Aan Dirk Van Duyne, den eersten voerman
van Prins Willem, in IVovember 1813.
Dirk! dat badt je Diet gedacht,
Toea vóór zesenvijftig jaren,
Dwars door 't schuimen van de baren
Je ons Prins Willem binnenbracht,
Dat je ecDS in een mooien wagen,
Mooier dan de Prins toen bad,
Door de Residentiestad
Als in staatsie rondgedragen,
Kalm cn wel op j' ouden dag,
Declen zoudt in 't feest van heden
J\j, die dankbaar aan 't verleden
Aan 't jaar dertien denken mag.
Op je bouten kret gezeten.
Dirk I wie badt je toen voorspeld,
Dat bet volk thans als een held
J' in den Haag zou welkom heeten:
Zeg, wie had dit j' ooit verteld!
De oude wagen is versleten,
En bet paard er zeker bij,
En toch Dirkje! juichen wij;
Want we zullen 't niet vergeten,
Welk een kostelijke vracht
Door u werd langs 't strand gebracht.
Toen vergeten op je bankje,
Thans met glorie en met eer
Kijkt gij op den volksdrom neer,
Die je toeroept: „Dirk, ik dankjel
Dank Van Dnyno voor je werk."
't Land zat bitter in de klem;
Maar bij do eerste Oranjcstem
Voelden w' ons weer groot cn sterk
En gij zelf, o oudo man
Oogst er nog de vruchten van.
Vrucht!
Maar vrucht door God gegeven,
('t Jonge Neerland denke er aaD,)
Zijn geest heeft ons bijgestaan;
Hem zij de eereHij gaf 't leven
En we zijn zoo trouw gebleven
Aan het Scheveningsch Verbond,
Toen heel 't strand te daveren stond;
Toen de Zeestraat er van dreunde,
Zóo toen 't volk d' Oranjevlag
Door 't geboomte nadreu zag.
O Van Duyno, als g' in uw woning
Hedennacht het oog weer sluit
Drukke uw hart het dankbaar uit:
,,'k Rust in God en in mijn Koning.
,,lk bracht dien Oranje aan 't strand,
,,Uit de wentelende baren.
„Ed zoolang Gods Vaderhand
„Mij 't vergrijsde hoofd mag sparen,
,,Zal ik bidden voor mijn land!"
J. H. BURLAGE.
Onze stadgenoot Ds. R. Koopmans van Boe-
keren opende gisterenavond de rij der spreek
beurten, die dezen winter door de zorg van het
Departementsbestuur van liet Nut voor de leden
met hunne dames worden gehouden.
't Is onnoodig te zeggen dat de groote zaal van
't Nut reeds spoedig geheel bezet was. Ieder weet
dat men Van Boekeren gaarne hoort, en hiervan
gaven de Nuts-leden en hunne dames dan ook
weer een doorslaand bewijs.
'Sprekers voordracht handelde overDilettanten,
en, nadat hij vooraf eenige beschouwingen over
Dilettantisme in het algemeen had gegeven, en de
moeilijkheid aangetoond om dit woord in zuiver
Nederlandsch te vertalen en alsdan aan te wen
den, schetste hij achtereenvolgens op geestige
wijze den Dilettant-jurist, den Dilettant-medicus en
eindelijk: den Dilettant-theoloog.
Gaven de hier en daar, soms koddige, passages
aanleiding tot luide hilariteit, in menig gedeelte
lagen daarentegen zulke ernstige wenken en ver
maningen opgesloten, dat daardoor het geheel de
onverdeelde aandacht en welverdiende toejuiching
waarmede het aangehoord en begroet werd, ten
volle waardig was.
Na de pauze droeg spreker als bijdrage voor
een bij sommigen reeds bekend stukjeWie van
deie twee1 Ook door de voordracht hiervan wist
Van Boekeren zijn hoorders te boeien, die bij
vernieuwing door luide applaus van hunne inge
nomenheid blijk gaven.
toont, is de verlichte oppervlakte aan de zijde
van het duistere gedeelte niet begrensd door een
zuivere elleptische lijn, gelijk bij een volkomen
balvormig lichaam het geval moest zijn, maar
is de rand ongelijk en vol inhammenDe
vlekken zijn de door de zon niet bereikbare ge
deelten der maan, die dun in de schaduw liggen;
de lichte plaatsen zijn de gedeelten, die blootge
steld zijn aan het licht. Zulke verlichte en be
schaduwde vlekken vertoont ook de aarde on
middellijk na het aanbreken van den dag, als
het licht nog niet in de dalen valt, terwijl de
bergen, die de zon het eerst beschijnt, reeds hel
der verlicht zijn. En gelijk bij het klimmen van
de dagtoorts de schaduwen in de diepten op den
aardbol gestadig korter worden, verliezen ook
die kleinere maanvlekken bij het wassen van den
lichtschijf in lengte en breedte." Dan gaat hij voort
met de ringgebergten op de maan te vergelijken bij
de oogen in den staart van een pauw; de groote ring
midden op de maanschijf doet hem denken aan de
gedaante van de oppervlakte van het koninkrijk
Bohemen, en te gelijk geeft hij reeds met een wenk
te kennen, hoe men volgens optische beginselen de
hoogte van enkele bergtoppen op de maan zou kun
nen begrooten.
Gedaan was het nu met alle gezichten en verschij
ningen in de maan. De wereld was, gelijk het
doorgaans het geval is, aan kennis rijker en aan
vele poëtische opwellingen armer geworden.
Met het oog op de maskerade, die hier het vol
gend jaar zal plaats vinden, achten we het niet
ondienstig er op te wijzen, dat de overigens niet
onaardige historische optocht, Woensdag-avond
te 's llage gehouden, veel van hare waarde ver
loor door de slechte wijze waarop die verlicht
werd, daar men tot die verlichting petroleum
lampen bezigde in plaats van gewone fakkels.
't Is er nog wel verre af, maar juist onder den
indruk van het misnoegeu dat velen onder
vonden over de slechte dienstregeling van de
H. Sp.-maatschappij tijdens de feesten te 's-Hage,
geven we der directie van genoemde maatschappij
den welgemeenden raad, te zorgen dat die rege
ling hij de aanstaande Academie-feesten beter
zij, opdat personen, die de feesten wenschen bij
te wonen, na uren lang wachten, niet te laat
komen en anderen, die lust noch plan hebben
feest te gaan vieren, zich niet belemmerd zien
in het waarnemen hunner zaken. Onzes inziens
had de directie in de eerste plaats de expres-
treinen vroeger en om het half uur moeten laten
loopen, en in de tweede plaats had zij hen, die
eindelijk na veel moeite kaartjes hadden bemach
tigd, in de gelegenheid moeten stellen naar den
trein te komen; zoodoende zou die groote op
hooping van menschen aan het station vermeden
zijn geworden.
Z. M. de Koning heeft bewilliging verleend op
het bij het verzoekschrift overgelegd ontwerp der
acte houdende verlenging van duur van de naam-
looze vennootschapHollandsche Zee-Assuranlie-So-
ciëteit, gevestigd te Amsterdam, met een nieuw
tijdvak van vijfentwintig jaren, aanvangende 1
Januari 1870, en alzoo te eindigen 31 December
1894.
Bij Kon. besluit van den 17dc" dezer, is aan A.
R. Kraijenhoff van de Leur, burg. van Nienw-
Helvoet, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
uit die betrekking; en is tot burg. der gem.
Nieuw-Helvoet benoemd J. W. Hein Jr.
Bij Kon. besluit van den 17den dezer, is aan F.
Polak, te 's-Gravenhage, vergunning verleend tot
het aannemen en dragen der versierselen van
ridder der orde van Karei den Derde, hem door
de Spaansche regeering geschonken.
Bij Kon. besluit van den 18d™ dezer, is benoemd
tot dir. van een der rijkstelegraafkant. J. De Smidt.
Bij Zr. Ms. besluit van den 16d°" Nov., is aan
Jhr. Mr. J. N. Van Puttkammer, op zijn daartoe
gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als rech-
terplaatsverv. in de arr.-rechtb. te Leiden.
Bij Zr. Ms. besluit van 17 Nov. is de rang van
majoor verleend aan de gepens. kapits. C. Wieg-
mans, A. J. Just de ia Paisières, K. W. Van Tliie-
len, J. H. Boombergen, J. C. Van Teyliugen en
J. L. J. Tomson, mitsgaders aan den gepens. rit
meester G. H. J. Fandter.
Bij Zr. Ms. besluit van den 17d0D Novemberjl.,
is benoemd tot 2den luit. hij het 4de reg. huzaren
de wachtmeester-titulair A. F. M. baron Van der
Duyn van Maasdam, van het korps.
Bij Zr. Ms. besluit van den 17d0° Nov. jl., is tot
HD. ordonnance-ollicier benoemd de 1ste luit. J.
H. D. graaf van Limburg Stirum, van het eerste
reg. huzaren.
Amsterdam, IS Nov. Gisteren is een der hoog
leeraren van het athenaeum, de heer J., door
eene handkar achterover geworpen, ten gevolge
waarvan hij eenigen tijd bewusteloos bleef. Naar
het zich laat aanzien zal dit ongeval geene ern
stige gevolgen hebben.
's-Gravenhage, 19 November. Gisteren-avond
had er in den Koninklijken Franschen Schouw
burg onder directie van den heer Jahn ter ge
legenheid van het Nationale feest dezer dagen,
eene bijzondere voorstelling plaats, waarhij drie
der meest merkwaardige tableaux uit „Ie Siège
de Leide" op hoogst verdienstelijke wijze door de
heeren Horeb (Van der Werff), Barberat (Baltha-
sar) en het geheele koorpersoneel werden weer
gegeven. Een talrijk publiek woonde dit echt
nationale zangspel bij en begroette met uitbun
dige toejuichingen het: „Enfants de la Hollande",
dat in zijn geheel moest worden herhaald. Het
laatste tableau, „de verlossing", maakte een diepen
indruk op alle aanwezigen. Het schoone decora
tief, afkomstig van de hand van de heeren Van
Have, trok eveneens aller aandacht.
Ook de hoogleeraar Oosterzee is door deD
Koning-Groothertog met het kominandeurskruis
der orde van de Eikenkroon begiftigd.
Gisteren heeft het Chineesch gezantschap
deze residentie verlaten en; [zich naar Pruisen
begeven.
Woensdag-middag is een man, terwijl hij
bezig was de vlag uit het paleis van Z. M. den
Koning te ontrollen, van boven neergevallen. Hij
was onmiddellijk een lijk.
Carelle a/d. IJsel, 18 Nov. Gisterenavond te
halfzes heeft door het mistige weer op de rivier
voor deze plaats de goederenstoomboot Eendracht,
varende van Zwolle op Middelburg, een tjalkschip
aangevaren, zoodat dit schip zware schade be
kwam. Door de spoedige hulp van den scheeps
bouwmeester D. Duivendijk en diens werklieden
gelukte het de opvarendeu te redden.
Gorcom, 15 Nov. De hier bestaande vereeniging
„Excelsior" hield Vrijdag-avond jl. hare eerste
soirée met dames. Hel flink afgespeelde blijspel
„Wie is 't?" werd door een allerdroevigst treur-
tooneel gevolgd. Onder het dansen werd de heer
C., officier van gezondheid in garnizoen te dezer
stede, plotseling ongesteld, zonk ineen en stierf.
Een hevige hartaandoening had een einde ge
maakt aan zijn leven.
Breda, 17 Nov. Een zestal der cadets van het
laaiste studiejaar, die in de maand Juli II niet
aan het officiers-examen voldeden, hebben dit
thans met gunstig gevolg afgelegd en zullen alzoo
eerstdaags hunne aanstelling bij het leger be
komen.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur,
De regelingscommissie voor de te Amsterdam
gehouden Internationale Tentoonstelling heeft
goedgevonden den alloop der aan die Tentoon
stelling verbonden loterij niet in de Dagbladen
bekend te maken maar de lijst der trekking ver
krijgbaar te stellen tegen betaling van 10 cents.
Verbeeld U iemand zonder connectie, die voor
25 cents een lot heeft gekocht en nu nog 10 cents
bovendien zal mogen betalen om hoogst waar
schijnlijk tot de wetenschap te komen dat hij er
een niet op getrokken heeft I
Tot naricht van de zoodanigen diene dat de heer
A. Couvée, ten gerieve der bezoekers, een Ex.
dier lijst op Zomerzorg ter inzage heeft gelegd;
wel is waar zal het onderzoek op die wijs ook
minstens 10 cents kosten, maar in elk geval heeft
de ongelukkige houder van een lot waarop een
niet is gevallen dan toch de troost dat hij, voor
hetzelfde geld, door het genot van een kop koffie
of (in deze dagen wellicht zeer toepasselijk) een
glaasje Oranje-bitter, zijn leed zal kunnen ver
zetten!
In het belang dier ongelukkigen houd ik me
verzekerd dat Gij aan het bovenstaande geen
plaatsje zult weigeren en betuig ik U daarom
bij voorbaat mijnen dank
Hoogachtend
Uw Dv. Dienaar,
A.-Z.
Leiden, 18 November 1869.
Rechtspraak.
Men zal zich herinneren wat wij in ons laatste
artikel over de op de vorige terechtzitting behan
delde belastingzaken hebben medegedeeld. Wij
gaven daarbij liet omstandig verhaal eener cu-
rieuse geschiedenis betreffende de firma B. en V.
en een vat gedistilleerd dat ongedekt door eenig
document aan liet Amsterdamsclie veer was aan
gehaald.
In deze zaak nam de substituut-officier lieden
conclusie. ZE.G. betoogde dat op de zitting de
volgende feiten waren geblekenliet fust was
afkomstig uit de slijterij vau den heer V., niet
uit de distilleerderij der firma B. en V.; het fust
was inderdaad door een persoon, die knecht was
zoowel van de HH. B. en V., als van den heer
V. alleen, aan het Amsterdamsclie veer gebracht;
het fust was werkelijk geweest ongedekt. Nu
maakt de bekende algemeene aecijnswet van 26
Augustus 1822 een uitzondering op het groote
beginsel van strafrecht, dat voor de strafwet nie
mand aansprakelijk is, dan voor zijn eigen daden.
In art. 231 immers worden alle kooplieden, fa
briekanten enz. verantwoordelijk verklaard voor
de handelingen hunner bedienden „voor zoo
ver die daden tot liet door hen uitgeoefend
bedrijf betrekkelijk zijn." Daarom concludeerde
de officier dat de heer B. zou worden vrijgespro
ken maar de lieer V. zoude worden veroordeeld.
Want de verdediging van den heer V., dat deze
zaak hem betrof in privé en zij hem ten laste
was gelegd in qualiteit van lid der firma, kon
z. i. niet opgaan. In de dagvaarding toch was
het bepaald omschreven feit te laste gelegd aan
den heer B. en aan den heer V.; nu was daar
wel bijgevoegd „leden der firma B. en V.,"doch
deze omschrijvng was niels anders dan de aan
wijzing hunner betrekking; daarom moesten tel
kens in de dagvaarding de woorden „de firma"
enz. worden opgevat alsof er stond „de heeren
B. en V." Wij hopen over deze vraag onze eigene
meening te zeggen, wanneer de rechtbank Vrijdag
a. s. het vonnis zal hebben uitgesproken.
In de twee andere zaken tegen denzelfden
lieer V. aanhangig gemaakt en op welke wij
vroeger met een enkel woord wezen, is de Minister
van Financiën niet gelukkig geweest. De recht
bank heeft den beklaagde voor beide feiten vrij
gesproken, en het is inderdaad de mindere nauw
gezetheid der commiezen geweest die hem deze
vrijspraak heeft bezorgd. Het betrof liet geval,
dat bij peilingen in het verimpost pakhuis er een
overmaat van gedisteleerd was gevonden. Maai
de commiezen hadden niet alle vaten gepeild,
doch na dit met een paar te hebben gedaan, ver
der op de verklaring van den meesterknecht hoe
veel de andere vaten inhielden, hun berekeningen
en hun procesverbaal gebouwd. Zij hadden dus
eigen waarneming gemist en waren slechts ver
balisanten en getuigen „van hooren zeggen."
Voorts (doch wanneer wij goed hebben gehoord
werd daarop in het vonnis geen nadruk gelegd)
hadden de commiezen niet hun eigen peilstok
maar die van den heer V. gebruikt. Niet ten
onrechte zeide dan ook de heer V. op de vorige
zitting: hoe nauwgezetter de commiezen hun
plicht doen, hoe beter voor ons. Wij voegen er
bij: hoe beter voor het prestige der administratie,
dat toch bij vrijspraken op gronden als de bo
vengenoemde niet winnen kan.
BUITENLAND.
Egypte.
De Times schrijft naar aanleiding van de ope
ning van het Suez-kanaal o. a.:
Niet geheel ten onrechte heeft men op ons,
Britten, den blaam geworpen, steeds de zaken
te schatten naar haar practische waarde, naar
haar marktprijs; en elke onderneming af te me
ten naar het nut dat ons eigenbelang er van
trekken kan. Juist met het oog op die beschul
diging nu, haasten we ons, aan het groote werk
van De Lesseps recht te doen wedervaren, alvo
rens de ondervinding ons den uitslag er van heeft
doen zien. Het moge slagen al dan niet het
werk van den Franschen ingenieur is een groot
werk, buiten alle praclische beschouwingen om
ja, al zou de onderneming blijken nutteloos te
zijn geweest, al zou het zand der woestijn de
groeve weer opvullen die twee werelddeelen
vanéén moest scheiden en twee oceanen verbin
den; toch zal de moed waarmede, ondanks
alle hinderpalen en tegenwerking, de arbeid werd
aangegrepen en ten einde gebracht, de bewonde
ring der eeuwen levendig houden, en den dag
van den 17don November doen schitteren als een
van de gedenkwaardigste in de annalen van onze
wondervolle negentiende eeuw.
En verder in hetzelfde artikel Wat heeft De
Lesseps gedaan? Hij heeft een geul gegraven in
het woestijnzand, en die geul met zeewater doen
volloopen. Dat hadden er meer kunnen doen
juist toen Columbus 't ei op de punt had doen
staan, kon elkeen 't hem naapen. De geul, die
De Lesseps gegraven heeft, kan verzanden; de
de 15.000.000, die aan het werk ten koste zijn
gelegd, kunnen verloren zijn, als droppelen water
in de Sahara. Doch de overtuiging, die de Fransch-
man in Europa's boezem heeft opgewektde over
tuiging, dat het doorsteken van de landengte niet
onmogelijk is, dat het watervlak der Roode Zee
niet aanmerkelijk hooger ligt dan dat van de
Middellandsche, dat in éen woord, de onderne
ming, met hoeveel meerdere kosten en moeite
dan ook, kan tot stand gebracht worden, zoo ze
het reeds niet is, die overtuiging kan niet weg
genomen worden. De Lesseps heeft met het ver
trouwen, dat hem moed gaf, de eerste spade in
den grond te steken, gansch Europa bezield. De
hoop vau Frankrijk, van Italtë, van al de volke
ren, die de oevers der Middellandsche Zee bewo
nen, is nu eenmaal op het Suez-kanaal gevestigd
zij zullen geen opofferingen te zwaar achten, om
die hoop verwezenlijkt te zien.
Italië.
De minister van justitie heeft de troonrede
voorgelezen, waarin gezegd werd, dat de Koning
diep geroerd is door de bewijzen van gehecht
heid, welke hij bij gelegenheid zijner ziekte
ondervonden heeft, en met nadruk zijne vreugde
te kennen geeft over de geboorte van zijn klein
zoon. Deze zal een nieuw onderpand zijn van
de eenheid en vrijheid van het vaderland. De
betrekkingen met alle mogendheden zijn zeer
welwillend. Indien vrede de wensch is van allen,
die den vooruitgang der volken liefhebben, hij
is vooral de weDsch van het Italiaausche volk,
dat zich toelegt op inwendige reorganisatie. De
regeering heeft gemeend aan de bisschoppen het
gaan naar het Concilie niet te moeten beletten.
De koning hoopt, dat het Concilie een geloof en
wetenschap, godsdienst en beschaving verzoenend
woord zal doen hooren. Maar wat er gebeure,
het volk kan zeker zijn, dat de Koning de rech
ten van den Slaat en zijn eigen waardigheid on
geschonden zal bewaren. Het vormen van eene
goede [administratie en het herstel van financiëD,
dit is de billijke begeerte der bevolking. De koning
beveelt het goedkeuren van het budget aan als
de eerste, noodzakelijke voorwaarde om dit doel
te bereiken. De regeering zal vervolgens voor
stellen indienen, welke strekken tot hervorming
en verbetering van de invoerrechten en voorzien
in de behoeften van de schatkist. De burgerij
moet geen offer ontzien om alle aangegane ver-
hintenissen gestand te doen.
De regeering en het parlement moeten zorgen,
dat die offers niet vergeefs gebracht worden.
Andere voorstellen zullen ten doel hebben de
administratie te vereenvoudigen, de industrie en
het krediet te ontwikkelen, eenheid te brengen
in de wetgeving, zee- en landmacht te organi-
seeren en de natiouale garde te hervormen. De
troonrede constateert, dat de vooruitgang dei-
natie op staathuishoudkundig gebied hel resultaat
is der loyaal en ruim genoten vrijheid.
Frankrijk.
Eindelijk, na lang wachten, heeft Ledru-Rollin
zijne kandidatuur laten varen, en daarmede is
de genadeslag toegebracht aan het stelsel der on-
beëedigde kandidaturen, die eerst zooveel opge
wondenheid hadden verwekt, Voegt men daarbij,