N°. 2920. Woensdag A°. 1869. 18 Augustus. Feuilleton van liet Dagblad". Leidscli PRIJS DEZER COURANT. Voor Leidenper 8 maanden3.00 Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommersn 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTKNTIEN. Voor iederen regelf 0.15. Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, lï Augustus. Bij de heden plaats gehad hebbende stemming voor een lid van den gemeen teraad zijn ingekomen 627 stemmen. Het „uitvoerend Komiteit" tot oprichting van een grafmonument ter nagedachtenis van Jan Van Ryswyck, te Antwerpen, bestaande uit de heeren Emm. Rosseels,voorzitter; Florus,schatbewaarder; Paul Billiet,schrijver; P. C. De Bie, J De Geyter, Gme. Hagenaers, Ed. Rigelé, leden, heeft een schrijven rondgezonden, waaraan wij het volgende ontleenen „De dood van Jan Van Ryswyck heeft niet alleen bij de bevolking van Antwerpen, maar ook in gansch België en zelfs in den vreemde een diepen rouw verwekt En geen wonder! Alom, waar zijn naam gekend was, werd hij geëerd. Zelden had de natuur aan een sterveling meer dichterlijke gaven geschonken dan aan Jan Van Ryswyck; en als volksredenaar, volksman en volksvriend, was hij éenig in onze stad. Onder die opzichten had hij de algemeene toegenegen heid weten te verwerven. „De ontzaglijke menigte, welke zijn stoffelijk overblijfsel tot aan ziju laatste rustplaats vergezelde, is daarvan een welsprekend bewijs. De toege stroomde massa getuigde, dat zij de politieke eer lijkheid en de uitmuntende verdiensten van den aflijvige hoog wist te schatten. „De man rust thans in het graf. Doch zal de toegenegenheid, die tijdens zijn leven zijn aandeel was, bij dit graf een einde nemen? Neen! Jan Van Ryswyck, die eens om zijn scheppenden geest, om zijn krachtig woord, om zijn volksliefde zoo zeer gevierd werd, mag na zijn dood niet vergeten worden; en vergeten zal men hem niet, „Dezer dagen namen eenigen zijner vrienden liet besluit,'ter nagedachtenis van den dierbaren overledene een gedenkteeken op te richten. An deren zijner bewonderaars voegden zich bij deze vrienden, en thans is tusschen hen een commissie ingericht, oui die gedachte zoo spoedig mogelijk ten uitvoer te brengen. „Elke bijdrage, hoe gering dan ook, zal met dankbaarheid ontvangen worden als een hulde aan Jan Van Ryswycks nagedachtenis. Het uit voerend Komiteit is belast met de inzameling der giften, en zal aan wie zulks verlangen zou, alle nadere inlichtiugeu geven." (Aan het bureel van Hel Vaderland te 's-Hage is eene inschrijvingslijst voorhanden). Men schrijft uit Parijs dd. 14 Aug. aan het Handelsblad: „Het onderzoek van het senatus-con- sult heeft eenigszius de aandacht afgeleid van de Fransch-Belgische spoorwegquaestie. Wanneer ik er heden op terugkom, dan is het hoofdzakelijk om eene dwaling te herstellen, waarin de meeste buitenlandsche en niet het minst cenige Holland sche bladen zijn vervallen omtrent de bemoeiin gen der Nederlandsche regeering in deze zaak. Op het voetspoor van de Palrie werd door alle bladen verhaald, dat uwe regeering niet de minste opmerking tegen het ontwerp-tractaat had gemaakt en dat zij daaraan zelfs reeds hare goed keuring had verleend. Op die beweerde goedkeuring werden allerlei redeneeringen gebouwdmen sprak zelfs reeds van alliantie, ja van opoffering der zelfstandig heid vau het Nederlandsche rijk en ik weet al niet wat meer. Ik ben eenigszins van nabij met deze spoorweg quaestie bekend, en kan u verzekeren, dat door het Nederlandsch gouvernement nog geenerlei goedkeuring is verleend, en dit wel om de zeer eenvoudige reden, dat deze nog niet is gevraagd. Tot op dit oogenblik worden de onderhande lingen nog gevoerd met het bestuur van de Ne derlandsche spoorweg exploitatie, waarvan twee leden, ik meen de heeren 's Jacob en De Brou wer van Hogendorp, zich nog steeds in deze re sidentie bevinden. Ben ik wel ingelicht, dan zijn er nog eenige moeilijkheden gerezen nopens de exploitatie van den Luik-Limburgschen spoorweg. Eerst, wan neer de geheele zaak zooverre zal zijn gevor derd, dat nog enkel de bekrachtiging der betrok ken regeeringen noodig zal zijn, zal ook het Ne derlandsch gouvernement hebben te beslissen, of het belang van Nederland de toetreding tot de gesloten overeenkomst vordert." De Midd. Cl. verneemt dat door den heer Lamb eene procedure is ingesteld tegen den Engelschen vice-consul te Vlissingeu, den heer Ellinckhuijseu. Deze laatste is gedagvaard om zich bij vonnis der arrondissements-rechtbank te Middelburg, uitvoerbaar zelfs bij lijfsdwang, te hooren veroor- deelen tot vergoeding van alle kosten, schaden en interessen door den eischer geleden of nog te lijden, ten gevolge der onrechtmatige daden van hem, gedaagde, zijnde o. a.: dat hij heeft goed gevonden om den heer Lamb op 8 Juli, terwijl deze zich op het politie-bureau te Vlissingeu be vond om zijn paspoort te loonen, in hechtenis te nemen, hem voorts onder bewaking van be ambten der Vlissingsche politie over te brengen naar het hotel Duke of Wellington te Vlissingeu, al zijne bagage te onderzoeken of door de politie agenten te doen onderzoeken, en van hem en zijne echtgenoote eene som gelds af te nemen; dat de gedaagde hem dien geheelen dag en den volgenden nacht in genoemd hotel gevangen heeft gehouden onder bewaking van een beambte der Vlissingsche politie en hem zoowel als zijn huisgezin, in den morgen van 9 Juli, met behulp der politie, naar de Rotterdamsche stoomboot heeft doen overbrengen en ook op die stoomboot door twee Vlissingsche politie-ageuten heeft doen be waken, oui hein te Rotterdam, onder bewaking steeds van die politie-beambten, naar de woning van den Engelschen consul te doen overbrengen, alwaar hij door dezen echter onmiddellijk in vrijheid werd gesteld. Het centraal-comité van de /Ligue pour la paix el la liberie" heeft het programma vastgesteld voor het jaarlijksch congres, dat van 14 tot 13 September te Lausanne zal gehouden worden. De Ligue stelt zich niets minder voor dan, op het voorbeeld van Noord-Amerika, ééne groote confederatie te vormen van de verschillende sta ten in Europa. De middelen tot verwezenlijking van dit plan zijn de drukpers, congressen, enz. De Ligue verlangt: opheffing der staande legers, instelling van milities, scheiding van kerk en staat, gelijkstelling in het burgerlijke en staats burgerlijke van mannen en vrouwen, en oplos sing van de sociale quaestie over verbetering en algemeene uitbreiding van de opvoeding en het onderwijs, door bevordering der productief- vereenigingen en door de algemeene erkenning van het beginsel dat het eigendom zijn grond vindt in individueelen of coöperatieven arbeid. De vragen die op het congres aan de orde ko men zijn de volgende: 1". Onderzoek der grondslagen van een federa tieven Europeeschen staat 2°. Hoe moeten de Oostersche en Poolsche quaes- tiën naar de beginselen van de Ligue opgelost worden 3°. Welke zijn de middelen om elk economisch en sociaal antagonisme tusschen de burgers on derling uit te sluiten 4°. Herziening van de organisatie der Ligue en wederoptreding van het orgaan les Elals-Unis de l'Europe." Volgens oflicieele mededeeling blijkt, dat de Regeering der V. S. van Noord-Amerika, in af wijking van de bij andere Regeeringen gebrui kelijke handelwijze, zich niet verplicht rekent de eigenaren van verloren geraakte coupons, obligatiën of schatkistbiljetten, welke in blanco zijn uitgegeven en teu tijde van het verloren gaan nog zoo gebleven waren, in geval van verlies te beschermen; zoodat alle obligatiën, schatkistbil jetten en coupons, die aan toonder betaalbaar gesteld zijn, slechts aan hem worden uitbetaald, die ze volgens de gewone bepalingen aanbiedt, zonder dat daartegen gemaakte bezwaren in aan merking komen. Evenzoo wordt geene vergoeding gegeven voor schuldbrieven, die hetzij doorbrand, hetzij door schipbreuk vernield zijn, al is het dat men hiervan genoegzaam bewijzen kan bijbren gen. Eerst na den vervaltijd kunnen dergelijke verloren gegane schuldbrieven worden uitbetaald tegen borgstelling. (tV. Alg. Eff.il.) In het Crystal Palace te Sydenham wordt van den 6del1 September tot den 6deD October eene in ternationale tentoonstelling gehouden van véloci- pèdes en andere verplaatsingswerktuigen, die niet door paarden worden in beweging gebracht, in de ruimste lieleekenis; voorts van materialen voor het maken van voorwerpen, dienende bij het gebruik dier werktuigen, van photographieën, teekeningen, boeken, platen, enz., die daarop be trekking hebben. Aanvragen om plaats moeten worden ingezonden uiterlijk op 25 Aug. e. k. en de voorwerpen 81 Augustus. Naar wij vernemen zijn inlichtingen en programma's te verkrijgen aan het Engelsch Consulaat te Amsterdam. Men leest in de Groninger Courant: Is onlangs in dit dagblad vermeld, dat een zoon van Garibaldi in Noord-Amerika tot evan gelieprediker is opgeleid en nu in Italië tegen het pausdom zal gaan prediken, dan zal dit som migen verbazen, maar niet hen, die Garibald's zienswijze kennen. Onze stadgenoot, Prof. Hof stede de Groot, verhaalt in zijne leerrede: De wereldtentoonstelling te Parijs, bl. 27, dat hij tot een Italiaan Nicolo Corrado, die in die tentoonstelling bijbels of gedeelten er van in het Italiaansch verspreidde, had gezegd: „Gij kunt uw land geen grooter weldaad bewijzen, dan er het evangelie bekend te maken. Dit is toch, zooals Garibaldi zegt, het kanon, dat Italië moet be vrijden." En dat daarop Corrado hernam: „dat heeft hij mij gezegd. Toen ik vóór een twintig jaar te Liverpool was, hoorde ik, dat Garibaldi daar was gekomen om naar Zuid-Amerika te gaan. Ik zocht hem op, met een Italiaanschen bijbel. Hij nam dien dankbaar aan, hief dien in zijne rechterhand op en zeide plechtig: Dit is het kanon, dat Italië zal vrijmaken." Geen wonder, dat de zoon nu dit kanon zal gaan bedienen. En het is te verwachten, dat de naam Garibaldi zal medewerken om het bres te doen schieten in vele harten. Aan den Haagschen Franschen schouwburg zijn voor het tooneeljaar 1S69/70 de volgende eerste sujetten geëngageerdgroote opera, opéra- comique en traductions, de dames Lebel, forte première chanteuse falconHeilbron, première chan teuse le'gereCastan, forte chanteuse Slolz; Berton, premiere dugazon de heeren Roussel, fort premier ténorDufrène, premier tenor légerMinne, ténor comique; Horeb, barylonBarberat, première basse; Neveu, première basse d'opéra comique. Voor het divertissement zijn geëngageerdMil. Cardot, première danseuse; Mme. Grieteos, deuxième danseuse; en de heer Grietens, maitre de ballet, pre mier danseur. De hoofdrollen in de comédie-vaudeville zullen vervuld worden door de dames: Ferrandez,jeune première; Marguerite St. Lo, première ingénuité Basta, première soubrette déjaiel, en Alexandrine, mère noble; en door de heeren Roll e, jeune premier; Crutel, second amoureux; Nesme, pere noble; Minne, premier comique; Reué, comique marqué. Zr. Ms. schroefstoomschip Vice-Admiraal Koopman, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee B. I). an Troyen, is in den namiddag van den 14den dezer van de reede van Texel naar zee vertrokken, ter opvolging zijner bestemming naar de Kust van Guinea. St.-Ct. Door den minister van marine zijn met den Isten October aanstaande benoemd tot studenten voorden militairen geneeskundigen dienst bij de zeemacht, de jongelingen A. A. Grondhout, B. H. L. Van Olst, J. W. Koster, H. F. R. Snoek en J. J. D. Van Batenburg. Z. M. heeft tot ridders der orde van den Ne- derl. Leeuw benoemd de heeren: C. H. Cordes ROMANESKE .lONGEJU F VROUWEN SA AR HET FRANSCH VAN JULES KERGOMARD. [Vervolg.) Hij keek wel is waar meer naar mijne zuster, maar toen hij op zekeren dag merkte dat zijne bewonderende beschouwing mijne |aandacht gaan de maakte, sprak hij mij met. eene geheel en al artistieke bewondering over hare schoonheid, en voegde er toen op heel natuurlijken toon bij: „Wat gelijkt zij op u, Jane! 't Is mij alsof ik ons hier weer vind, zooals voor zes jaren." „Zoudt gij dien tijd terugwenschen vraagde ik hem, terwijl ik hem nauwlettend gadesloeg. „Thans juist niet zoozeer, als ik het zeggen moet. 't Is toch stellig beter wanneer men een man, dan wanneer men een kind is. 't Is aller aangenaamst zoo zijne droombeelden voor de verbeelding te zien heenzweven; maar 't is toch beter ze in werkelijkheid te kunnen bezitten." Wat kan hij daarmee gemeend hebben? Te midden van mijn hardnekkig pogen om zijne gedachte te raden, vergat ik al te dikwerf antwoord te geven op hetgeen hij zei, en ik ver zuimde. daardoor de gelegenheid om hem ze zelf nader te hooren ontwikkelen. Zoo zei hij op een anderen keer: „Wat spijt het mij erg, dat ik niet anders dan landschappen kan schilderen. Anders zou ik, met u als model, een allerprachtigst portret geschil derd hebben." „Maar," gaf ik hem ten antwoord, „het komt mij toch voor dat het geene landschappen zijn, die gij daar in het paviljoen restaureert." „Stil toch! verraad mij niet," hernam hij glimlachend. „Indien uwe moeder een vermoe den had van mijrie onkunde daarin, zou zij re den hebben om te vreezen dat ik hare adellijke voorouders bederven kon, en zij zou mij weg zenden, als hebbende mij inderdaad hoogelijk schuldig gemaakt aan aanmatiging, toen ik op mij nam om ze te herstellen. Enom u de waar heid te zeggen: ik bevind mij hier te wel, dan dat. ik zou wenschen heen te gaan." Wie weerhield hem dan? Als ik hem daar zoo zag, hoe hij geheel en al weer kinderlijk werd met Renée en Marcelle; als hij daar zich bij haar beiden voorgedaan had als schitterend, lacherig, spotachtig en zelfs paradoxaalen als ik hem dan altoos weer tot mij zag terugkeeren even opgeruimd, maar meer wezenlijk hartelijk; als ik mij zoo door hem als zijns gelijke zag be handeld dan kwam het mij ook zoo voor dat ik ons terugvond, zooals voor zes jaren. Ik dacht dat wanneer een zoo uitstekend en ern stig) mensch met een lachje het voor lief neemt met de onschuldige invallen van een paar gril lige en allerliefste meisjes, dan kan hij er toch niet aan denken om zijn leven te verbinden an ders dan aan eene vrouw, die in staat is om hem te waardeeren en te begrijpen; en ik ge voelde mij zoo wel en zoo. geheel en al die vrouw, dat mijn treurig huwelijk mij voorkwam als een droom, en dat ik nog als jong meisje van zestien jaar op het punt stond om de eerste liefdesverklaring van Olivier te ontvangen. Hij maakte nimmer de minste toespeling op hetgeen er sedert zes jaren was gebeurd, en de heer de Meslay scheen nooit voor hem te hebben bestaan. Was dat toegeeflijkheid voor eene dwaling van het kind, voor welke hij de vrouw niet wilde aansprakelijk stellen? Was het onverschilligheid met betrekking tot een verraad waarvoor hij vergiffenis schonk, omdat hij opgehouden had er door te lijden, of wel omdat hij er nimmer door geleden had? O wat wreede, maar verrukkelijke onzekerhedenAch, wat doet het mij leed dat ze voorbij zijn! Wat zachte ademtochtjes van zoete maar dwaze hoop overstroomden en ver vulden mij zoo menigmaal het hart, na zoovele uren, doorgebracht in de grootste bitterheid en de grootste mismoedigheid! Met wat kinderlijk genoegen verdubbelde ik mijne attenties en voor komendheden jegens hem; met wat nauwgezette zorg zocht ik de fraaiste bloemen uit om er zijne kamer mee op te sieren; wat wist ik de muziek, voor welke hij ook maar de geringste voorkeur had te kennen gegeven, tot eiken prijs te Morlaix te doen opschommelen, of zelfs van elders te ontbieden! Nu, mijn lieve, hoezeer hij er meestentijds Renée voor bedankte; hoezeer hij nimmer, bij onze talrijke tête-êi-tête's, zich een stellig woord of een duidelijken blik liet ontvallen, waarin eenig het minst verdriet over ons verleden of de minste hoop op eene ge zamenlijke toekomst doorschemerde, zoo had ik toch zulk eene groote behoefte om te geloo- ven, dat ik, bij gebrek aan boomtakken, mij vasthield aan slroohalmen, en dat ik door den bliksem als doodgepletterd was voor en aleer ik nog het weerlicht had gezien! Nadat ik dezen morgen Marcelle en mijn oom

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1