geluk door opleiding en ontwikkeling, met ont houding van alle partijzucht in godsdienst en staatkunde. Zij werkt buiten de partijen. Moet het onderwijs, gelijk sommigen beweren, zich bewegen op 't gebied van dogma, dan zou het volk ook op 't gebied van staatkundige stel sels moeten treden. Het besef dat vrijheid van geweten een eerste behoefte is, het gebod: „hebt uw naasten lief als u zeiven," die beide springveeren in 't individu- eele en sociale leven, leeren objectiviteit, door welke men elkander lief krijgt en verdraagzaam is. Die verdraagzaamheid is 't gevolg van diepte en innigheid van overtuiging. De verbetering van de min gegoede klasse door opwekking van kennis en deugd, door be- kamping van ondeugd en onwetendheid: ziedaar den werkkring van de Maatschappij, waartoe alle leden elkander de hand kunnen reiken. Men moet niet den boom willen vóór den bodem; geen subjectieve overtuiging willen op dringen. Maar onze volksschool wordt als 't begin van godsdienstloosheid en onzedelijkheid afgeschilderd, en de haat tegen de dochter is op de moeder overgebracht. Tijdens de vorige vergadering scheen alle gevaar geweken. Een wetsontwerp tot wijziging der schoolwet bleef liggen. De leden der afgetreden Regeering, tot handelen geroepen, waren onver mogend gebleken. Een nieuwe Regeering had beloofd de schoolwet te handhaven. Maar nu verscheen een nieuwe macht in het strijdkamp: een manifest van kerkelijk gezag- hebbenden uitgegaan, verklaarde de volksschool onbruikbaar voor tweevijfden der inwoners. Dit was een mokerslag, die de wig moest drijven in onze nationale eenheid. Wij waren teruggeplaatst in een tijd, toen wij nog eendracht te leeren hadden. Het kerkgezag deed zich op nieuw gelden. Een verdelgingsoorlog dreigde op de puinhoo- pen der volksschool te ontbranden. Er moest gehandeld worden. Het hoofdbestuur riep de departementen op tot waken en werken, en wees aan, dat zij steun en kracht te zoeken hadden in het beginsel der Maatschappij en een wapen in het vrije woord. De overtuiging, die allen bezielde, werd geo penbaard van alle zijden, door bijeenkomsten en geschriften. De jiolksschool bleek veilig door burgerplicht en burgertrouw. De tussehenkomst der Maatschappij was hache lijk geweest wegens de godsdienstige en staat kundige quaestiën waarin de sclioolquaestie was verward. De leden toch dachten zeker niet een stemmig in geschilpunten van politieken en gods- dienstigen aard. Maar 't gevaar, dat daaruit kon geboren worden, werd afgewend door de trouw aan 't beginsel der Maatschappij. Die gebleken eenheid en broederschap stemt tot dankbaarheid en vertrouwen. „Vergeten wij het niet," dus eindigde de spreker, „dat de volks school den steun van den volksgeest behoeft, en blijven wij pal staan voor het beginsel onzer Maatschappij, het beginsel der volksschool!" Deze rede, die ongeveer éen uur duurde en uitmuntte door helderheid, werd met daverende toejuiching begroet. (Wordt vervolgd). De Courrier de la Meuse ontleent aan den Avenir National het volgende: „Men schrijft uit BrusselMen heeft beweerd dat er zich van buitenaf moeilijkheden hebben opgedaan; dat, vermits Holland weigerde toe te treden tot de gesloten spoorweg-overeenkomst en dientengevolge het Fransch-Belgisch tractaat niet kon worden uitgevoerd, Frankrijk een nieuw tractaat zou eischen en met zijne oorspronkelijke eischen voor den dag zou komenIk geloof, dit tot nu toe steeds hetzelfde blijft, namelijk teleurstellend, 't Komt mij voor dat die minnaar ietwat lui in 't schrijven is. Ik moet intusschen bekennen dat mejufvrouw de Gury wel wat meer ijver verdiende, al behaagt zij mij nu juist niet zoo heel erg. Bovendien ben ik blij dat zij verliefd is. De zucht tot navolging toch is zoo groot dat hare vertrouwelijke mededeelingen lichtelijk Renée ook op het goede denkbeeld zouden kunnen brengen om ook te gaan denken bij gebrek aan beter aan dengeen, die juist bij de hand is, en die grooten lust heeft om haar niet zoolang te laten wachten op een antwoord. En lach nu maar, gij groote scepticus om mijne onschuldige minnarijen van een schooljon gen die vacantie heeft; alle scherts van de we reld zal mij toch niet beletten dat ik er mij gelukkig door gevoel. Evenwel zou ik, om meer getrouw aau de waarheid te zijn, in den verleden tijd moeten spreken; want sedert Jane terug is, schijnt zij er een genoegen in te vinden om mij dol te maken. Zij verlaat de beide meis jes bijna nooit, en verhindert haar hoogstwaar schijnlijk erg om over uwen vriend te praten, terwijl zij mij hinderlijk is in mijne onschuldige pogingen om Renée te dwingen van zich met mij bezig te houden. Waarom is mijn zeer >vaarde nicht na slechts acht dagen teruggekeerd ■dat al de geruchten ongegrond zijn. De heer Frère-Orban is hier voor slechts eenige dagen aangekomen om zijne beschikkingen te nemen voor eene langdurige reis, die hij in de Pyreneën gaat ondernemen. „Wat het spoorwegtractaat zelf betreft, men is daaromtrent nog niets verder gekomen. Hol land is nog niet toegetreden, maar het heeft ook evenmin zijne goedkeuring onthouden. De Neder- landsche Regeering is nog aan het overwegen. Doch welke ook de uitslag van hare langdurige overpeinzingen moge zijn, België kan er niet onder lijden, want het blijft vast besloten niets toe te geven van hetgeen 't eenmaal heeft ge weigerd. Overigens schijnt het dat het Fransche gouvernement thans wel eenige andere zorg heeft, dan om uitsluitend aan ons te denken." De internationale commissie, die in opdracht heeft om eenheid te brengen in de verschillende muntstelsels, heeft thans een adres aan Duitseh- land uitgevaardigd, dat namens haar is geteekend door den heer Louis Geelhand, als president, en den heer Maurin Nahuys, als secretaris. De com missie betoogt in dit adres, dat centraal Europa slechts tot de Parijsche conventie behoeft toe te treden, om een grooten schok aan de zaak te ge ven en de internationale munt-eenheid te doen bereiken. Met het oog op Duitschland vestigt de commissie dan ook de aandacht op de conclusion van het manifest, dat door haar 5 Juli 1869 ter kennis werd gebracht van de afgevaardigden der verschillende mogendheden. Volgens deze conclu- siën die reeds de goedkeuring van Pruisen ver worven hebben behoort in Duitschland een nieuwe gouden munt ingevoerd te worden ter waarde van 25 franken, waaraan dan de naam zal worden gegeven van Gold-Vereins-Gulden. Met opoffering van den tegenwoordigen thaler zou dan een nieuwe thaler in het leven worden ge roepen, ter waarde van 40 groschen of 5 franken. Daar de silbergroschen 12% centimes waarde heeft, ware niets gemakkelijker dan een dubbele Vereins Groschen van 25 centimes te slaan en in dezelfde verhouding voortwerkende ook 4 groschen stukken van 50 centimes, Vereins-Marken van 1 frank, Doppel Vereins-Marken van 16 Groschen, Thaler van 40 Groschen en eindelijk de Golden-Vereins- Gulden van 200 Groschen, overeenstemmende met de Oostenrijksche 10 florijnen en de Amerikaan- sche 5 dollarsmunt. Deze gouden Bondsgulden zou in gansch Europa kunnen circuleeren naast de 20 frankstukken of Russische half-imperialen. Mocht Duitschland tot deze combinatie toetreden, dan zal daardoor tevens een stap worden gedaan, om een meer geregeld geldverkeer te verwerven te genover den wisselvalligen koers van het pond- sterling. In het algemeen ijvert de commissie ten sterkste voor het decimale stelsel. Aan het verslag van den heer W. C. H. Sta ring omtrent het in 186S en in het voorjaar van 1869 verrichte tot bevordering van het aanleggen van dennenbosschen in de duinen, geplaatst in de Staatscourant van Zaterdag 24 Juli, ontleenen wij het volgende: De kweekerijen van dennenplantsoen op ge- mesten bouwgrond onder Schoorl, Katwijk, 's-Gra- venhage en Renesse op Schouwen zijn in de beide lentes ingezaaid en gedurende den zomer goed onderhouden, terwijl onder Wassenaar, op een stuk land daartoe door baron Van Pallandt afge staan, eene nieuwe kweekerij aangelegd is. Ver schillende omstandigheden maken dat aankwee- ken echter voor de kweekers te kostbaar om voortdurend veel zorg daaraan te besteden. Daarom heeft de heer Staring getracht boom kweekers over te halen, door hun kosteloos den nenzaad te verschaften, tot het aankweeken van dennenplantsoen voor den handel, gelijk zulks in Vlaanderen en Schotland geschiedt. van een uitstap, die een maand had moeten du ren? Ik vermoed daaronder de eene of andere macchiavellistische manoeuvre van de laatste der Garlans, die ongetwijfeld eene ondermeesteres wilde bij de hand hebben, die een weinig nauw lettender kon toezien dan zij zelve. En ik was met haar en den chevalier zoo goed in mijn schikMaar met Jane is het een ander geval, Zij volgt Renée en mij onophoudelijk met hare oogen, en indien het alleszins weinig romanesk huwelijk, dat zij indertijd zelve heeft aangegaan, mij niet eenigermate geruststelde nopens de tegen woordige licht ontvlambaarheid haars harten, zou ik, de drommel haal me! er toe kunnen komen oui te gelooven dat mevrouw de Meslay zich wat al te veel herinuert hetgeen eens ge weest is doch nu niet meer is! Maar omdat zij indertijd niets van mij heeft willen weten, dan geeft haar dat geen recht om hare zuster te beletten om mij niet te willen hebben. Of zij moest misschien plan hebben om die ook een voordeelig en goed huwelijk te laten doen! Hoe dit zij, Jane kan er zich op beroemen dat zij een tamelijk onverdraaglijk nichtje is. Nie mand zou met meer hardnekkigheid en sarrig heid voor derde persoon kunnen spelen daar, waar men niets te doen heeft. Maar ik ben er de man niet naar om eene uitdaging af te slaan, De grootsche aanplantingen in de omstreken van Bergen-op-Zoom, geschieden met zulke in het land van Sint-Nicolaas door kleine boertjes geteelde dennen. Bij eenen der door hem aange moedigde kweekers te Haarlem is de proef goed geslaagdmaar deze heeft dit voorjaar te vergeefs uitgezien naar eigenaars van duingronden, die hem zijne plantjes wilden afkoopen, hoewel vele duizenden hektaren, tot het aanleggen van bos- schen geschikt, op ontginning liggen te wachten. Uit de kweekerijen zijn in de domaniale duinen van Schoorl uitgeplant 130,000 dennetjes in 1868 en 90,000 in 1869onder Scheveningen 5000 stuks in 1868 en even zooveel in 1869, en in het Was- senaarsche duin 12,000 stuks. Het goed aanslaan van het gezaaide in 1867 gaf moed om zulks voort te zetten, en alzoo zijn er onder Schoorl 3 hek taren in 1868 en 12 hektaren in 1S69 bezaaid, en onder Wassenaar 1.5 hektaren in 1868 en 7 hektaren in de verloopen lente. Daarbij is thans het zaad van den gewonen den, pinus sylvestris, vermengd geworden met dat van den zeeden, den Moskovischen den der Noord-Brabanders, pinus pinaster. Ik geloof dat de ondervinding omtrent deze boomsoort, in Noord-Brabant opgedaan, zulks raadzaam maakt. In de overtuiging dat zeer dik wijls het niet slagen van zaaisels of uitplantingen in de duinen, toe te schrijven was aan onbedre venheid van degenen die met de uitvoering be last waren, is in het vorige jaar, door de wel willende tussehenkomst van den minister van financiën, een opzichter der domeinen naar Noord- Brabant gezonden, om daar de kunst van zaaien en planten van de zoo bedreven houttelers af te zien. Aan deze is thans hetgeen onder Wassenaar verricht wordt opgedragen. De ongewone droogte van het vorig jaar was zeer nadeelig voor de aankweeking der dennen door het niet aanslaan of sterven van het uitge zaaid en uitgeplante, en zelfs van de plantsoe nen van 1867. Daardoor is van de zaaisels en be plantingen van 186S genoegzaam niets terecht gekomen. Dank zij de ruime vergunning om ko nijnen te dooden, aan onderscheiden personen onder Schoorl gegeven, wordt er daar geene wild- schade meer ondervonden; maar het wild ver meerdert in deze groote uitgestrektheid woeste gronden in zoo ongelooflijk korten tijd, dat het dringend noodzakelijk is om de lieden daar ten sterkste te blijven aanmoedigen tot het voortdu rend vernielen van het schadelijk gedierte. De slotsom der ondervinding bij het aanleggen van dennenbosschen in de duinen tot dusver opge daan, is dat de moeilijkheid groot, maar de moge lijkheid buiten alle bedenken bewezen blijft. De heer Staring twijfelt niet of een jonger geslacht zal eenmaal de badhuizen op onze kust, evenals die van de Landes in Frankrijk, omringd zien door dennenbosschen, en evenals langs den Sche- veningschen weg zullen de duinen zeiven tot vlak aan zee, de aangenaamste plekken opleveren tot het plaatsen van landhuizen. Uit het noorden des lands meldt men: Het jachtveld schijnt dit jaar in onze gewesten zeer goed voorzien te zullen zijn van hazen en patrijzen. Van beiden worden er dagelijks velen gezien; vooral laatstgenoemden beginnen zich bij het rijpen van 't koren eiken dag meer te ver- toonende koppels ziju echter niet groot, 't welk men toeschrijft aan 't mislukken van het broeden, waarvan het ongunstige voorjaar vrij zeker oor zaak is. De heer E. Douwes Dekker, schrijvende onder den naam van Multatuli, heeft met 1 Juli de redactie van het Oost-Indisch blad de Locomotief op zich genomen. Leiderdorp, 11 Augustus. Naar wij vernemen, is gisterenavond te elf uren door het inslaan van en indien zij dus den oorlog wil hoe onaan genaam mij zulks ook mocht wezen en wat er ook de beweegreden toe zij goeddan zullen wij oorlog hebben. Nu, als ik maar die kleine onaangenaamheden en het allervervelendste werk, waartoe ik mij zelveu in het paviljoen veroordeeld heb, niet mee reken dan is mijn leven hier alleraangenaamst. Och! hoe weinig betreur ik, sedert ik Morlaix verlaten heb, ons onrustig en gejaagd leven van Parijs, waar zelfs de vermaken nog vermoeie nissen zijn, en waar de rust iemand voor het minst evenveel afmat als het werk. Helaas! ik ben om zoo te zeggen op het land geboren, en ik had bijna het vroolijke morgenlied vergeten, waarmee de vogels 's ochtends mijn ontwaken begroeten. Met wat blijdschap heb ik dat dan ook de eerste maal, en later iederen keer ge hoord! Met welk een genot laat ik mijne blik ken, die anders daarginds telken morgen door het gezicht van doodsche muren pijnlijk werden aangedaan, thans weiden over de onafzienbare groene vlakten, die zich buiten mijne vensters voor mijn oog uitbreiden! Ik kleed mij dan in alle haast aan, ontsteek eene sigaar, en ga in den tuin, waar de bloemen opengaan om het eerste bezoek der honigbijen te ontvangen. Ik ontmoet daar dikwerf Jane, en wij wandelen den bliksem in het naburige Achthoven een boer derij afgebrand. Nadere bijzonderheden ontbreken vooralsnog. Hedenmiddag ongeveer te drie uren heeft aan Doesbrug een felle brand gewoed. Een boerenwoning en drie hooibergen moeten een prooi der vlammen zijn geworden. Zwammerdam, 9 Augustus. De gemeenteraad dezer plaats heeft bij besluit van 7 dezer aan den heer W. C. Brack op de meest eervolle wijze ontslag verleend als secretaris en ontvanger der gemeente Zwammerdam met dankbetuiging voor zijne aau de gemeente bewezen goede diensten. Amsterdam, 10 Augustus. Gisteren heeft de Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels, in het lokaal de Keizerskroon, onder voorzitterschap van den heer Kirberger, hare 52sk algemeene vergadering gehouden. Er zijn ver schillende onderwerpen behandeld, tot den boek handel in het algemeen of de vereeniging in het bijzonder in betrekking staande. Tot leden van het bestuur, in plaats van de aftredende leden, J. H. Gebhard en A. W. Sijthoff, die niet her kiesbaar waren, zijn benoemd de heeren Mart. Nijhoff, van 's-Hage, en G. Van Heteren, van Amsterdam. Tot penningmeester is opnieuw be noemd de heer B. Van Dijk, te Amsterdam. De vereeniging heeft besloten, dat zij zich op het XIde letterkundig congres, te Leuven te houden, door twee leden zal doen vertegenwoordigen. Na afloop der werkzaamheden had er een gemeen schappelijke maaltijd plaats. 's-Gravenhage, 10 Augustus. Gisterennamiddag is H. M. de Koningin met prins Alexander der Nederlanden uit Amsterdam teruggekeerd, al waar HD. de tentoonstelling bezocht heeft. Gisterenavond heeft H. M. andermaal den prins van Pruisen ontvangen, die vergezeld was van den graaf De Perponcher en HD. adjudant, graaf Von Schuilenburg. Z. K. H. de prins van Pruisen heeft gisteren met gevolg op het Badhuis te Scheveningen ge dineerd. Den 19don dezer zal alhier de gewone jaar lij ksche reünie worden geopend der afgevaar digden van de Waalsche kerken. De openings rede zal gehouden worden door Ds. Collins, van Rotterdam, en de vergaderingen zullen worden geleid door Ds. Kronenberg van Arnhem. Den 12d™ dezer zal de l,te sectie der afd. 's-Hage van het Metalen Kruis alhier bijeenkomen aan een diner, dat in het hotel de Twee Steden zal plaats hebben. De 2de sectie zal bij gelegen heid dezer herdenking van de gebeurtenissen 183031 een rijtoertje door het Westland maken. De prins van Pruisen, die eenige dag-en al hier vertoefd heeft, heeft hedenvoormiddag deze residentie verlaten en is per spoortrein naar Am sterdam vertrokken. Tot aan het station werd Z. K. U. uitgeleide gedaan door den graaf De Perponcher, gezant van Pruisen bij bet Neder- landsche hof. Aanstaanden Vrijdag-avond zullen zich o. a. de Zweedsche zangers, die laatstelijk ook hier zoo voldaan hebben, zich weder in de Kurzaal op het Badhuis te Scheveningen doen hooren. Zaterdag-avond zal aldaar eene soirée dansante plaats hebben. 's Gravexhage, 11 Augustus. Naar men verneemt zal de Jury nopens de tentoonstelling voor de handwerksnijverheid te Amsterdam morgen met hare werkzaamheden gereed komen. Rotterdam, 10 Augustus. Onder de eerst uitte voeren werken voor de spoorwegverbinding alhier behoort volgens het bekende plan, de demping van een deel der Rotte binnen deze stad; de voorloopige werkzaamheden, daartoe vereischt, zijn in zooverre gevorderd, dat de aanbesteding spoedig kan worden te gemoet gezien. Jl. Zondag werd met veel plechtigheid het 150jarig bestaan gevierd van het sierlijk kerk- dan soms een paar uurtjes door de rechte lanen die met zeezand bestrooid zijn, waar de vrucht- boomen, nog bedekt met dauw, hier en daar eene parel laten vallen. Wij praten zoowat over alles nog wat, over ernstige en nietige dingen, over mooi weer en lange dagen, al naar dat de lucht er uitziet of naar dat onze stemming is. Wij herinneren ons over en weer de dingen uit onze kindsheid, en wij vermaken er ons nog mee als echte kinderen. Wat is het eene allerliefste vrouw, die mevrouw De Meslay, inzonderheid wanneer hare zuster er niet bij is, en zij tegenover mij weer, als van ouds, geheel en al grazie is, met al die hartelijke vertrouwelijkheid en al die natuurlijkheid in den omgang, die hare rol als waakzame en achter dochtige Mentor van Renée haar in andere oogenblikken zoo lichtelijk doet verliezen! Zij begrijpt en vat zoo opperbest alles in de kunst, in de literatuur en in de praktijk van het leven, zonder de alledaagschheid daarvanonze denk beelden komen zoo dikwerf overeen wat betreft onzen smaak, onze voorkeur, onze verwachtingen, dat wanneer ik al de kiemen, die ik bij hare zuster zoo gaarne ter nauwernood aangeduid zie, bij haar reeds ontwikkeld en tot rijpheid gekomen zie, ik mij zeiven dikwerf betrap, op de gedachte: waarom heeft zij mij vroeger niet willen liefhebben Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2