Wilke, Willem Verhoog, Nicolaas Beekman, Geurt
De Leeuw, Johannes Tegelaar, Jan Brinkman,
Bodewijk Mieremet en Bernardns Hermanus Cor-
nelis Jansen.
Aan het stationsgebouw buiten de Willemspoort
te .Amsterdam, werd gisterenmiddag, vanwege de
directie der Holl. spoorweg-maatschappij in het
openhaar aanbesteed: Het maken van een loswal,
mei bijbehoorende werken, aan den Buitensingel
tegenover het station aldaar. Aangenomen door
den heer S. Van der Kamp, alhier, voor f 4000.
Zaterdag werd te Rotterdam de tweede pro
vinciale Vergadering van onderwijzers en voor
standers van het onderwijs gehouden. De Ver-
gatlering werd vereerd door de tegenwoordigheid
van den heer inspecteur van hel onderwijs, als
eere-voorzitter, en verschillende schoolopzieners
uit de provincie.
Een aanzienlijke schare van onderwijzeressen
en onderwijzers uit al'e deeleu der provincie
woonde de vergadering bij.
De heer Delfos, voorzitter der regelingscom-
nnssie, opende de vergadering met een welkomst
groet aan allen. Hij wees op het groote nut van
cl erge-'ij ke bijeenkomsten en drukte den wensch
uit, -dat deze vergadering ruimschoots mocht bij
dragen om het doel, dat men zich vau die ver
gaderingen voorstelt, te bereiken. Vervolgens deed
de secretaris voorlezing van een concept-regle
ment voor de volgende provinciale vergadering.
Het bestuur stelde voor, die vergaderingen jaar
lijks te houden; het doel der vergaderingen moest
zijn persoonlijke kennismaking van de onderwij
zers, wisseling van gedachten omtrent zaken van
onderwijs, en versterking van den band, die de
school met de maatschappij moet verbinden. Het
bestuur stelde voor, omtrent dat concept in de
volgende vergadering een besluit te nemen. Hierop
werden door de heet en Dewald, van 's-Graven-
hage, en J. Den Broeder, onderwijzer te Rotterdam,
de vragen ingeleid omtrent de opleiding der
kweekelingen, vooral ook met het oog op de
niet bevredigende uitkomsten der akte-examens.
De discussie over die vragen werd voorafgegaan
door een voorstel van den heer Greeve, om, met
het oog op de circulaire van den minister van
binnenlandsche zaken, ook te spreken over het
min ot uieer gepaste ook vrouwelijk personeel
op onze volksscholen aan te stellen.
De heer Dewald wenschte voor de kweeke
lingen meerderen tijd voor eigen studiedesnoods
onderwijs aan de hoogere burgerscholen, waar
daartoe gelegenheid bestaat. De heer inspecteur
besprak de quaestie van vrouwelijk hulpperso
neel. Naar het gevoelen van ZEd. had vrouwelijk
personeel veel voor bij hel onderwijs van kinde
ren vau S9 jareneen bezwaar was evenwel
dat de positie van hulponderwijzeres geen vol
doende toekomst aanhoud; ook zouden de krach
ten der vrouw wel eens te kort kunnen schieten
tegenover klassen van 70 a SO leerlingen, een
taak die dikwijls reeds te zwaar is voor een
hulponderwijzer.
Na nog eenige discussie werd er een pauze
gehouden. Een drietal plaatsen waren gesteld
voor liet houden der volgende bijeenkomst. Bij
de stemming kreeg Gouda 1 IS, 's Gravenhage 88
en Delft 7 stemmen.
De heeren C. Van den Ban, van Hellevoetsluis,
en J. W. Regt, van Waddinxveen, bespraken ver
volgens wat de school-kail doen voor de vorming
van het hart en de ontwikkeling van het gemoeds
leven der kinderen.
De heer Jlioulet, uit 's-Hage deelde hierbij uit zijn
ervaring het een en ander mede. Hij herinnerde
dat de klacht niet nieuw was, dat het doen ver
krijgen van kennis hoofdzaak was; maar tevens
herinnerde hij, dat ieder leervak door den be
kwamen onderwijzer kan gebruikt worden om
het gemoedsleven van het kind te vormen.
Marcelle is niet rijk, en zij kon wel zeker niets
beters hopen.''
„Maar ik zou toch gedacht hebben dat iemand,
dien zij zou kunnen beminnen
„Ik begrijp niet wat Marcelle zou beletten om
mijnheer Bonnet te beminnen."
„Wat haar zou beletten, lieve Renée? Welhet.
ontzaglijk groot verschil van jaren, dat er bestaat
tusschen haar en den generaal."
„Maar datzelfde verschil, of ten naastenbij,
bestond er tusschen u en den heer de Meslay,
en nogtans hebt gij hem bemind, Jane."
„Neen, lief kind, nooit!"
„Hé! ik dacht nogtans dat eene welopgevoede
vrouw altoos haren man moest liefhebben."
„Dat zou hetzelfde wezen alsof men zei tegen
eene leelijke vrouw dat zij schoon moet zijn,
en tegen een gek dat hij verstand uioet hebben.
Doch de liefde kan men evenmin kommandeeren
als de schoonheid en het verstand."
„De liefde? Ik heb nooit romans gelezen, en
wij spraken op dit oogenblik niet over liefde,
maar over het huwelijk van Marcelle. En men
ziet er dagelijks soortgelijke, die daarom niet
minder gelukkig zijn."
„Ja, die het schijnen althans. Gij spraakt zoo
even over mijn huwelijk, lieve Renée.fWelnu
laat mij daar ook eens iets van zeggen. Wanneer
Ten slotte sprak de heer Van Riet over de
schoolspaarbanken en wel over spaarbanken in
en ten behoeve van de school.
Het eerste punt toelichtende wees spreker er
op, dat het opleiden tot maatschappelijke deugden
een plicht van den onderwijzer zijnde ook het op
wekken tot spaarzaamheid daartoe zeker behoort,
en dat de leerlingen daartoe het geschikste zonden
kunnen opgewekt worden door het stichten van
spaarbanken in de school. Ten opzichte van het
tweede punt wees hij op het voorbeeld van Kam
pen en Deventer, waar het uitreiken van spaar
bankboekjes krachtig medegewerkt had om het
schoolverzuim legen te gaan.
De heer inspecteur noodigde naar aanleiding der
laatste bespreking de leden uit de vergadering,
door de heeren Harting bijeengeroepen, bij te
wonen, en daar hun bevindingen omtrent het
schoolverzuim mede te deelen.
Met een woord van dank aan allen, die door
hun tegenwoordigheid hun belangstelling getoond
hadden, sloot de voorzitter de vergadering.
Volgens een iriededeeling in het Ulrechtsche
Dogblad, vindt het door de heeren Harting geop
perde plan tot vorming vau een schoolverbond
algemeene deelneming bij personen van de meest
verschillende partijen en gezindheden. Zij hebben
den dag vau samenkomst voor hen, die aan dep
op te richten bond wenschen deel te nemen,
uitgesteld tot, Woensdag 27 October e. k. Allen,
die deze bijeenkomst wenschen bij te wonen,
worden uitgenoodigd hun daarvan zoo mogelijk
voor liet einde dezer maand bericht te geven.
Het Bataa/sch Genootschap der Proefondervindelijke
Wijsbegeerte te Rotterdam is voornemens in deze
week een merkwaardig feest te vieren, den ge
denkdag van het honderdjarig bestaan des Ge-
nootschaps, de nagedachtenis van den stichter
Steven Iioogendijk.
Tot bijwoning hiervan zijn genoodigd verschil
lende rijks- en stedelijke autoriteiten en verte
genwoordigers van hier en elders in den lande
bestaande verwante instellingen van wetenschap,
onderwijs en nijverheid.
De N. li. Cl. verneemt, dat er met het begin
van het volgende jaar een groote mutatie zal
plaats grijpen onder het personeel, der ambtena
ren van den waarborg en de belasting der gou
den en zilveren werken, en dat wel ten gevolge
van het te verleenen pensioen aan de ouden van
dagen onder die ambtenaren
De Staats-Courant deelt het programma mede van
de opening der zitting vau de Staten-Generaal
op aanstaanden Maandag.
Het Staatsblad n". 151 bevat het besluit van
den ?d8M Sept. 1809, tot toelating van den recht-
streekschen inslag van buitenslands van het ruwe
zout, waarvoor vi ijdom van den accijns is toe
gestaan ten behoeve van fabrieken en trafieken.
Z. M. heeft bewilliging verleend tot de wijzigin
gen in de statuten van de naamlooze vennootschap
onder den naam van Maatschappij de Korenschoof,
gevestigd te Utrecht.
De scheepsklerk W. Van der Meer wordt met
den l'te" October aanstaande geplaatst op Zr. Ms.
wachtschip te Willemsoord
Z. M. heeft herbenoemd tot burgemeester: van
Hedel, Ammerzoden en Kerkwijk J. P. A. Uiten-
hags de Mist, secr. van eerstgemelde gemeente;
van Pijnacker en Nootdorp Jhr. L. J. Hesselt van
Dinter, secr. dier gemeenten; benoemd tot kan-
tonr. te Appingedam Mr. J. O. H. Ramaer, thans
kantoor, te Lemmer; tot plaatsv. kantonr. te El-
burg Mr. S J. baron Van Pallandt, adv. teOlde-
broek; bij het wapen der int'hij het 1ste reg.
tot lsten luit. (naar ouderdom van rang) den 2den
gij bij mij te Rennes uwe vacantie-dagen hebt
doorgebracht, zaagt gij mij omringd van pracht
en praal, te midden van een schitterend en ge
dienstig gezelschap. Gij zaagt mijnheer de Mes
lay altoos allerliefst tegeu mij, en mij altoos glim
lachend tegen hem. Gij hebt tusschen ons beiden
nimmer een hard of bitter woord opgemerkt
en er is ook in uwe afwezigheid nimmer een zoo
danig woord tusschen ons gewisseld geworden. En
in uwen kinderlijken eenvoud hebt gij misschien
hetzelfde gedacht, wat de menschen, die naar den
uiterlijken schijn de dingen beoordeelden, onge
twijfeld ook tegen elkander zeiden„Dat is een ge
lukkig huwelijk!".... En ik dacht menigmaal, dat,
bijaldien ik iemand haatte onder die vrouwen,
die mij benijdden, ik haar niets ergers zou heb
ben kunnen toewenschen dan miju geluk."
„Maar waarom dan toch?"
„Omdat ik onmogelijk mijn man kon lief
hebben."
En daarop verhaalde ik haar dat leven gedu
rende vier jaren, waarvan gij zelve, Aline, sedert
kort de bittere ellenden kent. Ik wees haar al
thans, zonder dengeen te noemen, dien ik be
minde, op den strijd, de gevaren, de wroegingen,
terwijl het mij leed deed dat ik niet verder kon
uitweiden over zekere dingen, die trouwens
eene vrouw eerst begrijpen kan. Die herinnerin-
luit. .T Van der Meer, van het 8ste reg; bij het
-1de reg tot kapit 3de kl (naar ouderdom van
rang) den lsten luit. II. H. Eugelkens mede van
het 8ste reg.
Z. M. heeft aan den heer N. A. Rost van Ton-
ningon, gezaghebber van St.-Eustatius, thans tot.
herstel van gezondheid met verlof in Nederland,
op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend uit
's lands dienst, met behoud van aanspraak op
pensioen.
Aarlandervken, 11 Sept. De veestapel wordt
alhier deerlijk geteisterd door de tongblaar, zoo-
dat voor zoover kan worden nagegaan, ruim 300
stuks hoornvee daaraan lijdende zijn. Ofschoon
de dieren niet sterven, oefent de ziekte grooten
invloed op het zuivel uit.
Amsterdam, 13 Sept. In de heden schaarse!) be
zochte. vergadering der letterkundige afdeeling der
Koninklijke Academie van wetenschappen, is o a.
ingekomen het bericht van het overlijden van het
hoogst verdienstelijk medelid den heer |L. J. F.
Janssen, van Leiden. De heer Dr. W. Moll, die
bij ontstentenis van Mr. C. W. Opzoomer, het
voorzitterschap waarnam, wijdde eenige woorden
aan dat voor de wetenschap en ook voor deze
academie zoo zwaar verlies. Weldra zal eene
levensbeschrijving in de vergadering van die af-
deelhig worden voorgedragen. Vervolgens werd
tot de gewone werkzaamheden overgegaan, waar
onder speciale vermelding verdient de belang
rijke rede van Prof. J. C. G. Boot, over de vraag:
of de Romeiusche staatsambtenaren al of niet
bezoldiging ontvingen.
Amsterdam, 13 Sept. Gisteren zijn in den loop
van den dag binnen deze gemeente, door den
feilen storm op onderscheidene plaatsen boomen
ontworteld, schuttingen en schoorsteenen omge
waaid, en is veel schade aan tenten en kramen
teweeggebracht; van persoonlijke ongelukken
is echter niets bekend geworden. Des avonds
circa halfelf ontstond een begin van brand in de
Anjeliersstraat, doch werd in tijds door de be
woners en geburen gebluscht.
Een groot aantal leden van het Statistisch
Congres bezocht gisteren de tentoonstelling alhier.
Na door den president, Mr. D. J. baron Mackay,
met eenige hartelijke woorden te zijn verwel
komd, werden de heeren met hunne dames het
paleis binnengeleid, terwijl het orkest de ver
schillende volksliederen aanhief. De geweldige
storm belette, dat men zich buiten waagde, maar
des te aangenamer was de temperatuur binnen
het gebouw en, voor zoover men mij kon nagaan,
werd alles door de-aanwezigen met ingenomen
heid bezichtigd.
Rotterdam, 13 September. Door den hevigen
wind bereikte het water gisteren avond een
bijzondere hoogte en werd het lage. gedeelte der
stad geïnundeerd. De booten der Grand Central
Beige en staatsspoorwegen, welke ca. te 8 uren
moesten aankomen, zijn niet gevaren en de passa
giers moesten te Moerdijk overnachten.
De stoomboot Stad Dordrecht der Central Beige,
welke gisterenmiddag te twaalf uren van hier was
vertrokken, kon door den storm de haven van
Moerdijk niet bereiken en werd op de zandplaat
in het Hollandsch Diep teruggeslagen, waardoor
een rad onklaar werd en men met moeite naar
Willemsdorp konde terugkeeren.
Een schoorsteenveger, welke eenige door
den wind veroorzaakte schade op een dak der
liooge huizen op het West-Nieuw land moest
herstellen, werd van het dak midden op de
Groote Markt geslingerd, zonder teekenen van
leven.
Aan de Scheveningsche vischmarkt woei
iemand met waterscheppen van een vlot, en
werd le\enloos uit het water gehaald.
De schade aan daken enz is nogal aanzienlijk.
's-G raven ha be, 14 September. Eene ontzettende
ramp heeft een zestal arbeidersgezinnen te de
zer stede Zaterdag-middag getroffen.
Terwijl men bezig was met het hout op te
trekken, benoodigd voor de kapspanten van de
in aanbouw zijnde goederenloods bij het nieuw
Rijnspoorweg station aan 't Bezuidenhout, brak
plotseling de bint, waarop dat hout, te zwaar
om door dien balk gedragen te worden, geladen
was.
Een aantal arbeiders, daar aan het werk,
stortten van de hooge stellage met het hout
naar_ beneden, zoodat ze zelfs geheel daaronder
bedolven lagen.
Treffend was de omstandigheid hoe de welda
dige vereeniging het lioode Kruis hierbij te hulp
kwam.
Een toeschouwer van het afgrijselijk ongeluk,
de heer K. Hartogh Sz., kwam op de gelukkige
gedachte, om dadelijk naar de Teekecacademie
zich te begeven en hulp te vragen bij de verple
gers tan het lioode Kruis. En ziet, in éen oogen
blik waren ze met verbanden, geneesmiddelen
en brancards op de plek van 't onheil tegen
woordig, om onder toezicht van de heeren doc
toren Hoven, Verwey, Vinkhuysen en Pompe
van Meerdervoort, en vooral ijverig bijgestaan
door den heer Th. A. A. Simonis zes lijders
te helpen.
Ze hadden het helaas! volhandig. Éen werk
man, vader van een talrijk kroost, had de beide
beenen gebroken en was aan het hoofd zwaar
gewond; een ander leed aan een deerlijke wonde
aan het dijbeen en den ruggegraat en nog vier
werklieden hadden min of meer ernstige bles
sures bekomen.
Na verbonden en doelmatig verzorgd te zijn,
werden de twee eersten naar 't gasthuis en de
anderen naar hunne woningen gebracht door de
verdienstelijke verplegers der Haagsche vereeni
ging van 't Roode Kruis, De Bruijn en Van der
Valk, waarvan de eerste een der patiënten nog
in het gasthuis heeft verpleegd.
De toestand van de twee in het gasthuis ver
pleegde werklieden is, naar men thans meldt,
vrij geruststellend. De vier andere werklieden
waren slechts zeer licht gekwetst, zoodat som
migen hunner gisteren weder aan het werk zijn
gegaan.
Scheveninqen, 14 Sept. De storm, welke giste
ren-voormiddag was gaan bedaren heeft zich in
den namiddag weder met kracht verheven en tot
den afgeloopen nacht te drie uren uit het VV.-N.-W.
vreeselijk gewoed. Men denkt dat een schip bij
den hoek van Holland is vergaan. Ledige suiker-
kisten, gemerkt Arrulla, en drie balen geheel door
het zeewater bedorven tabaksbladeren zijn uit :ee
op dit strand aangespoeld en geborgen.
Vlaarmngen, 13 September. Met de visscherij
gaat het maar steeds bedroevend. Éen enkel
schip, een logger is gisteren met 80 ton aange
komen. De prijs is nog onbekend.
Utrecht, 13 September. Bij den storm van
gisteren is alhier belangrijke schade aan huizen en
boomen toegebracht; o. a. heeft het huis van den
heer Besier, op den Maliesingel duchtig geleden,
daar door het omwaaien van een zwaren boom
een gedeelte van het dak werd afgerukt.
In het plantsoen, de Kroezelaan, en verder
overal, waar boomen staan rondom de stad, ver-
toonen zich de sporen van de aangerichte ver
woesting.
In de omstreken van deze gemeente zijn in
verschillende weilanden verscheidene stuks vee
door den wind in het water geraakt; door de
landlieden werden bijna allen er uitgehaald;
evenwel verloor buiten de Tolsteeg op zoodanige
wijze een paard het leven.
Heden [gaan per extra trein p.m. 1300 perso
nen van Utrecht en omstreken naar Kevelaar.
De wijze van reizen verschilt echter thans vaD
vroeger. Zij gaan nu per trein naar Emmerik en
gen zijn altoos voor mij zoo smartelijk, dat de
klachten, die zij mij ontlokken, wel zeer welspre
kend zijn zooals gij zelve gezegd hebt. Welnu,
weet gij wat mijn zusje mij heeft geantwoord,
na met aandacht te hebben toegeluisterd?
„Men heeft wel gelijk met ons van de liefde
terug te houden, wanneer zij zóo gelukkig maakt.
Maar dewijl Marcelle gelukig! in 't geheel niet
romanesk is, ben ik zeer blij voor haar, en zal
ik haar oprechtelijk met haar huwelijk geluk-
wenschen."
„En toch zoudt. gij er voor u zel\en zulk een
niet begeeren, Renée, wijl gij bemintant
woordde ik, zonder dat ik nu evenwel zelve
geloof sloeg aan 't geen ik zei.
„Ik? God beware mij! Wat gij mij daar
van gezegd hebt, Jane, doet er mij minder dan
ooit lust toe gevoelen."
„MaarOlivier dan
„Nu, wat? Olivier?"
„Gij hebt u toch aan hem verbonden I"
„In 't geheel niet-l"
„Hij heeft u toch gezegd dat hij u beminde..."
„Ja; maar daar de liefde zich niet laat kom
mandeeren, gelijk gij zoo even gezegd hebt, laat
zij zich evenmin verbieden, dunkt mij."
„Maar gij hebt hem laten hopen...."
„Al wat hij maar wilde,"
„O! dat is slecht van u, Renée."
„Hé! en waarom? hij heeft mij gezegd dat
zijne liefde voor mij hem gelukkig maakte en
hem bekwaam zou maken om meesterstukken
te wrochten. En ik wil dien goeden neef noch
zijn geluk bederven, noch zijne toekomst belem
meren. Wat liefde betreft, daar heeft hij mi;
zelfs niet otn gevraagd."
„Hij gelooft nogtans aan uwe liefde en werkte
om het zoo vér te brengen van u te kunnen trou
wen."
„Och! laat hem werken; daar zal altijd wel
iets goeds uit voort komen 1 En..;, hij zal de
eerste neef niet zijn, die zich zeiven heeft getroost,
en misschien gelukgewenscht, van niet met zijn
nichtje te zijn getrouwd," besloot zij lachende.
Ik stond verstomd over zooveel verdorvenheid,
die zelfs zoo naïef was dat zij schier niet beter
scheen te weten; en ik was verontwaardigd dat
ik eene liefde, die voor mij het hoogste en on
bereikbare was, met zulk eene koele verachting
behandeld moest zien. Dat kwam mij zóo vreemd
voor dat ik, min of meer eene veinzerij ver
moedende, het nog niet wilde opgeven.
Wordt vervolgd.)