N°. 2998. Woensdag A°. 1869. 17 November. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DKR ADVEKTKNTIEN. Voor iederen regel0.15. Groolere letlrer naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 16 November. In de zitting der Tweede Kamer van gisteren is in de eerste plaats besproken, het consignatie stelsel. De HH. Lenting, Blom en Blussé hebben de wenschelijkheid betoogd, dat er meer koffie en suiker op Java zelf zou verkocht worden, om ten slotte het geheele consignatie-stelsel te ver laten. Zij meenden dat de minister wel op den goeden weg was, dat hij wel vooruit ging (er zullen het volgende jaar in Indië 50,000 picols suiker meer verkocht worden), maar hun grief tegen den minister was toch, dat hij niet spoedig genoeg ging of, gelijk de heer Blussé zeide, dat hij slechts met éen been vooruitging, en voorde koffie niets deed. De voordeelen van den verkoop in Indië wer den door de HH. Lenting en Blom met enkele woorden na het uitvoerige debat hierover reeds vroeger en ook in het afgeloopen jaar gevoerd, was dit zeker voldoende aangegevenvestiging van een goede markt in Indië, vooral met het oog op Australië, de westkust van America en de golf van PerziëBatavia moet de eerste han delsplaats in den O.-I. Archipel worden, zeide de heer Blom, en, voegde hij er bij, Batavia kan dit wordenmaar dan moet ook daar ver kocht worden, en moet men niet alles van daar dadelijk naar Nederland brengen, om hier te verkoopen. Buitendien zal het gouvernement spoe diger geld krijgen voor zijne producten, minder risico Ioopen, en waarschijnlijk betere prijzen ma ken, last not least - en dit is in het vorige jaar door de Rotterdamsche en Amsterdamscbe kamers van koophandel met klem betoogd zal onze eigen handel daardoor tot meer ontwikkeling komen, onze handel zal op eigen krachten moeten steu nen, zelf zijn weg leeren vinden en niet meer aan de leiband van handelmaatschappij en re geering loopen. De Minister herhaalde nu wel is waar zijn woorden, in het vorige jaar gesproken, dat het consignatie stelsel een ongezond stelsel is, doch hij wenschte geleidelijke opheffing, en daarom kon hij voor 1S70 geen meerdere beloften doen. De waarde van den meerderen suiker in Indië te verkoopen is ongeveer 2% millioeu gulden, en dit oordeelde de minister bij een geleidelijke overgang voldoende. Het voornaamste is zeker dat wij werkelijk vooruitgaan, en dat er jaarlijks in Indië meer verkocht wordt en dit geschiedt. Nog werd besproken de leden der Tweede Kamer zaten gisteren als kruideniers te praten; dit is het natuurlijk gevolg van het aangenomen systeem nog werd besproken de vraag, hoe men de beste prijzen voor de koffie kon makenhoe dikwijls moeten er veilingen plaats hebben, om het halfjaar, eiken maand, of elke week zoo als door sommigen buiten de Kamer is voorge steld, en waartegen de heer 's Jacob zich sterk verklaarde? Elke drie maanden veilingen te hou den wordt door den heer J. Jacobson, makelaar te Rotterdam, verdedigd in zijne brochure: „Het koffie-veiling-stelsel in Nederland." Wij laten de beslissing aan deskundigen over. Voorts had er gisteren eene. korte discussie over spoorwegen op Java plaats, en de heer Stieltjes ontwikkelde zijne oorspronkelijke plannen, doch werd door den voorzitter tot de orde geroepen. Ten slotte stelde de heer Nierstrasz bij de wet op de middelen in Indië een amendement voor, om terug te komen op de afschaffing der pand jeshuizen, die, naar zijne meening, niet bij een voudig besluit, buiten de wetgevende macht om, had mogen geschieden. Hierover zijn heden de beraadslagingen voort gezet. De vooizitter verzocht aan het einde der zit ting de leden, om vroeger Ier vergadering te komen, daar hij des ochtends eerst te half 12 de vergadering kon openen. ONS VOLK. III. Een volksconcert door en voor het volk gehou den, ziedaar wat we hier nog niet hadden bijge woond en waarom we dan ook met belangstel ling het door de Werkmansvereeniging: Nut en genoegen op gisterenavond aangekondigde concert in de Stads-gehoorzaal, zijn gaan hooren. Eeu goed bezet orkest, bestaande uit de muziek van het eerste regiment huzaren te 's-Hage, on der leiding van den heer Kohier; een eivolle zaal met mannen en vrouwen meest allen voor deze gelegenheid in hun beste pak gestoken; en eindelijk eeue hoogst welwillende ontvangst van de zijde van het Bestuur der genoemde ver- eenigingdit alles te zamen bracht ons in eene recht aangename en vroolijke stemming. Het programma werd, met eene pauze van een half uur, goed en zuiver afgespeeld en telkens werden de verschillende nommers luide toeeeiuicht. en enkelen op aanhoudend verlangen herhaald. Zooals men zich herinneren zal, bestond eigenlijk het oorspronkelijke plan der sociëteit Nut en ge noegen om, daartoe door de welwillendheid harer medeburgers in staat gesteld, reeds in den afge loopen zomer eeu volksconcert op Pax Intrantibus te geven. Verschillende redenen beletten haar toen dat voornemen te volvoeren, en we vinden het daarom een gelukkig denkbeeld dat zij haar plan niet heeft laten varen, maar, zij het dan ook in gewijzigden vorm, daaraan alsnog heeft gevolg gegeven. En met welken uitslag? Men vrage d>t aan iederen werkmam, die gisteren avond, al dan niet in gezelschap van vrijster, vrouw of dochter, een deel dier saamgedrongen menscheumassa uitmaakte. Of hij er pleizier heeft gehad? Het genoegen stond op zijn gelaat te lezen, en, als ge weer eens een kaartje voor hem hebt, houdt hij zich aanbevolen Volksvoorlezingen, Volksconcerten, 't zijn de ware hulpmiddelen, die men moet aanwenden om den zin voor het goede en schoone bij het volk aan te kweeken en te ontwikkelen. Verg vooral niet dat ge van uwe eerste pogingen reeds rijpe vruchten plukken zult, maar houd aan u met het volk in te laten, zijne behoeften te pei len en er zoo mogelijk onder verstandige leidiug aan te voldoen, en de goede gevolgen zullen niet achterblijven. Moge zoo het goede voorbeeld door de vereeni- ging: Nul en genoegen gegeven navolging vinden bij allen, die wat voor het volk kunnen doen! De maatschappij in het algemeen zou er wèl bij varen. Hedenmorgen had op de begraafplaats aan de Groenesteeg alhier de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van den heer divier. Aan het graf bevonden zich behalve de familie van den overledene de wethouders dezer gemeente, eenige leden van den gemeenteraad, alsmede de heer Neéb, deken der orde van advocaten. Op uitdrukkelijk verlangen van de familie is er aan het graf niet gesproken. Met buitengewoon genoegen woonden we gister avond in den schouwburg de voorstelling bij van het Hoogduitsch tooneelgezelschap van den heer Van Lier uit Amsterdam. In Peuer in der Madchen- scliule was 't vooral Erl. Raabe, die als Marie den rechtmatigen lof van het publiek inoogstte; de heer l'Hamé als Von Avenay was uitstekend. Des ndchsten Hausfrau is een aardig stukje van Julius Rosen, die er wel meer aardige gemaakt heeft, zooals Hildebrand zegt van de liedjes van Holtei. Het talent van dien schrijver schijnt zich vooral bijzonder te leenen tot het uitwerken van dergelijke toestanden: ten bewijze daarvan het succes, dat ook Kanonenfutter mocht oogsten. Do hoofdrol was in handen van den heer l'Hamé, die waarlijk onovertrefbaar was, en toonde uit stekend acteur te zijn. De gemakkelijkheid van de minste zijner gebaren en bewegingen ver dient afzonderlijke vermelding. De heer Ascher is een uitstenena Komiot, a;, 1 -11 op zijne plaats was evenals zijne teedere we derhelft Camilla (Frau Gerlach). Frl. Frey gaf de coquette nicht Camilla allerliefst weer; de geheele opvoering was zoo, dat we den wensch niet kunnen weerhouden, het gezelschap van den heer Van Lier weer spoedig en dikwijls hier te zien optreden. De avond werd besloten met het aardige Bei Wasser und Brod, waarin Frl. Raabe wederom gelegenheid had haar talent te doen uitkomen. Jammer, dat de muziek nog al iets te wenschen overliet. De zaal was tamelijk bezet. Het plan om aanstaanden Zondag in de kerk der Doopsgezinde gemeente een orgelconcert te I geven, ten voordeele van de ongelukkigen in Katwijk, die door de stormen der laatste tijden in den jammerlijksten toestand zijn geraakt, doet den ontwerper en hun, die hem ondersteunden, eer aan. Dag en plaats zijn in treffende harmonie met het doel. Er bestaat dus geen twijfel of dit concert zal de toejuiching vinden, die het ver dient; terwijl velen, die het betreuren dat, ten kerken met hare orgels gesloten blijven voor de uitvoering der verhevene muziek, ons nagelaten door mannen als Handel, Bach en Mendelssohn, in staat zullen zijn door ruime en vroolijke deel neming dit lichtpuntje aan den donkeren horizon der classieke muziek te begroeten. Het volgend overzicht van de. opbrengst dei- Middelen (hoofdsom en opcenten) over de maand Oct. 1869, in vergelijking gebracht met de op brengst over hetzelfde tijdvak van 1868, werd door het Departement van Financiën openhaar gemaakt: 1869. 1S68. Directe belastingen, f2,346,719.93' f2,774,074.21' In- en uitg. rechten. 387,229.48' 409,905.58 Accijnzen „2,417,632.97 „2,395,148.99' Waarborg en bel. dei- goud, en zilv. werk. 24,504.24 22,120.77 Indir. belastingen „1,340,143.90 „1,195,435.03' Domeinen 125,454.88 131,493.88 Posterijen 239,164.35 218,014.35' Rijkstelegrafen 48,437.58 49,596.38' Staatsloterij 137,372.00 Akten voor jacht en visscherij 3,255.50 2.938.00 Loodsgelden 92,079.32 88,385.83 Totaal f7,161,994.16 f7,287,113.04' De opbrengst over de 10 eerste maanden van dit jaar was f61,430,716.25 tegen f5S,724,162.16' in hetzelfde tijdperk van 1868. Het zal de minnaren van zeldzame plantge wassen niet ongevallig zijn bij dezen te verne men, dat thans in de groote zaal van het socië- teits-gebouw van het Koninklijk Zoölogisch Bo tanisch Genootschap te 's-Hage een Agave lurida, van Vera Crux in bloei staat. Het is de eerste maal dat deze soort in ons vaderland hare bloe men vertoont; enkele maien neett de meer ge wone soort (de Agave americane) de verwondering verwekt van hen, die haar in bloem gezien heb ben, niet minder zal zulks het geval zijn bij de beschouwing der Agave lurida. Deze plant, voorze ker bijna eene eeuw oud, heeft sedert ongeveer het midden der maand Juni jl. haren bloemsten gel beginnen te ontwikkelen en wel met zulk een groeikracht dat de stengel de eerste dagen ongeveer 1 voet per dag in lengte toenam; de la ter invallende ongunstige weersgesteldheid heeft klaarblijkelijk een nadeeligen invloed op hare volgende ontwikkeling gehad. Niettegenstaande heeft de stengel evenwel eene hoogte van 5 y, me ter bereikt en prijkt thans met vele honderden gele bloemtrossen. (Vad.) Naar wij vernemen, is de Canneburg onder Vaassen Zaterdag verkocht door den heer Isidoorn iv Blois aan de heeren gebroeders Wolff te Elburg en H. Wolff te Arnhem, voor ruim zesmaal hon derd duizend guldens. {Hid.) Friedrich Overbeck, de wereldberoemde kun stenaar, is den IJ"1" dezer te Rome overleden. Den gevolge van middeleeuwsche denkbeelden, de 2J°"> Juli 1789 was hij te Lubeck geborenin 1810 HET MANNETJE IN DE MAAN. EEN ET1INOGRAFISCH OVERZICHT VAN OSKAR PESCHEL. Er is zeker geen volksstam op onzen aardbol, die niet aan de vlekken in de niaan een sprookje heeft vastgeknoopt, of er een verklaring van heeft pogen te geven. Ten bewijze daarvan strekt het hier volgende overzicht. Volledig is dit zeker niet. Meer belezenen dan wij kunnen, desverkie- zende, het ontbrekende aanvullen. Reizigers en zendelingen ter bekeering van de heidenen wor den er wellicht door opgewekt, bij hun verblijf onder natuurvolken, een luisterend oor te leenen aan de. verklaringen, die deze van het zooge noemde maangezicht geven, of van hunne vade ren overgenomen hebben. Tot nog toe heeft men niet kunnen verklaren, waarom door onderscheidene volken de maan in verband wordt gebracht met den haas. De Hot- tentotsche stam der Namaqua's vereert den man in de maan als een hooger wezen, en eet het vleesch van den haas niet, daar zij dit dier als heilig beschouwen. (Waitz, Antropologie, deel II, blz. 342.) „Op zekeren dag," zegt de overle vering, „riep de maau den haas, en belastte hem met de volgende boodschap aan het menschdom „Gelijk ik sterf en vernieuwd word, zult ook gij sterven en weder levend worden." De haas snelde heen, om zijn last te volvoeren; maar, in stede van de woorden: „gelijk ik sterf en vernieuwd word," boodschapte hij „gelijk ik sterf en niet weder geboren word." Toen de maan, bij de terugkomst van den haas, vroeg wat hij gezegd had, en de bode nauwkeurig de door hem ge sproken woorden herhaalde, riep het hemelsche licht: „Wat? gij hebt den menschen gezegd: ge lijk ik sterf en niet weder geboren word, zult ook gij sterven en niet weder levend worden!" Te gelijk slingerde de maan een stok naar den haas, die zijn lippen spleet, en van dit oogenblik dag- teekent de zonderlinge vonn van den snuit van dit dier. De haas koos oogenblikkelijk het ha zenpad, en sedert zwerft hij altijd als een vogel vrij verklaarde op aarde rond. De oude Nama qua's besluiten gewoonlijk het verhaal van dit sprookje met de woorden: „Wij zijn nog altijd boos op den haas, wijl hij ons zulk een slechte tijding bracht, en eten zijn vleesch dus niet." (Andersson, Lake Ngami, Londen 1856, blz. 328.) In de dertiende fabel van den Indisohen Hitopa- desa geeft zich, voor het aangezicht van den ko ning der olifanten, een haas uit voor den gezant van de maan, om zijn geslacht te vrijwaren voor het gevaar, van door de dikhuiden doodgetrapt te worden, en beroept zich op het door hem geconstateerde feit, dat de maan in hare schijf het beeld van den haas als wapen voert. (Hito- padesa, uitg. A. Boltz Leipzig, 1868, blz. 59.) Werkelijk wordt de maau in Indië „haasdrager of haasvoerder" genoemd, en afgebeeld, met een haas in de hand, in een wagen, niet twee anti lopen bespannen. Hoe de Hottentotten, het over schot van een menschenras, dat vroeger een veel grooter gedeelte van Zuid-Afrika besloeg, aan een volksverhaal zijn gekomen, dat zoo groote overeenkomst, heeft met eene Indische sage, is een raadsel, de belangstelling van onderzoekers overwaardig, maar zeker zeer moeilijk op te lossen. In Indië heeft men echter de maanvlek- ken niet altijd door dezelfde kijkers bezien. Aan anderen vertoonden zij zich in de gedaante van een ree (Humboldt, Kosmos deel III, blz. 539); vandaar dat de wachter van onzen bol ook ree drager of reevoerder genoemd wordt. In Siam ziet men in bet schaduwbeeld van de lichtende schijf nu eens een haas, dan een bejaard echtpaar, een grootvader en een grootmoeder, die de vel den in de maan bebouweD, en nu juist een hoop rijst omwerken (Bastian, Oost-Aziatische volken, deel III, blz. 242). De Bouddhisten aldaar ver tellen op hunne beurt, dat de stichter van hun godsdienst zes jaren lang geworsteld heeft, om het hoogste licht deelachtig te worden, en niet eer overwinnaar is gebleven, dan nadat hij de letters „om" in de schijf der maan had lee ren lezen (blz. 349.) De Japanners willen in de duistere omtrekken op het beeld van de maan een konijn zien, dat in een mortier met een stamper rijstkorrels vermorzeld wordt (deel V, blz. 480). De Eskimo's, uit wier taal wij opmaken, dat zij uit Azië naar de Nieuwe Wereld zijn ver huisd, en die wij onder de Mongoolsche rassen ineenen te mogen rangschikken, beschouwen de inaan als den jongeren broeder van de zon, die zij, evenals wij, Hollanders, tot het vrouwelijk ge slacht rekenen te behooren. De verduisteringen worden teweeggebracht doordien de zuster ha ren geliefden broeder aan haar hart drukt, en kust. De vlekken op het gelaat van de maan zijn de sporen van de morsige handen van de zon (deel IV, blz. 120). De Mougoolsche Buralen geven een meer uitvoerige verklaring van de maanvlekken. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1