waaraan in Nederland groote behoefte bestaat, daar arbeiders, die 15 of 16 shillings per week verdienen, in sommige wijken van Amsterdam voor 2 shillings per week wonen in kelders, 7 voet beneden den beganen weg, en 4 voeten be neden de oppervlakte der gracht." De afdeeling welke met het volks-onderwijs in verband staat wordt vervolgens als zeer belangrijk geprezen, en wordt daarbij gevoegd, dat „de lagere en technische scholen in Nederland tot de best inge richte en doeltreffendste in Europa behooren." IJaarlCt.) Zelden gewaagden we met zooveel genoegen van tooneelvoorstellingen als van die welke door het Vlaamsch Tooneelgezelschap van den heer Eloy Lemalre worden gegeven. En zulks zal geen verwondering baren aan allen, die met ons wederom de voorstelling van gisterenavond bij woonden. Jenny moge voor velen een oude be kende zijn, wij voor ons zagen het nimmer zoo weergeven. Dat naiëve van. mej. Beersmans in het eerste bedrijf, maar ook dat fijn weergeven van de verschillende gevoelens, die in haar op welden in den ongelukkigen toestand waarin zij zich geplaatst zag, die voortdurende strijd der hartstochten, 't was alles zóo uitstekend, zóo aangrijpend dat we met de vermelding er van willen volstaan, waar we geene woorden kunnen vinden, om onze bewondering lucht te geven. Waar we van deze voorstelling gewagen, mo gen we niet nalaten den heer Lenaerts (Vader Simon) in het bijzonder hulde te brengenzijn spel was fijn bestudeerd en leverde de type van het haut-couiique; zijne opvatting was, onzes inziens, eene geheel andere, maar tevens eene meer met den geest van het geheel strookende, dan die we vroeger zagen. De heer Hendrickx gaf als Jacob de Mulder het model van den oud soldaat; zoo toch ontmoet men ze somwijlen in het dagelijksch leven, die oude krijgers, die de eer boven alles stellen, niet alleen in woorden, maar er tevens voor weten te lijden en hun ge voel geweld aan te doen. De ondankbare rol van den bankier Van der Burgt werd door den heer Van den Kieboom zeer goed opgevat en weergegeven, terwijl ook de heer Van den Eynden, als Pieter, momenten had, die uitstekend waren. De avond van gisteren voegde een nieuwen lauwer bij die, w.elke het Vlaamsch Tooneelge zelschap van den heer Lemaire zich wist te ver werven, bij allen, die ware kunst op prijs weten te stellen. Het schrijde op die baan voort en we twijfe len niet of het gaat eene schitterende toekomst te gemoet, waar het alle spectacle-stukken van zijn repertoire schrapt, hoewel die meestal eene ruimere recette geven, om zijne roeping, waar dige tolken der kunst te zijn, niet te kort te doen. Maandag-avond hield de Typ. Vereeniging: Onderling Hulpbetoon, hare gewone driemaandelijk- sche vergadering. Op deze vergadering werd aan de leden ter hand gesteld het overzicht der Kas over het boekjaar 1868/69, waaruit blijkt dat de inkomsten waren f 111.47' en de uitgaven aan zieken, enz. f 89.Wij kunnen deze vereeniging aan de ondersteuning van onze stadgenooten aan bevelen, daar zij door hunne belangstelling in deze zoo schoone zaak, door toetreding als dona teur of donatrice haar belangrijk zouden kunnen ondersteunen. Deze vereeniging, die haar eerste jaarlijksch verslag levert, heeft ten doel om den zieken broeder in nood en ziekte bij te staan en door eene wekelijksche uitkeering van f 3.50 of naar den toestand der kas ook hooger, te on dersteunen. H. M. de Koningin zal aanstaanden Maandag de internationale tentoonstelling te Amsterdam met een bezoek vereeren. toen ik haar zes jaren vroeger voor het laatst gezien had. Ik zag haar aan met stomme ver bazing, toen de chevalier zich over de beide meisjes kwam heenbukken en, mij niet herken nende, op een vrij wat droge manier vraagde; „Wat wilt gij, vriendje!" „Gastvrijheid in dezen nobelen burcht voor een armen reizenden beeldenprinter," antwoordde ik, terwijl ik de even afgebroken scherts voortzette in mijne uitdrukkingen en in den toon mijner stem. „Bij de negen reine maagden van Permesse," riep de chevalier, na mij met aandacht te heb ben bekeken; „het is mijn deugniet van een neef, die, volgens het beweren mijner zuster, hier of daar op stroo of in een 'hospitaal moest gestorven zijn. Maar kom dan toch hier, mijn arme duivel van een Apelles; kom gauw hier, opdat ik u eens aan mijn hart kan drukken I" „Dat wil ik graag," antwoordde ik; „maar hoe kom ik binnen?" „Wèl verduiveld! door de deur. Ik hoop toch niet dat gij die niet meer zoudt weten te vinden." „Neen, zeker niet; maar ik had liever een ladder van zijden koord of al ware 't maar een handje om mij te helpen dit balkon te be klimmen, en alzoo des te eerder bij u te zijn." De twee burchtfreules, die halfluid samen had- Bij besluit van den 2den Aug. heeft Z. M. goed gevonden aan Hoogstdeszelfs kamerheer, den rit meester der cavalerie op non-activiteit Jhr. P. O. H. Gevaerts van Simonshaven, de vergunning te verleenen tot het aannemen en dragen der ver sierselen van officier der orde van het Legioen van Eer, hem door Z. M. den keizer der Fran- schen geschonken. Bij Kon. besluit van den Sisten Juli n°. 6, is aan den Oost-Indischen ambtenaar P. Noordijk, laatstelijk gouvernements-veearts in de derde af deeling op Java, thans met verlof hier te lande, op zijn verzoek, met ingang van 1 Augustus 1869, een eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met toekenning van pensioenen is, op het daartoe door hem gedaan verzoek aan den kapit. der inf. van het leger in Ned. Indië M. E. Van Zuylen, thans met verlof hier te lande, met in gang van den lsten Aug. 1869, een eervol ontslag verleend uit Zr. Ms. militairen dienst, met toe kenning van pensioen. Voorschoten, 5 Augustus. Gisterenmiddag om streeks 3 uren had hier een treurig ongeluk plaats. Een der knechts van den schipper van Zutfen naar Amsterdam, die met zijn schip ook naar Rotterdam ging, wilde iets herstellen aan de lijn, toen hij daardoor plotseling in het water werd gerukt. In zijn val wilde hij zich vastklem men aan zijn kameraad, met dat gevolg dat beiden over boord sloegen. De eerste greep nog bij tijds het touw van de boot, terwijl de tweede verdronk, niettegenstaande de spoedig aange brachte hulp. De overledene was 27 jaren oud en een zeer oppassend jongeling. Hedenmorgen te halfvier werden de inge zetenen uit hunnen slaap gewekt door het luiden der brandklok. Een ieder was spoedig op de been en begaf zich naar de Kon. Ned. fabriek van Gou den en Zilveren werken van den heer J. M. Van Kempen, waar de brand omstreeks halfdrie was uitgebarsten in de smelterij. Het dak was reeds aan het branden. Alleen de spuit van de fabriek zelf heeft water gegeven, daar men den brand te vier uren geheel had gebluscht. In de onmiddellijke nabijheid waren vele brand bare stoffen. De schade is niet zeer belangrijk en de werkzaamheden zullen geene vertraging ondergaan. De oorzaak van den brand is onbe kend, te meer daar de fabriek des avonds om elf uren nog wordt geïnspecteerd. Stompwijk, 4 Augustus. Hedenmorgen tusschen drie uur en halfvier is in deze gemeente, buurtschap Veenweg, bij den bouwman A. De Bruin, een hevige brand uitgebarsten, die zich al spoedig, ook met het oog op den vrij sterken westenwind, dreigend liet aanzien. Het geheele gebouw, be woond door drie gezinnen, benevens de inboe dels, hooi, acht vette kalveren en éen varken, zijn ten prooi der vlammen geworden. Ongeveer te halfzeven was men den brand meester; aan den ijver en de beradenheid van de brandweer, zoo wel van deze gemeente als van die van Noot dorp, heeft men het te danken, dat de brand zich maar alleen tot dit perceel bepaald heeft. Men vermoedt dat hij is ontstaan op een zolder, waarop, niet ver van den schoorsteen, hooi was geborgen. Het door den brand vernielde was maar gedeeltelijk geassureerd. Amsterdam, 2 Augustus. Met genoegen verne men wij, dat het bezoek der Internationale Ten toonstelling allengs toeneemt, en dat dagelijks gemiddeld 5000 personen haar in oogenschouw nemen. De Fransche afdeeling is thans nagenoeg gereed. Amsterdam, 4 Augustus. Het Nijlpaard beviel heden zeer voorspoedig van een jong van het mannelijk geslacht, dat op 't oogenblik zich zeer wel bevindt en gunstig ontwikkelt. 's-Hage, 4 Augustus. De heer Dr. Mess, geneesheer van het stedelijk badhuis te Scheveningen, heeft den staan ginnegappen gedurende die samen spraak, begonnen weer te lachen, denkelijk wel over mijne beeldsprakige uitdrukking van bal kon, en zonder zich te bedenken reikten zij mij vier lieve handjes toe, die ik gemakkelijk kon aanvatten, dewijl het venster niet zeer hoog was. Ik nam dus van haar elk eene hand, en terwijl ik mijn voet plaatste in eene scheur van den nog al bouwvalligen muur, kon ik den boom der vensterbank bereiken. „Voorzichtig, Renéezei het eene meisje 't welk mij voor den brievenbesteller had gehouden, ter wijl zij een weinig achteruit trad om voor mij plaats te maken. „Renée?" riep ik uit, terwijl ik eindelijk be gon te begrijpen; en vooruittredende naar de zuster van Jane, wier tegenwoordigheid, de he mel vergeve 't mij! ik geheel vergeten had, sprak ik tot haar: „wat, zijt gij dat kleine nichtje van toen? Kom juffertje, dan mag ik u wel eens kussen, al zijt gij nu eene mooie en groote nicht geworden." En reeds had ik een begin van uitvoering ge maakt van mijne bedreiging, toen de deur van het paviljoen openging, en het majestueuze en verbaasde gezicht zich vertoonde van mijne tante de Keraven, de laatste der Garlans! Zij was vuurrood van toorn.... zijne raadgevingen herhaald ter zake van de na- deelige gevolgen en gevaren, waaraan de kinderen zich blootstellen die in de plassen spelen,'die na den vloed op het strand achterblijven; ook dit jaar heeft hij verscheiden jongelieden in behan deling gekregen, die door min of meer ernstige ongesteldheden waren aangedaan, waarvan de oorzaak alleen in bedoeld spel te zoeken is. Hij raadt ouders en geleiders van kinderen zeer aan om hiertegen te waken, en ook vooral te zorgen dat de kleinen van schoeisel verwisselen, wanneer dit door het verkoelende water nat geworden is. Delft, 4 Augustus. Gisterenmorgen omstreeks halfvijf was de landbouwer Van der Does, wonende aan de Oudelei (gemeente Vrijenban) in zijne weide bezig met melken, toen in het aangrenzende riet de jager Olieman zich bevond, die op de aanmerking van Van der Does, dat hij zijn riet beschadigde, in zijn boot stapte, naar genoemden boer toevoer, zijn geweer nam en dit op Van der Does afschoot, die zich even omge wend had, zoodat hij het schot met hagel in zijn arm en zijde ontving. De dader is hier in arrest en zal heden naar 's-Gravenhage worden opgezonden. Vlaardingen, 4 Augustus. De zoogenaamde vangers mochten eerst den Tten dezer binnenko men. Gisteren arriveerde reeds de logger van den heer De Kater van Gijn, schipper M. Den Admirant, met 40 ton haring. De terugreis was Zaterdag begonnen. De prijs bedroeg tusschen 60 en 70 gulden. Oudewater, 5 Augustus. Gisterenmorgen is de sneltrein, die te 6 uren 55 min. uit Utrecht is vertrokken, bij dit station door het breken van de as der machine opgehouden. De passagiers zijn per extra trein te halftien hier aangekomen. Ongelukken hebben er niet plaats gehad. Utrecht, 4 Augustus. Hedenmorgen te 6 uren vertrokken met een extratrein van hier een 300tal personen naar het Zendingsfeest te Mid- dachten; ook het liefhebberij-muziekgezelschap, bestaande uit leden der opleidingsklasse voor on derwijzers, waarvan de heer Van Lummel hoofd onderwijzer is, hetwelk versterkt was door een Stal leden van het muziekkorps der dd. schut terij, benevens door eenige leden van het muziek gezelschap van de Hernhutters gemeente te Zeist, dat onder directie van den heer Schmellink staat, hebben zich daarheen begeven, ten einde het gezang met hunne koperen instrumenten te be geleiden. (Utr. D.) Arnhem, 3 Augustus. Zondag-morgen is per tweeden spoortrein van Kampen naar hier over gebracht de aldaar ter stede verblijf houdende kapitein van het O.-I. leger W. H., wiens inhech tenisneming door de militaire autoriteit was gelast, als verdacht van schennis der eerbaarheid, met geweldadigheid ondernomen op een kind beneden den leeftijd van veertien jaren. Arnhem, 4 Augustus. Heden had in het bosch van Middachten het Zendingsfeest plaats. Reeds vroeg in den morgen zijn velen naar het prach tige bosch van Middachten met dat doel op reis gegaan, zoowel te voet als in rijtuigen en met den spoortrein, terwijl sommige Middachtgangers de vélocipède geen te wereldsch voertuig hebben geacht om het oord der bestemming sneller te bereiken. Uit enkele rijtuigen klonk het psalm gezang, door eene harmonica begeleid, den voor bijgangers tegen. Ook uit andere deelen van 't land is eene tal rijke menigte opgekomen. Langs den spoorweg van Leeuwarden-Arnhem hadden alleen uit de streek Leeuwarden-Zwolle ruim elfhonderd per sonen plaats genomen. Nieuwediep, 3 Augustus. Heden deed Zr. Ms. stoomschip Vice-Admiraal Koopman een proeftocht op de reede van Texel en keerde in den namid dag, na het regelen der kompassen, in de haven terug. Men verneemt, dat de zeildag met bestem- Maar ik val om van slaap, en de situatie koint mij genoegzaam dramatisch voor, om, evenals een romanschrijver van feuilletons, hier te zetten: „Vervolg in het volgend NV', dat wil zeggen: in mijn volgenden brief. Gij zoudt kunnen zeg gen dat ik dit verhaal morgen zou kunnen voortzetten, en het u in zijn geheel in eens zen den. Maar, zoo dom ben ik niet, vriendje! Ik ken u te goed. Wanneer eenmaal uwe rechtma tige nieuwsgierigheid voldaan was, zoudt gij ge heel en al vergeten mij te antwoorden, terwijl ik er nu integendeel op reken dat gij mij ter stond zult schrijven, omdat gij verlangt naar het einde van mijn vreemdsoortig avontuur. Boven dien moet ik morgen naar Morlaix wegens drin gende bezigheden. Laat het u voor heden ge noeg zijn te weten dat ik, zooals gij wel hebt kunnen vermoeden, veel moeite gehad heb om hier te mogen blijveD, maar dat ik juist daarom mijne redenen er voor heb om er nu zoolang mogelijk te blijven. Jane is afwezig. Het vrien dinnetje van Renée heet Marcelle de Gury, en ik geloof dat zij eiken dag, evenwel altoos vruch teloos, voortgaat met den brievenbesteller op te wachten. Wat Renée betreftO! wat is zij schoont beste RaoulNu, doch ik wil niets meer zeggen. Maar de juffertjes snappen en (luis teren samen en zien mij zoowat aan zonder ming naar de Kust van Guinea op den lOden de zer is vastgesteld. Winschoten, 2 Augustus. Heden heeft zich al. hier, bij een volwassen persoon in de kracht zijns levens, een geval van watervrees voor gedaan. De persoon A. B., sedert negen jaren bediende bij den heer J. Tholen, goud- en zilversmid, is ten gevolge van die ziekte, na een vreeselijk lij. den van drie dagen, overleden. Naar men zegt, moet hij eenigen tijd geleden door een klein hondje zijn gebeten, dat bereids wegens vermoe delijke hondsdolheid afgemaakt is. Breda, 3 Augustus. Heden had eene luisterrijke plechtigheid te dezer stede plaats: de inzegening, naar het voorschrift van het Roomsche rituaal, van den nieuw-gebouwden tempel, genaamd Onze Lieve-Vrouwe-Kerk, en in bescherming van Breda's aloude Patrones, de H. Barbara, Gode gewijd. De hoogeerw. herder der thans voormalige Brugstraatsche Kath. Gemeente, pastoor P. J. Werden, de stichter van dit indrukwekkend Huis des Gebeds, mocht het voorrecht genieten van zelf deze veelbeteekenende plechtigheid te kunnen verrichten, en alzoo een feestkroon te kunnen plaatsen op een werk, dat, drie jaren geleden, den llden Juli 1S66, bij de eerste steenlegging, werd aangevangen en thans, met 's Hemels ge- nadigen bijstand, blijde is voltooid. Een buitengewoon nummer der Nieuwe Bredascht en Oosterhoutsche Courant ziet het licht, waarin een omstandig verslag van deze feestviering gege ven wordt. Maastricht, 1 Augustus. Bij het laatst gehou den examen voor apothekers-leerlingen hadden zich 4 meisjes aangemeld, die allen zeer goed slaagden-, zij zijn: Mej. Op den Oordt, van Venlo; Duijssens, van Eysden; Schaffers, van Maastricht; Hendriks, van Broekhuizen. Gr e m engde Berichten. Iemand, die door een troep gauwdieven 's mor gens omstreeks vijf uren overvallen werd, zei: „Heeren, gij begint vandaag al heel vroeg." „Ja," antwoordde er een, „de morgenstond heeft goud in den mond." Eene bekoorlijke jonge dame van voorname allures bezocht dezer dagen een groot schip in de Boompjes te Rotterdam. De etiquette in acht nemende, plaatst zich de kapitein in de sloep om de leer vast te houden, waarmee de dame naar boven zou klimmen. Reeds had zij den voet op de eerste sport gezet, evenals koning Radbout het eene been in de doopvont, toen haar eensklaps het denkbeeld te binnen schoot, dat de kapitein elk oogenblik het hoofd zou kuDnen opheffen. Zij bleef derhalve staan en zeide zacht jes: „Ach! laat daar liever een eenvoudige ma troos gaan staan om de leer vast te houden." En nu willen sommige matrozen nog beweren, dat alle buitenkansjes voor hunne chefs zijn. Een zeer schoon jongeling, Sedley genaamd, verscheen dezer dagen voor de rechtbank van Lambeth (Londen) onder de beschuldiging van dubbel huwelijk. Hij was inderdaad sedert een tijdverloop van twee jaren tweemaal getrouwd. De oproepingen voor een derde huwelijk hadden plaats gehad en eene menigte brieven van jonge vrouwen, welke bij Sedley gevonden werden, bewezen dat hij een vierde huwelijk in het oog had. Die liefhebber van de trouwpartijen, die zeide treurspelspeler van beroep te zijn, leefde van het geld zijner slachtoffers; wanneer de bruidschat uitgeput was, verliet hij de huiselijke woning, om een nieuw huwelijk aan te gaan. Voor de rechtbank heeft hij met den rechter, de advo caten en getuigen den spot gedrevenhet hof heeft zijn vonnis nog niet. uitgesproken. dat zij het willen weten, en ik draai om haar henenGoeden nacht olivier malet. aan mevrouw aline bernard. Garlan, den 9den Mei 185S. Ik heb den moed niet gehad om u gisteren avond te schrijven, lieve Aline; en ik vraag mij zelve, of ik dien hedenmorgen zal hebben? Ik weet het waarlijk niet, maar ik wil het beproe ven. De toestand, waarin ik mij bevind, is zoo zonderling, zoo verward, en bovenal zoo onver wacht; van het eene oogenblik op het andere komt hij mij voor onder zoo verschillende en zoozeer tegenovergestelde gezichtspunten, dat ik er niet uit wijs kan worden. Gedurende den korten tijd, die er sinds mijne aankomst alhier verloopen is, ben ik zoo oneindige malen heen- geslingerd geworden van de blijdschap naar de droefheid en van den grievendsten angst naar de onzinnigste hoop, dat ik er geheel verslagen van ben, zonder dat ik weet of mijn hart over loopt van geluk of van bitterheid. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2