't geval niet
blijkens eigen ervaring iu Indie. Het zijn ook niet
enkel finantieele banden, die ons aan Indië hechten,
want er zijn nog vele andere punten van aanraking
en sympathie.
Spr. wil niet tot eene nieuwe verwikkeling mede
werken.
De Minister van Financien (de heer Van Bosse),
maakt geen aanspraak op onfeilbaarheid öf dat hij,
als hij m dwaling verkeerde, dat niet zou erkennen,
maar tegenover de verdenking van den heer Van
Lijnden, alsof de Minister verkeerde voorstelling
beeft gegeven, houdt hij vol, dat de Minister van
Financiën voor en na 1864, voor en na de compta
biliteitswet, over de som bij wijze van fictie als ren
tepost uitgetrokken, geen beschikking had, maar dat
hij moest afwachten, dat het den Minister van Kolo
niën met het oog op de koloniale belangen, zou be
hagen, die som beschikbaar te stellen. En hij voegt
er bij dat zelfs iu 1848 men do post niet eens ten
volle uitbetaald heelt, maar bijna een millioen minder;
doch dat na 1S56, de grootere rijzing der producten
de uitbetaling gemakkelijker gemaakt heeft. Ten andere
komt hij op tegen de poging van dien spreker om
den Minister in tegenspraak te brengen met hetgeen
hij als lid der Kamer gezegd heeft. Of iets dergelijks
nuttige besteding is van den tijd, laat hij in 't midden,
maar verzoekt dat men dat niet doe zonder gezet
onderzoek en met het oog op de omstandigheden van
het oogenblik, en vooral dat men geen enkele zinsnede
neine, maar de rede in haar verband.
In antwoord op den heer Heemskerk Azn. zegt
de Minister, dat deze meende dat de weg door de
Regeering ten aanzien der begrooting van 1870 ge
volgd, noodwendig leiden moest tot verhooging van
belastingen. Maar is dit wel ernst? Hij moet dit
althans tegenspreken. Ja, als men improductieve uit
gaven van den Staat wensckt te vermeerderen. Doch
als zij die meenen dat daarin met voorzichtigheid te
werk zal worden gegaan, heeft men geene vrees
voor nieuwe belastiugen te koesteren. Hij zal die
quaestie nu niet verder behandelen; maar alleen dit
nog zeggen: dat de Minister gelooft dat als er al
noodzakelijkheid tot verhooging van belastingen zou
bestaan, men dit zou doen zonder eenigen druk op
degenen te leggen, die nu geacht worden gedrukt te
worden. Dat de behoeften der mindere klasse niet
uit het oog worden verloren, blijkt uit de afschaffing
van het gemaal in 185G, en in 1863 is ook een maat
regel genomeD, die 't harde van den winter wel ver
zachten kan. Dit is zeker, dat als er verhooging van
belasting mocht noodig zijn, er middel daartoe voor
handen is om, door verbetering van belastingen, geen
bezwaar op de mindere klassen te leggen
Nadat de heer Van Lijnden en de Min. van Fin.
nog het woord hebben gevoerd, wordt de voortzet
ting der discussie verdaagd tot heden (Vrijdag) te
11 uren.
Zitting van Vrijdag 19 November.
De quaestie der vaste bijdrage van 10,000,000
door de Regeeriog bij onderafdeeling 43 van Hoofd
stuk I (uitgaven in Nederland) voorgedragen, in ver
band tot hot amendement Blussé en Van Naamen,
werd heden in de Tweede Kamer opnieuw in het
brecde gewikt en gewogen.
Terwijl de heer Jouekbloet en do Minister het
regeeringsstelsel krachtig verdedigden, traden als be
strijders op de heeren Van Delden (ook tegen het
amendement), Van Naamen (ook tot verdediging van
zijn amendement), Saayuians Vader, Heemskerk, Van
Eek en Hafiinans. De meeste van die sprekers traden
bierbij ook in repliek op de rede van den Minister.
Per telegraaf.) Art. 2 Hoofdstuk I van de wet op
de middelen is met 55 tegen 11 st. verworpenhet
wetsontwerp zelf is aangenomen met 59 tegen 7 st.
Het amendement van de heeren Blussé en Van Naamen
is aangenomen met 42 tegen 24 st., na krachtige
bestrijding door den Min. van Kol., den heer De
Waal; de wet zelve is met 49 tegen 17 st. aange
nomen.
PROVINCIALE STATEN.
VAN ZUID-HOLLAND.
Aan de leden is thans rondgedeeld het 3de rap
port der commissie betreffende de opheffing der am
bachten in Rijnland. Uit dat rapport blijkt 1°. dat
de commissie, na onderzoek der daartegen gerezen
bezwaren, volhoudt het hoofddenkbeeld van het ont
werp: De werken te doen overgaan aan hen tot wier
beheer zij uit hunnen aard behooren, tegen schade
loosstelling voor het onderhoud te verschaffen aan
de nieuwe onderhoudsplichtigen door van de oude,
bijwijze van tijdelijke verhooging van Hoogbeem-
raadschapsomslag, ƒ4 of minder, gedurende een of
meer bepaalde jaren, per bunder te heffen, terwijl
de berekening van het bedrag dier schadeloosstelling
steunt op kapitalisatie van de jaarlijksche onderhouds
kosten. Dientengevolge houdt de commissie het go-
wijzigd ontwerp, gevoegd bij haar rapport van 14
October jl., vol en legt het andermaal aan de Staten
over, maar stelt zij eenige wijzigingen voor ten be
wijze van hare bereidheid, om aan andere bezwaren
te gemoet te komen. Die wijzigingen zijn de vol
gende
Art. 1, 2de alinea aldus te lezen//Bij uitzonde
ring op dezen regel wordt het Ambacht Noord-IVad-
dinxveen gehandhaafd tot uit. December 1873, opdat
binnen dien tijd de volgens octrooi van 12 Mei 1759
verplichte droogmaking van do Putte (deel van den
Voorofschen polder) worde volbracht, om met uit.
December 1873, of zooveel vroeger als gezegde droog
making zal zijn voltooid, hetzij met minnelijk goed
vinden van belanghebbenden, onder goedvinden van
Gedep. Staten, hetzij bij besluit der Provinciale
Staten, te worden opgeheven."
Art. 2, de laatste alinea, dus te lezen: //Door on
derhoud wordt ten aanzien der wegen verstaan: liet
deugdelijk onderhoud van den weg naar zijuen aard,
zooats die is ingericht ten tijde der vaststelling van
dit reglement."
Art. 7, nieuw art. //Voor zooverre de opbrengst
der in ai'tt. 5 en 6 genoemde omslagverhoogingen
cu buitengowonen omslag, bij het einde van elk
heffingsjaar niet blijkt;
//of te zijn uitgekeerd aan corporation die met
goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Zuid- on
Noord-Holland eenige der werken in den Staat ge
noemd, hebben overgenomen
//of te hebben gediend hetzij ter bekostiging van
den onderhoud der overige in den Staat genoemde
werken, hetzij ter voldoening van geldelijke verplich
tingen van de ambachten op ltijuland overgegaan,
woriit zij belegd in inschrijvingen op een der Neder-
landsche grootboeken.
//Deze inschrijvingen mogen, zoolang niet alle wer
ken, wier overgave aan andere corporation door Ge
deputeerde Staten van Zuid- en Noord-Hollandwen-
schelijk wordt geacht, aan zulke zijn overgedragen,
uiet anders worden vervreemd dan tot het doen van
uitkeering aan werken-overnenieude corporation.
//Tot verzekering dezer bepaling wordt voor elke
afschrijving, geheele of gedeeltelijke machtiging van
Ged. Staten gevorderd."
De commissie uit de Staten van Noord-Holland
heeft zich met dat rapport der gecommitteerden uit
Zuid-Holland aan de Staten dier provincie, geheel
vereenigd.
Aanstaanden Dinsdag, 23 dezer, komen de Staten
van Zuid-Holland bijeen, om dit onderwerp te be
handelen.
LAATSTE BERICHTEN.
's-Gkavkjjhage, 19 November. HH. MM. de
Koning en de Koningin en Z. K. H. prins Alexan
der hebben gisterenavond de muzikale uitvoering,
door bet muziekkorps van het regiment grena
diers en jagers, welke, onder leiding van den
heer Dunkier, in de zaal op het Buitenhof werd
gegeven, bijgewoond.
Na afloop der muzikale uitvoering heeft
Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden eene
luisterrijke receptie gehouden in HD. paleis. Die
receptie is te tien uren aangevangen en heeft
ruim twee en een halfuur geduurd. Allen, die
tot de grootsche stichting van het Nationaal Ge-
denkteeken en den goeden alloop van het natio
nale feest hebben medegewerkt, vond men hier
aanwezig: eereleden en leden der hoofdcommis
sie, waaronder ook de Ed. Achtb. heer burge
meester der hofstad; de hoogleeraar Van Ooster
zee; de heeren wethouders en secretaris der hof
stadde heeren Van der Waegen Pietersen,
Jaquet, Vau Kempen, Simons, ontwerper, beeld
houwers en igalvanoplasten van het schoone ge-
denkteekeu; commissarissen van orde; vertegen
woordigers eindelijk van 225 gemeenten van ons
vaderland; van Zilveren en Metalen Kruis; van
de Amsterdamsche schutterij, in éen woord eene
bonte rij van genoodigden.
Daar verscheen Zijne Koninklijke Hoogheid.
Zijne Hoogheid scheen blijkbaar te verlangen,
dat HD. verschijning geen de minste stoornis in
het gezellig onderhoud der verscliillende groep
jes teweegbracht. Met den gullen lach en het
minzame woord, die den Vorstelijken Prins zoo
zeer onderscheiden, werd ieder der aanwezigen
een oogenblik toegesproken, terwijl men elkander
geluk wenschte met den in alle opzichten voor-
spoedigen alloop van het te zamen gevierde feest.
Nu en dan werd deze wisseling van hoffelijkheid
en voorkomendheid afgebroken door een warme
toespraak, waarbij woorden werden geuit uit
het hart ontvloeid en welke door Zijne Hoogheid
op gelijke wijze werden beantwoord.
Soms parelde in 's Prinsen oog een traantoen
hij verklaarde Gode dankbaar te zijn over het
voorrecht, dat hem was te beurt gevallen om op
zijne jaren den cijns der dankbaarheid te kun
nen voldoen.
Onder lach en scherts, eerbiedsbetuiging en
dankbetoon, was de tijd snel voortgespoed. Te
halfeen werd het ruchtbaar, dat Zijne Hoogheid
den aanwezigen eene verrassing had bereid. Zijne
Hoogheid had zich aan het hoofd der middel
zaal geplaatst, van leden der hoofdcommissie om
geven, om aan elk der aanwezigen een souvenir ter
hand te stellen. Een groote kring vormde zich in
een oogenblik. De namen der aanwezigen werden
achtereenvolgens door twee commissarissen van
orde, de heer Elliot Boswel en Boogaers opgenoemd,
en nu defileerde de gansche rij voor den prins,
die aan ieder der aanwezigen hartelijk de hand
drukte en tevens dit herinneringsteeken overhan
digde. Zichtbaar ontroerd, .richtte de prins tot
allen een laatste woord van dank, waarop door
de heeren Van Vlissingen, Regout, hoogleeraar
Van Oosterzee en advocaat Tydeman werd geant
woord
Prof. Van Oosterzee verklaarde te bewogen te zijn
om meer dan éen woord te kunnen uiten, maar
dat, nadat het laatste en schoonste monument
der hofstad, zoo rijk aan monumenten, was
onthuld, er wel geen monument werd vereischt
om 's prinsen aandenken in aller harten te grif
felen, maar niettemin het herinneringsblijk als
onschatbaar aandenken werd ontvangen uit
's prinsen handen om aan kindskindereu te too
nen wat in 1S69 de band tusschen volk en vor
stenhuis heeft gewrocht.
't Is onnoodig stil te staan bij den indruk, dien de
afgevaardigden van buiten medenemen naar hunne
haardsteden.
Z. M. de Koning heeft zijn vertrek naar
het Loo, dat op Donderdag was bepaald, tot mor
gen, Zaterdag, uitgesteld.
Eene commissie uit de eerewacht te paard,
die Woensdag 11. de eer had Z. M. den Koning
bij de plechtigheden te geleiden, werd heden
middag bij Z. M. ontvangen tot het aan Z. M.
ter herinnering ten geschenke aanbieden van het
schitterend vaandel, dat, zooals bereids is mede
gedeeld, door mevrouw de baronesse Van Brie-
nen voor die gelegenheid aan de eerewacht is
geschonken, en de vervaardigers, de heeren
Kruyver en Caron alhier alle eer aandoet. Het
heeft Z. M. behaagd het vaandel aan te nemen,
terwijl Z. M. zijne herhaaldelijk tevredenheid
over een en ander betuigde.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal is bij
eengeroepen tegen Donderdag 25 dezer.
Madrid, IS Nov. In de Cortes is door het mi
nisterie de verklaring afgelegd, dat de verkie
zingen voor de vacante plaatsen zullen geschieden.
Na de opheffing van den staat van beleg en na
de verkiezing der afgezette gemeentebesturen,
naar men verzekert, zal de candidatuur van den
hertog van Genua aan de beslissing van de Ita-
liaansche Kamers moeten worden onderworpen.
HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN.
Uit de verschillende Dagbladen.
nov. gehuwd.
11. I. J. Ma3see eu C. J. W. Oadcgcest. Schclluineu.
18. F. J. Wcrtwijn en A. S. Hirschig. Amsterdam.
nov. bevallen.
13. H. J. Barmen 't Loo, geb. Raderaakcr, Z. Eclhen.
14. J. W. A. Bogtstra, geb. Dijkeu, Z. Stieus.
14. B. M. G. Reinders, geb. Weerman, Z. Deventer.
14. A. S Francken, geb. Van den Brandhof, Z. Ettcn.
14. M. J. C. Muschart, geb. Van AlpheD, Z. Breda.
14. W. M. Dc Salcngre, geb. Hamilton of Silvertonhill, D.
[Glancbrugge.
14. M. E. Philipse, geb. Dc Ranitz, Z. Zeist.
14. A. Van Licncu, geb. Ubbels, D. Oosthnizen.
15. H. W. A. Wap, geb. Sleurs, Z. Rotterdam.
15. C. R. Marcelis, geb. Brugger Maes, Z. Rotterdam.
15. J. Lcisz, geb. Van der Werff, D. Buiksloot.
15. M. T. Liendcrs, geb. Kamps, Z. Middelburg.
15. S. J. Baerveld, geb. Van Campen, D. Amsterdam.