zijn arrestatie bleek, dat hjj van die som 122 bad verteerd, terwijl hij vrouw en twee kinde ren in diepe armoede liet verkeeren. HH. KK. HH. Prins en Prinses Hendrik der Nederlanden zijn 11. Dinsdag, 26 Oct., van Walferdange, (Luxemburg) vertrokken om over Basel, Genève, Turijn en Bologna naar Brindisi te reizen, ten einde daar op 1 November zich op Zr. Ms. stoomschip de Valk in te schepen, en na een bezoek aan den Sultan van Turkije, te Oon- stantinopel, te hebben afgelegd, met genoemd vaartuig hunne reis naar Alexandrië te vervolgen en van daar naar Port Saïd te gaan, ten einde de opening van het Kanaal van Suez bij te wonen. Het gevolg van HH. KK. I1H. bestaat uit de heereu: Jbr. J. H. Van Capcllen, kapit. ter zee, adjudant des Konings; J. O. 11. Arntzenius, kapit. ter zee, en Jhr. N. A. Holmberg de Beckfelt, luit. ter zee 1ste kl., adjudanten van Z. K. H.; L. R. baron Taets van Amerongen, kamerheer des Konings, dienstdoende hofmaarschalk bij Z. K. H., eu E. H. A. barones van der Duijn, hof dame van II. K. H. mevrouw de Priuses. Delfshaven, 27 October. Bijna de helft der kom van deze gemeente is andermaal twee achtereen volgende getijden door de hooge vloeden onder water geloopen, waardoor van een groot aantal huisgezinnen de woningen zijn overstroomd ge worden. Reikhalzend zien velen dan ook naai de lang verwachte indijking van dat gedeelte der gemeente uit. Gouda, 28 October. Morgen zal het nieuwe station van den Rijnspoorweg voor het publiek worden opengesteld. Het in gebruik stellen van dit waarlijk prachtige gebouw is eene belangrijke aanwinst voor het reizende publiek, daar het oude gebouw alleszins gebrekkig en ondoelmatig kon genoemd worden. Jammer dat het nieuwe gebouw verder van de stad verwijderd is dan het oude, dat is een groot ongerief. Woerden, 25 October. Heden werd alhier de gewone jaarlijksche paardenmarkt gehouden. Begunstigd door schoon weder, was de toevloed van menschen zeer groot. Meer dan 900 paarden van allerlei soort vond men aan de lijn. De handel was niet levendig en de prijzen waren zeer uit eenloopend. Het getal buitenlandsche kooplieden was betrekkelijk gering. Haarlem, 27 October. Op de onlangs in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam gehouden tentoonstelling is de heer A. Van der Linden, alhier, bekroond met eene zilveren medaille voor het door hem tentoongestelde model van het riool stelsel van het gesticht Meerenberg. Op verzoek van het bestuur van het departement Haarlem dei Ncdcrlandscho Maatschappij ter bevordering van Nijverheid wordt dit model thans overge bracht naar den Nieuwen Schouwburg, om in eene aldaar op aanstaanden Vrijdag-avond te hou den vergadering van het departement te worden tentoongesteld en besproken. Hel bestaande rioolstelsel te Meerenberg heeft tot nu toe volkomen beantwoord aan de gunstige verwachting, die men daarvan had, en daar men het er voor mag houden, dat dit stelsel in vele steden met goed gevolg zou zijn aan te wenden, wordt de voorgenomen bespreking van het hier bedoelde onderwerp, met het oog op het riool stelsel hier ter stede, niet van belang ontbloot geacht, en meent men daarop de aandacht te moeten vestigen. Utrecht, 26 October. De aanvoer van Hongaar- sche varkens neemt in deze gemeente wekelijks toe. Werden vroeger op de deugdelijkheid van het spek aanmerkingen gemaakt, thans, nu men jonge, in plaats van oude varkens ontvangt, be hoeft dit niet voor het Hollandsche in qualiteit onder te doen en, wat den prijs betreft, deze is, niettegenstaande de kosten van het vervoeren, nog beneden dien van de inlandsche varkens. (Utr. D.) Assen, 26 October. Naar wij vernemen, is de tongblaar hier uitgebroken onder het vee van de wed. Van der Laan op Steen wijk; twee koeien zijn aangetast. Ook heerscht hier de pokziekte onder de scha pen, vooral op het Aardsche veld, doch niet in erge mate. Opsterland, 23 October. Door den raad dezer gemeente is in zijne vergadering van Maandag jl. bij meerderheid van stemmen besloten tot af schaffing der betaling van schoolgelden en alzoo tot het verstrekken van kosteloos onderwijs, in gaande 1 Januari 1870. Cappelle a./d. IJssel, 26 Oct. Hedenmorgen omstreeks zeven uren is op de Maas in de nabij heid van het Kralingsche Veer eene schuit, met oud ijzer geladen, ten gevolge van een hevigen rukwind, omgeslagen, met het noodlottig gevolg dat de schipper daarbij verdronken is. Groningen, 25 Oct. Prof. Dr. H. C. Van Hall heeft een leercursus geopend voor de botanie, die door ieder, die zich daartoe aanmeldt, gratis kan worden bijgewoond. Velen denken hiervan gebruik te maken. Door Dr. Tjaden Modderman, hoogleeraar in de chemie, is aangenomen het doceeren in de landbouw-scheikunde aan de landhuishoudkundige school alhier, terwijl de hoogleeraar Dr. H. C. Van Hall zich voorloopig met het onderwijs in de geologie heeft belast. Het monument voor wijlen den heer B. Brugsma, directeur van 's Rijks kweekschool voor onderwijzers, zal op Zaterdag 6 Nov. a. s. op de zni- derbegraafplaats alhier plechtig worden onthuld. Gemengde Berichten. De Amerikaansche adverteerders zijn vermaard wegens hunne vindingrijkheid in allerlei grepen, welke de oplettendheid van het publiek naar hun aankondigingen kunnen trekken. Tot dusverre werden daarbij echter de hooge staatspersonen ontzien, doch dit schijnt nu ook niet meer het geval te wezen. Althans een New-Yorksch dag blad bevat een advertentie van een hoedenma ker, Jones geheeten, welke woordelijk luidt als volgt „Al de burgers van de Vereenigde Staten we ten dat het uiterlijke van den president niet zeer gunstig is, en hij veel heeft van een sjouwerman. „Heden hebben de wandelaars echter opge merkt, dat de generaal Grant er vrij fatsoenlijk uitzag. De oplossing van dit ongehoord verschijn sel liet zich echter niet lang wachten. Het viel toch spoedig in het oog, dat de president een hoed op het hoofd had, die gekocht was in den be roemden winkel van den heer Jones." Een gezegde van den beroemden heelmeester Nélatun heeft groote sensatie teweeggebracht onder de geneeskundigen, en zal misschien eene scheuring onder de beoefenaars teweegbrengen. Voor eenige maanden verklaarde Claude Bernard bij den aanvang van zijn cursus, dat de weten schappelijke geneeskunde (la médécine scientifigue niet bestond en dat men slechts de experimen- teele physiologie, zooals hij bij verzachting de operaties noemt, tot grondslag moest nemen voor de toekomstige wetenschap. Nélaton nu gaat nog verder dan zijn kunst broeder, en volkomen toegevende, dat de experi- menteele physiologie niet bestaat, ontkent hij ook de noodzakelijkheid van haar bestaan. Hij ver oordeelt als valsch en bedrieglijk, alle stelsels gegrond op experiuienteele physiologie en micros copische waarnemingen en, in 't algemeen, van elke andere bron van kennis, dan onmiddellijke waarneming van den lijder. Zulk eene verklaring is niet onbeantwoord gebleven. De heer Verneil vraagt in de Gazette hebdomadaire de médécine, of, na de diensten van den microscoop te hebben ontkend, de heer Nélaton de sterrenkundigen zal uitnoodigen, om het gebruik van den telescoop na te laten? BUITENLAND. Italië. Garibaldi zal in December Caprera verlaten en zich naar Napels begeven, om het congres van vrijdenkers bij te wonen. De werkzaamheden aan de doorboring van den Mont-Cenis, van de Italiaansche zijde, zullen in de eerste dagen van December voltooid zijn. Duitschland. Dezer dagen is door Prof. Ewald eene brochure in het licht gegeven, onder den titel van Die drei Uebel von Europa," welke groot opzien ver wekt. Zoodra men weet, welke drie kwalen de heer Ewald op het oog heeft, laat zich gereede- lijk begrijpen, dat het geschrift aanstonds in ve ler handen is gekomen. De drie kwalen zijn: het- Pausdom, de verwarde toestand waarin de hervormde kerk in Duitschland verkeert, en de politieke schepping van het jaar 1366. Oostenrijk-Hongaai-^che Monarchie. De berichten uit Dalmatië geven de Oosten- rijksche regeering gelijk en toonen de onjuistheid aan der verbazing van sommigen, over de kolos sale toebereidselen die voor de demping van den opstand in Cattaro werden gemaakt. Want de opstand breidt zich desniettegenstaande uit. De dappere Montenegrijnen zijn bereid om hunne naburen te helpen. Te Herzegowina hebben zich reeds velen bij de insurgenten aangesloten. Wat de strekking is van dit alles, schijnt nog niet opgehelderd. De vorst van Montenegro heeft in den laatsten tijd belangrijke hoeveelheden kruit uit Oostenrijk ontboden. Heeft den met zijn strijd lustig volk nu plan om Cattaro voor zich te win nen? Of schuilen er veelomvattende plannen ach ter dit alles? Naar de meening van sommigen is de Russische invloed hier niet onduidelijk te er kennen, en zou alzoo de geheele beweging tegen Turkije bedoeld zijn. Dit zou nader kunnen aange toond worden, daar de Porte veel belang stelt in de onderdrukking van den opstand en met Oosten rijk gemeenschappelijke maatregelen heeft be raamd. Onlangs is tnededeeling gedaan van het ge beurde te Briinn tusschen graaf Heinrich Hom- pesch en den koopman Muller. Laatstgenoemde, dien de graaf in zijnen overmoed van edelman met een pistoolschot zeer gevaarlijk verwondde, in nog onder genees- en heelkundige behande ling en voor het behoud van zijn leven kan men nog niet instaan; doch hij heeft een verhoor door den rechter kunnen ondergaan. Volgens de Brün- ner Zeitung zou graaf Ferdinand, broeder van graaf Heinrich, den heer Muller eene schadeloosstel ling van 6000 gulden aangeboden hebben. Boven dien heeft Ferdinand bij de rechtbank aanzoek gedaan om de voorloopige invrijheidstelling zijns broeders tegen een borgtocht van 15,000 gulden en door de rechtbank is hierop gunstig beschikt, doch deze. beschikking vereischt de bekrachtiging door het hooge gerechtshof. Engeland. De Times wijdt een uitvoerig artikel aan de betrekkelijke, armoede, waaronder sommige, land bouwende districten in Engeland gebogen gaan tegenover anderen, waar groote. welvaart heerscht. Het blad tracht de oorzaken van dat verschijnsel op te sporen, en wijst o. a. op de nabijheid van groote fabrieksteden, die aan den landbouw ten goede komen. Maar de hoofdoorzaak vindt het in de lauwheid en stompzinnigheid der bevolking zelve in de minder begunstigde districten, waarbij het tevens do kerk oproept, om aan het werk der volksontwikkeling en volkswelvaart krachtig de hand te slaan. De kerk is echter met die op dracht niet gediend. Zij heeft eene andere, veel hoogere taak te vervullen dan zich over de stof felijke welvaart des volks te bekommeren. Zij heeft, slechts oogen voor de zaligheid der zielen, en deze wordt nu eenmaal niet langs den bree- den weg van materieelen ooruitgang, maar langs het enge pad vaD lijden en ontbering verkregen. Zij begrijpt zeer goed, dat naarmate de aarde beter wordt en een belangrijker verblijf oplevert, de hemel veel van zijne, bekoorlijkheid, en zij, die den volke den toegang tot den hemel banen, veel van hunne noodzakelijkheid verliezen. De Engelsche gezant bij het hof van Madrid, Sir John Cramptou, die gewoon was de zaken - de Tornado-quaestie zelfs niet uitgezonderd - aan haar beloop over te laten, zal ter voldoening van veler wensch worden teruggeroepen. De heer Layard is benoemd om Sir John Cramptou te vervangen. Indien de Londensche correspondent van de Scotsman goed is ingelicht, dan zou dè postmeester- generaal geneigd zijn het porto der dagbladen tot op een halven stuiver te verminderen, onder voorwaarde, dat de postzegels slechts voor een dag geldig zijn en dat de uitgevers der dagbla den op de zegels den datum zullen drukken. Tot nu toe kon een dagblad, met een stuivers-post zegel gefrankeerd, gedurende eenige dagen per post circuleeren. Frankrijk. De rust is eergisteren te Parijs niet gestoord geworden. Dit wordt heden bevestigd door alle bladen: er was niet meer volk op de been dan op gewone dagen, en al konde men het 's mor gens ook aan den regen - die bij oploopen zoo dikwijls de beste politie heeft beschaamd gemaakt - toeschrijven; toen 's middags het weder was opge klaard was er evenmin eenig spoor van onge wone beweging te Parijs te bespeuren. De keizer is te voet uitgegaan, en het eenige feit, dat ver meld wordt, is dat een advocaat Bagne, een gek, ten aanhoore van slechts weinige menschen een speech heeft gehouden aan den voet van de Obe lisk, en dat hij na een waarschuwing der politie is weggegaan. Wij mogen Frankrijk en vooral de liberale partij geluk wenschen met dezen uitslag; want ware de rust verstoord geworden, en was de militaire macht, die in de kazernen geconsig neerd was, tusschen beiden moeten komen, het zou den keizer, die in den laatsten tijd deze zoo raadselachtige houding aanneemt, de schoonste gelegenheid verschaft hebben, om terug te nemen wat hij met zoo milde hand, dezen zomer heeft verleend. Intusschen is de keizerin te Constantinopel luis terrijk ontvangen. Aan feestelijkheden heeft het niet ontbroken, maar of de zending die haar, naar men beweert, is opgedragen, geslaagd is, om in Turkije naast de uitsluitend Engelsche ook eenige meerdere toenadering tot Frankrijk te bewerken, en om Sultan en Onderkoning te ver zoenen, hierover zwijgen de berichten. De cor respondent der Indépendance meent te weten dat de keizerin den Sultan alleen haar leedwezen zou uitgedrukt hebben, dat de Onderkoning zich den toorn des Sultans had berokkend, door, uit be leefdheid, de vreemde vorsten bij de opening van het Suez-kanaal uit te noodigen. De pakketbooten der Messageries Impériales voeren gestadig Fransche en andere geleerden, letterkundigen, kunstenaars en publicisten, die door den onderkoning van Egypte zijn uitgenoo- digd om de opening van het Kanaal van Suez te komen bijwonen, uit de Fransche havens naar Alexandrië over. De heer Eug. Yung, een der medearbeiders aan de Dcbats, schrijft aan dat blad, onder dagteekening van den lld°n dezer, ter hoogte van Sicilië, dat zich met hem aan boord van de Maeris o. a. bevinden de beeren Quatrefrages, Würtz, Berthelot, Balard, Jamin, Théoph, Gautier, Guillaume, Eug. Fromentin, De Chennevières, Fr. Lenormant, Isamliert, De Pruisische Egyptoloog Lepsius, mevr. Louise Col- daar gij volstrekt in uw stilzwijgen volhardt, zult gij mij veroorloven te spreken, zooals ik u veroorloof mij in de rede te vallen, indien ik het mocht mis hebben. Ik weet alles wat hier op deze plaats sinds de laatste twee maanden gebeurd is, hoewel ik u zeggen moet dat Jane cr mij niets van gezegd heeft. Gij zijt ziek ge weest, cn terwijl ik, die daarvan misschien de oorzaak was, mij verwijderde, om te midden van leven en beweging, en onder allerlei feest gedruis de vergetelheid te zoeken, die ik toch niet vond, is Jane, die met haar hart raadde dat gij haar koudet noodig hebben, bij u geble ven, en heeft zij u opgepast en gered, daar door herstellende, evenals altoos, 't geen anderen bedorven hadden. Och! wat ben ik ondankbaar jegens haar geweest, maar gijgij zijt erg wreed geweest!...." „Wat bedoelt gij?" riep ik onwillekeurig uit, hoezeer ik al meer eu meer het gevaarlijke van mijn toestand gevoelde. „Waarin ben ik wreed geweest?" „Door u van hier te verwijderen op de eerste tijding van mijn terugkomst, zonder u zelveu af te vragen of gij hier niet misschien altoosdurend hartzeer zoudt achterlaten." Ditmaal werd ik ongeduldig. Toen ik mij zoo tegenover Renée bevond, had ik gevreesd on wrikbaar te moeten blijven tegenover het op recht berouw van een hart, dat ongetwijfeld op allertreurigste wijze op een dwaalspoor geleid was geworden door eene gevaarlijke vriendschap, maar dat toch vatbaar was voor beterschap. Maar bij den toon van ongepaste lichtzinnigheid op welken zij volhardde voort te gaan tegen mij te spreken, terwijl zij toch, naar mij dacht, wat minder vergeetachtig te moeten zijn met betrek king tot een nog zóo versch verleden, achtte ik het noodzakelijk om kortweg alle illusie weg te nemen en onmogelijk te maken, zelfs op ge vaar af van onbeschoft te worden, en ik sprak dus op hoog ernstigen toon „Hoor eens, waarde nicht! Toen gij aan de liefde van den markies de Coathuel de voorkeur gegeven hebt boven de mijne, hebt gij mij daar door het recht gegeven om dat hart terug te ne men, 't welk gij niet hebt willen aannemen. En ik moet u zeggen, dat, indien ik niet zonder gewichtige redenen terugneem wat ik eenmaal gegeven heb, ik nooit teruggeef wat ik eenmaal heb teruggenomen 1" „Dat is duidelijk en bepaald!" sprak zij daarop terwijl het mij toescheen dat zij niet zonder moeite de aandoening bedwong, eerst bij haar opgewekt door die verklaring, die nog al tame lijk vernederend was voor de aanspraken, die zij wellicht nog zou willen maken. „Maar, indien gij mij opheldert waarom gij van hier vertrok ken zijt ten einde inij niet weer te ontmoe ten, kan ik altoos toch maar niet begrijpen waarom gij sedert te Morlaix zijt gebleven. Die hardnekkigheid was dermate onbegrijpe lijk bij een meisje dat, bij gebrek aan gevoel, mij altoos ten minste voorgekomen was als voorzien van eene goede dosis tieren trots, dat ik eindelijk geheel en al losbarstte: „Ik ben niet van hier vertrokken uit vrees van u nog weer le zullen beminnen; maar als gij het dan volstrekt wilt weten, ben ik te Morlaix gebleven omdat ik een andere vrouw bemin „Jane, nietwaar?" „Nu, ja dan! Jane, die ik gemeend had weer te vinden in u, en die ik in werkelijkheid altoos en alleen bemind heb „Zie nu eens aan 1" riep zij uit op een toon van blijdschap, waarvan ik niets begreep. „Ik meende, beste Olivier, dat het mij nooit geluk ken zou u iets te doen bekennen, dat al te na tuurlijk was, dan dat ik het niet eenigermate gera den had. Maar, als gij Janc bemint, waarom zegt gij dat dan niet aan haar zelve?" „Omdat ik bang ben dat zij geen vertrouwen stelt in een hart, dat tot haar terugkeert, nadat het, pas twee maanden geleden, haar in 't ver trouwen nam over eene liefde voor iemand an ders; en vooral omdat ik zoolang mogelijk mijn hoop wensch'le tehouden, indien die toch, zooals ik vrees, nooit zal kunnen worden verwezenlijkt."* „Gij zijt al te bescheiden, neef! Maar hier heb ik iets, dat u zal geruststellen en dat mij veel zal doen vergeven." En daarop overhandigde Renée mij een pak ket, waarvan de zegels waren losgebroken; en zij vertrok, voordat ik begrepen had wat zij bedoelde, en voordat ,ik op het denkbeeld was gekomen om haar eene nadere uitlegging tc verzoeken. Wordt vervolgd.) Door de Siècle is voor eenigen tijd eene inschrij ving geopend voor een standbeeld ter eere van Voltaire; het maximum waarvoor men kan tee kenen was 50 centimes of 2b ets. Ned. Deze in schrijving heeft opgebracht een som van 37,1-12 fr. 85 ct. Hel aantal inschrijvers bedraagt 205,000. Het grootste aantal heeft voor 5 a 25 centimes geteekend. Het standbeeld wordt gemaakt naar een mar merbeeld van Iloudon, Voltaire voorstellende in een leuningstoel gezeten. De commissie hoopt toestemming te krijgen om liet standbeeld op de place de l'lnstitut, tusschen de twee leeuwen, te mogen plaatsen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2