N°. 2903.
Donderdag
A°. 1869.
29 Juli.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
LEIBSCI
BAGBLAB
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
3.00.
3.85.
0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
mus DER ADVKRTENT1EN.
Voor iederen regel rj 0.16.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Leiden, 28 «Full.
Plaatsgebrek verhindert ons heden
een hoogst belangrijk artikel over wij
len Dr. L. J. F. Janssen, ons van eene ge
achte hand ter plaatsing aangeboden,
op te nemen. Red.
Al zullen eerst de herstemmingen beslissend zijn,
de uitslag der verkiezingen voor den gemeente
raad geeft reeds voorloopig geen stof tot ontevre
denheid.
De verkiezing van Prof. Goudsmit is reeds nu
een wezenlijke zegepraal voor onze beginselen.
Hij was degeen, dien de conservatieven, de anti
revolutionairen en de. Roomsch-Katholieken niet
weder als candidaat stelden. Hij was door hen
uitgekozen, om in hem den schoolwetman bij
uitnemendheid te treffen. Wie twijfelde daaraan?
Zoo dikwijls in den Raad de oppositie tegen onze
schoolinriehting zich lucht gaf, zoo dikwijls zij
met onjuiste voorstellingen, door eene valsche
wets-interpretatie, door jeremiaden over onzen
finantieelen nood, trachtten tegen te houden wat
nog moest tot stand gebracht worden, of nog erger,
af te breken wat reeds bestaat was hij het die
met al de kracht zijner volle overtuiging daar
tegen opkwam.
De kiezers nu, moesten door de niet-herkiezing
van hem van hunne sympathie met de oppositie der
HH. Scheltema en Cock tegen onze schoolwet
doen blijken. Zij hebben nu juist het tegendeel
gedaan; zij hebben hem herkozen. Hoe zij dus
over die oppositie oordeelen laten wij aan een
ieder ter beslissing over.
De heer Van Heukelom heeft een zevental stem
men te weinig gehad, en moet dus weder in
herstemming komen. Tegen hem zullen nu waar
schijnlijk van de andere zijde alle krachten,
waarover zij kan beschikken, geconcentreerd
w.orden.
Het is daarom dat wij de kiezers met nadruk
waarschuwen, om bij de herstemming getrouw
op te komen. Het kan niet twijfelachtig zijn of
zijne herkiezing is in dit geval verzekerd. De
heer Van Heukelom verdient ten volle zijne plaats
in den Raad. Hij is bekend met de behoeften der
Leidsche burgerij en neemt ijverig hare belangen
waar. Onverantwoordelijk zou het zijn, wanneer
de kiezers door hunne onverschilligheid den toe
leg zijner tegenstanders deden gelukken.
De belangstelling bij de verkiezingen is niet
groot geweest. Van bijna 1500 kiezers zijn er
slechts 843 opgekomen. Die belangstelling kan
alleen daardoor verhoogd worden, dat een ieder
begrijpe, dat het niet alleen een personenstrijd
is, maar dat er achter de namen beginselen
schuilen.
Nopens het gebeurde op den 26,ten Mei jl. aan
de Kust van Guinea, met de sloep van Zr. Ms.
stoomschip de Amslel, en het lot van de opvarende
officieren en manschappen, ontteenen wij het
volgende aan een particulier schrijven, gisteren
per Afrikaansch-Engelsche mail ontvangen, dat
ons welwillend wordt medegedeeld.
De sloep, die op verkenning was uitgezonden,
werd op een vrij grooten afstand van den wal
door hevige rollers overvallen en omvergewor
pen. Van de bemanning gelukte het aan den
luit. ter zee F. Zegers Veeckens en de vier ma
trozen De. Vries, De Bazel, Zurburg en Balle-
meijer om zwemmende den wal te bereiken.
Van den luit. ter zee J. Vriemoet Drabbe, den
schiemansmaat Van Es en de matrozen De Rijke,
Garcet, Greve en Drioel werd niets meer gezien,
zoodat deze ongelukkigen ongetwijfeld den dood
hebben gevonden in de golven. De sloep werd
op het strand geworpen.
Terwijl de schipbreukelingen op het strand be
raadslaagden over hetgeen hun te doen stond, wer
den zij door eene woeste bende Commendeezen
overvallenen beschoten. In de gestrande sloep had
men slechts een geweer en twee revolvers ge
vonden, welke wapenen ten gevolge van het
zand en het water bovendien onbruikbaar waren,
zoodat voor de schipbreukelingen aan geene ver
dediging te denken viel. De matroos Ballemeijer
was reeds doodelijk getroffen; twee andere ma
trozen waren licht gekwetst.
De luit. ter zee Veeckens wist toen de aanval
lers met de hand te beduiden dat zij niet zouden
schieten, waarop de schepelingen werden gevan
gen genomen en gebonden en naar de krom
gevoerd. Gedurende de eerste drie dagen hebben
zij daar aan allerlei mishandelingen bloot
gestaan, doch daarna is hun lot, door toedoen
van eenige hoofden en vooral [door den koning
der Fantijnen, die last had gegeven om de ge
vangenen fatsoenlijk te behandelen en het hun
aan niets te laten ontbreken, draaglijk geworden.
De gouverneur van Cape Coast zoud den genees
heer Dr. Jones, benevens kleederen, provisiën
enz. en wist voorts te bewerken dat men op
den 21sl*n Juni jl. de gevangenen naar Cape Coast
overbracht en uitleverde tegen een losgeld van
12,000.
De gezondheidstoestand van (den luit. ter zee
Veeckens en zijn lotgenooten liet (weinig te
wenschen over.
Voor het oogenblik voegen we bij dit bericht
geen beschouwingen Alleen de opmerking, dat
nu inderdaad de feiten bevestigen, hoe lichtvaar
dig en onvoorzichtig de heer Van Sypensteyn te
werk ging, door den Z4™1 dezer niet bewezen
praatjes, welke achteraf blijken bovendien on
waar 'te zijn geweest, tot grondslag te nemen eener
interpellatie in de Kamer en tot allerlei beschul
digingen tegen den minister De Waal. Alle be
schrijvingen van de gruwzame mishandelingen
en vermoording der gevangenen, aan soi-disant
particuliere brieven ontleend, blijken nu alleen
te zijn uitgevonden, of althans uitsluitend geëx
ploiteerd pour le besoin de la cause. Vad
Ook the Daily Telegraph, evenals andere Engel-
sche dagbladen de gewelddadige wegvoering van
den Engelschen koopman Lamb van het Neder-
landsch grondgebied besprekende, meent dat, bij
een eisch tot zijne uitlevering van de zijde der
Nederlandsche regeering, het Engelsch gouver
nement de rechtmatigheid van dien eisch zal er
kennen. Hieruit schijnt te mogen worden afge
leid dat door onzen minister van buitenlandsche
zaken nog geen eisch tot uitlevering is gedaan,
gelijk sommige dagbladen meenden. Namens me
vrouw Lamb is dan ook bij request aan den ko
ning verzocht om een eisch tot uitlevering van
haren echtgenoot te willen doen instellen, terwijl
daarbij tevens namens haar zeer uitdrukkelijk
eene klacht wordt ingediend tegen den Engel-
vice consul te Vlissingen, alsmede tegen de politie
te Vlissingen en te Rotterdam.
Zoo er een tooneelgezelschap is, dat bijna immer,
bij de keuze zijner stukken de kunst niet. uit
het oog verliest, 't mag voorzeker het Vlaamsche
heeten. De voorstelling van gister avond leverde
daarvan een krachtig bewijs. Emile Souvestre 's
„Arme en Rijke" was gekozen en sinds lang zagen
we geene tooneelvertooning, die zoo diep in het
harte greep. Het stuk zelve was daartoe alleszins
geschikt, waar het den strijd schildert tusschen
de twee groote beginselen van deugd en ondeugd,
waarvan het eerste helaas! te zelden tot geluk,
het tweede maar al te dikwerf tot voorspoed
brengt; tot dat inzicht kwam ten minste An-
toon Larry (de heer Hendrickx) en het was
slechts natuurlijk dat hij die opvatting van het le
ven kreeg bij al het leed, bij at den tegenspoed, dien
hij had verduurd zoolang hij als eerlijk, braaf man
den strijd des levens had gestreden. En zij, die
als middel diende, waardoor hem zou veel leeds
berokkend was geworden, 't was Louise Fortin,
zijne verloofde. Die rol was in handen van Mejuf-
vrouw Beersuiaus; en waar we dien naam noemen,
is het voor eiken kunstminnaar, voor elkeen, die
niet geheel vreemdeling is in de tooneelspeel-
kunst, overbodig er iets meer bij te voegen. KuDst,
met gevoel gepaard maar toch ongekunsteld, en
natuurlijk tevens.dat was Mejufvrouw Beersmans'
spel gelijk immer ook gister avond.
Niet anders dan met lof kunnen we ook ge
wagen van het spel der hh. Van der Eynde (Ar
thur Séran) en Lenaerts, Pillet, en de dames Bia
(Louisa's zuster, Fanny), Van Offel-Klei (Mevr.
de wed. Séran) en Mejujfvr. Overheyden (Mevr.
Larry).
't Geheel was zoo aaneeugesloten, zoo geache
veerd, als men maar eenigszins kon verlangen.
Ook het nastukje, de Slaapmuts, was alleraar
digst en werd vlug afgespeeld. Een woord van
bijzondereu lof mogen wij echter mej. Beersmans
niet onthouden, voor het lachje, waarmede ze
haar onwilligen man tot zich wist te trekken,
en toonde wat macht de lieftallige vrouw heeft
op ons heeren der schepping, die toch zoo trotsch
zijn „de broek te dragen."
Dergelijke voorstellingen, dusdanige uitvoerin
gen mogen aanspraak maken op een eivolle zaal
tot nog toe was dit niet het geval; moge het
waarlijk kunstminnend publiek dat verzuim spoe
dig totzijn eigen genoegen inhalen: het nationaaj
tooneelgezelschap van Antwerpen is
het meer dan waardig.
Bij Kon. Besluit van 23 Juli, n*. 10, is aan
den heer J. baron Sloet, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend uit zijne betrekking van dir. der
regist. en dom. voor de prov. Overijsel, behoudens
aauspr. op pensioen, en met dankbetuiging voor
de veeljarige getrouwe en goede diensten door
hem aan den lande bewezen. Voorts is de directie
der registratie en domeinen vror de provincie
Overijsel opgeheven en vereeaigd met die voor
de provincie Friesland, ep-Gs benoemd tot direc
teur der registratie en domeinen voor de provin
ciën Friesland en Overijsel, standplaats Leeuwar
den, de heer H. Beekkerk, thans directeur der
registratie en domeinen voor de provincie Fries
land.
Z. M. heeft Mr. J. W. Van de Laar herbenoemd
tot burgemeester der gemeente Gendringen.
Z. M. heeft met den lsteu Augustus aanstaande
den kapit.-luit. ter zee A. A. A. Gaymans, een
pensioen verleend van f 1400; en bevorderd tot
kapit.-luit. ter zee, den luit. ter zee 1ste ld. Jhr.
D. Bowier; tot luit. ter zee 1ste kl., den luit.
ter zee 2de kl. J. H. Benthein Reddingius, en
tot luit. ter. zee 2de kl., den adelb lste kl. P. Bool.
Naar aanleiding van bovengemeld besluit wordt
het bevel over Zr. Ms. transportschip metstooin-
vermogen Java, met ingang van den lsten Au
gustus aanstaande, alsnu opgedragen aan den
kapitein-luitenant ter zee H. D. Slegt.
Z. M. heeft benoemd tot hulpprediker voor den
dienst der Nederlandsche bezittingen ter kuste
van Guinea, den heer C. Aalderink, godsdienst
onderwijzer te Zwolle.
's-Gkavenhaoe, 27 Juli. De heer A. Stotïregen,
consul-gen. van Rusland te Amsterdam, is Zondag
met zijne echtgeuoote en fam. inde residentie aan
gekomen en aan bet Hotel Paulez afgestapt. Ge
noemde heer en mevrouw zijn door II. M. de
Koningin ontvangen en waren eergisteren ge-
noodigd op het diner aan het Huis ten Bosch,
waaraan ook deelnamen de Oostenrijksche gezant
en echtgenoote, en de Belgische gezant. Gisteren
heelt H. M. eerstgenoemden tot een afscheidsbe
zoek toegelaten.
De markies A. De Sayve, 1"* secretaris bij
de Fransche legatie, gaf eergisteren een diploma
tiek diner.
In de residentie is aangekomen en aan het
Hotel de l'Europe afgestapt Prins Emmanuel Met-
chersky, adjudant van Z. M. den Keizer aller
Russen, militaire attaché van legatie.
Vechtpartijen schijnen onafscheidelijk te zijn
van kermisvreugde. De Rijswijksche kermis, be
kend als een boertige en kluchtige feestelijkheid,
evenwel soms niet vrij van uitspattingen, levert
daarvan opnieuw het bewijs. Tusschen 4 Hage
naars, die zich Zondag 11. derwaarts hadden be
geven, ontstond, na de pret, en vrij verhit door
sterken drank, op weg naar huis een hevige
woordenwisseling. Over en weder werd getwist.
DE VELDWACHTER VAN LATERVEER.
NOVELLE VAN
R. KOOPMANS VAN BOEKEREN.
{Vervolg).
„Jawel, jawel, mijn vriend, natuurlijk, laat
die zaak maar geheel aan mij over."
„Ge zendt dus het procesverbaal aan den offi
cier van justitie, nietwaar?"
l; „Zoo spoedig mogelijk, mijnheer Stuifhemel.
Maar ik dien eerst die namen beter ingevuld te
hebbenmaar dat zal wel in orde komen."
„Ongetwijfeld, dat komt in orde," zei mevrouw
Schellinga, „maar nu heb ik een dringend en
vriendelijk verzoek aan mijn waarden gast te
doen."
„En dat is, mevrouw?"
„Spreek, wat ik u bidden mag, met niemand
over de zaak, vóór den dag van ons diner. Gij
weet, hoe de meuschen op kleine plaatsen zijn;
als er zoo iets aan de hand is van moord en
doodslag, dau praten zij den geheelen dag ner
gens anders over, en wij zouden ook op ons
diner van niets anders hooien, dan over al zulke
vreeselijkheden; en dus, ge zoudt mij pleizier
doen, wanneer gij kondt besluiten, van die zaak
maar te zwijgen."
„Ik beloof het u, mevrouw; ik zal zwijgen
als het graf."
„BravoI" zei tante Titia.
XXI. EEN BRIEE MET EEN POST-SCK1PTUM.
Willem Hessels aan zijnen vriend Hugo Van
Snunen Smit.
Amice! Stoppelbeek is een gezond land; ja,
voor een dokter haast al te gezond, want ik
kan de praktijk hier, vooral in de laatste dagen,
op mijn slofjes af. Vandaar dat ik nu gelegen
heid heb, u een uitvoerig bericht te doen toe
komen van den stand der zaken. En ik ben blij,
dat ik tijd heb tot het schrijven van een brief,
want 't is mij behoefte het hart eens uit te stor
ten, en daar ik hier te Stoppelbeek, ja, wel
goede keunissen heb, maar toch niemand, met
wien ik eens heel vertrouwelijk over alles kan
praten, zoo doe ik nu maar schriftelijk wat ik
anders mondeling zou gedaan hebben.
Ik moet beginnen met de verklaring, dat ik
mij laug niet op mijn gemak gevoel. Niet, dat
ik nu reeds met de schei ne MüHerin zou
willen zeggen: „Mich fliehen alle Freu-
den;" neen, zoover is 't nog niet, maar toch
moet ik met Agathe klagen„Ja, Liebe pflegt
mit Kummer, stets Hand in Hand zu
gehn." Want met mijn „Liebe" staat het bit
ter slecht. En 't ergste van 't geval is, dat ik
mij gek zit te denken, en te tobben, maar vol
strekt niet kan gissen, wat er toch aan mankeert.
Gisteren kom ik Marie tegen. Reeds van verre
meende ik te zien, dat ze, tegen haar gewoonte,
niet heel vroolijk en vriendelijk keek. Naderbij
gekomen, bemerkte ik dat ze mijnen blik trachtte
te ontwijken, en toen ik haar aansprak was zij
meer dan koel. Zij noemde mij niet Willem,
maar dokter, ja, gunde mij ternauwernood een
antwoord. Op mijne vraag: „Maar Marie, wat
ben je vreemd; zeg, is er iets?" antwoordde zij:
„Ik ben opgehouden, en moet mij haasten;" en
liep toeD met haastige schreden verder.
's Namiddags ben ik naar haar huis gegaan
om ophelderingen te vragen van dit zonderling
gedrag, maar ik kreeg belet. De meid zei niet,
dat mijnheer eD de jufvrouw uit waren, neen,
maar ik werd afgewezen met het bericht, dat
j er belet was. Maar 't ergste komt nog. Daar
kom ik van morgen mijn collega uit Laterveer,
I dokter Kroon, tegen, en die vertelt mij nota
bene, dat hij bij notaris Blaukhart geroepen is.
„Je schijnt ongenoegen met je notaris gehad te
hebben," zegt hij. Nu ik wou met Kroon daar
over niet in pourparlers treden, en dus zei ik
weinig of' niets op zijne vraag, maar besloot on
middellijk naar Blankhart te gaan, en de ver
klaring te vragen van deze raadselachtige feiten.
Weer kreeg ik bij de voordeur belet, maar dit
maal liet ik mij niet met zulk een praatje af
schepen, en zond dus de meid terug met de bood
schap, dat ik den notaris noodzakelijk moest spre-
ken. Nu, toen kwam de meid terug, ik werd in
de spreekkamer gelaten, en een oogenblik daarna
komt papa er aan, met een gelaat zoo vriende
lijk als een oorworm.
„Mijnheer Blankhart," zeg ik, „ik ben zoo vrij
u beleefdelijk te verzoeken mij de reden op te
geven waarom ik niet meer met uw vertrouwen
en uwe vriendschap vereerd word."
„Ik wist niet," antwoordt mij de notaris op
hoogen toon, „dat ik mij bij contract verbonden
had, u altijd al3 geneesheer te gebruiken."
„O neen, mijnheer, ge zijt volkomen vrij een
anderen dokter te laten halen, en mij het huis