KOLONIËN.
PARAMARIBO, 20 Juli.
In de zitting van 0 dezer der Kol. Staten is
ingekomen eene nadere nota van Mr. Colaco
Belmonte, waarbij deze te kennen geeft, dat hij
het eindverslag der commissie van rapporteurs
op zijne voorstellen heeft ontvangen, waaruit hein
gebleken is, dat men in de afdeelingen volstandig
is gebleven bij het gevoelen, in het voorloopig
verslag uitgedrukt: dat het laatste woord over
de voorstellen Bosch Reitz c. s. en het zijne in
Nederland zal worden uitgesproken; dat wellicht
geen er van bij het Opperbestuur zal worden
aangenomen en misschien geheel andere door
Z. Exc. den minister van Koloniën zullen wor
den voorgedragendat hij van zijne medeleden
niet anders verwacht dan eene unanieme afstem
ming van zijne ontwerpen; dat de tijd der Ko
loniale Staten kostbaar is en de behandeling van
zijne voorstellen hier tot geen nut zal leiden:
dat hij daarom verzoekt, dat ze niet aan de orde
gebracht, en buiten alle verdere behandeling ge
steld worden.
Het bestuur van Curacao is door den minister
van Koloniën uitgenoodigd, gepaste maatregelen
te beramen om de geëmancipeerden op de eilan
den Cura9ao, Bonaire en Aruba, die, ten gevolge
van het mislukken van den oogst en de aanhou-
Idende droogte, in de grootste ellende verkeeren,
te bewegen als veldarbeiders naar Suriname te
emigreeren. De gouverneur van Suriname vestigt
de aandacht van belanghebbenden op deze gele
genheid om zich van veldarbeiders te voorzien.
Bij de aankomst van de Kol. stoomboot Para
maribo is gebleken, dat de brieven en pakketten
uit het moederland, tijdens het vertrek der mail
boot in Engeland niet waren aangekomen.
Den 15de" Juli is te Paramaribo aangekomen
de schoener Suriname, die van Nickerie naar De-
merary was gezonden om nadere informatiën in
te winnen betreffende het postpakket uit het
moederland; het bericht is bevestigd, dat het te
Georgetown niet was aangebracht.
BUITENLAND.
Spanje.
Algemeen is de verontwaardiging over eene
gruweldaad, waaraan een luitenant-kolonel der
karibiniers, don José Casalis, die in Catalonië
aan het hoofd eener kolonne stond om de Car-
listen te vervolgen, zich schuldig heeft gemaakt.
Deze officier had bevel ontvangen om de om
streken van Montealegre, nabij Barcelona, af te
loopen, ten einde te onderzoeken of er zich ook
nog Carlisten ophielden. Met <100 der zijnen te
Fiana gekomen, vroeg hij iemand of er geen
gewapende mannen door het dorp waren geko
men. „Ik weet het niet'', antwoordde de man,
„want ik heb geslapen en ben pas opgestaan."
„Kent gij goed het land?" vroeg hem de officier,
„en zoudt gij ons tot gids kunnen dienen?" „Wel
zeker", was het antwoord. De man nam toen
een jachtgeweer en stelde zich ter beschikking
van den officier.
Na een tocht van bijna drie kwart uurs stond
de kolonne plotseling voor acht mannen, gewa
pend met jachtgeweren, in de schaduw van een
klein bosch uitrustende. Of zij tot eene Carlisti-
sche bende behoorden, weet men niet; zooveel
is zeker, dat zij de kolonne van ver hadden
kunnen herkennen en dus gemakkelijk kunnen
vluchten.
Toen de luitenant-kolonel voor hen stond, gaf
hij aan zijne manschappen last om de acht per
sonen, twee aan twee, stevig vast te binden en
hen zonder dralen te fusilleeren. De ongelukki-
gen smeekten op de knieën om levensbehoud
doch het baatte niets. Het bevel werd herhaald
en de luitenant-kolonel gaf zelfs last om den
gids, die hij meende dat hem misleid had, met
te zeggen dat hij niet wist of er gewapende
mannen door het dorp waren gekomen, ook ter
dood te brengen. Zonder de ongelukkigen tijd te la
ten om te bidden werd dat bevel dadelijk volvoerd.
Onder de acht personen in het boschje bevon
den zich twee jongelingen, die nog geen achttien
jaren oud waren; en de gids, wel ver van tot
de Carlisten te behooren, was een progressist,
evenals zijn vader, die eene betrekking vervult
op de bezittingen van den generaal Milan del
Bosch.
Maarschalk Prim heeft een pensioen aan de
weduwe van den gids beloofd.
De geheele periodieke drukpers, zonder onder
scheid van staatkundige partij, brandmerkt die
euveldaad van den officier naar verdiensten. In
langen tijd heeft de openbare opinie niet zulk
een kreet van afgrijzen doen hooren. De repu-
blikeinsche organen hebben nu gelegenheid ge
vonden, om nog met meer klem dan vroeger te
prolesteeren tegen het besluit tot weder invoe
ring der wet van 1S21 op de openbare veiligheid,
een besluit dat de gruweldaad van den offi
cier heeft mogelijk gemaakt.
De Imparcial meldt, dat eene dépêche is ontvan
gen uit Castellon, in Catalonië, waarin gemeld
wordt, dat de Carlisten te San-Mateo in opstand
zijn gekomen, maar door de burgergarde uiteen
gejaagd zijn. De spoorweg en de telegraaflijn
werden door de opstandelingen op verscheidene
punten vernield. De spoorweg zal spoedig hersteld
worden; doch de telegraaflijn zal in eenige dagen
niet kunnen werken.
JDuitsolilancl.
Koning Wilhelm is Zaterdag-middag van Wies-
baden te Frankfort aangekomen, waar Z. M. de
autoriteiten heeft ontvangen en vervolgens naar
Homburg is doorgereisd.
In de dépêche, die de waarnemende minister
van buitenlandsche zaken te Berlijn, de heer
Von Thile, aan den Pruisischen gezant te Weenen
heeft gezonden, naar aanleiding van sommige
uitdrukkingen van graaf Von Beust in de zittin
gen der delegatiën, wijst de heer Von Thile op
eene herhaalde uitdrukking, waaru-t zou volgen
dat Oostenrijk zich heeft beijverd om met Pruisen
op een goeden voet te komen, doch dat men te
Berlijn niet geneigd scheen, om diezelfde gezind
heid jegens Oostenrijk aan den dag te leggen.
De heer Von Thile erkent, dat hij dit alleen
uit de dagbladen heeff vernomen, maar dat die
uitdrukking hem toch zeer verwonderd heeft,
daar er bij Pruisen niets van zoodanige pogin
gen van Oostenrijk bekend is. Hij hoopt dus, dat
graaf Von Beust gaarne gebruik zal maken van
deze gelegenheid, om te constateeren dat de be
richten op dit punt onjuist zijn geweest, of om
aan te wijzen wanneer Pruisen ooit zulk eene
houding heeft aangenomen tegenover eene tege
moetkoming of welwillende hande'mg van Oos
tenrijk. De heer Von Thile heeft den Pruisischen
gezant opgedragen, dit stuk aan graaf Von Beust
mede te deelen en hem een afschrift daarvan
te geven, waarop men dan te Berlijn het ant
woord zal te gemoet zien.
Oosteiii-jjlr-Honjaraai-sclie Monarchie.
Op 9 Augustus jl. werd te Weenen eene groote
volksvergadering gehouden over het vraagstuk
van de opheffing der kloosters, waaraan vijfdui
zend personen deelnamen. In vrij heftige taal,
die algemeen bijval vond, werden de kloosters
als onbestaanbaar veroordeeld.
De Oostenrijksche rijkskanselier, graaf Von
Beust, spreekt en schrijft wat af tegenwoordig;
men verzekert te Weenen dat Inj een nieuwe
circulaire heeft uitgevaardigd, onder dagteekening
van (5 dezer, aan de Oostenrijksche gezanten in
het buitenland, en wel over de aanvallen, waar
aan hij blootstaat van de zijde der officieuze
Pruisische pers. De graaf zegt daarin, dat het
beste is op dje aanvallen niet te antwoorden en
het stilzwijgen te bewaren. Bevat het gerucht
waarheid, dan is Von Beust de eerste die dit
zwijgen in praktijk brengt met zijn circulaire en
geeft hij een goed voorbeeld aan de Oostenrijk
sche bladen.
Maar 't is haast ongeloofelijk, en zoo niet, dan
is het te hopen dat de actie van den heer Von
Beust, nu hij bovendien nog uit Berlijn wordt
aangemaand om nog meer „vertrouwelijke mede-
deelingen" publiek te maken, eindelijk eens zal
gevolgd worden door een tijd van reactie
van rust.
Omtrent de betrekkingen tusschen Oostenrijk
en Rome heeft graaf Von Beust in de zitting der
Oostenrijksche delegatie het volgende gezegd „Er
is op gewezen dat niet alleen Frankrijk zijn ge
zant te Rome behoudt, en dat nergens zich in
Frankrijk eene stem daartegen verheft, maar ook
dat Beieren een gezant te Rome heeft, hetgeen
naar evenredigheid nog veel meer is dan wan
neer Oostenrijk aldaar een ambassadeur heeft.
Men heeft gesproken van de positie van het Hof
van Rome. Doch ten deze kan de omvang van
het ingekrompen gebied van den ICerkelijken
Staat geen maatstaf ter beoordeeling opleveren.
Ware dit het geval, dan zou het de vraag zijn:
of het in het geheel wel noodig is aldaar een
vertegenwoordiger te hebben. Zelfs in vroeger
tijd, toen de Kerkelijke Staat nog zijne oude
uitgestrektheid had, heeft niemand het zenden
van een gezant naar Rome zoo begrepen, alsof
deze hooge diplomatieke waardigheid naar even
redigheid der grootte van het gebied noodzakelijk
ware; maar men heeft ten allen tijde die zen
ding van een hoogen diplomaat noodig geacht
omdat het de vertegenwoordiging der regeering
bij het opperhoofd der Katholieke Kerk go'd.
Dit standpunt houden ook Protestantsche regee
ringen vast, bijv. Pruisen, hetwelk er zeker niet
aan denkt om een gezant enkel bij een vorst en
beheerscher van het tegenwoordig Pauselijk grond
gebied te hebben. Juist in de eigenschap van
dengeeu, bij wien de ambassadeur fungeert, is
ook eene verklaring gelegen van de wijze der
behandeling van zaken. Het is waar, wanneer
eene allocutie als die des vorigen jaars alleen
van den vorst van een zoo klein gebied tot ons
kwam, dan zou men daarmede voorzeker wei
nig omslag te maken hebben. Maar die al'ocutie
ging uit vau het opperhoofd der Katholieke. Kerk,
en nu had een nauwgezet minister te overwe
gen, niet alleen of de regeering daardoor getrof
fen werd, maar ook welken indruk deze rede
op een groot deel der bevolking zou maken. Men
heeft daaromtrent gewezen op mijne hoedanig
heid als protestant. Juist als protestant geloof ik
de geschiktheid gehad te hebben, om deze ge
wichtige zaak geheel onbevooroordeeld te be
schouwen en te behandelen; en het kon alleen
mijne taak zijn de ontwikkeling van den voor
uitgang, dien ik weet bevo-derd te hebben, ver
der zoo te helpen uitbreiden, dat de inwendige
vrede des rijks daardoor niet het minst gestoord
werd. Deze taak is niet gemakkelijkzij is niet
dankbaar; maar eenmaal zal men erkennen, dat
de ingeslagen wég de beste was, omdat men
verkregen zal hebben hetgeen men behoefde, met
vermijding van menig gevaar dat er aan ver
bonden was. Ik kan ook volstrekt niet toegeven
dat daarbij in eenig opzicht aan de waardigheid
der regeering te kort is gedaan. Op de allocutie
van Juni des vorigen jaars is dezerzijds dadelijk
een antwoord gevolgd, hetwelk, ja in diploma
tieke vormen gesteld was en waarin dus de
sterke uitdruk!"ngen ontbraken, die sommigen
misschien gewenscht zouden hebben, maar het
welk juist wat de immenging in onze staats-
grondwot betrof, overal a's zeev nadrukkelijk en
afdoende beschouwd is geworden. Wat nu de
werkzaamheid van den gezant te Rome betreft,
die men naar de openbaar gemaakte bescheiden
beoordeelt, zoo houd ik vol, dat zij zeer vrucht
baar is geweest. Eén van beidenwil men den
vrede met Rome, of wil 'men eene breuk met
Rome? De breuk met Rome was u'terst gemak
kelijk te bewerken. Dit zou geene moeite of
hoofdbreken gekost hebben; maar indien wij in
vrede met Rome willen leven, dan moeten wij
ook tot op zekere hoogte het standpunt erken
nen waarop men te Rome staat. A Hes kwam
daarop aan, dat men te Rome eene meer be
daarde stemming deed ontstaan en het daardoor
moge'ijk maakte, dat ook hier het gematigde
deel der Bisschoppen en der Katholieken in het
algemeen aangemoedigd werd tot eene meer
kalme en verstandige opvatting van onze staats
rechterlijke toestanden. Dat doel is bereikt; want
wanneer men van allocutiën spreekt, vergelijk
dan toch de jongste allocutie, die na het gebeurde
met den bisschop van Linz gehouden werd, met
die van het vorige jaar, en gij zult daar i eene
merkbare verandering teil goede ontwaren."
Men schrijft uit Bucharest onder dagteekening
van 4 Augustus:
Aan de spoorwegen en kanaal werken zijn hier
thans 15,000 man werkzaam. Een groot gedeelte
der spoorwegen zal in November voltooid zijn.
De radicale Rumenische bladen bevatten eene
oproeping tot het houden van een Panlatijnsch
congres te Parijs, aan hetwelk alle Latijnsche
volken d. i. het Fransche, Romaansche, Spaan-
sche, Italiaan'sche en Portugeesche zouden deel
nemen. De Zevenberger Romane Mannin heeft
deze gedachte uitgedrukt en het Panslavische
congres in Rusland als voorbeeld voor het Pan-
latijnsche opgesteld.
Eiig-elaiitl.
Woensdag-morgen is op de Tneems de stoom
ketel van een sleepboot gesprongen. De ontplof
fing was vreeselijk, de geheele ketel werd tot
een hoogte van 60 voet opgeworpen, eu het is
zeer te verwonderen, dat op een bevolkte rivier
als de Theems het ongeluk slechts aan drie men-
schen het leven gekost heeft. Die drie waren
op de sleepboot zelve de stokers en de kapitein.
Zij, die het oogenblik der ontploffing waarnamen,
hebben den kapitein, die op de borstwering van
het dek leunde, duidelijk in drie stukken zien
wegslinger en, terwijl het hoofd van den sto
ker zonder lichaam dwars over de Theems :n
het water geslingerd werd. De u: leen spattende
stukken ijzer hebben op andere schepen slechts
éen man gedood, en wel éen Hollandschen ma
troos, die op de Hollandia van Rotterdam was.
Dit schip heeft aan de tuigage veel geleden van
de daartegen aangeslingerde stokken ijzer.
De nieuwe vereeniging, die zich ten doel heeft
gesteld, een zeker aantal arbeiders naar het Par
lement af te vaardigen, heeft zich onder den
naam van Labour Representation League geconstitu
eerd- Het bestuur, dat uit een voorzitter, onder
voorzitter en penningmeester bestaat, wordt on
dersteund door een raad van beheer, bestaande
uit 32 vertegenwoordigers van bijna alle beroe
pen, die in de hoofdstad worden uitgeoefend. In
alle steden van het koninkrijk zullen afdeelingen
der vereeniging worden opgericht, terwijl de
verschillende arbeiders-vereenigingen zullen uit
genoodigd worden, zich bij de vereeniging aan
te sluiten.
Frankrij ti.
Tegen veler verwachting is de amnestie in den
ruimsten zin toch afgekondigd. De maatregel ;s
zeker zeer toe te juichen en getuigt er van, dat
de Keizer in tijds wist toe te gevenmaar even
wel is het te bejammeren, dat men als reden
voor die loffelijke handelwijze de 100" verjaardag
van Napoleon I geeft; wat heeft die gedenkdag
met de amnestie gemeen, welk verband bestaat
tusschen die twee zaken Wilde men niet erken
nen dat die maatregel door den loop der za'ken
gevorderd werd, men had beter gedaan geen re
den te geven voor liet nemen er van, dan eene
die onjuist is en gevaar heeft aan een anders
prijzenswaardig besluit veel van zijn waarde te
doen verliezen.
Voor een groot deel is de amnestie toe te
schrijven aan de bemoeiingen van den heer
Chasseloup-Laubat, hoe sterk de minister Forcade
er zich ook tegen verzette. Ook de lieer Roulier
moet den eerstgenoeinden staatsman in zijn pogen
ten gunste der amnestie krachtig gesteund hebben.
De verhouding tusschen den nieuwen president
van den Senaat en den minister van binnenl.
zaken is nog niet hartelijker dan toen ze col
lega's waren, en daar Rouhers invloed nog bui
tengemeen groot is, acht men depositie van den heer
Forcade verre van verzekerd; 't is dan ook niet
onwaarschijnlijk te achten, dat Roulier voorna
melijk voor de amnestie heeft gesproken, omdat
Forcade er tegen was.
De Keizer is nog niet naar het kamp van Cha
lons vertrokken; rheumatisme en verdriet over
Niels afsterven houden den Keizer aan zijn ka-
me1- gekli';sterd. Nu is de keizerlijke prins naar
het kamp vertrokken, om '':jn vader te vertegen
woordigen.
TELEGRAMMEN.
Madrid 15 Augustus. In een telegram van den
gouverneur van Cadix wordt gemeld, dat den
vorigen dag vier republikeinsche afgevaardigden
te Paterna waren aangekomen, en dat hierdoor
opgewondenheid onder de bevolking is ontstaan
Zij hief de kreten aan„leve de Republiek 1
weg met de Monarchie!"
Drie priesters, die betrokken waren in de Car-
listische samenzwering, zijn gisteren te Madrid
gearresteerd.
Lissabon. 15 Augustus. De zitting der Kamers
is geprorogeerd tot 25 dezer.
Het nieuwe kabinet werd in de beide Kamers
door eene groote meerderheid gesteund bij gele
genheid dat eene motie voorgesteld werd over
de vorming van het nieuwe ministerie.
§t.-E(!cnnc, 1(1 Augustus. De 56 veroordeelden
ter zake van de laatste ongeregeldheden, zijn ten
gevolge der amnestie op vrije voeten gesteld. Zij
hieven den kreet aan: „leve de keizer!" Onder de
werklieden en de patroons heerscht eene alge-
meene tevredenheid.
Faiijs, 16 Augustus. Bij de feestelijkheden op
gisteren was eene ontelbare menigte op de been.
Geen enkel incident is, voor zoover men weet,
daarbij voorgevallen.
153 personen, die gevangen waren wegens
staatkundige misdaden, hebben ten gevolge der
amnestie hunne vrijheid teruggekregen.
Henvi Rochefort is alhier gearriveerd.
In alle gemeenten van het land is het am
nestie-decreet aangeplakt. Overal heeft men de
tijding met groote voldoening vernomen
Gemeen teraad.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leyden,
op Donderdag 19 Augustus 1869,'s namiddags te
twee uren.
Onderwerpen1°. Onderzoek van de geloofs
brieven der nieuw inkomende raadsleden. 2°. Be
noeming van eene 1° hulponderwijzeres der 2"
klasse aan de openbare school voor meer uitge
breid lager onderwijs der R klasse, voor meisjes.
3°. Benoeming van eene 1° hulponderwijzeres der
2C klasse aan de openbare school voor meer uit
gebreid lager onderwijs der 2" klasse, voor meis
jes. 4°. Benoeming van een 2cn hulponderwijzer
der 4" klasse aan de'openbare lagere school n°. 1
voor onverinogendeu. 5'. Adres van D». II. C. Rogge,
waarbij hij tegen den R1»» September dezes jaars
het ontslag verzoekt uit zijne betrekkingen aan
het gymnasium en de hoogere burgerschool, als
mede aan de school voor meer uitgebreid lager
onderwijs der le klasse, voor meisjes. 6° Adres
van Dr. H. J. Polak, houdende verzoek om een
eervol ontslag als leeraar voor de oude talen aan
het gymnasium. 7°. Rekening van de ontvangsten
en uitgaven der gemeente, over 1868. S°. Adres
van J. II. Zitman, tot onderhandsche continuatie
der aanneming van de leverancie der schoolbe-
hoeften ten dienste der openbare lagere scholen.
9». Adres van J. M. Secreve, om gedeeltelijke af
schrijving van zijn aanslag in de plaatselijke di
recte belasliug, 1SG9. 10'. Voordragt tot het ver-
leenen van teruggave of afschrijving van plaat
selijke directe belasting, dienst 1869, aan onder
scheidene personen. 11°. Verzoek van P. Dingjan
Pz., om vergunning tot het leggen van eene stoep.
12°. Rekening over 1S68, vana. de Gemeente
apotheek en de Vereenigde Gast- Leprooshuizen
b. Vrouwen Kraammoeders.
Iv e r It e 1 ij ls Nieuws.
Ds. W. J. Geselschap, pred. to Delfshaven, heeft
voor het beroep naar Scheveningen bedankt.
In de gemeente Zevenhoven is andermaal door
stemgerechtigden benoemd en dientengevolge dooi
den kerkeraad tot predikant beroepen de heer
Künzli, thans als zoodanig werkzaam (e Sternen-
berg in Zwitserland. De tweede beroeping is ge
schied, niettegenstaande de hoogere kerkelijke be
sturen geweigerd hebben het eerste beroep goed
te keuren.
M arlitberichten.
RoriKiiDAM, 16 Augustus. Jar. Tarwe 25 ets.,
Jar. Rogge 30 cis., en N. Winter Gerst 20 ets.