N°. 2929.
Zaterdag
A0. 1869.
28 Augustus.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maanden3.00.
Franco per post..3.85.
Afzonderlijke Nommers .f0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DKB, ADVERTKNTIEN.
Voor iederen regelf 0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 2Ï Augustus.
Aan een betoog van de Gron. Cl. over de jacht
wet ontleenen wij het volgende:
„De jachtwet maakt bepaald inbreuk op het
eigentlomsrecht der landeigenaars, liet is immers
een natuurlijk recht, dat ieder van zijn eigen
grond het gedierte moet kunnen verdrijven, dat
liem schadelijk voorkomt, of dat hij de dieren,
die aan geen ander toekomen en op zijn land
zijn, kan bemachtigen en tot zijn voordeel aan
wenden in éeu woord dat het aan ieder moet
eoorloofd zijn op eigen grond al datgene te doen,
vat in eene geordende maatschappij bestaanbaar
^ns en waardoor hij de rechten van anderen niet
krenkt. Daarin nu wordt hij door de jachtwet
■verhinderd. Deze verbiedt buiten den bij de wet
■vastgestelden tijd wild, dat is te zeggen hazen,
patrijzen, fazanten enz. te bemachtigendeze ver
biedt evenzeer te jagen, als er spoorsneeuw ligt
of als het Zondag is. Evenmin wil zij, dat men
strikken zet om konijnen te vangen, uit vrees,
dat er soms een haas in zal komen, en belem
mert ze het uitroeien van konijnen of ander
schadelijk gedierte, dewijl zij liet verlof daartoe
aan allerlei voorwaarden en formaliteiten heeft
onderworpen, b. v.eene vergunning van den Com
missaris des Konings, welke vergunning slechts
voor bepaalden tijd en onder zekere voorwaar
den verleend wordt.
,zWaartoe dienen die belemmerende bepalin
gen? Alleen om, zooals het heet, het jachtveld
te bewaren, dat is met andere woorden, om
den jachtliefhebbers gelegenheid te geven zich
met meer gemak en voordeel aan hun vermaak
over te geven en hun overvloedigen buit te ver
schaffen. Het is alleen in hun belang, dat men
die jachtwet in stand houdt en dat de landbou
wer zijn graan, de daglooner zijn aardappelen
en groenten en de ontginner zijn jong plantsoen
ziet opeten door de konijnen, zonder dat hij af
doende maatregelen mag nemen om ze te ver
drijven.
Deze last op den landbouw gelegd ten voor-
deele van het jachtbedrijf is zeer onnatuurlijk
en onbillijk. Het eenige ware systeem op dit
punt., zooals in de meeste zaken, is dat der vrij
heid: ieder moet vrij zijn op zijn grond te jagen
of te laten jagen, zooals hem goed dunkt, zonder
daarin door wettelijke bepalingen te worden ver
hinderd. De nadeelige zijde van die vrijheid is
van zoo weinig belang, dat zij tegenover het groote
voordeel niet bet minst in aanmerking kan ko
men. Daarenboven zou het aan ieder landeige
naar, die de jacht bemint en van het nut der
belemmerende bepalingen tot bewaring van het
jachtveld overtuigd is, vrijstaan omtrent zijn
jachtrecht zulke bepalingen te maken als hij goed
vindt, maar hij heeft geen recht zijn eollega's,
voor wie hunne hoornen en gewassen ineer waarde
hebben dan al het wild der wereld, te dwingen
zich aan die belemmeringen te onderwerpen."
Naar wij vernemen zegt de Nijm. Nieuwsbode
heeft de firma Schreden en Coinp. van de mi
nisters van binnenl. zaken, justitie en oorlog on
langs, in antwoord op haar adres betreffende de
daarstelling eener tweede gasfabriek te Nijme
gen, naast de hare, door en voor rekening der
gemeente, de kennisgeving ontvangen, dd. 24
Mei 11.:
„dat de gemeenteraad, ingevolge de artt. 134
en 141 der gemeentewet, alleszins bevoegd is ook
zoodanige inrichting als eene gasfabriek, vanwege
de gemeente, waar hij dit in haar belang acht,
tot. stand te brengen en te drijven."
Bij den twijfel, die van sommige zijden in den
laatsten tijd is aan den dag gelegd, over de be
voegdheid der gemeente om een gasfabriek te
exploiteeren, is het voor onze stad ran belang
te vernemen, dat de tegenwoordige regeering die
bevoegdheid alleszins erkent.
Het zal evenwel noodzakelijk zijn dat, wil onze
gemeente haar fabriek ongestoord behouden, zij
er spoedig toe overga om den prijs van het gas
nog eens te verlagen.
Wij vernemen met genoegen, dat op aanspo
ring van Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden,
eene commissie is in 't leven geroepen tot het
daarstelle.n van een geregelde stoomvaart op Java
door het Suez-kanaal. Z. K. II. heeft tevens zich
aan 't hoofd van die belangrijke onderneming
gesteld. Die comm. bestaat voorloopig uit een
drietal heeren te Amsterdam, waaraan men ver
trouwt, dat zich heeren uit andere plaatsen
zullen aansluiten, om het groote. doel, dat men
voor oogen heeft, te bevorderen.
Waar zoo dikwerf over slaperigheid- bij den
Nederlander wordt geklaagd, zal men algemeen
met groote belangstelling zien, hoe thans een
initiatief wordt genomen, en dat alweder een prins
uit het beminde Oranje huis zich aan de spits
stelt van een poging, die nor den handel op onze
O.-Ind. koloniën zoo gewichtige gevolgen kan
hebben. (U. D.)
De tocht der werklieden van de fabriek der
HH. Krantz en Zn., om de Amsterdamsche ten
toonstelling te zien, is gisteren met den besten
uitslag bekroond.
Onder geleide van hun jongsten chef, van den
direkteur der fabriek en van vier bedienden, zijn
de werklieden, ten getale van 103, gisteren morgen
per stoomboot naar Amsterdam vertrokken. Aldaar
aangekomen heeft een deel zich reeds dadelijk
naar het tentoonstellingsgebouw begeven, terwijl
een ander deel eerst de stad is rondgewandeld,
en daarna in den dierentuin een paar uur alles
heeft rondgekeken. Te half een ure hebben beide
partijtjes zich vereenigd aan de volksrestauratie,
waar zij gemeenschappelijk hun middagmaal ge
bruikt hebben. Daarop zijn zij weder uiteenge
gaan en is het eene deel naar Artis getrok
ken, terwijl het andere tot vijf uur de tentoon
stelling heeft in oogenschouw genomen.
Ten 7 ure vertrok de boot weder, en nadat zij
zich dus in een Zomertuin op de Buitencingel
weder vereenigd en zich aldaar wat verfrischt
hadden, moest de terugtocht aanvaard worden.
Op de boot, waar ook 's morgens een ontbijt
was gebruikt, werd weder brood, kaas en bier
genuttigd, en te 11 ure kwamen zij Leidens stra
ten deelgenooten maken van de opgewondene
feestvreugde die hen bezielde!
Alles is in de beste orde afgeloopen. Een woord
van hulde aan hen, die op deze wijze hunne
werklieden een aangename, en tevens eene zoo
nuttige uitspanning weten te verschaffen
Naar wij vernemen zullen ook andere fabrie
kanten hier ter stede hunne werklieden zulk een
feestdag doen bereiden. Zaterdag a. s. zullen, zijn
wij wel ingelicht, een dertigtal werklieden uit
de fabriek van de HH. J. Zuurdeeg Zn. de Ten
toonstelling gaan bezoeken.
Dinsdag is de jaarlijksche réunie der afgevaar
digden van de Waalse,he kerken, die gedurende,
eenige dagen te 's-Gravenhage vergaderd geweest
is, gesloten. Tot leden der Waalsche commissie
zijn gekozen, ter vervanging van den heer Van
Goens, die zich niet herkiesbaar stelde, de heer
De Greeff, predikant te. Maastricht, terwijl de
heer Gerlach, secretaris der Waalsche commissie,
herkozen werd. Tot plaatsvervangende leden dier
commissie zijn herkozen de heeren Nolst, Trenité
en Perk, predikanten respectievelijk te Utrecht
en te Breda; terwijl eindelijk, in plaats van het
plaatsvervangend lid De. Greeff, optredend als ge
woon lid, werd benoemd de heer Van Goens,
predik, te Leiden Twee zeer gewichtige besluiten
zijn door de réunie genomen, het eene betreffende
de vacaturen, en het andere betreffende de admi
nistratie der kerkelijke goederen.
Onder de schoonste spoorwegstations van Ne
derland zal waarschijnlijk dat van den Ned.
Rijnspoorweg te 's-Hage een eervolle plaats in
nemen. Behalve de gewone wachtkamers, wordt
er een ruim en fraai restauratie-lokaal in ge
reedheid gebracht. Ook zullen er koninklijke
salons worden ingericht, die, in pracht kunnen
wedijveren met dergelijke zalen, in andere lan
den in sommige stations aanwezig. Antichambres
en toiletkamers zullen zeer zeker veel tot com
fort van de reizigers bijdragen. Ter lengte van
165 el wordt het stations-terrein over de spoor
baan met glas overdekt. Aan de eene zijde zal
eene overdekking voor rijtuigen, aan de andere
zijde eene voor goederen worden aangebracht.
Om bij slecht weder de reizigers zooveel doen
lijk te beschutten, zal de voorgevel van een gla
zen afdak wordeD voorzien, waaronder men in
en uit de rijtuigen kan stappen. Tegen den l',c"
April rekent men dat het geheel opgeleverd zal
kunnen worden. (D.)
Nadat zich eergisterenavond te Rotterdam we
der een optocht van schreeuwende en tierende
jongens gevormd had, waardoor de bemoeiingen
der politic onvermijdelijk werden, heeft zich dit
gisterenavond wederom herhaald, hetgeen liet ge
volg gehad heeft, dat eenige militaire patrouilles
zijn noodig geweest om de samengekomen me
nigte. uiteen te doen gaan, dewijl de vrije passage
langs eenige straten gestremd werd De rust is
echter verder niet gestoord. (N. R. Ct.)
Men heefi onlangs eene proef genomen om te
zien of het vee bestand was tegen lange zeerei
zen, en dientengevolge kwam het stoomschip
City of Rio Vrijdag jl. in Engeland aan, met 19
ossen, die in Montevido waren ingescheept. De
boot had 31 dagen reis en tot voedsel voor het
vee niets dan hooi aan boord, terwijl het op de
reis bleek, dat men ten opzichte van het water
niet genoegzaam was geproviandeerd. Het vee,
dat voetstoots uit eene kudde aan boord was ge
bracht, kwaoi in volkomen gezonden toestand,
maar zeer vermagerd, aan. De prijs, dien men
er in Montevideo voor betaald had, was 5 p. st.
per stuk; maar aanbiedingen zijn reeds gedaan
om tegen 4 p. st. per kop zooveel stuks vrij aan
boord te leveren, als verlangd zal worden, terwijl
elk stuk vee uiet minder dan 800 pd. zal wegen.
Dezelfde boot, waarmede dit vee uit Montevideo
werd aangebracht, had op de uitreis 15 Engel-
sche stieren aan boord, die na eene reis van 31
dagen, (de afstand is ongeveer 6000 mijlen) in
uitmuntenden toestand te Montevideo aankwa
men, dank zij de oplettende zorg, die men aan
het vee ten koste had gelegd. Ten gevolge van
dit gunstige resultaat wordt thans een groot
stoomschip speciaal ingericht voor het veevervoer.
Wij kunnen met zekerheid berichten, dat de
werkzaamheden, benoodigd voor de definitieve
plannen tot den bouw van den spoorweg van
Boxel over Gennep en Goch naar Wezel, reeds
zooverre gevorderd zijn, dat deze stukken eerst
daags aan de Nederlandsche en Pruisische re
geeringen kunnen worden ingezonden. Het voor
den aanleg en de exploitatie vereischt kapitaal
ad f6,000,000 reëel is geheel geplaatst, en naar
wij vernemen, zullen door de aannemers op 21
September a. s. het vooreerst benoodigd materieel
voor den bruggenbouw te Gennep op het terrein
worden gebracht, en met het stellen van de
vereischte usines een aanvang worden gemaakt.
Zooals wij vernemen, zal de lijn voor het publiek
verkeer in twee en een hall' jaar gereed zijn.
(N. R. Ct.)
Door den raad der gemeente Oss is in zijne
laatste vergadering met algemeene stemmen be
sloten om in den spoorweg Tilburg-Nijmegen
langs 's-Hertogenboscli deel te nemen voor 80
aandeelen en 20 obligatiën, ieder a ƒ240.
De Venlosche Courant deelt mede, dat eene
baggerboot, welke tegenwoordig te Venlo werk
zaam is, eene groote boeveelheid gouden en zil
veren muntstukken uit den modder heeft opge
haald. Al die stukken zijn van vroegere en ook
van Spaansche afkomst. De oudste dragen het
jaartal 1337.
ROMANESKE JONGEJUFVROUWEN.
NAAR HET FRANSCH VAN
JULES KEEGOMAED.
(Vervolg.)
Eu dan, wie kan alles vooruitzien, Jane? Ik
had daar juist zoo bij mij een besten vriend, wiens
eenig gebrek misschien is dat hij zich gaarne den
schijn geeft van een scepticus te zijn. en wel
bijzonder wat de vrouwen betreft. Niemand zou
beter dan gij geschikt zijn om dien ongelukkigen
ketter te bekeeren, en wanneer gij hem zult
leeren kennen.... zult gij misschien mijn plan
om anderen uit te huwelijken niet zoo ongerijmd
vinden als op dit oogenblik, nu ik zoozeer noo
dig heb maar eerst voor mij zelven te zorgen.
Och! dat komt omdat ik zóo gelukkig ben, dat
ik de gansche wereld zou willen deelgenoot ma
ken van mijne vreugde, en dat ik, bij gebrek
aan menschelijke wezens, in de eenzaamheid,
waar ik de kalmte ben gaan zoeken die ik noo
dig heb voor mijn werk er mij zelven
op betrap van de hoornen te omhelzen, in wel
ker schaduw ik ben gezeten, en kussen toe te
zenden aan den hemel die mij toelacht. Adieu,
Jane! Spreek Renée dikwijls over mij; zeg
haar liet weinigje goeds dat gij denkt van
uwen ouden getrouwen speelmakker, en laat
mij mij zelven bij voorraad noemen uw broeder:
OLIVIER HALET.
AAN MEJIÏFVllOUW MARCËI.LE DE QIIRY.
Kasteel Garlan, den 1 4del1 Juni 1S58.
Dat ik u niet vroeger geantwoord heb, lieve
Marcelle, was, omdat ik, te oordeelen naar
uwen laatsten, eiken dag de tijding der thans
zeker zeer aanstaande outknooping van uwen
roman verwachtte, en ook omdat ik een beetje
boos was over uwe ontijdige en noodelooze pree-
ken. Wat wilt gij toch eigenlijk met uwe aan
merkingen en uwe raadgevingen? Om eenige
nietsbeduidende en kinderachtige betuigingen
van leedwezen, die mij uit de pen kunnen ge
vallen zijn, en omdat ik recht gedaan heb aan
de goede hoedanigheden van Olivier, meent gij
dat ik kinderachtig genoeg ben om mij te la
ten meeslepen in die romaneske droomerijen,
waarvan het einde altoos is de onttoovering der
werkelijkheid. Ik ben niet dwazer dan gij, kind
lief, en ik vergeet niet dat ik wederom den raDg
moet herwinnen, dien het ongelijke huwelijk
mijner moeder ons heeft doen verliezen. Indien
gij eens wist hoe vernederd en beschaamd ik
mij gevoel, telkens wanneer men, bij het noe
men van onzen naam, met zekere gemaaktheid
drukt op het lidwoord de, waarvan men zeer
goed weet dat het ons niet toebehoort, dan zoudt
gij niet zoo liefdeloos zijn om te meenen dat ik
lust heb mevrouw Malet te worden, wanneer ik
een onbetwistbaar echten markies en dito mar-
kiesaat voor het grijpen heb, die mij zullen ver
oorloven van op mijne beurt uit de hoogte neer
te zien op den min of meer apocriefen adel,
wiens minachting ik lang genoeg heb verdragen.
Gelukkig heb ik een zegevierend antwoord te
geven op uwe belachelijke bezorgdheden, en ik
twijfel niet of, wanneer gij zien zult hetgeen ik
sedert reeds verricht heb, gij zult erkennen dat
ik zoo „burgerlijk" en zoo „provincie achtig" niet
ben als gij wel schijnt te gelooven.
Zooals ik u, geloof ik, gemeld heb, heb ik eerst
bij „mijn" markies, die nog vrij romanesk is,
de middeltjes in practijk gebracht, die gij bij
tijds opgehouden hebt aan te wenden bij „uwen"
prozaïschen generaal. Gedurende eene geheele
week heeft hij dus dagelijks met de post een
geparfumeerd eüvelopje ontvangen, dat nu eens
bevatte een takje vergeet-mij-niet, dan een pen-
séetje, dan een madeliefje, waarvan de blaadjes
waren losgeplukt, of ook soms een klein briefje,
natuurlijk metveranderde, maar toch altoos met
vrouwelijke hand geschreven, bevattende eene
spreuk of een gezegde van eene wel bedekte,
maar toch veelbeteekenende teederlieideen en an
der was bestemd om den markies te doen zien,
dat „iemand" hem een weinig, nog al veel, harts
tochtelijk beminde, enhopeloos. Daar intus-
schen die galante briefjes geen antwoord konden
verwachten, en daar zij bovendien de verkeerde
uitwerking hadden dat zij de opmerkzaamheid
van den heer de Coathuel vestigden op den ge
zelschapskring te Morlaix, waar zij in de bus
gedaan werden door onzen bo 'e die, tusschen
twee haakjes, nog altoos zich dankbaar uwe fooi
tjes herinnert,zag ik al spoedig de noodzake
lijkheid in van een meer rechlstreekschen aan
val op het hart, dat door eene dergelijke behan
deling, dacht mij, genoegzaam moest zijn voorbe
reid voor het toedienen van steviger kost. Maar,
hetzij hij hel druk had inet Ie Morlaix het on
gelukkige slachtoffer van zijne onweerstaanbare