dotatiën aan graaf Von Bismarck, den minister
van oorlog, Von Koon en drie generaals 1% mil-
lioen besteedde, en geen 60,000 th. overheeft
voor de weduwen en weezen der onderwijzers
aan de lagere scholen. En zoodoende zijn de pen
sioenen voor die weduwen hoogstens van 50 th.,
bij een minimum van 12 th.
Maar het leger is uitstekend ingericht en l/iat
tuill do!
Engeland.
Terwijl in Frankrijk de oppositie tegen eene
hernieuwing van het handelstractaat met Enge
land zich, evenals vorige jaren, luide doet hoo-
ren, gaan ook in Engeland verscheidene stemmen
tegen het vrijhandel-stelsel op. De Times stelt hel
zich tot taak - voorwaar eene eervolle - om
de oppositie tegen het Cobdensche tractaat te
wederleggen.
In een zijner laatste nos. geeft de Times toe,
dat de uitvoer van zijden stoffen van Engeland
naar Frankrijk van 1860 tot 1867 van 413.000
op 330.000 pd, st. is verminderd, en dat de in
voer van dit artikel in Engeland uit Frankrijk
van 3 op 10 millioen pd. st is vermeerderd. Het
blad ontkent niet, dat dit de ondergang moet
met zich slepen van de beide steden, die van hare
zijdefabrieken leven, Coventry en Macclesfield.
Wat heeft echter deze ondergang te beteekenen?
De ruwe stof kan Engeland voor denzelfden prijs
als Frankrijk krijgenmachines en kolen kan
Engeland, naar alle waarschijnlijkheid, goedkooper
hebben, daar het dit alles uitzijn eigen land heeft.
yWij vreezen te moeten toegeven, zegt de Times, dat
de Franschen ons in goeden smaak overtref
fen, en daarom is het ons moeilijk om met hen
gelijken pas te houden. Hebben wij evenwel al
onze energie reeds ingespannen, om zulk een
concurrentie het hoofd te bieden Daarop ant
woordt de Times met een citaat uit een brief van
Edmond Ashworth, een deskundige in handels
zaken: deze vindt het antwoord in de Trades-
Unions. „De arbeiders hebben ten gevolge van
een onafgebroken pressie op hunne meesters, de
iabricage zoo gedeprimeerd, en de loonen zoo in
de hoogte gedreven, dat ook voordat de Fran-
sche concurrentie zich deed gelden, de industrie
te Coventry en te Macclesfield reeds achteruitging.
Verscheidene takken van industrie hebben zich
naar andere steden van Engeland, ja zelfs naar
Duitschland verplaatst. De stad Middleton in
Lancashire, heeft ten gevolge van een strike in
Macclesfield een deel der industrie van daar naar
zich toegetrokken."
De Times eindigt ziju betoog met de vraag
Wat men eigenlijk verwacht van een wijziging
in het handels tractaat? Alleen dat de loonen van
de wevers in twee steden ten koste van het
overige publiek zullen worden in bescherming
genomen. De wevers hebben volkomen recht om
den prijs voor hunnen arbeid vast te stellen, en
om hunnen arbeid te weigeren zoo zij dezen
prijs^ niet ontvangen, maar het publiek heeft
even zoo recht, om hun niet meer werk te geven
,i en goedkoopere arbeiders tot leveranciers te ne
men. Willen de Franschen het tractaat niet ver
nieuwen, laat hen dan zoo duur inkoopen, als
ze willen. Maar laat ons voortgaan, om van hen
goedkoop in te koopen.
De heer Peabody laat naar men zegt ƒ48,000,000
na. Hij was geen bijzonder knap man, zegt de
Spectator, maar hij had die onbeschrijfelijke hoe
danigheid, welke sommige menschen in staat
stelt fortuin te maken, eene soort van voorgevoel
«en voorwetenschap in den handel. Hij wist, als
het ware bij instinct en ingeving, welk artikel
geld zou opbrengen en welk niet. Gedurende
zijn leven heeft hij meer dan ƒ6,000,000 aan gif
ten in Amerika en Engeland besteed.
Frankrijk.
De heer Ollivier zal nog vooreerst geen mi
nister worden, als in koor herhalen alle Fransche
bladen dit bericht. De drukte, die gewoonlijk te
Parijs met de verkiezingen gepaard gaat, is thans
meer dan ooit merkbaar. Ledru Rollin, hoewel
deze geweigerd heeft den eed af te leggen, zal
toch nog stemmen genoeg op zich vereenigen,
maar ook Crémieux handhaaft zijne candidatuur,
en zal waarschijnlijk wel de zege wegdragen.
Volgens een gerucht heeft het couiilé dat in
overeenstemming handelt met de beginselen door
den Réveil voorgestaan, naast Ledru-Rollin, Felix
Pyat en Barbès kandidaten gesteld. Naar men
zegt is Rochefort de reserve-candidaat van ge
noemd comité voor het eerste district; in dat ge
val zou men hem evenwel als verplichting stellen
zijn eed terug te nemen. Intusschen wordt Ro-
chefort, waar hij zich vertoont, met levendigen
bijval begroet.
In eene vergadering, Zaterdag jl. onder leiding
van den heer Laurier gehouden, heeft men uit
gemaakt, naar aanleiding van de brieven tegen
Marat en de Demagogen, aan Gambetta toege
dicht, dat een man als Gambetta, die in twee
departementen met verpletterende meerderheid
wordt gekozen, zich niet elk oogenblik van den
dag ter beschikking behoeft te stellen van een
handvol warhoofden en woelgeesten, volstrekt
zonder eenig mandaat.
België.
Bij de opening van de zitting der Kamers heeft
de heer Dumouriez het Gouvernement geïnter
pelleerd over het gemis eener troonrede. De heer
Fi ére Orban heeft in antwoord hierop verklaard,
dat zu!k eene rede ditmaal onnoodig en ontijdig
zou zijn geweest. Daar de duur der zitting thans
eenigermate beperkt zal zijn, heeft het Gou\or
nement het ondienstig geacht, de werkzaamheden
te vermeerderen door eene discussie over een
adres van antwoord.
De Etoile Beige spreekt van een gerucht betref
fende eenige ophanden zijnde wijzigingen in het
Kabinet.
TEI^EGBAMMEN.
Madrid, 9 November. In eene vereeniging van
Unionisten is besloten om te transigeeren ten op
zichte van alle ondergeschikte punten, maar om
zich ten stelligste te verklaren tegen het beginsel
om eene dynastie te grondvesten met een min
derjarigen koning aan het hoofd. Topete heeft
zich met dit besluit vereenigd.
Paw js, 9 November. De heer Ollivier is giste
ren van hier vertrokken. Vele afgevaardigden
hebben voorgesteld hem tot president van het
Wetgevend Lichaam te benoemenmaar hij heeft
verklaard dat hij niet de mededinger van den
heer Schneider wilde zijn. Hij is daarentegen
bereid de woordvoerder der meerderheid te wor
den, indien deze hem wil ondersteunen om, op
het terrein der vrijheid en uitnaam der vrijheid,
de revolutionaire pogingen te bestrijden.
Pesth, 9 November. Ter beurze was men
eenigszins meer gerustgesteld, hoewel zich nog
enkele faillissementen voordeden.
Het Lagerhuis heeft het voorstel betreffende
de quaestie der Bank met bijna eenparige stem
men aangenomen.
P r o m o t i n.
Leiden, 10 Nov. Bevorderd tot doctoren in de
rechten de heeren A. H. H. Van der Burgh,
geb. te 's-Gravenhage en R. J. C. Loisel, geb.
te Houthem, beide met Stellingen.
Groningen, 9 November. Aan onze hoogeschool
werden heden bevorderd tot doctoren in de beide
rechten de heeren H. Meinesz, geboren te Delft,
en A. Janssenius de Vries, geb. te Warffum,
beiden na verdediging van Stellingen.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
(Vervolg der zitting van gisteren.)
Onder-afdeeling 45 (koffie 15,031,689). Op deze
onder-afd. is een amend, voorgesteld door de heeren
Van der Hucht en Mirandollo om dezen post met
910,000 te verhoogen.
De heer Van der Hucht licht het amend, toe. De
voorstellers van het amend hebben geen enkelen grond
van rechtvaardigheid of billijkheid kunnen vinden,
waarom in de Preanger Regentschappen alleen ƒ6 50
per pikol zou worden vergoed en overal elders in
Java ƒ13 per pikol zou worden betaald.
Dit amendement geeft de Kamer gelegenheid om
door handelingen te toonen, dat zij waarlijk sympathie
heeft met den trouwen, eerlijken en eenvoudigon
Javaan. Maar waarom nu dit verschil tusschen de
Preanger en elders? Spr. heeft wel eens geh «oril:
dat is natuurlijk, de Javaan betaalt aldaar geen land
rente. Is dat juist? Volstrekt niet.
Al brengt de Preangerman niet de belasting op, be
kend onder den naam van landrente, dan brengt hij
toch een belasting op, die daarmede gelijk staat: hij
moet 1/10 van het rijstgewas afzonderen voor de
inlandsche hoofden, en dit 1/10 staat gelijk met de
landrente, welke op Java aan het gouvernement
wordt betaald. Ook moet men niet vergeten, dat de
Inlandsche hoofden in de Preanger niet worden ge
salarieerd, en dit loon ook door den inlander moet
worden betaald.
Maar de inlander in de Preanger betaalt meer.
Hij betaalt djabab, dat is 1/10 aan de priesters en
aan de geestelij i. heiddat is niet facultatief maar
verplichtend.
Hieruit blijkt dus dat de Preangerman, die geene
landrente betaalt, toch nog het dubbele betaalt van
hetgeen op Java van den Javaan geheven wordt.
Ook op Java bestaat de djabab, doch het is geheel
aan den inlander overgelaten zoo weinig of zoo veel
te geven als hij verlangt.
Maar er zijn in de Preanger nog tal van beGffin-
gen, die de Preangerman betalen moetvoor eiken
buffel, voor elke koe moet hij kop en vel aan het
hoofd geven; bij grooten handel eene bijzondere be
lasting aan de hoofden voldoen; wanneer in de Pre
anger werd feestgevierd, dan moet elk welgezeten
man kippen, brandhout, kortom een deel van zijn
bezit voldoen. Talloos zijn aldus de heffingen, ma«r
voor de niet vrijwillig geproduceerde koffie wordt
hem een zeer gering loon betaald: is dat billijk,
rechtvaardig?
De productie is daar stationnair gebleven, en nu
i<an spr. uit ondervinding spreken, want hij kwam
dikwijls in de koffijtuinen, dat de aanneming van zijn
amendement reeds het volgend jaar vermeerdering van
20- a 25,000 pikols koffie ten gevolge zal hebben.
De heer Van Goltstein beroept zich op de ge
schriften van den heer De Waal en van andere schrij
vers, om te betoogen, dat nergens de inlander in zoo
welvarenden toestaud verkeert als juist in de Prean
ger, en dat men slechts van een belasting kan spre
ken welke van den Preangerman geheven wordtde
afzondering van 1/10 was het rijstgewas. Daarom is
spr. tegen het amendement.
^De heer Nierstrasz bestrijdt den voorsteller van
het amend., en wijst op de gansche bijzondere ver
houding van de regenten van de Preanger. De Pre
anger is een gedeelte, dat bij tractaat aan het Ned.
gouv. is overgegaan. Bij dat tractaat zijn preroga
tieven toegekend aan deze regenten, welke aan an
dere zijn ontnomen.
Hij bestrijdt het amend, vooral op grond van den
benarden toestand onzer schatkist, en van het gezegde
van den Min. zeiven, dat de Preanger behoort tot
het welvarendste deel van Java.
Hij wijst ten slotte od de waarschuwende leerin
gen, welke de Britsch-Indische geschiedenis beyat, om
met door het in het leven roepen van nieuwe orga
nisation het gezag der trouwe hoofden te krenken.
De heer Sloet Van de Beele levert een breedvoe-
g geschiedkundig overzicht van den toestand der
PreaDger Regentschappen onder en na het bestuur
der Indische Compagnie om te betoogen dat de
regenten van de Preanger zijn dienaren van ons
Gouvernement, maar niet door ons worden bezoldigd.
Hij komt daarna tot de verschillende heffingen, welke
van den Javaan in de Preanger worden gevorderd.
Hij voert daarbij aan, dat de heer v. d. Hucht in
ziju schets niet heeft gewezen op de drukkende en
harde passer-belasting, welke alleen in de Preanger
is blijven bestaan, maar elders door den Gouv.-Gen.
Yan Twist is afgeschaft.
Voor het overige stemt des sprekers schets overeen
met die van den heer v. d. Hucht; alleen wijst hij
nog op het verplicht leveren van de schoonste paarden
en andere schoone zaken tegen den minsten prijs.
Het Preanger-stelsel zal en moet verdwijnen dat
ligt in den geest van het Regeeringsreglement Maar
het moet geschieden met tact en met beleid. De re
genten zullen er dan gemakkelijk toe te brengen
zijn om van hunne rechten afstand te doen. Maar
de fnuiking van de macht der priesters zou gevaarlijk
kuunen zijn.
Het ware onstaatkundig, die macht tegen te gaan,
en nu brengt hij het amendement met dit punt in
onafscheidelijk verband. Hij maakt dit amendement
afhankelijk van 's Ministers verzekering, dat hij met
\ersneldeu stap het Preanger stelsel wil opheffen,
waaromtrent hij meent dat juist voorstellen door het
Indisch Bestuur zijn aanhangig gemaakt.
Spr. blijft dus de inlichtingen van den Min. van
Koloniën afwachten.
De heeren Insinger en Yan Lyndeu bestrijden het
amendement op grond van den bijzonder welvaren
den toestand der bevolking in de Preanger regent
schappen.
Zitting van Woensdag 10 November.
Aan de orde is de voortzetting der beraadslagin
gen over de Begrooting voor Ned. Indié dienst 1870,
en wel over art 45, en 't daarop voorgestelde amen
dement der heeren Y. d. Hucht en Mirandolle, tot
verhooging met ƒ910,000.
De heer Stieltjes motiveert zijne goedkeurende
stem voor 't amendement, doch weerspreekt vooraf
het beweren, dat de betrekkelijke welvaart in de Pre
anger aan het vigeerend regeeringsstelsel zou zijn toe
te schrijven, en dat de inlanders weinig behoefte heb
ben. Dit is niet het gevolg van het stelsel, evenmin
als de goede hoedanigheid der koffie. Dit hangt samen
met het klimaat en de goede ligging dier bergachtige
streken voor de koffiecultuur, terwijl ook niet uit 't
oog moet worden verloren, dat er in de Preanger
geen opium verbruikt wordt, zoodat de bevolking
daar minder gedemoraliseerd is. De betaling der koffie
moet ook voor dat regentschap getoetst worden aan
art. 56 al. 4 van het reg. Regiement, bepalende dat
het loon minstens gelijk moet zijn aan dat bij de
vrije teelt. Op al deze gronden is hij voor 't amen
dement.
De heer Hasselmau is het eens met die sprekers
van gisteren, die voorbereiding wenschen eener her
vorming van het Preanger stelsel. Spr. staat stil bij
de redeneeringen van den heer Stieltjes en doet daarbij
uitkomen, dat men op de eene plaats kan volstaan
met mindere betaling dan in de gouvemementslan-
den, terwijl de bevolking er evenzeer bij gebaat is,
hetgeen hij met eenige voorbeelden staaft. Nu heeft
me.u wel gewezen op de verwachting van meerdere
opbrengst bij betere betaling, maar spr. herinnert aan
den tijd dat er op vele plaatsen vrije cultuur en
vrije beschikking over de koffie was, zonder dat de
bevolking blijk gegeven heeft van goede zorg voor
het product, waarvan zij destijds al de voordeelen
kon genieten. Meerdere en betere productie verwacht
spr. veeleer van betere leidiug en controle door onze
ambtenaren, vau het opwekken van den lust bij de
bevolking om zich ijverig op die cultuur toe te leggen.
De heer Sloet v. d. Beele beantwoordt den vorigen
spreker, door een speciaal punt, betreffende de be-
teekenis van den adat.
De heer Hasselman meende dat spr. van den adat
met minachting gesproken had. Integendeel, hij eerbie
digt de oude herkomsten, zeden en gewoonten der
bevolking. Maar wat is 't geval Men heelt adat
genoemd wat met do zeden en gebruiken der bevol
king niet in 't minst in verband staat. Hij somt
daarvan eenige voorbeelden op: zoo zag hij eens bij
een tournee in zekeren kampong alle vrouwen en
meisjes voor de deur zitten. Hij vroeg wat dat be-
teekende en het antwoord was, dat dit adat was. En
toen hij vroeg wie die adat gemaakt heeft, bleek
het hem dat dit de resident van Bantam was.
Yele dingen worden adat genoemd, maar wat de
adat is, is dikwijls zeer duister.
Nadat de heer Saaymans Yader, die de inlicht in
gen van den minister afwacht, de heer Yan Toort-
huysen, die het loon gaandeweg wil vermeerderen, en
de heer Van Naamen, die op herziening van het
Preanger stelsel aandringt, doch tegen 't amendement
zal stemmen, het woord hebben gevoerd, zegt de
M inister van Koloniën dat, als de regeering overtuigd
was het amendement te kunnen overnemen, zij het
zou doen, maar op dit oogenblik bestaat die over
tuiging niet en de regeering meent dat de tijd nog
niet gekomen is om daartoe te besluiten. De koffie
cultuur in de Preanger staat in verband met de koffie
cultuur in 't algemeen en met het Preanger stelsel
in 't bijzonder. In 't algemeen, omdat de zaak in ver
band staat met de beslissing die na 't onderzoek
omtrent de koffiecultuur moet genomen worden, en
m t 't Preanger stelsel, naar aanleiding van 't verslag
daarover, dat thans bij de regeering in overweging is.
Hij vraagt waarom vorige regeeringen, die nog ver
der dan hij op het pad der hervormingen wilden
gaan, deze verhooging niet hebben tot stand gebracht
De Regeering weet nog niet alles om tot een be
sluit te komen. Hoogst waarschijnlijk omdat beiden
hebben begrepen dat de betaling der koffie wel degelijk
in verband staat met het Preanger stelsel. Hij beroept
zich op den heer Sloet, die dit verband duidelijk heeft
aangetoond. De beoordeeling van het Preangerstelsel
is geen gemakkelijke zaakin 1866 is aan een bekwaam
ambtenaar gelast deswege een onderzoek in te stellen.
De Miu. heeft in October 1S67 een rapport daarover
ontvangen, dat bij de 700 bladzijden beslaat. Hij
heeft het bestudeerd, in verband ook met het voorstel
van den Gouv.-Gen., onlangs ontvangen. Zoodra de
Min. meer tijd zal hebben om aan de zaken te gaan,
die afdoening vorderen, zal hij met alle aandacht
overwegen wat er te doen zal zijn. De zaak is niet
zoo eenvoudig als de heer v. d. Hucht doet voorkomen.
Zijne schets was niet volledig. De minister ver
dedigt volstrekt niet het bestaande tegen een nieuwen
toestand, maar als men zegt, het Preanger stelsel is niet
overeenkomstig het regeeringsreglement, dan moet
de minister wijzen op de artt. 24 en 132, die aan
leiding geven om dien toestand te behouden tot zoo
lang een beteren geschapen wordt. Er is ook gewaagd
van den vermoedelijken invloed eener betere betaling op
de productie. Maar de productie is juist achteruit
gegaan sedert de verhooging van de betaling. Hij
zegt niet omdatmaar sedert die verhooging plaats
greep. In de eerste tijden van druk der Preanger
regentschappen (en die is er geweest) was de pro
ductie grooter dan nu.
Er is nog éen punt, waarover de Minister spreken
wilhet denkbeeld van den heer Yan Yoorthuijsen,
om niet terstond van 6% op 13, maar gradueel
daartoe te komen De Minister erkent, dat een gelij-
delijke verhoogiüg zich ook z. i. aanbeveelt boven
verdubbeling, zelfs uit het oogpunt van billijkheid.
Per telegraaf.) Het amendement is ten slotte ver
worpen met 51 tegen 19 stemmenmorgen voortzetting.
Eenige leden van het Chineesch gezantschap woon
den de zitting bij.
LAATSTE BERICHTEN.
's Gravenhage, 10 Nov. Bij Zr. Ms. besl. van 22
Oct. jl. n°. 10, is bepaald, dat bij het vergelijkend
examen voor de betrekking van surnum. der dir.
belastingen, in- en uitgaande rechten en accijn
zen, alsmede voor het vak der directe belastin
gen en van het kadaster, in de maand Maart
1870 te houden, voor ditmaal ook nog kunnen
worden toegelaten de candidaten, die op den
l5ten Juli 1867 niet ouder waren dan 25 jaar.
Bij koninklijk besluit van 9 November jl.
n°. 9, zijn benoemd tot ontvangers der registra-
ie en dom. te Dokkum de heer C. Jiskoot, thans
ontv. der reg. en dom. te Oldeberkoop; te Me-
demblik, de heerj J. [B. Vroom, thans ontv. der
reg. en dom. te Lochem.
Bij koninklijk besluit van dezelfde dagtee-
kening n°. 10, is de heer H. de Graaff, thans
ontv. der dir. belastingen en acc. te Heinkens-
zand c. a., benoemd tot ontv. derzelfde middelen
te Berguin c. a.
De Hooge Raad (Kamer van strafzaken)
heeft bij arrest van heden verworpen het beroep
in cassatie van F. A. Servais, die door het Hof
in Overijsel tot tuchthuisstraf is veroordeeld ter
zake van eene onzedelijke handeling jegens een
löjarig meisje gepleegd.
New-York, 9 November. De Spaansche gezant
heeft den heer Fish eene nota gezonden, waarin
wordt gevraagd, hoe het mogelijk zou zijn, dat
de Cubanen door de Vereenigde Staten als oor
logvoerende natie wierden erkend, na de door
Seward verkondigde beginselen? De heer Fish
heeft geantwoord, dat het tot dusver niet in zijne
bedoeling lag, om de Cubanen als zoodanig te
erkennen.
Rossoiik, 9 November, (halfzes des avonds).
Er heeft zich slechts eene lichte verheffing van
koorts vertoond; alle andere kenteekenen der
ziekte worden langzamerhand beter.
Madrid, 9 November. Het ontslag van Topete
is aangenomen en Prim ad interim met de por
tefeuille van marine belast.
Eene Carlistische beweging, zonder beteekenis,
is te Labastida, in de provincie Alava, ontstaan.
Naar men verzekert, worden onderhandelingen
gevoerd tusschen Figuerola en gevolmachtigden
van het syndicaat der buitenlandsche bankiers,
die in de maand April 11. éen millioen realen
leenden. Die onderhandelingen hebben nog tot
geen resultaat geleid, wegens de vorderingen der
bankiers.
Londen, 10 November. Op een in Gui'dhall
gehouden banket heeft de heer Gladstone de
agrarische misdaden betreurd, omdat daardoor
de regeling der wetgeving in Ierland wordt ver
traagd. Hij drukte vooral zijn vertrouwen uit op
de instandhouding der vriendschappelijke betrek
kingen met Amerika.
Lissabon, 10 Nov. Het misverstand met Spanje,
ontstaan ten opzichte van het benoemen van den
gezant, is uit den weg geruimd. De nieuwe lee
ning belooft gunstig te zullen slagen.
(Plaatsgebrek belet ons onze gewone tooneel-
recensie heden op te nemeu; we hopen dit mor-
gen te doen.)
HUWEL1JKEH, GEBOOHTEM E« STERFGEVALLEN.
Burgerlijke stand van Leiden van den ldeii tot
en met den lüden November.
Gehuwd: P. Benning jm. en S. L)e Tombe jd. P. Kukler
jm. en M. S. Bekooi jd. G. Lcupe jm. eu H. Van der Linden
jd. C. I). Den Os jm. en G. Van der Ouweelun jd. J. li.
Aalberse jm. en J. Swaancnburg jd. A. Elkcrbout jm. en F.
Pannekock jd. D. Nieboer jm. cn II. Van der Hoeve jd.
J. Buys jm. en G. J. Donselaar jd. J. J. Vorst jm. cn M.
Storm jd. J. Van Schravendyk jtn. eu E. Marijt jd.
ISevafllcn: N. Van der Kwast, geb. Do Bruyn, Z. M.
J. Van Es, geb. Plunje, Z. J. Bolsticr, geb. Keobeok, D.
G. Boom, geb. Beltman, D. S. M. Vclthuyzcu, geb. Van Ipc-
ren, Z. M. Korcman, geb Gucwiuter, Z A. De Mey, geb.
Knaap, Z. II. K. W. Franksman, geb. Kampenhout, D.
C. Pennenburg, geb. Doesburg Lanooy, I). E. Meyer, geb.
Van der Kamp, D. P. S. Brockveldt, geb. Bink, Z. E.
Brugman, geb. Kleinbans, Z. C. Raroak, geb. Aalberse, D.
T. Prook, geb. Van dor Visch, D. M. C. Eswildcr, geb. Oost-
vcen, Z. J Simons, geb. Ouwerkerk, Z. M. Van OostcD,
geb. Dee, Z. J. C. Broomans, geb. Laocel, Z. E. J. Beens,
geb. Halderict, Z. C. Vcrstraaten, geb Slegtenborst, Z.
E. A. Mooy, geb. Arnold, D. G. E. Vao Oerle, geb. Copier,
l>. G. Fraokbuizen, geb. Van der Kwaak, Z. A. L. Ma-
chielse, geb. Van Brummclen, I). E. M. Marijt, geb. Verhoe
ven, D. M. Robbers, geb. Van Welze, D. S. A. Etienne,
geb. Van der Erf, D. J. Delmeer, geb. üerogce, D.
Overleden: C. M. Vreeburg 1 m. N. J. Sijpestijn
I). 6 m. J. De Vogel, wed. A. Alcnson, 79 j. H. M.
Evers 29 j. A. C. Mattaar 37 j. W. Van Es D. 4 ra.
B. A. J. De Liucel D. 7 m. J. Jordaan, geb. Van Delden,
67 j. N. Beruart, wed. J. Lo-iwericr, 65 j. G. W. Van Zijp,
geb. Van Raai, 65 j. D. Fortunatie Wr. 74 j. J. Botcr-
raans D. 3 m. L. Lory, geb. Zwart, 64 j. L. Schutz, wed.
P. Von Hofe, 62 j. A. J. M. Engels Z. 9 m. S. C. Op-
tendrees D. 14 m. J. Mathol D. 2 j. cn 8 m. J. Stol Wr.
72 j. G. J Van Wijngaarden Z. II d. F. N. Schaap 61
j. M. Lagas 70 j. G. M. Dieben I). 20 j. J. Van der
Nat 81 j. F. JaDse 81 j.