de God die Gij aanbidt, „wird sich finden las sen En te gelijker tijd regent het daarbuiten bij stroomen, als een symbool van den tranen vloed der onder dificit gebukt gaande financiers, en het geknetter der hagelsteeuen tegen mijne vensteis is als een flauwe echo van een discussie tusschen De Waal en Nierstrasz! Maar laat mij deze hooge lyriek vaarwel zeg gen, - en ten einde niet te vervallen in hetgeen scheering en inslag vormt van alle couranten artikels van den dag, mij zorgvuldig wachten voor alle verdere zinspeling op begrootingen. Ik noemde zooeven den Eliasen dit brengt mij te binnen dat wij aan den aanvang staan van ons winterseizoen, en dat morgen de repetitie plaats heeft van het eerste Caecilia-concert van dezen winter. Mijn bedoeling is niet, diegenen onder uwe lezers die van muziek houden te doen watertanden, - nog'veel min, Amsterdam ten koste van andere steden te verheffen: maar ik kan zonder overdrijving beweren dat wat ookj de hoofdstad moge missen, zij in het muzikale weL degelijk nog de hoofdstad des rijks is. Misschien zult Ge zeggen: ce n'est pas jurer gros! Dat laat ik aan Uwe appreciatie over. Misschien ook zult Ge mij wijzen op het gemis aan een eigen opera, en de vergelijking tusschen de grootste steden van ons land ten gunste van Rotterdam doen uitvallen. Maar daarmede overtuigt Ge mij niet: hoe prijzenswaardig, hoe energiek, hoe volhardend de Piotterdaminers gedurende eenige jaren hunne Hoogduitsche opera hebben onderhouden, is alleu bekend: maar tevens ook, dat het gehalte der zangers telken jare zwakker en zwakker werd, totdat eindelijk die onderneming door de vroegere voorstanders geabandonneerd is, en in alle geval thans met nauwelijks middelmatig succes voort sukkelt. 't Was een bewijs te meer van de waar heid, dat op het gebied der moderne opera eene vereeuiging van particulieren niet kan concur- reeren met de groote, door den staat met milli- oenen gesubsidieerde opera-ondernemingen van het buitenland, - eene waarheid waarvoor men 't Amsterdam niet kwalijk kan nemen dat het heeft moeten onderdoen. Ik ga daarbij natuurlijk van de onderstelling uit, dat een waar muziek liefhebber liever geen opera-uitvoering gaat zien, dan een zeer middelmatige. Beschouwt men de opera meer als uitspanning, als aanleiding om uit te gaan en een avond zoek te brengen, dan geef ik toe dat Amsterdam in dat opzicht achter staat bij de zustersteden, en dat het wel dank baar mag wezen voor de bezoeken die het af en toe van het Haagsche opera-gezelschap ontvangt. Om mijne stelling, dat Amsterdam in 't muzikale bovenaanstaat, te bewijzen, heb ik U slechts te vra gen, in welke stad in Nederland Ge een orkest zoudt kunnen samenstellen als dat van Caecilia, zoowel wat de talrijkheid der bezetting betreft als de voortreffelijkheid der individueele orkestleden? Waar biedt zich in Nederland de gelegenheid aan degelijke, waarlijk schoone muziek zoo fijn, zoo begrijpelijk, indien men 't zoo noemen mag, te liooren uitvoeren als op de twee Caecilia-con- certen? Ja, maar dat spreekt van zelf, zegt Ge wellicht: in een stad van 270,000 inwoners zijn er meer goede beoefenaars der toonkunst, kan men een beteren orkestdirecteur bezoldigen, dan in kleinere plaatsen. Accoord! maar bij dat aan wezig zijn van groote muzikale krachten behoort nog iets bij te komen ten einde schitterende resultaten te verkrijgen: en dat is die vereeni- ging van krachten, die toewijding aan een ge meenschappelijk doe', waarin op bijna elk ander gebied Amsterdam nog te kort schiet. Ziedaar wat de Maatschappij Caecilia doet bloeien, zie daar wat haar tot de hoogte gebracht heeft waarop zij thans staat, ziedaar wat van haar niet alleen eeu voortreffelijkephilauthropischeinstelling maakt maar ook een machtig werktuig tot beschaving en veredeling van den kunstzin! In de overtuiging dat dit zoo is, en met de kennis toegeiust van het prachtige programma voor het eersLvolgend concert, zal ik morgen de repetitie gaan bijwonen: en ik durf wedden,dat geen haar van mijn hoofd gedurende dien tijd zal denken aan de onthulling van het monument van 1813 in den Haag. t.t. Q. N. BUITENLAND. Kei-lieiyiie Staat. Aan de Kulnisclie Zeitung wordt uit Weenen ge schreven „Niemand kan er nu meer aan twijfelen, dat de kostbare concilie-zaal half verknoeid is. Het feit wordt officieel erkend en men mag het ook te Rome, zoo niet drukken, dan toch zeggen en betreuren, dat de acoustiek gebrekkig is, en dat de heeren redenaars er zeker van kunnen zijn, door het meerendeel der vergaderden niet te wor den verstaan. Wat te doen? Verbouwen, uitstel len of verhuizen? Het eerste zou moeilijk gaan, voornamelijk wegens de kosten, die de voorge nomen metamorphose der zaal in eene soort van glazen paleis zoude hebben meegebracht. Het tweede ging nog minder aan, reeds daarom niet, omdat de booze wereld niet eindigen zou om allerlei toespelingen te maken op het uitstel. Het derde plan zou verreweg het eenvoudigste zijn geweest, namelijk om de zaal voor de openbare feestelijke zittingen te gebruiken en de eigenlijke vergaderingen naar eene andere kerk te verleg gen. Gedurende eenigen tijd scheen men dit plan te willen uitvoeren, maar de paus, die, zooals bekend is, veel zin heeft voor schoone versierin gen en passende decoratiën, kon er niet toe over gaan om afstand te. doen van de prachtig inge richte vaticaansche aula. Men zal nu maatrege len nemen, dat ten minste de stenographen de redenaars kunnen verstaan; zij zullen tot dat einde andere plaatsen dan de hun oorspronkelijk aangewezene (op het zoogenaamde Kaltenbankje) erlangen en de beste plaatsen krijgen, die er te vinden zijn. De voorstellen zullen dadelijk gedrukt en onder de kerkvoogden verdeeld worden, maar de stemming eerst den volgenden dag plaats vin den, opdat degenen, die niets hebben gehoord, ten minste door het gedrukte zich een denkbeeld kunnen vormen van het gesprokene." Duitsclilaiid. In het Pruisische Huis van afgevaardigden is eene interpellatie aan de regeering gericht over de Brunswijksche staatsspoorwegen. De Bruns- wijksche regeering is namelijk van plan om al have spoorwegen te verkoopen aan een particu liere maatschappijdaar deze nu over eene lengte van 9 a 10 Duitsclie mijlen Pruisisch grondgebied overgaan, moet de goedkeuring van het Prui sisch gouvernement worden gevraagd. Dit alles is zeer eenvoudig; doch minder voor de hand ligt de reden, waarom de interpellaut, en met hem bijna geheel Pruisen (de Kreuzieitung gaat hier bijv. hand aan hand met de Kölnische), den wensch te kennen heeft gegeven, dat Pruisen zijne toestemming niet zal geven. Met den tegenwoordigen hertog van Brunswijk stei'ft zijn geslacht uit; de gekke hertog van Brunswijk, die in den Haag een tijd heeft ge woond, is vervallen van den troon verklaard. Nu is er indertijd tusschen Hanover en Brunswijk een conventie gesloten, waarbij bepaald is, dat, zoo in een der landen het regeerende huis mocht uitsterven, beide landen met elkander zullen ver- eenigd worden. Hoe die conventie recht luidt weten wij niet. Of wellicht de ex-koning van Hanover nog door eene of andere bepaling van deze conventie voor zich aanspraak zal kunnen maken op den Brunswijkscheu troon laten wij daar, maar zeker is het dat in Pruisen het gevoelen algemeen verdedigd wordt, dat Brunswijk, bij den dood van zijn hertog, aan Pruisen zal komen. Daar het nu het voornemen der Brunswijksche regeering schijnt te zijn, om de gelden, die zij voor hare spoorwegen ontvangt, in de eerste plaats te gebruiken voor het aflossen der schuld, die niet zeer groot is, en in de tweede plaats om aan de verschillende Kreisen een fonds in handen te geven, en alzoo de Brunswijkers te garan deeren dat zij zelfs bij een annexatie aan Pruisen niet zwaar belast zullen worden, verzet men zich in Pruisen hier tegen, daar thans een deel der voordeelen uit een annexatie van Brunswijk, dau zullen verloren gaan. Buitendien wordt ook wel het bezwaar geopperd, dat Pruisens spoorwegen dan in vervolg van tijd niet éen geheel zullen uitmaken, maar de groote quaestie schijnt toch te wezen, dat men in Pruisen gaarne reeds nu alle voordeelen wil gewaarborgd zien, die een inlijving van Brunswijk kunnen mede brengen. In Saksen wordt ieder vader van een kind, dat zes jaren oud wordt, gewaarschuwd dat de schooljaren voor zijn kind begonnen zijnindien de ouders in gebreke blijven om het kind naar eene school te zenden, zoo ontbiedt de overheid hen en leest hun de wetsbepalingen voor. Blij ven zij dan nog nalatig, dan past men de boete toe. Opmerkelijk is de verklaring van een in specteur, die bij eene bevolking van 50,000 zie len, in 8 jaren slechts 42maal de boete had be hoeven toe te passen. F l-auUrflk, Een nieuw manifest van Ledru-Rollin is ver schenen en heeft beteren indruk gemaakt dan zijn eerste; ongetwijfeld zal hij er dan ook wel eenige stemmen door winnen. Félix Pyat heeft van zijn candidatuur afgezien, ten behoeve van een ouvrier, maar uit alles blijkt toch, dat men te Parijs wel eene omwenteling wil langs vrede- lievenden weg, maar volstrekt niet gediend is met eene geweldadige revolutie eh zich niet wil laten leiden door de barricade-mannen. Intusschen is het gouvernement op zijne hoede en streelt op alle. mogelijke wijze het leger, zijn grootsten steun. Op den naamdag der keizerin hebben weer talrijke promotiën plaats gehad. Evenwel blijft de regeering stilzwijgend den verkiezings- chaos gadeslaan. Men legt den keizer deze woorden in den mond: „Indien de democraten het verkiezen, ben ik ge reed om af te treden, maar dan word ik com missaris van politie om de orde te helpen hand haven, waartoe ik jegens de Fransche natie de verplichting op mij heb genomen." Terecht verheft de Figaro zich tegen al die volksredenaars, die weder eene miniatuur-voor stelling van de Fransche revolutie zouden wil len geven en elkander met de namen van Ma- tar, Saint-Just of Danton begroeten. De scherpste pijlen heeft de Figaro tegen deze lieden gericht in een beroep op „les honnêtes gens", waarbij gevraagd wordt: tot hoelang de mannen, die hun gezond verstand bezitten, nog het stilzwijgen bij dit alles zullen bewaren: Jusques a quand, enfin, ces Marat de théütre, Ces faux Saint-Just, ces faux Danton, Ces Robespierre en zinc, ces girondins de platre, Et ces montagnards de carton, Iront-ils, - sans trouver d'obstacle la traverse Des grands travaux intelligents, - Arrêter l'industrie, effrayer le commerce Et troubler les honnêtes gens? België. Het ministerie heeft op de interpellatie van den heer Dumortier geantwoord, dat er volstrekt geen verschil bestond tusschen de kroon en de minis ters; wat de overeenkomst met Frankrijk betrof ten opzichte van de spoorwegen, deze gold uit sluitend zaken, die reeds bekend waren. De re geering was evenwel bereid om het rapport be treflende de onderhandelingen over te leggen. De interpellatie is daarmee geëindigd. In de Wetgegende Vergadering heeft de minis ter Fiére geantwoord op de interpellatie van den heer Dumortier en zegd, dat de Fransch-Belgische quaestie wel aanleiding gegeven had tot zekere gevoeligheid, maar dat men zich bijna moest ge- lukwenschen met die quaestie, want dat zij aan leiding gegeven had, dat de betrekkingen met Frankrijk nu beter waren dan ooit. De gesloten overeenkomst was uit een staatkundig oogpunt zonder eenig bezwaar, en bevatte alleen bepa lingen, die het handelsverkeer moesten bevorderen. Onder de studenten aan de Gentsche hoogeschool waar de colleges in het Fransch gegeven wor den is eene Vlaamschgezinde beweging ont staan. Een twintigtal huuuer hebben een Vlaamsch studentengenootschap tot stand gebracht, hetwelk zich ten doel stelt door aanleering en versprei ding der Vlaamsche taal eene aansluiting tus schen de hoogere en lagere kringen der Vlaamsche maatschappij te bevorderen. TELEGRAJMMEN. Cattaro, 15 November. De dorpen in het ge bergte, ook C-astelnuovo en Ubli, hebben zich bijna zonder uitzondering onderworpen. Krivoscie en Ledenice blijven evenwel den opstand volhou den. De vorst van Montenegro wordt te Grahowa verwacht om zicli van de onzijdigheid van de bewoners aldaar te overtuigen. AJexandrië, 16 Nov. Zondag-avond is Prins Hendrik der Nederlanden met H. D. gemalin van hier naar Port-Saïd vertrokken. Port §aïd, 16 Nov. De Keizer van Oostenrijk en de Prinsen van Pruisen en Hessen zijn giste ren aangekomen en door den Onderkoning fees telijk ontvangen. Het Engelsch gepantserd eska der ligt voor de haven. De Keizerin der Franschen benevens de gezanten van Engeland en Rusland zijn van Kon- stantinopel hier aangekomen. Londen, 16 Nov. De Koning van België met zijn oudste dochtertje, Prinses Louise, is heden avond te halfzeven op het kasteel van Windsor door de Koningin en de Prinsen en Prinsessen der Koninklijke familie verwelkomd. Heden zal de Koning van België op het kasteel van Windsor de commissie der Londeusche burgers, welke aangewezen is om hem namens de stad te ver welkomen, ontvangen. De Daily News meldt, dat Louis Blanc niet naar Parijs is vertrokken maar hier blijft. Parijs, 16 Nov. De dagbladen melden dat gis teren op de kiesvereeniging te Doudeauville 2000 personen tegenwoordig waren. Het manifest der linkerzijde is met een uitbundig gelach en ge fluit ontvangen. De vergadering besliste met schier algeineene stemmen, dat Gambetta het volk ver raden en zijn woord gebroken had. De Figaro zegt, dat de heer Oudet gisteren in eene kiesvergadering, die in de Rue de Paris werd gehouden, den heer Lissaguray heeft ge laakt wegens de aanvallen, die hij zich veroor loofd had op Barbès en Pyat. De vergadering verklaarde het met den heer Oudet eens te zijn. Gisteren is door de rechtbank te Villefronche uitspraak gedaan in de zaak van Au bin. De werkman Costal is tot een jaar, Viallars tot zes maanden, Auguste tot vijf, Beausage tot vier, Consouly tot drie, Bergon tot twee, negen ande ren tot een maand, drie anderen tot veertien dagen en vier tot acht dagen gevangenis, en allen solidair in de kosten veroordeeld. De be schuldigde Pascal is vrijgesproken. De Gazette de France bevat een brief van den bisschop Dupanloup aan de geestelijkheid zijner diocees, waarin hij zich verklaart tegen de opportuniteit van het definieeren der persoonlijke onfeilbaarhed van den Paus, en een afkeurend oordeel uitspreekt over de onstuimige dagbladen, zooals de Univers en de Civilta Catolica, die een debat openen over deze delicate quaestie en op de besluiten van het Concilie vooruitloopen. Berlijn, 16 Nov. De Koningin van Pruisen, de Groothertogin en de Prinses Wilhelm van Baden hebben gisteren de plechtige voltrekking van het huwelijk van den vorst van Rumenië op het kasteel Neuwied bijgewoond. Elberfcld, 16 Nov. Een Berlijnsch correspon dent van de Elberfeldsche Zeitung bericht, dat Prui sen bij de Nederlandsche Regeering aanzoek heeft gedaan om onderhandelingen te openen over den afstand der Banda eilanden aan den Noord-Duit- schen Bond. St.-Petersburg, 16 November. Bij de tweede afdeeling van de Keizerlijke kanselarij is, met herziening der tegenwoordige bepalingen op de censuur en de drukpers, eene speciale commissie benoemd. Correspourlentie. Het ingezonden stukje van G. kan niet geplaatst worden. Dat er gebrek aan wagens bestaat op een dag als heden, is niet aan den stationschef te wijten; bovendien is genoemd artikeltje te uitvoerig voor het gering belang van het onderwerp en voor de beperkte ruimte van ons blad. LAiLTSTE BERICHTEN. Voorschoten, 17 Nov. Hedenmorgen is het per soneel van de fabriek van den heer Van Kem pen alhier onder geleide van muziek naar's Hage vertrokken, waar zij zich zouden aansluiten aan den feestelijken optocht. 's-Gravenhage, 17 Nov. Het gedenkteeken van 1S13 is heden plechtig onthuld. Goed weder be gunstigde de plechtigheid, waarbij eene ontelbare menigte aanwezig was; allerwege heerschte de grootste geestdrift. De Koning, de Koningin, de Prins sen van Oranje, Alexander, Prinses Maria waren tegenwoordig, zoomede het corps diplomatique, het Chineesch gezantschap, de ministers, de auto riteiten en ambtenaren. Overeenkomstig het pro gramma, hebben Prins Frederik, de burgemeester der hofstad, de voorzitter der hoofdcommissie, de heer Heemskerk en de hoogleeraar Oosterzee het woord gevoerd. De Burgemeester heeft het gedenkteeken aan vaard namens den gemeenteraad. De Hoogleeraar herinnerde aan de gebeurtenissen van 1S13 en hoopte dat de onthulling van het gedenkteeken een vernieuwden band van trouw moge uitma ken tusschen Oranje en Nederland, een band, die sedert drie eeuwen bestaat. Alles is in de beste orde afgeloopen. Door Z. M. zijn benoemd tot commandeurs van de Eikenkroon: de burgemeester der Residentie en de secretaris der hoofdcommissie, de heer d'En- gelbronner; tot officieren: de HU. Van Kempen, vader, de architect Pietersen en de fabriekant van Koevorden; tot ridders: de heeren Van Kempen, zoon, Koelman en Simons, ontwerpers en vervaardigers van het monument. Amsterdam, 17 November. Rogge Petersburg 193 van boord op tijd, dito 18S c. z./k. van boord, Tagenrog 195 op tijd, 190 c. z./k., op lev. p. Maart 187, 1S6, 187, 188; p. Mei 186,185, 186, 1S7. Stemming: Rogge contant onveranderd, op lev. lager. Raapolie vliegend 3S$j, najaar 37, 37%, 38, voorjaar 39, 39%. Lijnolie vliegend 30S, najaar 3014, voorjaar 31S4. Koolzaad p. April 76%. Madkid, 16 Nov. De regent zal aanstaanden Donderdag den heer Corvo, den Portugeeschen gezant, ten gehoore ontvangen; vermoedelijk zal Corvo in het begin van Dec. worden vervangen. In de Cortes is eene langdurige discussie ge voerd over de afzetbaarheid der leden van de magistratuur. De dagbladen, die de candidatuur van den hertog van Genua zijn toegedaan, hopen, dat de koning van Italië zijne toestemming zal geven. HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN. Burgerlijke stand van Leiden van den llden tot en met den 17den November. Gehuwd: J. A. Bruins jra. cn E. J. Vau Lilh jd. N. Sampimon jm. en C. A. Van den Endc jd. J. Loebcr jm. en C. Le"ct jd. W. De Graaf jm. cn M. W. Bink jd. J. J. Van der Heydeu jm. en S. Bregman jd. A. Van der Waals jm. cn M. Helfcnsteyn jd. H. Bey jm. en L. Leget jj_ K. H. Cras jra. cn C. Ouwcrkcrk jd. li. J. Valk wedr. en M. Wijnkool jd. J. Staleman jm. cn S. Schoonder- gang jd. G. Tukker jm. cn G. Henscn jd. P. De Graaf jm. en G. Van Leeuwen jd. J. Hooybcrg jm. cn W. Witte- naar jd. F. Van Golde Jm. en J. M. Stcenstraten jd. Bevallen: A. D. Van Sonsbeek, gcb. Kroon, D. C. Van der Walle, geb. Wiedc, Z. M. Rijken, geb. Bey, D. A. M. Van Dijk, geb. Van der Voort, Z. C. P. Webbers, geb. Reynders, D. M. C. Duivcstcyn, gcb. Vau Kempen, D. S. A. M. StefFelaar, geb. Nabal, D. H. J. C. Holtz, geb. Schüller, Z. H. Demmcnie, geb. Van der Meer, Z. A. M. De Water, geb. Van den Burg, Z. J. Miercmet, geb. Van Gclderen, Z. J. Bekooy, gcb. Dc la Rie, Z. J. Spijker, gcb. Van Eendenburg, Z. M. J. Stamkot, gob. Van Becracn, Z. J. L. Van der Koelen, gcb. Verhoeven, D. E. B. Overdnin, geb. Van der Leek, D. J. l'Ecluse, gcb. Hauselaar, IX J. Nieuwenhuizen, geb. Langenbroek, C. E. Ver hoogt, gcb. Niemuldcr, D. M. J. Van Steenbergen, geb. Van Leeuwen, D. Overleden: H. Ober Z. 1 ra. C. A. J. Van Haarlem IX 1 m. W. v. d. Maas Wr. 85 j. H. K. W. Frankstnanu, geb. Kampenhout, 35 j. J. De Haas 68 j. G. v. d. Voort 41 M. C. Luksenbnrg D. 4 m. G. M. Van der Grift D. 23 ra. H. v. d. Steen Z, 2 j. M. Simon, wed. P. Verraa, 93 j. J. H. v. d. Walle 76 j. J. Van Kampen, geb. Kar- lie, 45 j. A. Zirkzce Z. 16 d. M. E. Van Beek 5 m. H. v. Putten Z. 1 j. P. C. Van Booren Z. 14 j. C. Ja- pikse Z. lm. C. Beuzemaker Z. 11 m. J. B. Busch D. 5 <j. H. B. Cavé 31 j. E. G. M. Van Beemcn D. 20 m. H Zirkzee Z. 19 d. Burgerlijke stand van Katwijk van den l"tc" tot den 15den November. Gehuwd: F. Parlcvliet jra. 21 j. on J. Haasnoot jd. 21 j. Bevallen: A. Ouwehand, geb. Dc Jong, D. G. Van Rijn, gcb. Van Dnyn, Z. A. Ouwchand, geb. Van Dnyvenbode, Z. J. Hoek, geb. De Rens, Z. W. Van Duyvenbode, geb. Van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3