bestuurders of van den directeur het gebouw zou
den doorkruisen. Het was een waar genot de
onverdeelde belangstelling waar te nemen, waar
mede de jeugdige bezoekers alles beschouwden,
en hunne opmerkingen te hooren, die dikwijls na-
ief en zeer juist waren. Opgetogen over alles
wat zij gezien en gehoord hadden, verzamelden
ze zich tegen 3 uren op het terrein voor het
Paleis om daar in de open lucht het middag
maal te gebruiken. Door de zorg van een der
bestuurders was er degelijke spijs in ruimen
overvloed uil Leiden naar Amsterdam overge
bracht; weldra warén de levenslustige knapen
gezeten, en nadat de bedienden hen van het noo-
dige voorzien hadden, ving de maaltijd aan, die
voor vele bezoekers zoo interessant bleek te we
zen, dat een vrij talrijk publiek zich om de tafel
schaarde, hetgeen de jongens niet verhinderde te
zorgen, dat zij het hunne kregen, en ofschoon
deze of gene toeschouwer tot straf voor zijne al
te groote belangstelling wel eens ondervinden
moest, dat er onder de Leidsche jongens ook guiten
zijn, toch liep alles in de beste orde af
Na den maaltijd werd de Zoölogische tuin van
het Genootschap Nalura Arlis Magistra bezocht, en
na hier nieuw genot gesmaakt te hebben, werd
het gezelschap weder in rijtuigen naar het sta
tion van den Hollandschen Spoorweg gebracht.
In den trein gezeten, hadden de reizigers onbe
grijpelijk veel pleizier; ze waren in de prettigste
stemming, die men deuken kan. Er was zooveel
te zingen en te vertellen, dat er aan geen stilte
te denken viel, die dan ook gelukkig voor nie
mand noodig was. Eenige weinige oogenblikken
echter was er werkelijk stilte, toen namelijk
de avondboterham, een opzettelijk voor deze ge
legenheid vervaardigde krentenbol, naar binnen
gezonden werd.
Te Leiden aangekomen, sprak de directeur,
de heer J. A. Van Dijk, nog een enkel woord.
Hij hoopte dat het bezoek, aan de tentoonstelling
gebracht, recht aangenaam, maar ook recht nut
tig voor de jeugdige werklieden mocht we
zen. Hij spoorde hen aan tot dankbaarheid
aan hen, die hun dit uitstapje hadden mogelijk
gemaakt, aan de commissie uit het Bestuur, de
HH. Bertrand, Giezen en Nieuwveen, die zich
zooveel moeite hadden getroost, in het bijzonder
de heer Bertrand, aan wien zij het voorname
lijk te danken hadden, dat zij het zoo goed had -
den gehad, en ten slotte betuigde hij zijne tevre
denheid, dat zij zich allen, zonder eenige uitzon
dering, zoo uitmuntend gedragen hadden.
Aan de commissie, die zoo geheel belangeloos
de taak had aanvaard, den tocht der leerlingen van
het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix naar
de Internationale Tentoonstelling te Amsterdam
te organiseeren en te leiden, is door eenige dank
bare ouders het volgend schrijven gericht. De
moeilijke taak der commissie, haar ijver en de
loffelijke wijze, waarop zij zich er van kweet,
geven ons voldoende aanleiding dat schrijven in
ruimeren kring bekend temaken. Het luidt aldus:
Wel Edele Heeren Bestuurderen 'van het Ge
nootschap nMathesis Scientiarum Genitrix!"
Wei-Edele Heeren!
Onze jongens die gisteren het voorregt hadden
onder de leiding Uwer Commissie de Internatio
nale Tentoonstelling etc. te gaan bezien, zijn zoo
verrukt over al hetgeen zij aanschouwd en ge
noten hebben, dat ook wij, als ouders, ons ge
drongen gevoelen, UWelEd. daarvoor onzen
hartelijken dank te betuigen en wel speciaal
uwe commissie voor de goede leiding en harte
lijke verzorging door haar bewezen en voor de
uitvoerige aanwijzingen in het algemeen aan de
jongens door haar gedaan.
Wij verzoeken UWelEd. tevens vriendelijk,
zou ik jaren kunnen leven zonder haar te zien.
Zonder haar te zien neen I want haar beeld is
zoodanig in mijn binnenste ingeprent, dat mijn
hart haar mij steeds zal doen aanschouwen, nog
schooner, nog bekoorlijker, nog aanbiddelijker
dan mijn oogen het ooit zouden kunnen. De af
wezigheid is, evenals de dood, een woord, dat
voor de liefde geen zin, geene beteekenis heeft.
Maar ik moet arbeiden, en dat zou ik bij haar
niet kunnen doen, omdat ik den moed niet zou
hebben om iets hoegenaamd aan te kijken wan
neer ik haar kan aanzien. Ik moet arbeiden en
dien onbetwistbaren roem verdienen, waardoor
ik niet hare liefde behoefde te winnen, want
zij heeft mij haar woord gegeven, maar in
staat gesteld word om aan „de laatste der Gar-
lans" de hand harer erfgename te durven vra
gen. Wanneer ik thans tot dat doorluchtige per
soontje kwam zeggen„Men erkent dat ik eenig
talent bezit; ik heb verleden jaar zesduizend
franken verdiend, en ik heb goeden grond om te
verwachten dat ik ieder jaar nog meer zal kun
nen verdienen. Met de vijftigduizend franken, die
uwe dochter bezit, kunnen wij, om te beginnen,
bescheidenlijk doch fatsoenlijk leven, dank zij
de liefde van het heden en de hoop op de toe
komst. Ik bemin Renée; Renée bemint mij;
geef mij haar ten huwelijk!" Op zulk eene aan-
vooral de tolken te willen zijn onzer gevoelens
van erkentelijkheid, bij die Heeren Gevers (ons
niet juist bekend) die de middelen verschaft hebben
om een en ander zoo onbekrompen te doen ge
nieten. Bij de aanbieding onzer erkentenis voegen
wij die onzer hoogachting en verblijven inmiddels
UWelEd's dw. Dien.
Leyden, IS Aug. 1809.
De heer Lindeman toont waarlijk met den
wil bezield te zijn, om Leidens publiek op al
datgene te vergasten, wat elders in den geest
van het publiek viel; daartoe zijn hem kosten
noch moeiten te groot; dit. blijkt ten volle uit de
voor Zondag a. s. aangekondigde matinée en
soirée door de voornaamste artisten van het uit
50 personen bestaande theater concert internationaal
van Aug. De Boer. Het „goede wijn behoeft geen
krans" geldt van dit gezelschap in den volsten
zin van het woord, en waar de ondernemer van
Pax-In trail tibus zulk een gezelschap wist
te engageeren, kunnen we niet anders dan hem
een druk bezoek voorspellen, en in elk geval toe-
wenschen.
Hedenmorgen had een meisje het ongeluk aan
de Zijdgracht in het water te vallen, en werd
daaruit gered door den timmerman Kret, die niet
aarzelde zich te water te begeven, en de vol
doening mocht smaken een menschenleven te
hebben gered. Een paar uren daarna is er bijna
op dezelfde plaats een jongen in het water ge
vallen, die daaruit echter spoedig gered werd
door een op de Zijdgracht wonend persoon met
name Hoek.
In de eerste helft der maand Juli zijn aan het
postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven,
die wegens onbekendheid der adressanten niet
bezorgd zijn kunnen wordenJ. M. Vermolen,
C. Holla, J Den Hartog, P. M. Stootman, H. S.
De Vries (2 stuks), Wed. J. A. U. De Beer, Mej
J. A. v. Geel, W. J. Blom, Spree, allen te Amster
dam; L. De Gezelle te Bodegraven; C. De Blois,
N. De Rooi, beiden te Delft; R. W. De Jonge
te Dordrecht; AI. Boers te Gouda; Jonkvr. De Mel
ville te 's-GravenhageKoulings, en Aleyers en C0.,
beiden te Haarlem; Mej. Jakobs te HeerdejJ. O.
De Vries te Jelzum; P. Vlasveld te Leersum;
W. Jurriens te Maren; H. K. Nolles te Noord-
woldeW. A. F. X. Franken, Piepers, K. Van
Gils, J. P. Weyers, Piepen, allen te Rotterdam;
F. G. De Vree te Utrecht; Aleesters te Steen
bergen.
De audiëntie van den Minister van Binnen-
landsche Zaken zat op Zaterdag 21 Augustus
niet plaats hebben.
Naar men verneemt is men reeds bezig met
het drukken der O.-I. Begrooting voor het dienst
jaar 1870.
Z. AI. de Koning heeft bewilliging verleend op
het ontwerp der akte, houdende wijzigingen in
de statuten van de naamlooze vennootschap: Ne-
derlandsche Maatschappij de Toekomst, tot exploitatie
van Zeevisscherij, gevestigd te 's Gravenhage.
Bij Kon. besluit van den 16den dezer, is aan
J. De Bruyn, te Utrecht, vergunning verleend tot
het aannemen en dragen van het kruis Fidei et
Virtuti en van de gouden medaille 2de klhem
door Z. H. den Paus geschonken; is, met ingang
van I September aanstaande, bij de Rijks hoogere
burgerschool Willem II te Tilburg op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend aan den heer Air.
F. J. A. Fles, uit de betrekking van leeraar, en
zijn benoemd tot leeraren aan voormelde school
de heeren A. P. T Sassen, te Meerssen, en Th.
H. Alac Gillavry, dusverre leeraar aan de Twent-
sche Industrie- en Handelschool te Ensc-hedó.
spraak zou mijne vreeselijke tante onfeilbaar
antwoorden met mij voor altoos van hare do
meinen te verbannen, als een ploert, die mis
bruik gemaakt had van hare gastvrijheid met
het doel om zich te durven verheffen tot de
stoutheid van met haar edel bloed zich te ver
zwageren. Alaar zoodra een onbetwistbaar suc
ces mij zal veroorloven om hier terug te kee-
ren met een beetje roem en een boel bankbriefjes,
alsdan zal mevrouw de lCeraven, die on
getwijfeld tot groote ergernis harer adellijke
voorouders, die er trotsch op waren van niet te
kunnen lezen met zeer veel verstand en over
leg hare bezittingen administreert, diezelfde me
vrouw de Keraven zal, zeg ik, inzien dat de
beroemde naam van een schilder, die zoo'n
twintigduizend franken jaarlijks kan verdienen,
misschien nog wel zoo veel waard is als die
alleszins onbekende en onberoemde naam van
dezen of dien harer adellijke naburen, die hun
wild moeten verkoopen om geld te maken;
en dan zal die alledaagsche en hoogst hurger-
lijke berekening des te meer haren hoogmoed
ten mijnen aanzien heel wat lager stemmen.
Nu dan, ik voel mij sterk om het te brengen
tot het succes waardoor dat alles moet worden
uitgewerkt. Gij kent mij genoegzaam om mij
1 niet van verwaandheid of overmoedigheid te
Bij Kon. besluit van den llden Augustus jl-,
is benoemd tot) lid der commissie van adminis
tratie over de gevangenissen te Leiden, J. See-
lig, gepens luitenant-kolonel, woonachtig aldaar
is benoemd tot lid van het college van regen
ten over het huis van arrest te Alkmaar Air. C.
R. H. Van Lelyveld, president van de arr.-recht-
bank aldaar.
Bij Kon. besluit van den 14den Augustus jl.,
is benoemd tot notaris binnen het arrondissement
Tiel, ter standplaats de gemeente Rossum, B. A.
Alispelblom Beijer, candidaat-notaris te Wijchem.
Bij Kon. besluit van den 15den dezer, is, met
ingang van den lsten Juli jl., de adjunct-admin.
N. De Ronde Bresser benoemd tot officier van
administr. der 3de kl. bij de zeemacht.
Bij Kon. besluit van den 12den dezer zijn bij
het wapen der inf. benoemd: tot lsten luit. (naar
ouderdom van rang) den 2den luit. T. G. Kop
pen, thans gedetacheerd bij het leger in Nederl.
Indië; bij het 1ste reg. tot kapit. van de 2de kl.
(naar ouderdom van rang) den lsten luit. Q. Al.
Hoogeveen, van het korps; en tot lsten luit. (naar
ouderdom van rang), den 2den luit. J. J. H. S.
Muuren, mede van het korps; bij het 2de reg.,
tot kapt. 3de kl. (naar ouderdom van rang) den
lsten luit. H. H. F. Salomon, van liet 7de reg.;
bij het 4de reg., tot lsten luit. (naar ouderdom
van rang) den 2den luit. N. Al. La Fontijn, van
het korps; bij het 5de reg., tot lsten luit. (naar
ouderdom van rang) den 2den luit. W. E. Wil
link Ketjen, van het korps; en zijn in hunnen
rang als lsten luit. bij het reg. gren. en jagers
overgeplaatst: de 1ste luit. Al H. .1. AI. Van Son,
van het 4de reg. infde 1ste luit-adj. H. J. F.
Dommers, van het 8ste reg. inf.; de 1ste luit. G.
A. F. Salonion, van het 7de reg. inf.; de 1ste luit.
A. De Bourbon, van het 4de reg. inf.; en de 1ste
luit.-adj. P. Vinkhuyzen, van het 2de reg. inf.
Rotterdam, 17 Augustus. Hedenmorgen ont
stond er brand in eene broodbakkerij in de Pot
ten bak kerssleeg bij de Boompjes. De brand liet
zich in den aanvang vrij ernstig aanzien temeer
daar het op die plaats nog al sterk bewoond is.
Dank zij echter de spoedig toegesnelde hulp was
men hem reeds te circa 1 uur meester.
Ook de politie was spoedig aanwezig met den
nieuwen reddingstoestel.
Een stoute diefstal vond hedenmorgen op
de Botermarkt plaats. Van eene daar zittende
koopvrouw werd in hare onmiddellijke nabijheid
een zoogenaamd spoormandje ontvreemd, waarin
zich nog al eenige geldswaarde bevond.
Gouda, 17 Augustus. Eergisteren raakte tusschen
Gouda en Oudewater weder de machine van den
sneltrein defect. Hoewel de reizigers eenig op
onthoud hadden, konden zij later in alle richtin
gen hunne reis vervolgen.
Delft, 17 Augustus. Jl. Zondag-middag had
het 9-jarig dochtertje van v. d. Aleer, op den
Nieuwen Langendijk woonachtig, het ongeluk,
terwijl zij een hond wilde ontwijken, te dicht
aan den waterkant te komen en daardoor in de
gracht te storten. Het kind verkeerde reeds in
zinkenden toestand, toen de letterzetter J. v. d. B
mede aldaar woonachtig, het gevaar ziende waarin
het meisje verkeerde, niet aarzelde om zich
geheel gekleed te water te begeven waardoor
hij het geluk had het kind van een anders wissen
dood te redden.
In de R. C. kerk van den II. Joseph alhier
is hedenmorgen ten halfelf, de eerste plech
tige mis opgedragen door onzen stadgenoot, den
heer L. AL J. Van Lijnschooten, die Zondag be
vorens, in de kathedrale kerk te Haarlem, de
priesterwijding heeft ontvangen. Hij werd in
zijne bediening geadsisteerd door den HoogEerw.
heer Van Brussel, deken van Delft, en twee
andere geestelijken, terwijl eene, op de plechtig
heid toepasselijke predikatie"werd gehouden door
beschuldigen; en wanneer hetgeen ik reeds ge
daan heb, ook al geen genoegzamen waarborg
zou geven voor hetgeen ik doen kan, zoo zou
het doel, dat ik najaag en bereiken wil, mij
wel moeten in staat stellen en de krachten ge
ven om het zoovèr te brengen. Ik beroof dus
mij zeiven, wel is waar tot mijn jleedwezen, doch
vrijwillig en moedig, van het geluk, dat ik op
het oogenblik geniet; maar dat geschiedt om het
later in zijn geheel te bezitten. Alen zou eene
heele menigte spreekwoorden, daarop toepasselijk,
kunnen aanhalen, maar die schenk ik u.
Jane, die ik eenigszins wantrouwde en met
wie ik in weerwil van mij zeiven min of
meer begon op een koelen voet te komen,
is allerliefst geweest zoodra zij de overtuiging
heeft bekomen van „de zuiverheid mijner in
zichten en de eerlijkheid mijner plannen". Om
haar te beletten mijne vijandin te worden,
heb ik haar gedwongen mijne bondgenoote
te zijn. Ik ben openhartig tot haar gegaan,
en theb voor haar ronduit en compleet opge
biecht. Toen ik haar gadesloeg bij dat tooneel-
tje, werd ik drommelsch bang van „gelukkiger"
te zullen worden dan ik verlangde. Er is bij mij
weer eene zekere verdenking boven gekomen,
dat mevrouw de Meslay evenzeer handelde voor
hare eigene rekening als voor die harer moeder
den heer Borking, leeraar aan het klein semina
rium te Hageveld, mede een onzer voormalige
stadgenooten.
Hellevoetsluis, 16 Aug. Men verneemt dat aan
den kapit. ter zee Van der Aleesch, directeur-
contm. der marine alhier, de onderscheiding is
te beurt gevallen van door Z. M. den Koning
van België te worden benoemd tot oüicier der
Leopoldsorde.
Niluwkdiep, 10 Aug. Gisteren kwam in onze
gemeente de minister van marine, om met den
monitor de Buffel een proeftocht te doen, welke
hedenmorgen heeft plaats gehad. Men heeft on
der verschillende omstandigheden gestoomd en
met springlading en zware batterij geschoten. De
proeven hebben zeer goed aan de verwachting
beantwoord.
Winschoten, 14 Augustus. Hedenmorgen werd
alhier gevankelijk binnengebracht zekere B. T.,
beschuldigd van de volgende oplichterij te Kloos-
terholt bij den arbeider D. Drent. Donderdag
morgen verscheen ten huize van genoemden ar
beider een onbekend persoon, die druipnat was
en onder een voorwendsel van D. een duffelschen
jas, een vest met een grijs achterpand, een pan-
telon en een pet met groote klep wist mee te
krijgen, waarvoor hij zijn natte en niet zeer
schitterende plunje achterliet. Ook liet Drent
zich belezen hem zijn horloge mee te geven en
bovendien nog geld. Toen de politie zich van
hem meester maakte was het horloge reeds te
Groningen verpand.
's-Hkrtogenbosch, 16 Augustus. Vrijdag-namid
dag is de waterstaats-ingenieur de heer Leemans
met polderwerkvolk gekomen op den dam in de
gracht bij den nieuw te maken uitweg naar het
spoorweg-station alhier, en heeft dien dam doen
doorsteken, zoodat de ledig gepompte put tot het
verbreeden 'der vestinggracht daargesteld, vol liep
de aannemer, de heer Van Seters, heeft protest
wegens schade en interessen doen opmaken en
terstond zijn werk gestaakt; deze maatregel moet
door den waterstaat zijn genomen op last van
hooger hand en op de klachten der polderbesturen,
dat door die afdamming hunne landerijen onder
water schoten.
Dat het werk hierdoor veel vertraging onder
vindt, zal niet behoeven gemeld te worden.
Roermond, 10 Augustus. Gisterenavond hebben
op de kermis in het gehucht Kapel dezer ge
meente ernstige ongeregeldheden, waarvan de
hier garnizoen houdende huzaren oorzaak zijn,
plaats gehad. Drie gemeenteveldwachters hielden
een burger, die niet ter goeder naam en faam
bekend stond en in verregaanden staat van dron
kenschap verkeerde, aan, en brachten hem weg,
waarop een 2ótal huzaren uit eene herberg te
voorschijn traden, dien burger met geweld ver
losten, twee der drie gemeenteveldwachters op
den grond wierpen, zwaar mishandelden en ern
stige verwondingen toebrachten, zoo zelfs dat een
hunner zeer lang en zwaar gebloed heeft; zij
wilden toen ook de veldwachters, die hunne sa
bels trokken om zich te verweren, ontwapenen,
doch gingen op het lossen van een pistoolschot
door den derden veldwachter, op de vlucht.
INGEZONDEN.
Alijnheer de Redacteur!
Zou het niet goed zijn Al., den volijverigen
correspondent van het Dagblad van Zuid-Holland en
's Gravenhage te herinneren, als hij den uitslag dei-
verkiezing aan dat orgaan mededeelt, er dan
vooral de opmerking bij te voegen, dat de can-
didaat der liberalen thans is gekozen, daar hij
vroeger aan een dergelijk bericht aan het Haag-
sclie Dagblad de opmerking vastknoopte, dat de
gekozen personen de candidaten der conserva
tieven waren. Van M's eerlijkheid en onpartij
digheid bij eiken strijd is dit zeker niet te veel
gevergd. m».
toen zij mij in mijne plannen omtrent Renée
dwarsboomde. Alaar sedert heeft zij mij genood
zaakt om te erkenuen dat ik een ingebeelde
gek was, bijna der zusterlijke genegenheid on
waardig, waarvan zij niet ophoudt mij de be
wijzen te geven. Welk eene allerbeminnelijkste
vrouw! wat een verheven verstand! wat edel
hart! en wat zou zij nog een geluk kunnen be
reiden aan iemand, die niet, zooals ik, zelf zijn
afgodsbeeld wil scheppenAl ware het dat
Renée mij niet zoo onuitsprekelijk dierbaar was,
dan zou ik haar nog wel willen trouwen, omdat
ik dan de broeder kon worden van hare zuster.
Sedert het vertrek van mejufvrouw de Gury
want voor vier dagen is zij vertrokken met
haren vader, die haar is komen afhalen, in ge
zelschap van den generaal Bonnet, een knappen,
fermen lederen broek, dat. verzeker ik u
sedert dat vertrek waren de manieren hier aan
huis vrij wat veianderd, en, naar mijn inzien,
er niet op verbeterd. De chevalier was ontroost
baar over het verlies van zijne „schoone Iris";
hij doolde al meer en meer rond door de donkere
„bosschages" van het park, waarvan ik hem ver
dacht houd van eenige boomen te hebben ge
schonden met zijne versjesmakerijen.
Wordt vervolgd.)