INGEZONDEN.
De ondergeteekende vindt zich verplicht open
lijk te verklaren dat hij noch redacteur, noch me
dewerker is aan het Weekblad Het Leidsche Lan
taarntje. Onaangenaamheden en persoonlijke be-
leedigingen, met bedreigingen gepaard, geven
hem aanleiding om deze verklaring te doen. Hij
hoopt hierdoor de achting, die hij vroeger zoo
ruimschoots genoot, weder deelachtig te worden.
Beleefd verzoekt hij dan ook aan wieri dit
moge aangaan, van verdere beleedigingen of be
dreigingen verschoond te blijven. Noch de uitge
ver van het Weekblad, noch iemand anders kan
deze verklaring euvel duiden.
Leiden, 27 Sept. 1S69.
J. K. DE REGT,
Commissionair.
Gemengde Berichten.
De moord te Pantin.
Niet Kinck is te Havre gearresteerd, maar ze
kere Traupmann. Kinck, vader en zoon, bevin
den zich nog niet in verzekerde bewaring. Traup
mann, die ook te Roubaix woonde, heeft zich her
haaldelijk voor Jan Kinck uitgegeven; hij was
dit met zijne medeplichtigen overeengekomen, ten
einde de politie op een dwaalspoor te brengen;
ook was hij in het bezit van eenige brieven en
andere papieren van Kinck; vandaar dat men
eerst gemeend heeft, dat Kinck, de zoon, was
gearresteerd. Traupmann is het ook geweest,die
des Zoudags de spade van den smid Bellanger
gekocht heeft, waarmede de groote kuil, beslemd
om zes lijken te ontvangen, gegraven is. Traup
mann is voorts door de beide Kincks als werk
tuig gebezigd, om het noodige voor den moord
der ongelukkige familie voor te bereiden. Met
dat doel had hij zich eenigen tijd te voren van
Roubaix naar Parijs begeven; hij was het,
die de plaats, waar de misdaad gepleegd zou
worden, had uitgekozen; hij was het, die van
Parijs naar het logement van den heer Rigny,
bij het station van den Noorder-spoorweg, heen
en weer was gegaan; hij was het, die de huur
koets besteld had, waarin de ongelukkige moe
der mot hare vijf kiuderon tot bij het moordveld
(zoo noemt men thans het terrein waar de beu
len de misdaad gepleegd hebben) gebracht wer
den; hij, eindelijk, was het, die na den moord
zou zorgen voor de ontvluchting, en het was met
dat doel dat hij zich naar Havre had begeven,
ten einde aldaar een schip te vinden, waarop zij
Frankrijk zouden ontkomen.
Traupmann moet in den beginne hinderpalen
ontmoet hebben in de uitvoering van hetgeen ter
voorbereiding der misdaad noodig was. Zoo had
hij met den vader en zoon afgesproken, dat hij
de slachtoffers éen voor éen naar het moordveld
zou brengen. Toen hij de huurkoets op driehon
derd meters van het veld liet stilhouden, om de
moeder alléén derwaarts te brengen, schreeuwden
de twee jongste kinderen, door de duisternis angstig
geworden en riepen; „Moeder, ach moeder!" Dien
tengevolge zag Traupmann zich genoodzaakt, om
de moeder met hare twee kleinen te gelijk naar
de bekende plaats te brengen. Toen Kinck, de
vader, zijne vrouw met zijne twee kinderen zag
verschijnen, werd hij door schrik bevangen, en
zich tot Traupmann wendende, riep hij „ellende-
ling, gij verraadt mij 1" Traupmann duisterde Kinck
daarop eenige woorden in het oor, om hem de
zaak op te helderen, en nu wierpen zich de drie
beulen op de slachtoffers. Een hevige worsteling
met de moeder volgde. De laatste, ziende wat
men met haar voorhad, stelde zich te weer met
eene kracht, die men alleen in de ure, waarin
men zijn leven te verdedigen heeft, krijgt. Alzoo
slaagde zij er in, het mes aan de handen van
haar man te ontwringen, en bediende zij zich
van dit wapen zoo goed tegen hem, dat zij hem
aan den arm wondde en ongetwijfeld zich ook
zelve aan hem zou ontscheurd hebben, indien de
beide andere moordenaars, die reeds de beide
kleinen van kant gemaakt hadden, niet toegesneld
waren om de moeder af te maken.
De bijzonderheden omtrent de slachting dei-
drie overige personen zijn op dit oogenblik nog
niet bekend.
Dat te Havre de grootste waakzaamheid heerscht,
ten einde de beide andere moordenaars het ont
vluchten te beletten, behoeft niet gezegd te wor
den. Overal als het ware worden huiszoekingen
gedaan, en de bevolking legt een voorbeeldeloo-
zen ijver aan den dag, om de justitie in hare
nasporingen behulpzaam te zijn. Af en toe be
geven zich Heden uit alle klassen naar het raad
huis, om de eene of andere aanwijzing te doen.
Deze mededeelingen zijn allen ontleend aan
tijdingen uit Havre; doch te Parijs wilde men
weten dat Kinck, vader en zoon, ook door Traup
mann, met behulp van andere moordenaars, van
kant gemaakt zijn. Eene aanzienlijke som, die
de beide eersten in hun bezit hadden, moet
Traupmann met de zijnen tot dezen nieuwen
moord vervoerd hebben.
Daarentegen wordt ook gemeld, dat men Zater
dag morgen bij Saint-Gratien aan een boom
hangende heeft gevonden het lijk van een per-
üoon, die vermoed wordt een der Kincks te zijn.
Nabij den boom was eeD rotting geplaatst en op
dien rotting vond men een hoed, waaraan van
binnen een kaartje van een hoedenmaker te Rou
baix bevestigd was. Het signalement van een der
Kincks moet overeenkomen met dat van het lijk.
BUITENLAND.
Tur-lrjj e.
De Turquie behelst hevige artikels tegen den on
derkoning van Egypte als gevolg van diens weige
ring om de twee hoofdvoorwaarden aan te nemen,
die hem door den grootvizier zijn gesteld en van
zijn verlangen om het geschil aan de beslissing
van de groote mogendheden te onderwerpen.
De grootvizier heeft andermaal geëischt, dat de
onderkoning, op den grondslag van de hem ge
stelde voorwaarden, in onderwerping zal komen.
Mocht hij nog langer aarzelen, dan begeert de
Turquie, dat de Porte beginnen zal met al de pri
vilegiën in te trekken, die den onderkoning bij
de lirman van 1S41 werden toegestaan. Mocht
ook dat niet baten, dan vertrouwt het blad, dat
de Sultan den onderkoning onmiddellijk zal ont
slaan om Fazil-Mustapha in zijne plaats te be
noemen.
Spanj e.
Uit Terragona wordt gemeld, dat de bevelheb
bers der vrijwilligers, ten gevolge van den last
der regeering tot ontwapening hunner bataljons,
in verzet zijn gekomen. Zij hebben hunne man
schappen barricades doen oprichten en de arron
dissementsgebouwen in bezit genomen. Na eene
vruchtelooze formeele sommatie werd des avonds
te 10 uren een aanval tegen de insurgenten ge
richt, die des morgens te halfdrie werden over
wonnen. Een groot aantal hunner is gevangen
genomen en getransporteerd.
Het ministerie heeft besloten niet langer repu-
blikeinsche manifestation te zullen gedoogen en
de bewerkers der wanordelijkheden gestreng te
straffen. Men verzekert dat het denkbeeld om
het regentschap van Serrano een jaar te verlen
gen, veld wint wegens den strijd tusschen de voor
standers der verschillende candidaturen.
De geruchten dat het regentschap van Serrano
met eeu jaar zou verlengd worden, en Prim ver
volgens tot keizer zou worden uitgeroepen, mis
sen allen grond.
Franki-jjU.
Dezer dagen werd onder Frankrijk van nou-
velles a sensation gesproken die we toen echter
vermeldden waren slechts kinderspel bij dat wat
thans te Parijs, jvooral door den Gaulois verbreid
wordt, namelijk, dat de betrekkingen tusschen
Frankrijk en Pruisen gespaunen zijn niet alleen,
maar dat zelfs de Fransche regeering aan de
Pruisische in eene nota van haar voornemen zou
hebben kennis gegeven, om de annexatie van
Baden a's een casus belli te beschouwen, De Gau
lois wordt echter door den Public weersproken,
en 't is noodig ook, want de gemoederen die in
den laatsten tijd zoo herhaaldelijk geschokt wa
ren, zouden door dit gerucht geheel in verwar
ring zijn gebracht.
Vreemd mag het zeker heeten, dat men weinig
of niets hoort vau 't geen Frankrijk denkt te
doen, zoo de onderkoning van Egypte zich bedreigd
ziet in eene positie, die hij voor een groot deel
aan Frankrijk's invloed heeft te danken.
Het vervangen van den gezant te St.-Peters-
burg, den heer de Talleyrand, .door generaal
Fleury, heeft op de Beurs geen gunstigen indruk
veroorzaakt. Men wil namelijk, dat de generaal
in last heeft, de betrekkingen tusschen Frankrij k
en Rusland nauwer aan te knoopeu, en mede
ile pogingen van Von Beust te ondersteunen, die
gelijk uit zijne ontmoeting met prins Gort
schakoff valt af te leiden een inniger toena
dering van Rusland tot Oostenrijk in den zin heeft.
Inmiddels is van de bijeenkomst van het "VVetg
Lichaam nog geen spoor, naar men zegt vooral
door invloed van de Keizerin.
TELEGRAMMEN.
Ncw-York, 25 September. De commissie voor
den verkoop van goud heeft hare vergadering
hedenmorgen tot Maandag verdaagd om tijd te
laten voor de liquidatie. De heer Sickles telegra
feerde dat Spanje beleefdelijk heeft bedankt voor
de bemiddeling der Vereenigde Staten in de rege
ling van den opstand op Cuba.
Atlantic Debentures 29, 30. BomL 27%, 2Sl,.
Volgens bericht teistert eene geduchte aardbeving
de Westkust van Zuid-Amerika. De bewoners
verlaten de kust. De hevigste schokken werden
gevoeld te Copiapö, Iquique, Tacna, Arequipa.
Men zegt, dat Salnave doodelijk gewond is.
Parijs, 26 September. De Peuple Francais be
weert, sprekende over de troonrede van den
groothertog van Baden, dat de regeering van
Baden elke gelegenheid waarneemt om te too-
nen hoezeer zij voor de eenheid van Duitseh'-
land is gestemd. Het blad eindigt met te
zeggen dat het verleden van dien aard is, dat
het den Souverein van Baden vertrouwen kan
inboezemen; desniettemin bestaat nog altijd het
verdrag van Praag. Indien men te Calrsruhedat
vergeten kan, behoort men te Berliju het zich te
herinneren.
Het lijk van Gustave Kinck is te Pantin
gevonden met het mes nog in de keel. Men ver
telt, dat het lijk van den vader ook gevonden is.
Bucharest, 25 September. De minister van bin-
nenlandsche zaken heeft een besluit geteekend,
waarbij aan de kerkelijke autoriteiten verboden
wordt, om personen van den geestelijken stand
gevangen te nemen of hun gevangenschap op te
leggen.
Marktberichten.
Amsterdam, 27 Sept. Rogge. Galatz 216, Peters
burger 210, Nieuw Pruisische 210, Daganrog 205
bij partij, alles c.z/k.; dito 207, Daganrog 212 op
2/md. Rogge op levering iets vaster als voren, p.
October 199, 200. Maart 19S, 199, 200. Mei 197,
198, 199. Koolzaad p. Oct. 7-1%. Raapolie vliegend
39linajaar 39 U voorjaar 41 Lijnolie vliegend
82Ifnajaar 3214; voorjaar 3214.
STATEN-GTENERAAL!
TWEEDE KAMER.
Zitting van Maandag 27 September.
Aan de orde is liet ontwerp-adres van antwoord
op do troonrede dat luidt als volgt:
Sire
1. De Tweede Kamer der Sta ten-Generaal stelt
het op Imogen prijs, dat Uwe Majesteit de Verte
genwoordiging van het Nederlandsche volk, bij het
openen dezer zitting, welkom heeft geheeten en op
het vele goede heeft kunnen wijzen, 't welk zich in
den toestand des Vaderlands vertoont.
2. Aangenaam was het ons de verzekering te
ontvangen, dat onze betrekkingen met de andere Mo
gendheden van den meest vriendscuappelijken aard zijn.
3. De getuigenis, door Uwe Majesteit afgelegd
omtrent den loti'ehjken ijver, waarmede zee- en land
macht voortdurend hare plichten vervullen, wordt
door ons zeer gewaardeerd.
1. Gelijk in vrije ontwikkeling van landbouw,
handel en nijverheid, stellen wij met Uwe Majesteit
levendig belang in de gewichtige zaak van het volks
onderwijs Elke voordracht, onderwijs betreffende, zul
len wij nauwgezet onderzoeken.
5. Overtuigd, dat door spoedige voltooiing van
het spoorwegnet en van andere groote openbare wer
ken levensbelangen des Vaderlands krachtig zullen
worden bevorderd, verblijden wij ons dat daaraan
steeds met ijver wordt gearbeid. Indien voor die vol
tooiing buitengewone hulpmiddelen noodig zijn, en
dientengevolge eenige verzwaring van den rentelast,
die op den Staat drukt, onvermijdelijk wordt, hechten
wij waarde aan het do.or Uwe Majesteit geopend uit
zicht, dat desniettemin het eindcijfer der staatsbegroo-
ting voor het volgende jaar beneden dat van het
loopende jaar zal kunnen blijven.
6. Van het verslag van het beheer en den toe
stand der overzeesche bezittingen en koloniën zullen
wij met belangstelling kennis nemen. Uwe Majesteit
vindt ons doordrongen van het plichtbesef om aan
de verbeteringen, welke die toestand behoeft, en dus
aan alle daartoe strekkende voordrachten onze meest
ernstige zorg te wijden.
7. Uwe Majesteit doet ons de aanbieding vau
een aantal wets-ontwerpen voorzien, tot de rechts
bedoeling, de belastingen, het verdedigingsstelsel en
andere gewichtige binnenlandscbe aangelegenheden
betrekkelijk. Van grooten omvang zal dientenge
volge in dit zittingjaar onze taak zijn. "Wij hopen,
Sire, die door inspanning van alle krachten te vol
brengen en alzoo, onder Hoogeren zegen, met Uwe
Regeering nuttig werkzaam te zijn voor het dierbaar
Vaderland, waarvan het welzijn zoo nauw aan dat van
Uw doorluchtig Stamhuis verknocht is.
De algemeene strekking, wordt zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
13 worden zonder discussie aangenomen.
De heer van Lijnden verklaart dat hij de uitdruk
king in de troonrede, betreffende het onderwijs, met
ingenomenheid begroet. Dc grondwet zegtliet on
derwijs is een voorwerp dat aanhoudende zorg der
regeering. Als dan de regeering spreekt van //levendige
belangstelling" dan zegt dit meer dan eene bloote
herinnering aan een grondwettig voorschrift. Deze
uitspraak gaf bem hoop op de opkelfiing der bezwa
ren, die de ontwikkeling van het volksonderwijs be
lemmeren.
De heer Van Voorthuyzen zegt, dat het zijne aan
dacht heelt getrokken, dat in het adres gesproken
wordt van de vrije ontwikkeling van landbouw, han
del en nijverheid. Nu is bekend, dat de tienden de
ontwikkeling van den landbouw in den weg staan.
Daarom vraagt hij of nu niet door de opname van
een woord een blijk van belangstelling kan worden
gegeven in de afschaffing van de tienden.
De heer Saaymaus Vader betuigt zijne groote be
langstelling in den landbouw en in de afschaffing der
tienden.
De heer Fokker zegt, dat als geen ander lid dit
doet, dan hij bij 7 een amendement omtrent de
afschaffing der tienden zal voordragen.
De heer Van Kuyk (lid der commissie) antwoordt,
dat het adres wel is een weerklank maar daarom nog
geen echo. De is algemeen en ook om levendig te
houden de quaestie der tienden.
De heer Begram vraagt, of er genoegzame krach
tige maatregelen genomen zijn om de veeziekte die
in het buitenland heerscht te beteugelen. Wel is hem
gebleken van eene aanschrijving van deu minister,
maar oi er een krachtig toezicht aan de grenzen wordt
gehouden, om de besmetting tegen te gaan, weet hij
niet.
De heer Fock (min. v. Binneul. zaken) antwoordt
op de opmerking van den heer Van Lijnden, dat de
Regeering nooit de bezwaren tegen de wet op het
onderwijs ligt geteld heeft. Zij heeft eensgezegd.dat
zij altijd genegen was die bezwaren te hooren en te
onderzoeken. Zij zal dit blijven doen, doch met in
achtneming van het standpunt waarop zij zich in
zake van het onderwijs gesteld heeft. Aan deu heer
Van Begram kan de minister met genoegen mede-
deelen, dat de ziekte in het naburige rijk als ge
ëindigd kan worden beschouwd. De minister heeft
daarvan officiëele berichten en verzekert dat er maat
regelen zijn genomen om, zoo spoedig mogelijk als
de ziekte zich vertoont, de grenzen voor den invoer
af te sluiten. Voor dit oogenblik is dit nog niet noo
dig, omdat de uitvoer van vee naar Pruisen zeer
groot is, en daarin ook het bewijs.ligt, dat ook in
Pruisen de ziekte gew-eken is.
De heer Lilaar (Minister van Justitie) merkt op,
dat, na de toezegging van een ontwerp, de discus-
sien in beide Kamers hebben doen zien, dat enkele
afkoopbaarstelling geen kans van slagen heeft. De
Minister was voorts op groote practische bezwaren
gestuit, maar men kon zeker zijn, dat de zaak vol
strekt niet uit het oog wordt verloren.
De heer Fokker zegt, dat het hem aangenaam is,
dat die niet uit het oog wordt verloren maar die
verklaring laat hem toch onvoldaan. Hij zal evenwel
voor het oogenblik er in berusten.
Ook de heer Van Voorthuijzen heeft door 's Mi
nisters antwoord eenige teleurstelling ondervonden,
terwijl de heer Begram evenmin over het antwoord
van den Minister van Binnenl. Zaken voldaan is.
Hij meent dat de regeering te veel rekent op de
maatregelen, in een naburig Rijk genomen, doch dit
moet ons niet weerhouden. Men moet een krachtig
toezicht aan de grenzen uitoefenen. En het is hem
bekend, dat onlangs vier runderen, lijdende aan de
besmettelijke veeziekte, uit Engeland zijn ingevoerd,
zonder dat de noodige voorzorgen genomen waren
dit tc beletten.
De lieer Van Lijnden, ofschoon 's Ministers ant
woord met leedwezen vernomen hebbende, is toch
verheugd, dat bij tot zulk een pertinent antwoord
aanleiding gegeven heeft. Na do authentieke inter
pretatie der regeering staat vast, dat de regeering
tot het Nederlandsche volk zegt; ik zal de wet nooit
wijzigen. Ja, de regeering betuigt welwillendheid voor
bezwaren, die zij bereid is aan te hooren, maar de
bezwaren hggen in de wet zelve. Als de Minister
zegt; geen wijziging der wet, dan eerbiedig ik die
houding, maar dan'weten ook duizenden in den lande-
dat zij tot opheffing van bezwaren nopens de onder
wijswet van deze regeering niets te wachten hebben.
De heer Lilaar (minister van justitie") verzekert
nader, dat de tiendquaestie steeds het onderwerp van
zijne bezigheden heeft uitgemaakt; dat hij werkelijk
aan het opstellen van eene wet deswege arbeidt.
De minister van binnenlandscbe zaken en de heer
Begram bespreken nader het geval door den laatste
bedoeld. Do minister spreekt het tegen.
De heer Heemskerk Az. beveelt een keuring bij
den invoer aan. Wat de tienden aangaat, meent hij
dat die leden, die krachtig voor de afschaffing ge
stemd zijn, niet kunnen worden gerustgesteld door
de mededeeling der regeering.
De minister van binnenlandscbe zaken geeft nader
den heer Begram te kennen, dat het bericht over het
uitbarsten der veeziekte in Luxemburg onjuist is.
Voorts aan den heer Heemskerk Az. dat toezicht
ook keur'ng insluit, en dat aan de grenzen een vee
arts >s aangesteld, die alle vrijheid van handelen
heeft, dus ook tot keuring.
De heer Saaymans Vader spreekt nog over het
landbouwkundig onderwijs, en wenscht dat op de la
gere schooien reeds meer bekendheid met het land-
boukundig bedrijf in praktischen zin bevorderd worde
De heer Van Zinnick Bergman bespreekt nog het
onderwijs en zegt, dat in het antwoord, zooals 't nu
luidt, de gelegenheid voor de regeering niet uitgeslo
ten is wijzigingen in de wet voor te stellen.
4. Wordt daarna onveranderd goedgekeurd.
5 Spoorwegen, openbare werken en financiën
De heer Idserda zegt dat 't hem heeft bevreemd,
dat in 't adres geen woord voorkomt over de aan
sluiting van den Noorder-spoorweg aan de Pruisische
grenzen, en vraagt om inlichtingen van de regeering.
De minister van binnenlandscbe zaken geeft den
spreker in overweging om die zaak liever bij de be
grooting te behandelen.
LA ATSTE BERICHTEN.
's Gkavknhage, 27 Sept. Onder nog grooter toe
vloed van publiek dan de vorige week, waar
onder meu thans vele getuigen uit het proces
tegen Jacob De Vletter meende te herkennen,
nam heden de advocaat-geueraal Römer voor den
Iloogen Raad conclusie in zake het beroep van
bovengenoemde veroordeelde.
Na eene toelichting, wederlegging en onge-
grondverklaring van de niet minder dan 9 mid
delen van cassatie, die evenwel adv.-gen. van
weinig belang waren voorgekomen, droeg Z.E H.A
eene kernachtige apologie voor van liet Hof in
Zuid-Holland, dat ook z. i. deze zaak met de
meeste nauwgezetheid had onderzocht en behan
deld. - Reeds een van 's Hoogen Raads leden had
bij de behandeling van een vorig beroep in cassa
tie betreffende het Rotterdamseh rechtsgeding
aan de nauwgezetheid en loyauteit van het col
lege hulde gebracht, maar nu het onderwerpe-
lijk arrest in niet geringe mate bloot had gestaan
aan kritiek van bevoegde en onbevoegde beoor
deelaars, twijfelde Z.E.H.A. niet of het hoogste
Rechtscollege zou zich verheven rekenen boven
beoordeelingen van eene rechterlijke uitspraak,
waarvoor in allen gevalle eerbied wordt ver-
eischt. - Adv.-gen. kon zich dan ook niet ont
veinzen, dat het hem leed had gedaan, dat de
geachte raadsman van De Vletter, die met zoo
veel ijver, inspanningen overtuiging de vermeende
roede bedoelingen van den requirant had ver
dedigd, zich vervoeren liet tot bewoordingen, die,
om niet meer te zeggen, niet waren overeen te
brengen met den eerbied voor de rechterlijke
autoriteit, en dat hij teleurgesteld was, dat pl.
niet erkend had, dat hij bij zijn onvermijdelijk
eenzijdig onderzoek van dit proces en verdedig
bare ingenomenheid voor den requirant, voor het
minst genomen, eveneens gedwaald kan hebben.
Z.E.H.A. hopende, dat de H. R. met zijne ge
wone onpartijdigheid ,ook dit arrest zou onder
zoeken en met kalmte over de voorgestelde cas
satie-middelen uitspraak zou doen, concludeerde
tot verwerping van beroep in cassatie en ver
oordeeling van den requiraut in de kosten.
Uitspraak 12 October.
Kuilenburg, 27 Sept. Door de Exploitatie-Maat
schappij zullen naar men verneemt tegen het
aanstaande winter-seizoen eenige bijzondere be-
veiligings-inaatregeleu voor de groote spoorweg
brug, voornamelijk bestaande in steenstortingen
worden genomen, waarbij de belangen der
scheepvaart mede zijn in het oog gehouden.
Zaandam, 27 Sept. De sectie der spoonvegwer-
ken van den stad op Uitgeest nadert met rassc.be
schreden hare voltooiing; naar men verneemt zal
die eerlang aan de Hollandsche Spoorweg Maat
schappij worden overgegeven en reeds in deu
loop van de maand November voor het publiek
worden opengesteld.