De luit. ter zee 1ste kl. Jhr. N. A. Holmberg de Beckfelt is benoemd tot adjudant van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden. Z. M. heeft pensioen verleend aan Th. Van den Eykhof, gew. hoofdonderw. te Mierlo, ten bedrage van ƒ333G. J. H. Van den Hout, gew. hoofd onderw. te Amsterdam, ten bedrage van 933 j Hendrik Punt, gew. hoofdonderw. te Borculo, ten bedrage van f 466; J. Bos, gew. zetter ter Alg. Landsdr., ten bedr. van f 260, A. Baggerman, gew. comm. ter prov. griffie v. Noord-Brabant, ten bedr. van ƒ359, en M. Schoonens, gew. comm. ter griffie v. Noord-Brabant, ten bedr. van 889 'sjaars. Amsterdam, 1U Sept. Gisterenavond had men op den Dam weder gelijksoortige tooneelen als eergisteren en vooreergisteren. Rondom de ver hoogde stoep, die langs het geheele front van het paleis loopt en dus, omstreeks 70 meters breed en een dozijn meters diep zal zijn, stonden eenige honderden jongens, in drie rijen geschaard en daar achter hoogstens een paar rijen toeschouwers. Al spoedig begon weder hetzelfde kinderspel der vorige dagen. De toeschouwers gingen af en aan, betuigden nu eens huune verontwaardiging over de streken der jongens, dan weder hunne deel neming met het lot der soldaten, die daaraan bleven blootgesteld, maar bleven toeschouwers en blijkbaar volkomen welgezind. De wachthebbende manschappen van hunne zijde betoonden door gaans Jobs geduld. Over het geheel werden de bevelen zoo bezadigd mogelijk toegepast. Later op den avond, toen de drukte was toegenomen, door de velen, die uit verschillende etablissemen ten huiswaarts keerden, verschenen eene stei'ke aldeelmg infanterie, die post vatte voor het pa leis, en een detachement huzaren, dat de groe pen op den Dam deed uiteengaan. Sommige personen werden, naar wij vernemen, gearres teerd; maar van kwaadwilligheid of gewelddadig verzet werd niets bespeurd. De vraag is hoe moet dit eindigen? De jeugd blijkt onvermoeid te zijn en de militairen, hoe geduldig ook, hebben geen oneindig geduld. On willekeurig zet men van weerszijden kwaad bloed en het ware dus zaak, middelen te zoeken, om deze kinderachtigheden te doen eindigen. Kan niet op eene of andere wijze worden aangetoond, dat het verbod (zie de publicatie van het gemeen tebestuur) volkomen redelijk moet worden ge noemd en men dus zeer onredelijk handelt door de uitvoering te bemoeilijken. Kan niet de bur gerij van Amsterdam, die wij zagen het vol doende de demonstration afkeurt, hoe zij ook oordeele over de aanleiding, worden uitgeuoo- digd het hare te doen, om den jongelieden het verder molesteeren te doen nalaten? Een ieder zal, dunkt ons, zich beijveren, om pogingen in die richting te ondersteunen en daardoor grooter kwaad te helpen verhoeden. tibl Als historisch wordt vermeld, dat de burger vader van een oud vrouwtje, wie Z.Ed. Achtb. den gemoedelijken raad gegeven had om naar huis te gaan, ten, einde straks geen last te heb ben van het paardenvolk, ten antwoord had ge kregen een kort en krachtig „Verrek". Op de vraag van iemand in hare nabijheid, of zij wel wist, dat 't de burgemeester was, moet zij gere pliceerd hebben: „Wel seker; maar nou speult ie voor diendertje." (Arnh. 0.) Rotterdam, 19 Sept. De aangekondigde schiet wedstrijd onzer koninkl. scherpschutters ving he denmorgen aan, begunstigd door het heerlijkste weder. Te 7 uren aangetreden aan het station van den Holl. spoorweg, nam de tocht een aan vang naar bet schietterrein onder Delfshaven, voorafgegaan door de muziek der scherpschutters, waarbij zich tevens hadden aangesloten de scherp schutters van Schiedam, eenige leden onzer schut terij en een aantal mariniers, gevolgd door eene groote menigte genoodigden en belangstellenden. zoek in mijn hart naar heilzame en genezende balsems, geschikt om althans den slag te ver zachten, dien ik niet anders zal kunnen dan hem toebrengen. Want nog weet hij niets. Hij ziet in mejut'vrouw de Gury een ongelukkig kind, dat opgeofferd wordt aan de eerzucht haars vaders, en hij verbeeldt zich dat Renée ontroost baar zijn moet over het offer, dat have vriendin ge dwongen wordt te brengen. Wanneer hij zal tewe- ten komen dat de eerstgenoemde allervroolijkst haar martelaarschap heelt overdacht en gezocht, en dat de laatstgenoemde alleen maar wanhopig is van niet spoedig genoeg eene soortgelijke over winning te behalen! Ach, God! het is verschrik kelijk! Dat men verraden wordt door zijne go din dat is gebeurlijk! dat men zijn afgod verbrijzeld ziet, dat kan er ook nog door; men weent er over! Maar wanneer men genoodzaakt is -te erkennen dat het van slijk was, eii dat men niet anders kan dan het verachtenMijn God! mijn God! en dat is mijne zuster!Hoe zal ik liet toch aanleggen om haar te beschuldi gen! En als ik het doe, zal hij mij immers niet gelooven! Hij heeft zoozeer in haar geloofd! En waarom ook niet? Ik zelve heb er langen tijd vertrouwen in gehad, in weerwil van hoogst verdachte verschijnselen, en het was noodig dat ^ij zelve het tegen mij uitsprak, voor en aleer Op het terrein zelf waren reeds een groot aan tal buitengewone, leden der weerbaarheid en een massa genoodigden aanwezig. Te ruim 10 uren verschenen Z. M. de Koning en HD. broeder prins Hendrik en gevolg. Al spoedig was den koinman- dant der Weerbaarheid, den heer A. v. Stolk Cz., eene verrassing bereid, daar hem namelijk de onderscheiding te beurt viel uit de koninklijke handen de insigne te mogen ontvangen van Offi cier der orde van de Eikenkroon. Z. M. onder hield zich vervolgens zeer minzaam met verschei dene aanwezenden, zoodat er weldra een recht prettige toon heerschte. Jammer dat tegen 12 uren de lucht betrok en overging tot regen, dat echter momentelijk weer bedaard is. Onder de aanwezige autoriteiten merkte men ook o. a. op de Burgemeesters van hier en Delfshaven, hoof den der schutterij enz. Een paar uren later werd echter het genoegen door eene opkomende donderbui gestoord. De aan wezigen vluchtten naar de tenten, maar nauwe lijks daar binnen zijnde, kwam de bui met kracht opzetten, tot een hevige windvlaag alles deed kraken en schudden, zoodat de tenten uit elkaar werden geslagen. Onder eene vreeselijke verwar ring drongen alle naar buiten, alwaar men in het veld aan den hevigen stortvloed was bloot gesteld. Alles viel in het eerst door elkander en onderste boven. Een aantal personen tuimelden door het gedrang in het gras, of raakten in den modder onder den voet, zoodat verreweg de mees ten zich in allerijl van het terrein verwijderden. Zoo goed mogelijk zochten anderen een heen komen, tot men eindelijk, na veel gedrang, hier en daar verspreid, achter booinen of eene kleine hoogte verscholen zat. Het terrein was dadelijk in een moeras herschapen en nergens was een geschikte toevlucht te vinden dan in het vereeni- gingslukaal, alwaar dan ook zooveel personen werden opgenomen als eenigszins mogelijk was. Onderwijl waren de scherpschutters en andere manschappen terstond ijverig in de weer om de orde te helpen herstellen. Door snel handelen mocht men er dan ook inslagen dat alles terecht kwam, voor zoover dit na de algenieene opschudding mogelijk was. Het bleek toen dat de tenten ver dwenen waren en dat er van de buffetten groo- tendeels slechts een hoop scherven van gruis was overgebleven, terwijl in de baan een aantal vlag gen aan Harden gescheurd of naar de omliggende weiden weggewaaid waren. Nadat alles genoegzaam bekomen was, werd de wedstrijd A, bestemd voor de gezamenlijke korp sen, evenwel voortgezet. Het werd evenwel te laat om ook den wed strijd B aan te vaugen, die uitsluitend bijwijze van onderling concours tusschen de Rotterdamsche Kon. Scherpschutters zou plaats hebben; deze wedstrijd werd tot nader order uitgesteld. Z. M. reikte de uitgeloofde eereprijzen aan de over winnaars. uit, waarna Z. M. en prins Hendrik den heer Van Stolk ten slotte huune goedkeuring aangaande het korps te kennen gaven. 's-Gravenhage, 9 September. De heer A. De- fossez, alhier op het gebied van lcunstcritiek en de handhaving van Neerlands kunstroem in den vreemde, gunstig bekend, was voorlang reeds, en dus lang ook eer de wieiers aan de orde van den dag kwamen, op het denkbeeld gekomen eener nog niet aangewende beweeg kracht, welke naar het oordeel van bevoegde mannen een nieuw veld van toepassing aanbiedt. Genoemde heer heeft, ofschoon dit zijn gewoon werk niet is, met zeldzame volharding, proef na proef ten behoeve zijner uitvinding genomen ten einde aan de uitvoering van zijn denkbeeld meer volmaaktheid bij te zetten en is daarmee thans zooverre geslaagd, dat hij aan leden van het Congres, mannen der wetenschap, een schrijven heeft gericht, in den Peilt Courrier de la Iiage et Schéveningue in zijn geheel opgenomen, waarin ik onder die allerliefsten en onschuldigen schijn ik wil niet zeggen: eene lage ziel, maar voor het minst een verstand dat op allertreurigste wijze op een dwaalspoor geleid is, en dat met ijselijke hardnekkigheid in zijne dwaling wil blijven vol harden. Mijne eerste vermoedens dagteekenen van een bezoek dat de markies de Goathuel ons bracht, nu tien dagen geleden. Renée was uitgegaan met onzen oom Hector; mijne moeder, aan wie men den naam van den bezoeker niet genoemd had, verkoos maar niet beneden te komen. De markies hield mij ten minste een uur lang op niet mij allerlei zindichtjes voor te praten, half elegisch, half auacreontisch, al hetwelk hij doorspekte met toespelingen op anouyme brief jes, terwijl ik van dat alles niets begreep, en ook geen moeite deed om er iets van te begrij pen. Die sukkel van een markies meent nog altoos dat hij het voorwerp is van allerlei lief desvlammetjes, die hij inboezemt, zooals, naar men zegt, voortijds het geval met hem geweest is. Eindelijk had hij mij sinds een kwartier of vijf verlost van zijne tegenwoordigheid, toen er een van zijne bedienden kwam in een rijtuig, en een briefje overbracht van Renée, waarin zij mij berichte, dat zij in een der vijvers op Coathuel was nat geworden, en niet kon terug hij die heeren uitnoodigt zijne uitvinding te komen toetsen, die zonder stoom of andere bekende mid- delen, eene beweging moet kunnen voortbren gen, en wel door de toepassing-van de kracht der inertie. De uitvinder heeft deswege in der tijd een brevet van uitvinding erlangd. Goüua, 10 September. De cursus aan de Rijks hoogere burgerschool werd dezer dagen geopend met 42 leerlingen, waaronder 22 nieuwe. Meer en meer begint het publiek den wensch te koes teren, dat de driejarige cursus in een vijfjarige worde veranderd. De bloei der inrichting zou er voorzeker door worden bevorderd. Tot wethouder is door den gemeenteraad opnieuw benoemd de heer T. P. Viruly; tot amb tenaar van den burgerlijken stand de burgemees ter; de vervulling der andere vacature wacht op de installatie van den heer Remy als lid van den Raad. Schoonhoven, 9 Sept. Heden is de stedelijke ontvanger alhier uit zijne betrekking ontslagen. Daar de moeilijkheden tusschen hem en het ste delijk bestuur nog in onderzoek zijn, is de reden hiervan nog niet met zekerheid op te geven. Utrecht, 11 Sept. Sedert eenige dagen houdt men zich van stadswege bezig met boringen te bewerkstelligen, ten einde de gemeente van goed drinkwater te voorzien. In den tuin van den heer d'Auzon de Bois- minart alhier bevindt zich een appelboom, die voor de tweede maal in dit jaar in bloei staat. Arnhem, 10 Sept. Gisteren werd voor het prov. gerechtshof van Gelderland behandeld de zaak van Willem Van der Klip, oud 19 jaren, wonende te Arnhem, beschuldigd van feitelijkheid tegeD de eerbaarheid van een vijftienjarig meisje met ge weld ondernomen en uitgevoerd. Het hof heeft den beschuldigde schuldig ver klaard aan de ten laste gelegde feiten en hem veroordeeld tot eene corr. gev. voor deu tijd van drie jaren. Ambt Vollenhove, 8 Sept. Het vierjarig doch tertje van J. J. Jonkman te Buitenbelt, een eiland in onze onmiddellijke nabijheid gelegen, viel on der het spelen in een breede en diepe sloot bij de ouderlijke woning aan 't Belterwijde. De moeder, die wegens het gevaarlijke van die plek een wakend oog op haar kind hield, bemerkte spoedig wat er gaande was. Zonder zich te be denken sprong zij haar kind achterna en liad het geluk het bij het mutsje op te lichten en boven te houden, totdat zij met groote krachts inspanning het op het droge kon beuren. Groningen, 9 Sept. Ten gevolge van het verschij nen van meerdere honden, vermoedelijk aan honds dolheid lijdende, hebben B. en VV., krachtens gemeente verordening, en die ten strengste toe passende, besloten dat tot nader order, alle hon den binnenshuis moeten worden gehouden; noch voorzien van muilkorven, noch aan kettingen of iets dergelijks geleid, mogen de honden op straat worden toegelaten. Oldemarkt, 8 Sept. In onze gemeente doet zich het zeldzame geval voor, dat 3 personen, ODder éen dak wonende, gezamenlijk 251 jaren tellen. Twee hunner hebben gisteren huu 54jarig huwelijksfeest gevierd; de man is 85, de vrouw 83 jaren oud. De derde persoon, oud 83 jaren, ver keert dagelijks meest altijd op de begraafplaats; hij schijnt zich ook beter onder de dooden dan onder de levenden te huis te gevoelen. 's-Hertogenbosch, 9 Sept. In den gemeenteraad is een voorstel van den heer Jan Van Griendt aangenomen om in de leening voor den spoorweg Tilburg—'s-HertogenboschNijmegen voor 200 aandeelen en 400 obligatiën, vertegenwoordigende eene som van 100,000, deel te neuieu. Veghel, 7 Sept. Heden kwam alhier in onze haven de nieuwe schroefstoomboot Willem III, eerst gevaren hebbende onder den naam van „Stad Gouda", tusschen Gouda en Amsterdam, keereu voordat ik haar droge kleeren had ge zonden. Daar ik bang was dat zij een zwaar ongeluk verborgen hield, te meer daar zij mij op 't hart drukte om er niets van tegen mijne moeder te zeggen, besloot ik om zelve haar te gaan brengen betgeen zij vraagde. Ik vond haar te bed liggende in eene der kamers van het kasteel, in gezelschap van de huishoudster, doch alleen maar oui hare natte kleederen niet aan te hou den, want zij was niet verder te water geweest dan tot aan de knieën. Toen ik maar eerst ge rust gesteld was dat er geen gevaar bestond voor hare gezondheid, voelde ik bij mij zelve een allerlevendigst gevoel van mishagen opko men over dat avontuur. Hoezeer de markies vol gens mijn gevoelen en, naar ik geloof, volgens liet algemeen gevoelen, tegenwoordig weinig gevaarlijk is, heeft hij toch algemeen een al te wel verdienden naam van landelijken Don Juan dan dat het niet hoogst onwelvoeglijk zou zijn voor een meisje van den leeftijd onzer Renée, om in zijne buurt uit wandelen te gaan, alleen begeleid door den chevalier, wiens geleide lang niet achtinggebiedend en ontzagwekkend genoeg, en daarom weinig geruststellend is. Daarenboven kwam het mij voor dat Renée het veel te drok maakte met hare „dankbaarheid" te ontboeze men, voor het onschuldige voetbad, dat mijn- gebouwd aan de werf van de heeren J. K. Smit, te Kinderdijk, en in het begin dezes jaars aldaar van stapel geloopen, welke boot thans Zal varen in geregelden dienst tusschen Veghel en 's-Bosch, ter vervanging van de vroeger in dien dienst gevaren hebbende schroefboot Willem III. Maastricht, 7 Sept. Mr. v. d. Does de Wille- bois, commissaris des Konings in Limburg, is door den koning van Pruisen begiftigd met de orde van den Rooden Adelaar 2de klasse met de ster; M. Lemire, ingenieur-verificateur van het kadaster, met dezelfde ridderorde 4de kl.; M. Spronk, adjunct-commies ter provinciale griffie, met de orde van de Kroon van Pruisen 4de klasse. Deze heeren ontvingen deze onderscheiding voor hunne bemoeiingen en regeling der Lim- burgsche grensscheiding met Pruisen. Breda, 9 September. Van de 22 adspiranten voor de militaire academie, die volgens ministeri eel besluit tot een tweede admissie-examen waren toegelaten, hebben er 15 voldaan; 12 voor deu dienst hier te lande en 3 voor Oost-Indië. De vijftien aangestelde kadetten zullen den 15d<,n dezer bij de Kon. Milit. Akademie worden in dienst gesteld. Tilburg, 9 Sept. Volgens een gerucht hier in omloop, zoude het voornemen bestaan om in dit of het volgende jaar, hier ter plaatse, op het erf van het thans nog bestaande nederige gebouw, waarin Koning Willem II in 1849 is ontslapeD, een standbeeld of monument op te richten. Gremengde Berichten. De toevloed van vreemden is te Hamburg ont zettend. Men berekent dat er Zondag 40,000 per sonen de tentoonstelling hebben bezocht. Over het algemeen voldoet deze bijzonder. De Salut Public waarschuwt hare lezers dat de winter van 186970 een zeer strenge zal zijn, en wel volgens de waarnemingen van zekeren Rénou, die o. a. eene analogie heeft gevonden tusschen de winters van 1868 en 1827, tusschen gepasseer- den winter en dien van 1828; en dus zal, zegt Rénou, die van 1869—70, dien van 1829—30 even aren, en dan mag men wel op zijne hoede zijn. Een jong en rijk gentleman las in een salon de aankondiging van een huwelijk tusschen hem en een jonge dame, die toevallig ook aanwezig was: Is het waar, vroeg hij, haar de courant overgevende, dat wij zullen trouwen? Ik zou geen reden weten, die het ons verhinderen zou, antwoordde de jonge dame. Veertien dagen later waren zij gehuwd. Te midden van al de laffe huldebetuigingen en onbeteekenende opschriften van eerebogen, welke men in de verslagen der reis van keizerin Eugénie naar Corsica aantreft, lezen wij een op schrift, dat op den meest hoffelijken toon eene les voor den keizerlijken prins bevatte en te Chambéry op eene eerepoort prijkte. Het luidde A l'école du siècle, il grandit, il s'éclaire, Et de la France un jour partageant la fierté, A l'esprit de l'époque il saura satisfaire, Espoir de la patrie et de la liberté. In het kristallen paleis te Sydenham is een monster-concert gegeven, waarbij 8000 muzikan ten medewerkten. 40,000 personen waren tegen woordig. Een onzer landgenooten maakte dezen zomer een reisje door zijn vaderland en bezocht te dier gelegenheid ook de sleutelstad. Op de Ruïne ge komen, vroeg hij zijn geleider, wat dat eigenlijk voor een plein was. Het antwoord van den gids, dat daar het onheil met het kruitschip in 1807 had plaats gegrepen, brak hij af met de woorden „O ja, nu herinner ik het mij al; hier is Van Speyk met het turfschip van Breda in de lucht gevlogen." heer de Coathuel had moeten nemen, om haar uit het water te helpen. Des anderendaags kwam de markies vernemen naar de gezond heid mijner zuster, en bij die gelegenheid wist laatstgenoemde hem bij mijne moeder te doen voorkomen als een wezenlijk „levensredder". Voeg nu hierbij dat mijne moeder reeds op zich zelf vrijwat gepikt is op den „authentieken" adel en de vijftigduizend franken inkomen van mijnheer de Coathuel, zoodat zij allernaïefst meespeelde in het komedietje, waarin Renée zich vrijwat minder onnoozel toonde dan ik zou gewenscht hebben. Bovendien spreidde zij tegenover dien emeritus- Lovelace eene koketterie ten toon, die ik in andere omstandigheid voor eene wel wat misplaatste, maar toch onschuldige grap zou gehouden heb ben; thans scheen die mij toe weinig vereenig- baar te zijn met eene liefde, waarvan zij reken schap verschuldigd was aan een afwezige. Van dien dag af herhaalde de markies zijne bezoe ken veel menigvuldiger dan hij vroeger ge daan had. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2