wel aan de gemeente als aan particulieren,werd
heden in den gemeenteraad behandeld in verband
tot het praeadvies van B. en Ws., waarbij zij
's Raads machtiging verzoeken om den adressant
te kennen te geven, dat het gemeentebestuur,
ofschoon zijne moeite en belangstelling in ieder
opzicht waardeerende, geen vrijheid vindt hem
de verlangde concessie te verleenen.
De discussie was kort maar eenstemmig. Naast
de hulde die men gaarne den heer Vrolik toe
zwaaide voor de uitnemende wijze van toelich
ting en ontwikkeling van zijn voorstel, stond
eene afkeuring van deze concessie-aanvrage van
verschillende sprekers en een stilzwijgen van het
grootste gedeelte van den Raad, dat echter bij
de stemming eene beduidende beteekenis ver
kreeg. Erkende men dat de voorwaarden der
waterleiding zeer gunstig waren, de nadeelen
van een uitsluitende concessie-verleening om gas
te leveren waren onoverkomelijk. Reeds 30 jaren
zuchten de ingezetenen onder een gascontract,
waardoor zij 0.18 per kub. meter gas en de
stad voor de straatverlichting 60,000 betaalden.
En zou men nu eene uitsluitende concessie
voor 60 jaren gaan verleenen, in een tijd van
uitvindingen? Wie kon waarborgen dat over 20
jaren geen nieuw middel zou gevonden zijn,
dat beter en goedkooper dan gaslicht was?
Een groot bezwaar lag ook hierin, dat de heer
Vrolik, die geen cent subsidie van de gemeente
vorderde, dit zijdelings door de gasverbruikende
gemeentenaren zou laten betalen. Kortom, de
waterleiding stuitte af op hare combinatie met
de quaestie der gasfabriek.
Het praeadvies werd dan ook met algetneene
stemmen aangenomen.
Na eene langdurige discussie werd ook goed
gekeurd een rapport der commissie voor de straf
verordeningen tot afwijzing van een van 2569
handteekeningen voorzien verzoek „tot strafbaar
stelling van het gebruik van honden als trek
dieren."
Cappeue a/d. IJsel, 8 Nov. Nadat bij eene
vroegere stemming de heer D. Van Cappellen door
de stemgerechtigde kiezers der Ned. Hervormde
Kerk alhier als lid van het kiescollege gekozen
was, maar voor die betrekking bedankt had, is
gisterenavond bij eene nieuwe stemming voor
de vacature in dat college als zoodanig gekozen
de heer C. J. Dirksen.
Kruidingen, 7 November. Gisteren had alhier
eene door de afdeeling Kruiningen der Maatschappij
voor landbouw en veeteelt in Zeeland, bij gelegenheid
der najaars-veemarkt aangekondigde tentoonstel
ling van rundvee plaats135 stuks was ter markt
aangebracht, waaronder 123 ter mededinging naar
de door het afdeelingsbestuur, verschillende leden
en het gemeentebestuur van Kruiningen uitge
loofde prijzen en medailles, die door de daartoe
benoemde keurmeesters werdentoegekend aan
E. Van Hootegem, H. A. Markasse, A. De Jonge,
M. Kole, M. Woudergem en C. Der Weduwen,
landbouwers te Kruiningen; J. Krijger,koopman
te Krabbendijke, en A. Nijsse, landbouwer te
Cappelle, en met eene toepasselijke aanspraak
door den voorzitter der afdeeling aan hen uitge
reikt. Een en ander werd opgeluisterd door de
muziek onzer Harmonie Eendracht maakt macht.
's-Bosch, 8 November. Uit goede bron verneemt
men dat de heeren Rivière-Verninas en DeKlijn
in de nabijheid van Heusden een beetwortelsui
kerfabriek zullen oprichten, welke jaarlijks eene
hoeveelheid van éen millioen vijfmaal honderd
duizend kilo's suiker zal opleveren.
Naar wij vernemen zullen de overbruggin
gen in de spoorlijn Hedel-'s-Bosch niet op den
gestelden tijd kunnen geleverd worden, omdat
daarvoor tot heden geen genoegzaam ijzer bij de
fabrieken voorradig is; dit zou ook het geval zijn
voor de brug naar het station alhier.
INGEZONDEN.
TONEELKRITIEK
van
JAN KNEBEL.
Ik wensch iets te zeggen over den 2don Maan
dag in November. Ik wensch te spreken over
de gemoedelijke wijze, waarop fouten werden
gewisseld door de gezellige Drieëenheid: Dichter-
Toneelspeler en Publiek.
Gaan we den schouwburg binnenwe hebben
iets te wachten van ,/t nationaal toneelgezelschap
van Antwerpen" van Mejuffer Beersmans in
't bijzonder.
't ls mijn doel niet 't drama van „Alfred Tou-
roude" schrede voor schrede met u na te gaan
't aantal schreden zou klein zijn. Maar een vraag
en eene opmerking, al naarmate ik me te wen
den hebbe tot een van 't genoemde drietal.
De Bastaard.
We denken iets bij den titel, maar de slechte
muziek en 't noodig lawaai, dat aan zoo'n stuk
schijnt te moeten voorafgaan, 'draagt zorg, dat
't denken niet klimme tot verdieping't scherm
gaat op, en men werpt een ruiker op 't toneel
Had men den ruiker niet kunnen binnenhou
den tot gunstiger tijdstip?
Hadden de gebaren niet nu en dan iets, wat
deed denken aan hout?
Toen de moeder voor den eersten maal ineen
zeeg bij de gedachte, dat haar minnaar, haar
verleider, de vader van haar kind een bedrieger
genoemd werd.... hebt ge toen wel die lamme
fanfare gehoord van die viool, knarsend als de
Satan van de traditie? Vondt ge 't niet spijtig
met mij, dat een groot gedeelte van publiek aan
Juffer Beersmans dacht, in steê dat 't meêvoelde
met de onwettige moeder, de bedrogene?
Vondt ge 't niet ongevoelig als die nuchtere
viool-hoest, dat men Juffer Beersmans terugriep
had 't niet iets van 'n onnozele begeerte, om zoo
spoedig mogelijk te worden ontslagen van de
impressie van 't spel van 'n kinderlijke vrees,
dat Beersmans eens waarlijk Johannah mocht zijn
De actrice kwam dan ook op 't handgeklap
terug en stelde publiek gerust, dat ze stellig
de smart niet ondervonden had van 'n moeder,
van 'n bedrogen minnares.
Mij dacht, dat Mej. Beersmans kunstenaresse
was; dat ze nog gloeide en trilde van inspanning,
waardoor ze „levenden adem blies" in de uiting
des dichters daarom heb ik niet meê geklapt,
en ik geloof, dat mijne nalatigheid goed was.
Heeft ze dan geene bewondering als kunstena
resse verdiend?
Vergun me, dat ik u antwoorde in het 2d"
bedrijf.
Hier hebben we niet te klagen over de slechte
rangschikking van 't meubilair als in 't eerste,
waar middentafel en veelheid van stoelen aan
kunstenaars en publiek in den weg stond.
Hier vinden we 'n aangename salon, waar men
drinkt, alsof men nooit dronk, waar men zijn
liefde voordraagt, alsof men nimmer had lief
gehad.
Zoo 'k zei, is nu meer ruimte gelaten aan 't
ledenspel, dat zoo betooverend kan zijn, dat meer
malen zoo 'n tweede drama weeft in het dra
maen men bewoog zich vaak als hout,
men dronk op bevel van den tekst, zei rollen
op... en Turquoise was zoo aanbiddelijk schoon,
dat de b. van bidden verstijfde tot een p.
Hoe verder?
Men had reeds veel gesproken, Juffer Beersmans
had goed geacteerd, zonder dat de dichter neg
iets te raden gaf „waar 't heen wou" spraak en
actie schrijdden voort naar een doelargwaan
van 'n minnares, van 'n onwettige moeder, van'n
liefhebbende ziel, moeten worden voortgespon-
nen tot waanzin, en 't oogenblik is daar.
Ze zou niet verschijnen (arme Johannah!) op
de plaats, waar vrees en hoop zouden in te wis
selen zijn tegen zekerheid van verraad, tegen
gebeten jaloesie
Ze verschijnt toch.
Haar Robert kan geen ineineedige zijn1..... is
't niet eigen bloed, dat hij kust op 't lip-purper
van haar kind?.... heeft hij haar niet omhelsd,
als de vrouw, die zoo innig veel liefhad.... die
te zwak was voor een man, die zelf niet kon
staan en ze viel, ja, zooals de laffe waereld
getuigen kan, maar liggen blijven kon ze niet,
zoolang haar 'n Robert den dronk van verkwik
king toedienen kanik blijf u trouw.
Maar voort!.... op den meêdooglozen wijsvin
ger van Armand voort.ziet ge dien man?.
Ziet geRobert in de armen van 'n
vrouw!!
Wat 'n vrouw dan voelt, als 't spook van
verraad oprijst uit 't vuur van haar jaloezie: als
de dromen van trouw spottend wegvluchten voor
den bevriezenden adem van zoo'n werkelijkheid
als de bloemen van verlangen en hoop wegdorren
in den atmosfeer van honderdvoudige benaauwing
en angst wat ze dan voelt?
Daar heeft de kunstenaresse U op geantwoord;
daar was de pose goed, dichterlijk als 'n dichter-
idé goed, omdat er zooveel versmaadde goed
heid glom in dat oog, omdat ze nog, nóg lief
hebben kon; dichterlijk, omdat ze die eene goede
plaats van den dichter volkomen weêrgaf,
neen, meer volkomen, want omdat ze vrouw
was, kon ze er aan toevoegen, wat meermalen
aan het papieren kind te ontbreken heeft: ze be
zwijmt.voor een oogenblik slechts want
de vrouw is in liefde heldin! en daarom kreunde
ze dat neen.dat akelig-schoone neen, op de vraag,
of ze nu overtuigd was, dat haar Robert'n mcin-
eedige kon zijn.
Nu wend ik me tot U, Johannahnü eerst had
ik de bloemen (gestrooid, als ik U 'n ruiker had
toegedacht.
Up 't oogenblik, dat Uw ziel alles te combi
neeren wist tot de instigatie van valsche vrien
den, tot verraad van 'n rival voeldet Ge toen
niet iets als miskenning.alsof publiek niet
begreep, dat daar de imitatie in U herboren werd
tot gekuischte natuur?
Vondt ge 't niet ietwat satiriek, dat men tel
kens Beersmans in U terugzocht, dat men niet
gelooven woü, dat Ge waart weggesmolten in
rouw? Is 't wonder, Johannah, dat, toen Ge weêr
bescheid deedt aan 't wanluidend handgeklap,
dat ik U toen gemetamorfoseerd dacht tot de Leeuw
(of leeuwin) uit de Midsummer-night's dream, door
Piramus en Thisbe geflankeerd.
Vindt Ge 't niet natuurlijk, dat ik in dat joviale
optreden van 'n miskende minnares, ontrouwen
minnaar en wraakzuchtigen medeminnaar, iets
las, als:
Vou, Public, you, whose gentle hearts do fear
The smallest monstruous mouse, that creeps on floor,
May now, perchance, both quake and tremble here,
When lion rough in wildest rage doth roar.
Then know, that I Mejuffer Beersmans am
A lion's fell nor else, no lion's dam
For if I should as lion come in strife
Into this place, 't were pity of my life
en dat ik toen heel wellevend lispte
A very gentle beast, and of a good conscience
Waarom nog meer leugen opgetast, Johannah,
bij zooveel leugenachtigs
Of heeft 't u niet gehinderd, dat men zooveel
onvlaamschheid te verstaan gaf in vlaamsch dia-
lekt, papa Duversy?
Ons heeft 't getroffen, dat Ge disharmonisch
waart, met wat ons in Noord-Nederland zoo
welluidend toeruischte uit de Romans van Con
science hadt Ge niet éen grijntje fantazie kunnen
bezigen tot 't snoeien van 'n platheid
Ik geloof wel, dat men eminent kunstenaar
kan zijn, trots 't zondigen tegen bon-goüt, maar
hier werd 't platte nog platter gemaakt door ge
brek aan proportie tusschen vlaamsche ideën en
Parijzer liberaliteit.
„Ik heb ook geleefd" meesmuilt de oude heer
Duversy tot zijn zoon, terwijl Mama er bij staat,
en dat onbeschaamde „ik heb ook geleefd" wordt
uitgesproken in Vlaamschen tongval.
Vind U 't niet plat, meneer Duversy?
Daarbij is 't iets Parijsachtigs, dat verder op
verlangt getemperd te worden tot klooster-maag
delijkheidsocialisme, naar 't me toeschijnt, in
'n toga.
Mag ik dat 'n fout noemen van den dichter,
'n jacht op knal-effect, zooals zooveel in zijn drama,
dat hij de geliefde (thands) van Robert op de
knieën werpt voor Mad. Duversy, die 't nog al
aardig vindt, dat 't veel beloovend Robertje zoo
op eenmaal vadertje werd, en die met'n blik, die
'n Amerikaansch n'r mind te lezen geeft, 't aan
toont, dat haar sweet-heart ook zoo'n bolletje was
in zijn jeugd.
Zeg me, ook zonder dat 't ons in den dichter
hinderen zou als disharmonie, is 't niet belachelijk,
dat de moêgestreden vrouw, die standvastige lij-
deres, vergiffenis gaat afsmeken aan de moeder
van haar verleider?
Of heeft de dichter goed gezien, en de geval
lene niet laten offeren aan mannelijke pedanterie,
maar haar neêrgeworpen voor de voeten eener
vrouwde hardste rechter tegen de vrouw
Was 't zielkundige copie?
Dan was 't onzielkundig tegenover Johannah, die
als vrouw bliksemsnel veroordeeling of genade
weet te lezen uit 't geheel van zoo'n vrouw als
Mad. Duversy.
Daardoor maakte de dichter zijn dramatis
persona tot huichelares.
Was 't ook niet heel kwetsend, dat die oude
heer de bekende „eerste steen" uit. den Evangelist
opvloekte tot 'n pyramide van steenen.
Maar om 't even, 't werd heel mooi gevonden,
en nu en dan kwam er 'n bediende (geenzins
zoo'n echte gepoeierde Mercurins van Dickens)
en duidde in zijn houding hout-sympathie aan
met de overigen.
't Was even aardig als de verontwaardiging
van den ouden heer, die „in zijn tijd ook geleefd
heeft, hm, hm!" eene verontwaardiging, die
op den barometer van zijn gelaat „orkaan" af
weesen op eenmaal een klassieke kalmte,
die genoemden orkaan inruilde tegen 'n boven-
bramzeils koelte
Even aardig als de komieke stiptheid van den
rol-opzegger„Robert! Robert! wat laat Gelang
op U wachten", terwijl ik heilig durf verzeke
ren, dat Robert zich heelemaal niet wachten
liet.
Robert had moeten onthouden, dat meneer Tou-
roude wachten gekommandeerd had of weêr
zoo'n grijntje fantazie van den ouden heer had
aan de vergeetachtigheid van den jongen heer
kunnen te hulp komen, door maar niet van dat
regeltje te reppen.
Nu volgt 't doel: een deel van 't drama, dat
niet zeer geschikt is, om 't talent van 'n kunste
naar te doen uitkomen.
Mag ik den dichter vragen, of soms kortheid
in dezen, liever nog algeheele weglating van dat
gesprek, 'n bijdrage ware geweest tot aestheliek?
Sterker nog: is die weglating soms 'n drama
tische eisch, op dat er stof reste voor toe
schouwer of lezer tot eigen fantazie?
Zou nalatigheid in deze geen oorzaak kunnen
worden tot 't omgekeerde van boeiend?
Hoe het zij, men spreekt toch, toch wordt de
mensch beleedigd, en de vrouw niet 't minst:
Armand zou 't leven laten voor éen glimlach
van Johannah's lippen (heel modern verliefd!)
maar buldert heel tragiesch voort tot vrouwe
lijke loitering Armand wil en zal toonen, dat
ze bedrogen wordt, toonen uit liefde, toch hijgt
hij voort naar voldoening, in het staal, dat ge
plant moet worden in 't hart, dat zoo geliefd, zoo
aanbeden wordt,doordie anti-glimlachende„haar".
Toch gaat hij voort heel maatschappelijk
verliefd, socialistisch, plat te zijn en waar, tot
de dichter hem stof reikt tot een oogenblik van
waarachtig gevoelde vadervervloeking, door den
akteur uitmuntend weergegeven.
Ten slotte waag ik 't op te merken, dat die
titel „meneer" vooral in het laatste deel, heel
fatsoenlijk klinktheel onpoëtisch I
Alles saffmgevat is er veel foutiefs op te merken
in het werk van den dichter, de imitatie van
den akteur, de smaak van het publiek. Juffer
Beersmans zal er bij winnen, als ze, door goe
den lectuur, wordt opmerkzaam gemaakt op de
eischen van 'n kunstenares - zij 't dan ook, dat
ze minder beruikerd, minder toegeloeid wordt.
Het lezen van Shakepeare en Goethe zoude haar
kracht geven tot het streven naar de medaille,
die niet bij ons leven geslagen wordt.naar
de goedkeuring van 'n publiek, dat nog komen
moet. Mej. Beersmans zal me begrijpen als ze
kunstenaresse is zal erkennen dat er een betere,
een waardiger hulde is tot opleiding van domme
bewondering.
Dat ze hare talenten, en vooral dat dichterlijk
tremulant van haar stem niet verspille aan vod
den als dat nastukje. Dat ze zich leere verhou
den van kroeg-aardigheden, en.Ulown-genialiteit
dat ze niet ontrouw worde aan haar meisjes
droomen, die nobeler moeten zijn dan wat 't
publiek in Holland al toejuicht!
NB. De souffleur wordt verzocht meer souffleur
te zijn.
Greld- en Effectenmarkt.
Amsterdam, 1—8 Nov.
Er zijn slechts weinige woorden noodig om de
gesteldheid van de geld- en fondsenmarkt gedu
rende de afgeloopen week te schetsen. Het geld
wordt steeds duurder: voor prolongatie werd
heden tot 6% pCt. besteed, hoezeer het later we
der voor 6 pCt. aangeboden werd. De Neder-
landsche Bank heeft mede de rentetax weder
verhoogd evenals de Engelsche Bank.
De prijs der fondsen heeft over het algemeen
weinig wijziging ondergaan, wanneer men uit
zondert Aandeelen Handelmaatschappij die van
11 li< tot 10SH pCt., Russische sporen die van
f215 op ƒ209*, Jelez Griasi die van ƒ205 op
ƒ199 gevallen zijn. Amerikanen zijn over het ge
heel wat opgekomen, de Spanjaards gedaald,
evenals ook Oostenrijk wat lager is, doch al
die variatiëu zijn betrekkelijk zoo gering, dat zij
weinig belangstelling kunnen opwekken.
Dat onder zulke omstandigheden de handel
weinig beteekenend was en de kapitalen die
omgezet werden niet groot waren, behoeft wel
geen betoog. Onzes inziens treffen de Italiaansche
en de Portugeesche leeningen een slecht oogen
blik om geïntroduceerd te worden, al zijn de
inschrijvingsprijzen dan ook uitlokkend genoeg
gesteld: voor de eerstgenoemde 5 pCt. leening,
groot 120 millioen lires tegen 73.60 pCt.. met ge
not van rente sedert 1°. October 11., en voor de
laatste 3 pCt. groot 12 millioen tegen 32* pCt.
met genot van rente sedert 1°. Juli. De inschrijving
op de laatste leening is Vrijdag 5 dezer gesloten,
doch hoe de uitslag geweest is, is nog niet be
kend. Voor de Italiaansche leening blijft de ge
legenheid tot inschrijving nog tot den 12d™ dezer
opengesteld.
lieden en morgen moet de inschrijving plaats
hebben voor de Noord-Brabantsch-Duitsche spoor-
wegleening groot millioen gulden, waarvan
thans 3 millioen gulden beschikbaar wordt gesteld.
Gaarne wenschen wij die onderneming succes.
BUITENLAND.
Diiitsclilajicl.
Onder de Duitsche geleerden, die eene speciale
uitnoodiging hebben ontvangen, om de plechtig
heid van de opening van het Suez-kanaal te ko
men bijwonen, bevindt zich ook professor Kiepert
van Berlijn. Genoemde geleerde wenschte dan
bij die reis, tevens een uitstapje naar Palestina
te maken, om eenige opnemingen te doen ten
behoeve der nieuwe uitgave van zijn beroemde
kaart van Palestina. Kiepert, die slechts een in
komen van 400 th. heeft, deed bij het ministerie
aanzoek om eene subsidie van 500 th. voor die
reis, 't welk door den minister Von der Heydt
werd geweigerd. Kiepert heeft nu zijne reis tot
een volgend jaar uitgesteld, en zal die dan, na
een werk, dat hij onderhanden heeft, geëindigd
te hebben, op eigen kosten ondernemen. Of de
beroemde geleerde nu ook voortaan aanbiedingen,
die hem van elders gedaan worden, zal weigeren,
valt zeer te betwijfelen. DeTurksche minister van
onderwijs, de vroegere gouverneur van Klein-
Azië, die in laatstgenoemde qualiteit met veel
vrucht de aardrijkskundige werken van den hoog
leeraar gebruikte, heeft deze namens zijn gouver
nement slle mogelijke hulp en ondersteuning
aangeboden, zoo hij eene reis naar die streken
wilde ondernemen.
Maar in Pruisen mag zoo iets niet vreemd
heeten. Er is wel niet anders te wachten van
een gouvernement, dat voor twee jaren de civiele
lijst met 1 millioen verhoogde, het inkomen van
elk minister met 2000 th. vermeerderde, den
groothertog van Oldenburg 1 millioen schonk, aan