ten gevolge van het stilstaan der werken aan de
vergraving van den Krommen Rijn, veroorzaakt
door het faillissement des aannemers Van der
Vlucht, zonder werk en brood zijn.
Arnhem, 1 Nov. Niet alleen dolle honden zijn
wegens hunne manie om te bijten gevaarlijk om
te vangen, somtijds moet men zich ook in acht
nemen voor de bijlwoede van een mensch. De vo
rige week stond voor de arrondissements-recht-
bank alhier terecht een slaapsteehouder uit Wa-
geningen, die, toen hij, wegens verregaande dron
kenschap en daardoor veroorzaakte ongeregeld
heden, door een rijksveldwachter werd gearres
teerd, eindelijk geen middel meer zag, om zich
tegen den dienaar der openbare macht te verde
digen, dan door zijne tanden in diens vleesch te
drukken. Hij maakte daarbij zoodanig gebruik
van dit verdedigingsmiddel, dat hij, ware hem
de gelegenheid niet ontnomen, om het langer toe
te passen, den veldwachter waarschijnlijk gedu
rende eenige dagen zou verhinderd hebben op
zijn gemak te gaan zitten! De rechtbank heeft
hem wegens dit bloeddorstig verzet veroordeeld
tot eeue gevangenisstraf van éeue maand en be
taling eener geldboete van f 8 of twee dagen sub
sidiaire gevangenis.
De uitslag der najaars-examens tot het be
komen van akten voor gewoon lager onderwijs
is als volgt: Hulponderwijzers: geëx. 53, toegel.
27. (Een onder 't examen vertrokken); hulpon
derwijzeressen geëx. 17, toegel. 15; Fransch,
onderwijzers: geëx. 20, toegel. 6. (Een onder 't
examen vertrokken); idem, onderwijzeressengeëx.
18, toegel. 16; Engelsch, onderwijzers: geëx. 4,
toegel. 1; idem, onderwijzeressen: geëx. 4, toegel.
4; Hoogduitsch, onderwijzers: geëx. 3, toegel. 2;
idem, onderwijzeressen: geëx. 4, toegel. 3; Wis
kunde, onderwijzers: geëx. 13, toegel. 9. (Een
niet opgekomen); Landbouwkundegeëx. 9, toegel.
4; Gymnastiek: geëx. 3, toegel. 2; Teekenen,
onderwijzers: geëx. 5, toegel. 4; Handwerken:
geëx. 14, toegel. 14.
Groningen, 3 Nov. Het monument, dat op het
graf van wijlen den heer B. Brugsma, in leven
directeur der rijks-kweekschool voor onderwijzers
alhier, zal worden opgericht, en waarvan wij
onlangs meer uitvoerig hebben bericht, is heden
naar de Zuiderbegraafplaats alhier overgebracht,
om binnen weinige dagen te worden onthuld.
Het doet den ontwerper alle eer aan, munt
uit zoowel door eenvoud als sierlijkheid, en vol
doet aan de verwachting van allen, die het heb
ben bezichtigd.
De trein, Dinsdag te 10 uren van llarlin-
gen komende, is bij Zuidhorn tegen twee paarden
aangeredeD. Het eene is onmiddellijk gedood; de
overblijfselen moesten onder de locomotief weg
geruimd worden. Het andere is in de vaart te
recht gekomen en zwom daarin nog rond toen
de trein vertrok.
Wieldrecht (gem. Dubbeldam), 1 Nov. Heden
vierde onze zeer geachte hoofdonderwijzer, de heer
H. Tempelaar, zijn 25jarig jubilé als hoofdonder
wijzer. Groot was de belangstelling, die hij op
dezen dag ondervond, zoowel van school-autori-
teiten, ambtgenooten, als gemeenteleden. Van on
derscheidene kanten werden hem geschenken
vereerd.
Middelburg, 2 November. Door de provinciale
commissie van onderwijs in Zeeland zijn sedert
de vorige opgaaf nog geëxamineerd: 6 onderwij
zers in de Fransche taal, waarvan 2 toegelaten;
2 in de wiskunde, toegelaten 11 in de Engel-
sche taal, toegelaten; 2 hulponderwijzeressen en
2 huis-onderwijzeressen, allen toegelaten.
Tilburg, 2 November Ten gemeentehuize al
hier werd hedenochtend te 9 uren het register
geopend ter inschrijving eener geldleening ten
behoeve der gemeente, groot 25,000, rentende
4(4 pCt. Reeds eenige oogenblikken later was
voor /"61,500 ingeschreven en werd het register
daarom gesloten, zoodat nog verscheiden aanbie
dingen niet konden worden aangenomen.
Bergen-op-Zoom, 1 Nov. Gisteren is alhier door
den veldwachter van Putte, gevankelijk in het
huis van arrest gebracht een stalknecht in dienst
bij den heer Blanus, die den vorigen avond, on
der het geven der voorstelling in het cirque, uit
den koffer van éen der kunstrijders eene som van
f 150 had ontvreemd, waarmede hij zich naar België
wilde begeven, doch gelukkig, alvorens over de
grenzen te zijn, door twee sujetten van den troep,
bijgestaan door genoemden veldwachter, werd
aangehouden.
Maastricht, 1 Nov. De herstelling van de St.-
Servaaskerk alhier is door de heeren Yernazonn
en Kempenaar thans definitief aangenomen voor
de som van f 42,378.
Eergisterenmorgen is de goederentrein, die
hier te 7 uren moest aankomen, bij Hasselt ge
derailleerd. Naar men verneemt, zijn daarbij de
locomotief en verscheidene wagens verbrijzeld.
Gr e me ngde Berichten.
De Braziliaansche canard, onlangs ook door
ons medegedeeld, heeft een eerzaam Zwollenaar
opgewekt, het volgende curieuze epistel aan de
Overijs. Courant te schrijven:
„Mijnheer van de Krant!
„Ik heb van mijn broer, die op de ijzergieterij
werkt, gehoord, dat gij uit Amerika een boek
hebt, waarin wordt geleerd, hoe men meDSchen
kan onthoofden en dan weer repareeren en dat
men zelfs dan de hoofden kan verwisselen. Ik
ben nog maar 22 jaar en zie er wel knap uit,
maar heb er uiaar last van, omdat ik arm ben
en op mijn eer gesteld; daarom wilde ik vragen,
of tegen billijke vergoeding eene jonge dame, die
rijk maar niet mooi is, met mij van hoofd wil
ruilen; wij kunnen dan cito naar Amerika gaan,
om ons te laten in orde brengen, maar ik ver
lang spoedig bericht met bod; ook is eene oude
dame goed, als die heel veel geld wil geven.
Brieven zal ik zelf wel ophalen voor letter M."
In Parijs ziet het er op het oogenblik slecht uit
voor alle zieken, ofschoon het niet onmogelijk is,
dat eenige zieken plotseling zullen genezen. De
apothekersbedienden willen het werk staken, ten
einde eene vermindering hunner werkuren te
verkrijgen. Wie ook zonder poeiers en drankjes
blijven moge, de vrede van Europa eischt, dat de
keizer nooit vruchteloos naar de apotheek be
hoort te kunnen zenden en derhalve heeft de
heer Mialhe-Grassi, de apotheker des keizers, den
wensch zijner bedienden voorkomen en hun be
loofd voortaan den winkel te sluiten te tien uren
in plaats van te elf uren.
Onlangs zouden twee personen, man en vrouw,
wonendein eene kleine gemeente achter Zwolle,
voor het eerst een ridje maken per spoortrein.
Bij aankomst van den trein schrikte de vrouw
zoodanig van den stoomfluit, dat zij tegen haar
man zeide: „Nee Gert! in da ding wi'k nie, dat
schreet net as ie olde voar dee, as ie heilig
(boos) was," en beiden bleven met betaalde
plaatskaartjes achter.
In 1861 begon men te Birmingham lampen te
maken, om de vloeibare koolwaterstofsoorten,
zooals petroleum, naphta, enz. te branden, en
reeds in 1865 werden daar 'sjaarlijks 7500 stuks
vervaardigd. Men berekent, dat er te Birmingham
tegenwoordig, niettegenstaande de concurrentie
der Fransclie en Duitsche fabrieken 8 miljoen
branders per jaar worden gemaakt, welke daar
a 3% shilling per dozijn verkocht worden; niet
tegenstaande dezen geringen prijs, moeteen bran
der somtijds door vijf en dertig verschillende ge
reedschappen behandeld worden en acht en dertig
bewerkingen ondergaan, eer hij gereed isalles
geschiedt bij dat fabrikaat zoo snel, dat een on
ingewijde er geen oog op kan houden.
Brieven uit Gouda.
Mijnheer de Redacteur!
Wanneer men in een winkel treedt is het eerste
woord dat men hoort: „mooi weer vandaag" en
de eenige varianten daarop zijn: leelijk, guur of
morsig, in plaats van mooi.
In de laatste dagen had men hier die gewoonte
laten varen, het wachtwoord was: „Hebt gij het
nieuwe stationsgebouw al gezien"? en oud en jong
spoedde er zich heen, trots regen, storm, sneeuw
en hagel, en ik deed als de rest, maar vond mij
zeer teleurgesteld.
De toegang komt mij voor iets weg te hebben
van die tot eene vesting. De spoorweg komt tot
dicht aan de stad, het oude stationsgebouw stond
ook op het van de stad minst verwijderde punt;
thans moet men een omweg maken evenals
zulks het geval aan den ingang eener vesting is:
men bevindt zich op de plaats maar moet toch
een nutteloozen omweg maken voor men de
poort mag genaken. Deze nuttelooze weg bedraagt
hier omtrent vijf minuten en men moet dien let
terlijk doorwaden, want hij is nog niet bestraal;
ter linkerzijde heeft men een onregelmatige vaart,
waarachter zich zeer onooglijke gebouwtjes ver-
toonen, ter rechterzijde is de spoorwegbaan, die
glooiend opgaande zeer veel op een wal gelijkt,
wiens hoogte tot omtrent 2 meter (el) aangroeit.
Het gebouw zelf schikt wel, maar door de bij
gebouwen is de symetrie verbroken.
Men treedt een ruim portaal in, waar zich de
bureaux bevinden, als die voor de telegraphie, voor
het nemen van plaatsen en voor afgave van goe
deren. Dit portaal, dat door 2 zwarte schoolbor
den versierd wordt, geeft, door een tunnel, die
onder de helft der spoorbaan loopt, toegang tot de
wachtkamers deze zijn het gebrekkigste van alles
van hout zeer licht opgetrokken en aan alle winden
blootgesteld zullen ze zeer tochtig bevonden wor
den, en die tocht wordt nog vermeerderd door
de tunnel en doordien er geen portalen bestaan. Bij
ongunstig weder zal het onuitstaanbaar zijn; bui
tendien is de wachtkamer 3de klasse veel te klein
zij kan het derde deel der menschen niet bevat
ten die op marktdagen te gelijk vertrekken. Ik
beklaag hen die op zulke dagen het laatst aan
komen ware ik apotheker, ik deed een goeden
voorraad op van die middelen, die gewoonlijk bij
verkoudheid worden gebruikt.
De eenigen, die bij deze verandering winnen,
zijn de beambten met de bezorging der goederen
belast. Vroeger stonden ze bijna in de open lucht,
thans hebben zij eene kamer, die ik verre de voor
keur boven de wachtkamers zou geven.
De administratie van den spoorweg zal er ook
niet door verliezen, want, daar het gebouw zoo
verre van alle menschenwoningen verwijderd is,
heeft zij buffetten aangelegd, die wel wat zullen
opbrengen.
Voeg bij dat alles dat de zoo lange nieuwe
onbestraten weg ook niet verlicht is, danzultgij
u eenig denkbeeld kunnen vormen van het onge
mak dat men ons voor 214 tonnen gouds bezorgd
heeft.
De administratie van den spoorweg eischt, naar
men zegt, dat de stad den nieuwen weg late
bestraten en verlichten, niettegenstaande die weg
de eigendom van den spoorweg is en de burgers,
die in de nabijheid van het oude station wonen,
in den broode benadeeld zijn.
Het koddige van deze geschiedenis is de plaats
die men de brievenbus gegeven heeft: die staat
voor het gebouw, zoo verre van de stad dat nie
mand er gebruik van kan maken, en zoo verre
van de plaats waar de treinen aankomen, dat
niemand die weet waar zij te vinden is, zich in
de halt zoo verre zal wagen indien hij voorbij
rijdende een brief wil expedieeren, terwijl zij,
die met de localiteit onbekend zijn, een gids noo-
dig hebben om de bus te vinden.
Het is merkwaardig dat in eene stad als Gouda,
buiten het postkantoor maar éene brievenbus be
staat, die, zooals ik hierboven zeide, voor de in
woners geencrlei nut heeft. Ik zoude verscheidene
zeer zwaar bevolkte punten der stad kunnen
noemen, die (j uur gaans van de post verwijderd
zijn; en wat meer zegt, er varen hier jaarlijks
40,000 a 50,000 vaartuigen door, waaronder 500
a 600 stoombooten die passagiers aan boord heb
ben; deze menschen kunnen te Gouda geen brief
op de post bezorgen, omdat in de nabijheid der
aanlegplaatsen en sluizen geene bussen te vinden
zijn, en de doorvarenden geen tijd hebben om
naar de post Ie loopen. Zou het niet hoogst nut
tig zijn voor het gerief der doorvarende schip
pers en passagiers bussen te plaatsen bij de aan
legplaats der stoombooten, bij de sluis waar de
schippers eenigen tijd moeten vertoeven zonder
dat zij hun boord kunnen verlaten, en op een paar
punten die verre van de post verwijderd zijn, tol
gerief der inwoners'?
De Voisins.
BUITENLANP.
Italië.
Het concilie en Mortara.
Onder dezen titel schrijft het Nieuw Israëlitisch
Weekblad o. a. het volgende:
„Het is bekend, dat ook de Israëlieten uitge-
noodigd zijn, om het aanslaande concilie bij te
wonen. De bisschop van Orleans, Mgr. Du pan-
loup, heeft zich in een open brief veel moeite
getroost, om aan te toonen. dat ook onze ge-
loofsgenooten op deze vergadering moeten ver
schijnen, om aldaar te hooien en te leeren, dat
zij dwalen. Immers, de roomsch-katholieke kerk
draagt den Israëlieten geen kwaad hart toe, en
is zoo met zorg voor onze toekomst vervuld, dat
zij ook ons van de door haar verkondigde en
alleenzaligmakende waarheid wil overtuigen. Zoo
wij een oogenblik gedacht hadden, dat deze uit-
noodiging gemeend, dat het om waarheid te
doen was, het gebeurde met eeri Engelsch gees
telijke heeft overtuigend bewezen, dat het den
paus niet te doen is om de waarheid te zoeken,
inaar alleen om dit als juist en waar te ver
klaren, wat hij voor juist en waar houdt. Geen
onderzoek, geene wrijving van denkbeelden, al
leen stilzwijgen wordt verlangd. Het spreekt
nu van zelf, dat er voor den Israëliet niet het
minste nut in gelegen is, naar Rome te gaan
om het concilie bij te wonen. Onze vroeger ge
dane belofte, om onze denkbeelden voor dat
concilie, ten beste te geven, bopen wij nader
gestand te doen, en hadden over dit onderwerp
nu niet de pen opgevat, ware het niet, dat de
dagbladen ons het volgende mededeelden:
Wie eenmaal belang stelde in de zaak van
den jongen Mortara, zal zich de ongewone be
gaafdheid van dezen proseliet herinneren. In het
noviciaat der lateraansche domheeren met de meest
mogelijke zorg opgeleid voor het vak der theo
logie, geeft hij bij iedere gelegenheid ondubbel
zinnige bewijzen eener ontwikkeling, gelijk men
zelden vindt bij jongelieden van zijn leeftijd.
Eenige dagen geleden werd hem de taak opge
dragen, een academischen cursus ter eere van
het concilie door eene verhandeling te ope
nen, waarin de zekere overwinning der kerk
over hare tegenwoordige vijanden en bestormers
wordt voorspeld. Hij deed dit met eene wel
sprekendheid, die hem den eindeloozen bijval
deed inoogsten der bijeengekomen prelaten en
kardinalen.
Mortara, het ongelukkige Joodsche kind, dat op
onmenschelijke wijze van zijne ouders is wegge-
roofd, moet als lofredenaar optreden voor het
aanstaande concilie! Wij weten niet, wat meer
te bewonderen, de domheid of de onbeschaamd
heid van die lateraansche domheeren. Een jong-
park wandelen, en is haastig naar haar toege
gaan. Toen zij weer in huis kwamen zagen zij
er beiden zoo gelukkig uit....
Wat mij betreft, ik ben geheel en at gelukkig,
vooral sedert die wolk is overgedreven; zóo ge
lukkig, als ik nooit gedacht had dat een men-
schelijk wezen ooit zou kunnen worden in deze
wereld, waar de som der verdrietelijkheden al
toos die der gelukzaligheden te boven gaat; zóo
gelukkig dat ik er soms mee verlegen was, wan
neer ik zoovele ongelukskinderen aanzag, die
daar moeten lijden en tranen storten, wanneer
twee wezens voor zich alleen zooveel nemen als
toereikend zou zijn om er velen gelukkig te ma
ken. Gij zult misschien zeggendat ik zelve ge
noeg geleden heb om eenig recht op vergoeding
te hebben, maar dat komt mij toch niet juist
voor. 't Is te veel, en ik wordt slechts eeni-
germate meer gerust, wanneer ik zooveel mij
maar immer mogelijk is, iedereen, wier geluks-
aandeel ik mij verbeeld mij toe te eigenen, er
ook in laat deelen. Daarin, gelijk trouwens in
alles, zijn mijn mau en ik het altoos eens, of
liever hij zelf heeft mij van den eersten dag
af aan bewaard en behoed voor dat egoïsme
des geluks, waarvan het gevoel van afmatting
vanwege -mijn doorgestaan leed, lichtelijk mij-
zelve kon doen vergeten. Indien de eerste en
smartelijke ervaring, die ik in het leven had
opgedaan, mij sinds lang had doen inzien het
nietige van alle vooroordeelen, van alle ijdelhe-
den, van alle dwalingen der menschen, waar
mede altoos onder voorwendsel van ons te
doen blijven: vrouwen eene onzinnige
en ongerijmde opvoeding ons hart verstikt en
ons verstand verstompt, dan zou mijne ziel,
wel van dwaling bevrijd, maar onbekend nog
met de rechte waarheid, nimmer haren weg
hebben kunnen vinden, indien zij daarop niet
was geleid geworden door eene andere ziel, die
sinds lang geheel en al toegankelijk is voor alle
edele aandriften en voor alle edele gevoelens.
Welnu, Aline, al was die weg tegenovergesteld
aan dien, buiten welken mijne geboorte, mijne
opvoeding en mijne betrekkingen mij tot dusverre
in den waan gelaten hadden, of althans voor
mogelijk hadden doen houden „dat er geene za
ligheid te vinden was", toch voelde ik mij daarop
meer tehuis, even alsof hij altoos mijn weg ge
weest was, terwijl ik bij elke schrede, die ik
daarop aflegde, gesteund was op den arm of lie
ver op het hart van hem, dien ik liefhad. En dat
was niet maar alleen ten gevolge van mijn blind
vertrouwen in hem, maar ook vooral van de
overtuiging, die in mij des te meer levendig werd,
naarmate ik op dien weg vorderde, dat hij mij leidde
tot het Schoone, het Waarachtige en het Recht
vaardige. Sedert ik, door hem, verlost ben uit die
atmosfeer van nietige hartstochten, van kleine
begeerlijkheden, van kleine laagheden en
groote kinderachtigheden, te midden waarvan
de wereld leeft en sterft, komt het mij meer
onmogelijk voor, dat ik daarin zoolang heb
kunnen leven, doch begrijp ik des te beter hoe
het mogelijk is dat de meeste vrouwen daar nim
mer kunnen uit geraken. Het gaat met haar als
met die vogels, die, in eene kooi geboren en groot
geworden, nimmer het gebruik hunner vleugels
gekend hebben. Het is tevergeefs, dat men het
deurtje der kooi laat openstaan: daar zij niet
kunnen vliegen, zijn zij bang voor de vrijheid.
En de heeren zedemeesters vertellen dan in
hunne hooge wijsheid, dat wij vrouwen even
als de vogels en de Negers geschapen zijn voor
de slavernij, omdat wij haar immers zelve
verkiezen I Ja, maar dat is, omdat men ons, even
als de vogels en de Negers, derwijze heeft ver
laagd, dat men in ons de kiemen van edelaardige
deugden heeft verstikt onder het woud van élé
gante ondeugden, die men laat voortwoekeren
op haar gemak en die men zelfs aankweekt
in de hoop daarvan partij te trekken.
Dat is mijne ernstigste en hardste bekomme
ring, sinds ik mijn dochtertje in mijne armen
druk. Ons dochtertje voor dat algemeene lot dei-
vrouwen te bewaren dat is ons onophoudelijk
streven. Olivier meent dat wij er „een man"
van moeten maken; maar ik zou mij tevreden
stellen met er „eene vrouw" van te maken,
dat wil zeggen: een vrij, frank en fier wezen,
dat, zonder iets te missen van hare gratie
noch van hare zachtheid, het bewustzijn zou be
zitten, dat haar bewaart, en tevens de waardig
heid, die beschermt; een wezen, dal, in plaats
van blindelings genoegen te nemen in de mee
ning, de liefde en het vertrouwen, die door de
mode van den dag als „fatsoenlijk" geijkt zijn,
in haar zelve hare denkbeelden zal willen zoe
ken en kunnen vindendat zelve, haren levens
gezel zal kunnen kiezen, opdat zij hem zal kun
nen beminnendat de hope des stervens zal
kunnen begrijpen, ten einde daarin in de dagen
der beproeving een vasten steun te vindenen
dat eindelijk als jonge dochter, als echtgenoote
en moeder, dien zeldzamen, hoogen en moeilijken
moed zal hebben om anders te durven handelen
als iedereen, wanneer haar hart haar maar de
getuigenis geeft dat zij wèl handelt.
jeane malet.
EINDE.