i\°. 2987
Vrijdag
A°. 1869.
5 November.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
LEIDSCH
DAGBLAl.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommersn 0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DIE Ft ADVERTENTIEN.
Voor iederen regelƒ0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 4 November.
De Friesche vereeniging tot bevordering en verdediging
van het openbaar volksonderwijs heeft onder hare
periodiek verschijnende traktaatjes er onlangs
een uitgegeven, waarin onder den titel: „Een
maatschappelijke kwaal" over het schoolverzuim
wordt gehandeld. Wij lezen daarin o. a. het vol
gende:
„Hoe zal uien aan een statistiek van het school
verzuim, die, zal ze eenige waarde hebben, nauw
keurig zijn moet, kunnen geraken? Wij vertrou
wen dat ze op de volgende wijze wel te verkrij
gen is.
„Wanneer een gemeentebestuur doet wat op
zijn weg ligt, dan zal het niet nalaten al datgene
te doen wat strekken kan oin ten opzichte van
't schoolgaan der kinderen in de gemeente zoo
volledig mogelijk te worden ingelicht. Kwijt het
zich op de rechte wijze wat het zorgen voor 't
lager onderwijs aangaat, dan zal het ongetwijfeld
op den bijval, op den zedelijken steun van de
welgezinde burgerij kunnen rekenen.
„Van het schooltoezicht ontvangt het vele en
belangrijke opgaven, die echter niet volledig ge
noeg zijn om het schoolverzuim naar eisch te
leeren kennen. Uit dien hoofde zouden wij
wenschen dat bij de aanstaande Tienjarige Volks
telling in December dezes jaars in elke gemeente
een voorstel gedaan en aangenomen werd, om
dan het ijzer te smeden terwijl het heet is,
om dan van de gunstig aangeboden gelegenheid
het rechte gebruik te maken. Men kon dan langs
den eenvoudigsten en min kostbaren weg al die
opgaven bekomen, welke er als wapenen noodig
zijn om de volkskwaal met hoop op succès te
bestrijden. Maar welk voorstel bedoelt ge?
vraagt ge wellicht.
„Wij zouden willen dat door eiken gemeenteraad
werd vastgesteld aan de alsdan in te vullen be
volkingstabellen een kleine aanvulling of uitbrei
ding te geven, in dier voege dat uit de aan te
brengen suppletie duidelijk kon blijken
1". Welke kinderen, in de schooljaren vallende,
openbare of bijzondere scholen bezoeken.
De namen der kinderen moeten vergezeld gaan
van de opgave der school en haren hoofdonder
wijzer.
2°. Welke kinderen geen schoolonderwijs ont
vangen. Te onderscheiden in a. dezulken, die nooit
ter schole hebben gegaan, en b. degenen, die de
school, ofschoon nog in de schooljaren vallende,
reeds hebben verlaten.
Heeft men, op die wijze te werk gaande, lijs
ten van school- en niel-schoolgaande kinderen, vol
gens de opgave der ouders laten opmaken door
personen die daarmede vanwege het gemeente
bestuur belast zijn geworden, dan vereischen ze,
om getrouw en nauwkeurig te zijn, althans wat
de schoolgaande» betreft, het onderzoek en de
verificatie der aangewezen hoofdonderwijzers.
Dezen alleen zijn in staat na te gaan of de op
gaven der ouders juist zijn. Verder moesten
zij worden uitgenoodigd de bij hen schoolgaande
kinderen uit de gemeente in twee afdeelingen
te splitsen, namelijk
1. In leerlingen die geregeld schoolgaan.
2. In leerlingen die ongeregeld schoolgaan.
Onder de geregeld schoolgaanden zouden wij
rangschikken degenen welke meer dan >4 of 75 pCt.
van de schooltijden in elk kwartaal hebben bij
gewoond; terwijl de leerlingen welke dit cijfer
niet hebben bereikt, geacht moeten worden de
school ongeregeld te hebben bezocht.
Ziedaar in korte trekken de schets van een
plan dat goed uitgevoerd, naar wij veronderstel
len, eene deugdelijke statistiek van het school
gaan opleveren zal.
In de alg. verg. van 2b Mei 1869 der Veree-
niging is dit denkbeeld van alle zijden beschouwd
en ten slotte met algemeene stemmen goedge
keurd.
De minister van oorlog heeft afwijzend be
schikt op het verzoek om aan de studenten in de
geneeskunde, bestemd voor den militairen genees
kundigen dienst, te vergunnen, het natuurkundig
examen in twee afdeelingen en op verschillende
tijdstippen te mogen afleggen, en wel op grond
dat men van de tegenwoordige regeling nog ge
durende eenige jaren de resultaten wenscht af
te wachten. (U. D.)
Volgens een te 's-Hage ontvangen telegraphisch
bericht, zijn Hunne Koninklijke Hoogheden Prins
en Prinses Hendrik der Nederlanden den l,wn de
zer te Brindisi in goeden welstand aangekomen
en zouden den volgenden avond, met Zr. Ms.
stoomschip de Valk, de reis naar Constantinopel
voortzetten.
Bij het concours van liedertafels te Geut, dezer
dagen gehouden, heeft Amstels Mannenkoor, direc
teur de heer R. Hol, de tweede gouden medaille
benevens fr. 150 behaald, welk eerbewijs haar
door de jury met algemeene stemmen werd
toegekend.
De winterdienst van den Rijnspoorweg neemt
Vrijdag den 5deu November een aanvang; in de
vertrekuren, ook door de opening van den weg
Breukelen-Harmelen, zijn aanmerkelijke wijzi
gingen gekomen.
Gisterenavond heeft de trein van den Holl.
Spoorweg, die te kwartier over zevenen uit Am
sterdam vertrok, een oponthoud van 20 minuten
gehad, doordien tusschen Haarlem en den Voge
lenzang (aan de Zandvoortsche laan) een paard
onder de machine geraakte. Er hebben daarbij
overigens geen ongelukken plaats gehad.
Met genoegen wijzen we er op, dat in de vol
gende week in het kotliehuis de Paauw gelegen
heid zal zijn het beroemde mannen-quarlet van
de Duitsche opera met bijhebbend muziekgezel
schap te gaan hooren.
Genoemd gezelschap heeft steeds overal, maar
niet het minst hier ter stede gedurende de jongste
kermis, ongemeenen bijval gevonden. We twijfe
len dan ook niet of Leidens publiek zal de po
gingen van den heer Keuls, om dit gezelschap
nogmaals te engageeren, door een talrijk bezoek
toonen op prijs te stellen.
Z. M. heeft Mr. C. J. Loncq, oud referendaris
aan het dep. van Biunenl. Zaken, vergunning
verleend tot het aannemen en dragen der ver
sierselen van officier der Leopolds-orde, hem door
Z M. den Koning der Belgen geschonken; be
noemd tot rechter plaatsverv. in de arr.-rechtbank
te Arnhem Mr. P. E. G. Gerlings, advocaat aldaar.
Z. M. heeft den lsten luit. A. II. A. Reijers,
van het 5de reg. inf, ter zake van lichaamsge
breken, voor den tijd van vijfjaren een tijdelijk
pensioen toegelegd, en het bedrag daarvan, met
^begrip van eene toelage van f 75, vastgesteld
op f 375 's jaars; bij het wapen der infanterie
benoemd: tot lsten luit. (naar ouderdom van
rang), bij het 4de reg. den 2den luit. L. Brender
Brandis, van het korps; eu bij het 6de reg.
den 2den luit. W. G. F. Snijders, van het korps.
Amsterdam, 3 November. In de algemeene we-
kelijksche vergadering van Zeemanshoop, werd gis
teren op plechtige wijze de groote gouden me
daille uitgereikt aan den oud-gezagvoerder ter
koopvaardij, den heer F. S. Hoffman. Deze be-
kronihg was toegekend vanwege de Association
Scientipque te Parijs, en strekt onzen Nederland-
schen gezagvoerders opnieuw tot groote eer.
Heeft dezer dagen het plotseling afsterven
van den heer H. M. Labouchère, een der chefs
van het huis Hope, in vele kringen levendige
deelneming verwekt, thans is men hier algemeen
vervuld met hel eveneens plotseling sterfgeval van
den heer F. P. Du Rieu, waterschout en haven
meester alhier. De overledene was vroeger lui
tenant ter zee 1"" kl. en inspecteur van het loods
wezen. (IV. H. Cl.)
Haarlem, 2 November. Gisteren is alhier op
den Stads-Doelen, onder leiding van den heer
J. H. Krelage als voorzitter, gehouden de 24"t0
algemeene vergadering der Algemeene Vereeni-
ging voor Bloembollencultuur. In die vergadering
is door den secretaris, den heer D. Bakker, ver
slag uitgebracht over het afgeloopen vereenigings-
jaar 1868/69, waaruit bleek, dat de toestand der
Vereeniging alleszins gunstig kan genoemd wor
den; dat de voorjaars-tentoonstelling van Februari
1869 als uitmuntend geslaagd moet worden be
schouwd, en dat het aantal leden niet onbelangrijk
was toegenomen, daar het in de verschillende
afdeelingen te zamen 174 bedroeg.
Daarna is bepaald, dat de tentoonstelling van
bloeiende bloembolgewassen enz., in het aanstaande
voorjaar te Haarlem te houden, zal plaats hebben
op 12, 13 en 14 Maart 1870. Voor die tentoon
stelling is, voor 12 bloeiende amaryllis, behalve
de daarvoor in het vroeger reeds uitgegeven pro-
gramina gestelde prijzen, bovendien eene gouden
medaille uitgeloofd.
Ten laatste zijn de medailles eu daarbij behoo-
rende getuigschriften aan de op de tentoonstel
ling van Februari 1869 bekroonden uitgereikt.
's-Gravenhage, 3 November. Kwade woorden
leiden tot kwade zaken; huiselijke twisten tot
huiselijke rampen. Deze waarheid is wederom
treffend gebleken uit een treurig geval, dat zich
gisteren voordeed. Een werkzaam man, oppasser
bij onderscheidene heeren, ook bij een onzer Her
vormde leeraren, werd sedert eenige dagen ver
mist, Men wist wel dat zijn leven niet gelukkig
was; maar men kon toch niet gissen dat hij het
zelf alleen om huiselijk verdriet zou pogen te ver
nietigen. Intusschen de poging werd beproefd
en helaas! gelukte. Het lijk van den bedoelden
oppasser is uit de Delftsche trekvaart opgevischt.
Gisterenavond heeft de Ilaagsche afdeeling
van het Metalen Kruis, onder voorzitterschap van
Jhr. Mr. W. M. De Brauw, in het hotel de Twee
Steden eene vergadering gehouden tot de keuze
van afgevaardigden ter bijwoning van de plech
tige onthulling van het gedenkteeken voor Neer-
lands onafhankelijkheid. De voorzitter deed me-
dedeeling, dat het groot aantal genoodigden tot
deze plechtigheid de hoofdcommissie had doen
besluiten aan de afdeeling voor te stellen zich
slechts door drie leden te doen vertegenwoordi
gen, terwijl de president der afdeeling haar bij
alle feesten zou representeeren. Aan de afdeeling
zelve zou gelegenheid worden gegeven bij de
plechtigheid te defileeren.
De vergadering is daarna overgegaan tot de
benoeming harer afgevaardigden, terwijl als waar
nemend voorzitter om de afdeeliug bij alle fees
ten te representeeren, in plaats van den heer Jhr
De Brauw, die buiten aanmerking wenschte te
blijven, werd benoemd de heer H. L. Troost
Gouda, 4 November. De edelmoedige man, die
met gevaar van eigen leven onlangs den veld
wachter van Zuid-Waddiuxveen het leven redde,
is Adam Van der Heyde, scheepmakersknecht te
Noord-Waddinx veen.
De veldwachter verkeert nog altijd in zorgwek-
kenden toestand.
Utrecht, 31 October. De voorstanders van het
christelijk nationaal onderwijs, die de Woensdag
gehouden vergadering van het Schoolverbond
vóór haren afloop hadden verlaten, zijn, onder
voorzitterschap van Prof. De Geer, bij elkander
gekomen om te beraadslagen over hetgeen hun
te doen stond. Men heeft o. a. besloten om de
hoofdcommissie voor het christelijk nationaal on
derwijs en de hulpvereenigiiigen daarvan aan te
sporen om het schoolverzuim zooveel mogelijk
tegen te gaan.
Cothen, 1 Nov. De wegen schijnen in deze
streek voor 't oogenblik niet geheel veilig te zijn.
Althans Zaterdag-avond den 30"en October werd
een rijtuig naar Wijk bij-Duurstede uit Utrecht
terugkeerende door eenige personen achtervolgd,
waarvan twee in deD achterbak klommen en zich
meester maakten van eenige daarin geborgen
voorwerpen en er voorts het tablier en de riemen
afsneden en medenamen. De anderen zijn waar
schijnlijk door het harde, rijden verhinderd ver
dere hulp te verleenen aan hunne makkers. Men
vermoedt, dat het poldergasten zijn geweest, die
ROMANESKE JONGE JUFVROUWEN.
NAAR HET FRANSCH VAN
JULES KERGOMARD.
(Vervolg.)
In weerwil van den tegenzin, dien ik gevoelde
voor die heroïque middelen, durfde ik mij toch
tegen de aanwending daarvan niet al te zeer te
verzetten, daar ik zag hoe grootelijks het karak
ter van Renée zich ten goede veranderde, en
hoezeer bij gevolg de geheime wond van haar
hart een weldadig geneesmiddel scheen te vin
den in de afleidende, middelen, waartoe zij zich
zelve dwong. Wel is waar ging zij voort met
zich zooveel mogelijk van ons te verwijderen;
ik zag tevens dat zij er ernstig aan arbeidde om
hare studie weder op te vatten, voort te zetten
en te vermeerderen, naardien die even opper-
jj vlakkig geweest was, als zulks, helaasons al
len ten deel valt. Zij vraagde dikwerf aan Oli
vier om haar de boeken te noemen, die zij moest
lezen, en zij luisterde gaarne naar de ernstige
gesprekken, die wij meermaals met opzet hiel
den. 't Schijnt wel dat zij, na ons vertrek naar
Parijs, op dien weg is blijven voortgaan; want
toen wij, nu eene maand geleden, hier terug
kwamen, waren wij getroffen door de algeheele
verandering, die met haar had plaats gehad. Zij
is geheel en al goed, eenvoudig, natuurlijk en
zacht, in éen woord: zóódanig volkomen gewor
den, dat ik er jaloersch om zou zijn, bijaldien
ik er niet zoo hoogst verblijd over was. Van
hare oude aristocratische vooroordeelen, en van
het verlangen naar rijkdom, dat daarmee in ver
band stond en er uit voortvloeide, is geen spoor
meer overgebleven, en, wat voor mij nog veel
meer waard is, zij is tegen mij en Olivier geheel
en al op een zusterlijken voet, evenals zij moe
derlijk-lief is tegen ons kind. Onze vriend Raoul,
die, veertien dagen geleden, ons achterna is ge
komen, was nog het meest verwonderd en ge
lukkig daarover. Hij heeft zulks voor Renée niet
verborgen, en zij, wel verre van toornig op hem
te zijn gebleven over zijne vroegere vooringeno
menheid tegen haar, is er, naar 't mij toeschijnt,
trotsch op, dat zij daarover heeft gezegepraald.
Misschien heeft zij eerder dan wij een vermoe
den gehad van 't geen Raoul mij vandaag heeft
toevertrouwd, namelijk dat hij alleenlijk dfiarom
zooveel tegen mijne zuster had, dewijl hij bang
was op haar verliefd te zullen worden.
„Maar, wat ik ook gedaan heb," voegde hij er
bij, „heeft alles niet geholpenIk bemin haar,
Jane!"
„En zij?" vraagde ik hem daarop, terwijl ik
moest lachen over de verlegene manier, waarop
de scepticus zijne neerlaag erkende: „Wat
hebt gij haar dezen morgen verteld, in het park,
toen gij zoo bestendig achter ons bleeft?"
„Ik verzekerde haar dat ik hoegenaamd geen
schuld had aan het proces van echtscheiding, dat
thans door generaal Bonnet gevoerd wordt tegen
de schoone Marcelle wegens incompatibiliteit
van humeuren."
„En wat gaf zij tot antwoord?"
„Zij verhaalde mij dat de markies de Ooa-
thuel gaat trouwen met „de Muze van het De
partement", eene dame van zekere rijpheid, doch
blond, en wier hart niet oud geworden is."
„Welnu! Ik zie niet in dat in dat alles zoo
veel reden voor u ligt om te wanhopen."
„Daarover ben ik dan ook juist niet zoozeer onge
rust. Maar uwe moeder?„Saulnier" klinkt
al niet veel aristocratischer dan „Malet", en ik
verdien vrijwat minder geld dan die intrigant
van een Olivier, die daar van 't jaar de slecht
heid gehad heeft van een meesterstuk naar de
tentoonstelling te sturen. Uwe moeder zal nim
mer hare toestemming willen geven...."
„Dat geloof ik toch wel," zei Olivier daarop,
„mits ik er mij maarmee bemoeiDie goede mama
loopt hoog met mij weg, sedert ik beroemdheid heb
verkregen, en inzonderheid sedert ik haar den
naam van grootmoeder heb bezorgd. Zij vindt u
bovendien zeer beminnenswaardig en vrijwat
beter opgevoed dan den chevalier de Toularbu-
zulou, die laatst op het bal van den onderprefect
meer dan half dronken was. Bovendien heb ik
haar reeds genoegzaam doen begrijpen dat de
aristocratie der kunsten steeds meer aan 't wed
ijveren is met de aristocratie der geboorte, en
aangezien zij te veel van mij houd om mij gering
te achten, zie ik geene enkele reden waarom
zij minder trotsch zou zijn op u dan op mij."
„En wat het verschil van fortuin betreft,"
voegde ik er toen bij, „daar Renée de honderd
duizend franken bezit van mijn weduwengoed,
behalve de vijftigduizend franken, die zij buiten
dien heeft...., zult gijlieden het nog in 't geheel
zoo kwaad niet hebben."
„En de minst gelukkige zal niet de meistreel
zijn," hernam Olivier, „alzoo hij dan toch nog
„Renée" kan laten rijmen op „hyménée!"
Raoul zag op dit oogenblik Renée juist inliet