N°. 2919. Dinsdag A°. 1869. 17 Augustus. Feuilleton van liet „Leidsch Dagblad". LËIDSCH DAGBLAD F»RIJS DEZER COURANT. Voor Leidenper 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers9.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTENTIEN. Voor iederen regelƒ0.15. Grootere letter naar de plaateruimte die zij beslaan. Lelden, 16 Augustus. Wij bi ij ven voor de verkiezing op mor gen (Dinsdag) aanbevelen den Heer Mr. P. C. LEZffUl. Het noodlot drukt wel zwaar inden laatsten tijd op den afstammeling der Napoleoniden, die het lot in handen houdt van een van Europa's schoonste landen. De Morny, Walewski, Troplong, De Moustier en zoovele anderen onder zijne getrou wen zijn hem in den jongsten tijd ontvallen, en nu komt de telegraaf liet bericht brengen, dat die doo- denrij nog vermeerderd is door het afsterven van maarschalk Niel. Niel, de ziel en de hoop van de partij die ten oorlog neigde; Niel, wiens volge lingen den afkeer tegen Pruisen levendig hiel den; Niel, de groote voorstander van den gewa- penden vrede. Wat zal Napoleon nu aanvangen? zal hij hem een opvolger geven, die in zijn geest valt en op den weg, door hem ingeslagen, wil en kan voortgaan? of zal met Niel ook diens stelsel ten grave dalen, zal de mobiele nationale garde hare inpopulaire inrichting thans verlie zen, om zich eene andere te zien geven, die meer met den volksgeest overeenstemt en waar door het geen last, maar een lust wordt het va derland te dienen? 't Zijn allen vragen, wier be antwoording men met gespannen verwachting te gemoet ziet van den geheimzinnigen man der Tuileriën. Te wenschen ware het, dat de over leden dignitaris eeu opvolger kreeg, die Frank- rijks militaire organisatie, zonder Frankrijks eer te kort te doen, zóo wist in te richten, dat het militair element de tweede macht in den staat werd, en wel ten bate maar niet ten schade der bevolking diende; een opvolger, die het begreep, dat de zedelijke ontwikkeling van een volk aan zijne naburen blijvende achting inboezemt, ter wijl het militair, machtsvertoon slechts dient om bij de naburige volken een tijdelijk ontzag te wekken, en den waarachtigen burgerzin eeuer natie in hare ontwikkeling te belemmeren. La soldatesque, 't is een der groote kwalen, die aan de maatschappij der 19e eeuw, in groote zoowel als in kleine landen, knaagt. Mocht daarom thans in Frankrijk een stelsel in werking treden, dat afstand deed van den gewapenden vrede, en ve len, thans ten behoeve van den krijgsdienst aan hunne nuttige en productieve werkzaamheden onttrokken, naar hunne haardsteden zond, mis schien zou dit ook andere staten ten spoorslag strekken, om hunne legermachten te verminderen en Europa tot den toestand van waren, rustigen vrede te doen terugkeeren. Dan zullen de waar lijk vrijzinnige regeeringen meer hunne aandacht aan andere belangen kunnen wijden, aan de op lossing van gewichtiger quaestiën, zooals bijv. die van den arbeidersstand, waarin Europa's toekomst besloten ligt. Mocht Napoleon III daartoe weten te besluiten, zijn lijfspreuk l'Empire c'csl la Paix zou dan geheele verwezenlijking vinden, terwijl hij op de onvergankelijke dankbaarheid zou kun nen rekenen van tijdgenoot en nakomeling. Na al het voorafgaande behoeft het wel geene vermelding, dat Niels afsterven met gemengde ge waarwordingen zal worden vernomenthans is we derom eene phase in Napoleons regeering ingetre den, die hem gelegenheid geeft, om een der grootste vragen van onzen tijd op vredelievende wijze op te lossen Zal hij dat doen? that is the question; we hopen het in het belang der menschheid, om den wille van Frankrijks en Napoleons eer. Niel was nog geen 67 jaar oud; hij was den 4d™ Oct. 1802 te Muret geboren, trad in 1S21 op de polytechnische school te Parijs, en in 1823 op de art.- en genie-school te Metz. In 't geniekorps steeg hij tot kapit. lste kl. in 1835; in Dec. 1836 werd hij geplaatst bij den gen.-staf voor de ex peditie tegen Konstantine; hij voerde er een der genie-afdeelingen aan; hij werd om zijn gedrag bij de bestorming kommandant der genie. In 1839 keerde hij als bat.-chef naar Frankrijk, en werkte aan 't ministerie; in 1846 werd hij reg.-komman- dant. Bij de expeditie tegen Rome in 1849 was hij chef van den generalen-staf; hij bracht de sleutels van de eeuwige stad naar Gaëta. In 1850 trad hij als chef van 't genie-dep. bij 't ministerie in 1852 staatsraad, werd hij in 1853 divisie-gene raal; bij den Oosterschen oorlog ging hij in 1854 naar de Oostzee, om de belegering van Bomar- sund te besturen. Den S"en Jan. 1855 werd hij adjudant des keizers en met eene zending naar de Krim belast; hij maakte een nieuw plan voor de belegering van Sebastopol, die hij weldra na den dood van gen. Bizot bestuurde. In 1856 grootkruis van 't Legioen van Eer, werd hij in 1857 senator. In 1859 kreeg hij in den Ital. oor log 't bevel over de 4d' divisie, die deel nam aan den strijd bij Magenta en bij Solferino, na wel ken laatsten veldslag hij maarschalk werd; latei- werd hij opperbevelhebber te Toulouse en ten slotte minister van oorlog. De algemeene vergadering der Maatschappij tot Nut van den Javaan zal dit jaar gehouden wor den den 9d'"1 September in de bovenzaal van het stationsgebouw te Arnhem. Belangrijke onder werpen zullen op die vergadering behandeld worden; onder anderen een door het hoofdbe stuur overgenomen voorstel van den heer II. De Bruin, oud-directeur der burgerlijke openbare werken in Indië, strekkende om de Maatschappij het initiatief te doen nemen tot het aanleggen van groote irrigatie-werken in de landschappen Domak en Grobogan. Ook zal de vraag overwogen worden, of de maatschappij, die thans ongeveer 2000 leden telt, niet reeds krachtig genoeg gerekend mag wor den, om hare stem te doen hooren, ten einde zoo mogelijk te voorkomen, dat het aanhangig wetsontwerp omtrent de suikerregeling aange nomen wordt, omdat daarbij is voorgesteld den Javaan op nieuw nog 20 jaren dwangarbeid bij de suiker-cultuur op te leggen. Eindelijk zijn nog voorstellen gedaan tot wij ziging van het algemeen reglement, o. a. om de afdeelingen door afgevaardigden ter algemeene vergadering te doen vertegenwoordigen en om te bepalen, dat de bestuursleden bij aftreding niet terstond herkiesbaar zijn. Uit het verslag van de handelingen der Maat schappij blijkt, dat het getal afdeelingen en het ledental voortdurend toeneemt en dit nu reeds 38 met ongeveer 2000 leden bedraagt; dat de fi- nantieele toestand der Maatschappij, in weerwil der uitgaven, verbonden aan het uitgeven van veertiendaagsche geschriften, gunstig is, en dat de afdeelingen steeds werkzaam zijn om de Maat schappij uit te breiden en daardoor in kracht te doen winnen. Vooral het eerste voorstel is hoogst belangrijk het heeft ten doel om na de aanneming der agra rische wet 20,000 bouws woesten grond met 120 A'. 1V'. djatibosch in erfpacht te vragen, het be- noodigde kapitaal voor de exploitatie bijeen te brengen en daarmede die exploitatie op touw te zetten. Onder de op die gronden zich vestigende be volking zou de Maatschappij een stelsel van on derwijs moeten invoeren, aankweeken en versprei den, dat tot voorbeeld voor andere streken op Java zou moeten kunnen strekken. Een berekening van kosten en baten vergezelt dit voorstel. Vaderland Men schrijft ons uit de residentie, dd. 13 Au gustus, dat de praatjes, die, waarschijnlijk bij ge brek aan wat beters of om de agitatie gaande te houden, in sommige dagbladen zijn verspreid, omtrent het voornemen van sommige ministers om af te treden, geheel en al van grond ontbloot zijn. Wat den heer Van Muiken betreft, kan een klein verschil van gevoelen omtrent het eindcij fer zijner begrooting in den ministerraad aanlei ding gegeven hebben tot de gevolgtrekking, dat hij zijne portefeuille zou nederleggen, maar voor ieder die gezond over de zaken denkt, was het toch niet aannemelijk, dat een minister van oor log, die eene wet op het defensiewezen heeft toegezegd, vóór de indiening daarvan zich zou terugtrekken. Van de heeren Fock, Van Lilaar en De Waal is het eveneens pertinent onwaar, dat in het Kabinet aan hunne aftreding gedacht is; hoe gaarne men van een zekeren kant het ook wenschen zou, zoo is er tot nog toe geen quaestie van disharmonie onder de verschillende ministers; er broeit niets in den ministerraad, uitgenomen verschillende gewichtige ontwerpen, om in de volgende zitting in te dienen. (Arnh. Cl.) (Zooals onze lezers zich zullen herinneren, op perden we in der tijd reeds twijfel omtrent de geloofwaardigheid der berichten over het aftreden van sommige ministers, door eenige Haagsche correspondenten medegedeeld.) In de London Gazette van den 10de" Aug. jl.zijn verschillende orders in Council opgenomen, be treffende den invoer in Engeland van vreemd vee, waarbij o. a. de voorwaarden worden bepaald, waaronder vreemd en Britseh vee in de haven van Londen kan verkocht worden. Daar de beperkende bepalingen, welke daarbij zijn vastgesteld, ook op uit Nederland aangevoerd vee van toepassing zijn, wordt de aandacht van belanghebbenden daarop gevestigd. Onder anderen is bepaald dat vreemd vee niet ontscheept mag worden dan ter plaatse, op de wijze en op den tijd als vanwege de Engelsche regeering zal worden aangewezen, en dat het binnen tien dagen na de ontscheping moet ge slacht worden. St.-Ct Van eene zeer geachte, wélingelichte zijde wordt aan het Alg. Dagbl. v. Ned. het volgende geschreven z/Ik kan u met zekerheid melden, dat het voor nemen bestaat, om eene medaille te doen slaan ter herinnering aan de afschaffing van het dag bladzegel. Deze medaille zal vervaardigd worden door den uitstekenden graveur Charles Wiener. De voorzijde zal eene allegorische voorstelling verloonen, terwijl de keerzijde eene inscriptie zal voeren, houdende herinneringdat deze wel dadige maatregel van vooruitgang en verlichting is genomen onder de regeering van Z. M. Koning Willem III; dat de wet is voorgedragenen ver dedigd door Mr. P. P. Van Bosse, Minister van Financiën, en aangenomen door de volksverte genwoordiging; met vermelding van het aantal stemmen, in de beide Kamers vóór en tegen de wet uitgebracht. Wijders zal op die medaille hulde worden gebracht aan het krachtig optre den van het Anli-Dagbladzcgel-Vcrbond, en de talent volle bemoeiingen in deze van onzen landgenoot, den heer Maurits Van Lee, te Brussel." Bij het eindigen der in 1867 te Parijs gehou den internationale tentoonstelling, werd door de daar aanwezige commissarissen van alle natiën opgericht eene internationale vereeniging tot be vordering van den handel. Deze vereeniging op dit oogenblik te Amsterdam vertegenwoordigd door een of meer leden van de jury voor de tentoonstelling, zal den 17den Augustus daar eene algemeene vergadering houden, waartoe o. a. genoodigd zijn een aantal inwoners van Amster dam, die geacht kunnen worden belang te stellen in den groothandel in het algemeen. De minister van financiën zal de vergadering presideeren. Aan de orde zijn gesteld de volgende punten: 1". Uiteenzetting van het doel, dat de internationale vereeniging beoogt, en de middelen, die ter bereiking er van ter harer beschikking staan; 2°. het handelscongres te Cairo, op 1 No vember dezes jaars te houden; 3°. Beraadslaging a. over de faciliteiten, die de doorgraving der landengte van Suez voor den internationalen handel in het algemeen en in het bijzonder voor de Nederlandsche scheepvaart zal opleverenb. over de combinatiën die de handelszaken tusschen Europa en het Oosten talrijker en voordeeliger kunnen maken. (D. v. Z.-H.) t'Ami du Limbourg meldt dat te Maastricht Dinsdag en Woensdag 11. de zitting van den gemeenteraad aldaar niet kon plaats hebben wegens het on voldoend aantal leden ter vergadering aanwezig; ROMANESKE JONGEJUFVROUWEN. NAAR HST FRANSCH VAN JULES KEHGOMABD. Vervolg.) Al wie, hij moge zijn jong of oud, mooi of leelijk, verstandig of dom, in staat zijn zal om aan dat programma te voldoen, dien zal het vrijstaan om zijne liefde aan te bieden, en wij zullen die beant woorden. zoo goed en zoo kwaad als wij kunnen. Wat de anderen betreft, al waren zij versierd met alle bekoringen en met alle deugden, wij zouden verplicht zijn om hun te zeggen, zooals er in de couranten-advertenties bij staat: Het is niet noodig zich aan te biedenl Is liet niet waar, meent gij? en zien wij niet die' regelen, die de lorettes alleen maar durven uitspreken, dagelijks in praktijk brengen door de dusgenoemde fatsoenlijke vrouwen? en zulks ten overstaan van den maire en den pas toor, die soms inderdaad reden heeft om trotsch te zijn op het werk, dat men van hem vergt? Nu, ik wil over dat onderwerp geen woord meer zeggen. Er komen mij uitdrukkingen in de pen, die zeer duidelijk zijn, maar te waar voor eene wereld, „Wier ganaclie eerbaarheid alleen bestaat in [woorden." Maar nu behoeft gij niet te meenen dat ik dom genoeg ben om vanwege dat alles de vrou welijke sekse te verachten. Neen! ik veracht veeleer de andere sekse, die, waartoe wij be- hooren; die, welke ik nog wel zeer dom vind om paarlen in eene dakgoot te willen gaan visschen, en druiven te willen gaan lezen van een mast boom. Wij zelf willen liet onmogelijke hebben van „die lieve diertjes" die de Schepper ons heeft gegeven om onze oogen te bekoren, en om onze lippen te streelen, en die wij met alle ge weld willen afleiden van hare bestemming, welke is schoon, zindelijk, welgetooid te zijn, in de zon te pronken en elkander jaloersch, afgunstig en om ons ongelukkig te maken, ons te ver dierlijken, ons te ruïneeren, ons te verlagen of ons ons zeiven den hals te doen afsnijden, geks kappen als wij zijnen dat om gunsten te ver krijgen, die wij later gemakkelijk zouden kun nen koopen, mits wij maar genoegzaam gemeen, alledaagsch genoeg, schurkachtig genoeg en laf hartig genoeg wisten te worden om de zaak op prijs te houden. Maar intusschen kunnen wij, die niets zouden hebben aan te bieden dan liefde, voorloopig wel niet anders dan ons laten op offeren aan den besten vlegel, die maar het vermogen bezit om zijn triumfeerenden intocht te kunnen houden op de manier als Jupiter bij Danaë. 't Spreekt van zelf dat ik hier niet anders spreek dan over fatsoenlijke en goed in de we reld geplaatste jonge dames: zij, die in het bezit zijn van eene moeder, welke niet verslaafd is aan eene papegaai en aan den sterken drank; zij, die op straat hare liefelijke blikken en hare onschuldige glimlachjes niet anders over hebben dan voor lichte handschoenen; zij, die uitsluitend de gezonde en overvloedige literatuur lezen van het huis Mame, gebreveteerd door Hunne Hoog waardigheden onze bisschoppen; zij, in éen woord, wier hartje zich ternauwernood veroor looft te kloppen op den weg van het stadhuis naar de kerk. Wat betreft de lorettes eene erg mishandelde en miskende soort en de grisettes een ras, dat uitsterft evenals de Roodhuiden, daaronder kon men nog enkele malen persoontjes aantreffen, die schaamteloos waren om te beginnen met „zich over te geven" aan den een of anderen hondsvot van ons ge slacht, eeniglijk en alleen om reden dat gezegde hondsvot haar aanstond, met of zonder reden, en die eerst tot de bovenbeschrevene speculaties zijn overgegaan, na lange, talrijke en vruchtelooze pogingen om het te kunnen uithouden bij liet armoê lijden. Maar die worden veracht, en dat is recht en billijk, alzoo de schoonheid klaar blijkelijk aan de vrouw niet anders gegeven is dan om te worden geveild, onverschillig in het hoeveelste arrondissement, maar steeds aan den hoogsten en laatsten bieder. In plaats dus van op de kasteelen die witte raaf te gaan zoeken, die men de Liefde noemt, zoudt ge beter doen van spoedig terug te komen en te doen zooals ik. Ik heb, door het juist van pas aanbieden van een kreeftenslaadje, het hart veroverd van een aardig zoogdiertje, dat den mythologischen naam draagt van Aglaë. Dat kind is mooi, vroolijk, heeft eetlust, is frisch, onwetend, zindelijk, koket en dom als eene volle mand oesters. Ik had haar haast opgegeten bij dat diner, waarbij ik datgene veroverd heb, wat zij wel gelieft haar hart te noemen. Zij verveelt mij tot stervens toe als wij éen uur samen al leen zijn. Daarom zorg ik altoos dat ik op de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1