24 Juli.
N°. 2899.
Zaterdag
A®. 1869.
Feuilleton van liet Leidscli
Dagblad".
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTKNTIEN.
Voor iederen regelf 0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die lij beslaan.
Lelden, 23 Juli.
Afloop der verkiezingen op eenige
plaatsen in dezen omtrek en in hoofd
steden van provinciën, voor zoover die
niet zijn medegedeeld.
Leiderdorp. Herkozen de heerenC. De Graaf,
P. Rijnsburger Sr. en. W. Bos.
Boskoop. Gekozen de heeren P. Oosthoek Van
Nes en K. Van Nes Dz. Herstemming tusschen
de heeren G. J. Alberts met 52, en T. De Loos
met 50 stemmen.
Aarlanderveen. Herkozen de HH. L. Zeijerveld,
H. Kop en D. Van Leeuwen Dz.
In plaats van den heer Mr. A. Jongkindt Co-
ninck, die bedankt heeft, zal herstemming moe
ten plaats hebben tusschen de HH. H. Bol en
D. Binnendijk, resp. met 40 en 36 stemmen.
Schiedam. Herkozende HH. M. Rijnbende,
M. F. J. Cool, J. B. Nolet, M. A. K. J. Van der
Drift, J. Vrijland en H. K. Roelants.
Delft. Gekozen de HI!.: L. A. Van Berckel,
J. J. J. Milders, G. H. Landmeter, H. J. Van
Blommestein, F. C. Kleijn van Willigen en A.
A. Kuiler.
Herstemming moet plaats hebben tusschen de
HH.: P. Merkus en P. Murk. Ook op mevr. Storm-
van der Chijs waren drie stemmen uitgebracht.
Gouda. Herkozen de HH. Mr. A. A. Van Ber
gen IJzendoorn, D. W. Westerbaan, Mr. P. P. P.
Kist, J. A. Remy en Mr. J. H. Van Gennep.
Delfshaven. Herkozen de heeren: J. Lourens,
J. Van der Valk en G. B. Van Duyl. Herstem
ming tusschen de heeren P. Boezemeijer, B. Van
Eck en P. J. Cantzlaar.
Ammerstol. Herkozen de heeren: A. Stuurman
en C. Zaanen Dz.
Gorkum. Herkozende HH. Joh. Van Andel,
Jhr. F. G. E. Merkes van Gendt, A. H. Van Tien-
hoven en M. F. Boonzajer, aftredende leden, en
I is in de plaats van Dr. C. Van Es van den Andel,
die verzocht had niet in aanmerking te komen,
verkozen Mr. C. Diemont.
Dordrecht. Gekozende HH. Boet, Jantson van
Erffrenten, De Raadt, Stoop, Déking Dura en Van
Dorsser. Er moet eene herstemming plaats heb
ben tusschen de HH. A. J. Verbeek van der Sande
en J. F. Kolkman.
Hillegom. Herkozen: de HH. P. Stijman en H.
H. Van Waveren, en in de plaats van den heer
J. Telkamp, die buiten aanmerking wenschte te
blijven, is gekozen Mr. A. J. Hoekwater, burge
meester alhier.
Utrecht. Herkozen de heeren: Van Geuns,
Jongeneel, De Graaf, Koene, De Muralt, Martens
en Van Hengelaar. Gekozen Dr. Krecke. Her
stemming tusschen de 4 navolgende heeren Pabst,
Patijn (aftredende leden), Wolbers en Van den
Heuvel.
Zwolle. Gekozen de heeren: Mr. G. Royer,
J. H. Schellewald, J. De Goeijen Hz. en J. Cre-
mer Eindhoven. Herstemming tusschen de heeren
L. Roosenburg en Mr. W. C. I. J. Cremers.
Arnhem. Herkozen de HH. F. H. Van Berck
Weinhagen, C. F. Troost en G. A. A. Van de
Wall. Herstemming tusschen de HH.E. Scheidius,
J. Verwaaijen Dz., Dr. H. Pepfenhauser, J. M. J.
Engelberts, F. C. H. baron Van Tuyll van Se-
rooskerken en Jhr. Mr. L. C. C. O. M. Van Nispen
tot Sevenaer.
Bij de stemming in plaats van wijlen den heer
G. André de la Porte zijn uitgebracht op den
heer J. Verwaaijen Dz. 249, en op den heer G.
T. Coers 166 stemmen, tusschen wie alzoo her
stemd moet worden.
Leeuwarden. Herkozen de heeren: Mr. W. J.
Van Weideren baron Rengers, H. J. Westenberg,
J. J. Bruinsma, P. T. Plantenga. Gekozen Mr. H.
Wiersma. Herstemming tusschen de heeren H.
Ter Horst, J. Reerink Dz., C. J. De Bordes en
Mr. J. Dirks.
Aan het verslag over het jaar 186S, gedaan
door Gedeputeerde Staten aan de Provinciale Sta
ten van Zuid-Holland, wordt het volgende ontleend:
I. Loop der bevolking.
Op uit11. December 1868 bedroeg de bevolking
der provincie 334,701 mannen en 357,453 vrou
wen: totaal 692,154; en is zij alzoo sedert de
laatste lOjarige volkstelling op uit". December
1859, toen bedragende een totaal van 619,380,
vermeerderd met een totaal van 72,774 personen.
In 1868 was het totaal der geboorten 29,035. De
levenloos aangegevenen niet medegerekend be
droeg de sterfte op de 10,000 personen van iedere
kunne in de gemeenten boven de 10,000 zielen
in 1868 304 mannen en 261 vrouwen, en bene
den de 10,000 zielen 285 mannen en 264 vrouwen.
Als komende uit eene andere gemeente in
deze provincie zijn ingeschreven in de bevol
kingsregisters der gemeenten boven de 10,000
zielen, 8489 en beneden de 10,000 zielen IS,717
personen.
Als vertrokken naar eene andere gemeente in
deze provincie zijn afgeschreven, in de gemeen
ten boven de 10,000 zielen 8141 en beneden de
10,000 zielen 19,242 personen.
De vestiging uit gemeenten in andere provin
ciën, uit de koloniën van den staat of uit den
vreemde, bedroeg in de gemeenten boven de
10,000 zielen 7197, en beneden de 10,000 zielen
5418 personen, waartegen naar gelijke plaatsen
zijn vertrokken uit de gemeenten boven de 10,000
zielen 5831 en uit die beneden de 10,000 zielen
4454.
Het getal huwelijken bedroeg 5420; het getal
echtscheidingen 47; scheidingen van tafel en
bed 6.
Als landverhuizers zijn vertrokken 283 personen,
waaronder 68 mannen, 14 vrouwen en 201 kin
deren. In 1867 bedroeg dit 317 personen.
II. Bestuur en regeling van het Provinciaal
Huishouden.
De verdeeling der provincie in hoofd- en on
derkiesdistricten heeft in 1868 geene verandering
ondergaan.
III. Huishouding der Gemeenten.
Het aantal kiezers voor leden van den ge
meenteraad bedroeg 28,480, dus 246 meer dan in
1867.
Door de gemeentebesturen zijn afgekondigd
125 plaatselijke verordeningen, tegen wier over
treding straf is bedreigd. Geene verordeningen
of bepalingen daarvan zijn, op grond dat zij in
strijd waren met de wet of met het algemeen
belang, door Gedep. Staten vernietigd.
De toestand der begraafplaatsen is over het
algemeen goed.
Ter gelegenheid van de internationale tentoon
stelling te Amsterdam is aan de dagbladen on
derstaande missieve verzonden
„Het hoofdbestuur der Vereeniging ter bevor
dering van Fabriek- en Handwerksnijverheid in
Nederland, heeft aan de regelings-commisie ver
zocht de vertegenwoordigers der pers in de ge
legenheid te stellen, gemakkelijk hunne moeilijke
taak met betrekking tot de tentoonstelling ten
uitvoer te brengen.
Het hoofdbestuur stelt er prijs op, dat niets
worde nagelaten wat aan de wenschen der pers
te gemoet kan komen.
Ter voorkoming van misverstand vertrouwt
het hoofdbestuur dan ook, dat de pers het
hoofdbestuur van hare wenschen of aanmerkingen
niet onkundig zal laten."
Donderdag, 26 Augustus a. s. zal aan het mi
nisterie van binnenl. zaken ten behoeve der
staatsspoorwegen worden aanbesteed: het maken
der buitenhaven binnendijks te Vlissingen, met
daar langs trekkenden bazaltkaden en verdedi-
gingswerkeu, en van een gedeelte van het stati
ons- en haven-emplacement benevens het leveren
en stellen van twee Due d'alven nabij de dub
bele schutsluis aldaar.
In het vierde artikel over de opvoeding der
Nederlandsche Vrouw maakt het Vaderland hoofd
zakelijk eene vergelijking tusschen hetgeen voor
de opleiding der jongens en dat wat voor die dei-
meisjes wordt gedaan. Het blad geeft een pro
gramma aan voor het onderwijs, dat aan de
meisjes verstrekt moet worden, en eindigt dan
Het 16jarige meisje zal (wanneer het onderwijs
zóó is ingericht) tot eene Nederrlandsche jonk
vrouw gerijpt zijn, die voor hare zusteren in
den vreemde niet behoeft te blozen.
Laat de scholen van meer uitgebreid lager
onderwijs voor meisjes den weg opgaan, dien de
jongenskostscholen op den spoorslag der Hoogere
Burgerscholen zijn ingeslagen.
Een Rotterdamsch correspondent van het Alg.
Dagbl. van Nederland zegt omtrent de wegvoering
van Lamb o. a.
„We willen hopen, dat dit geschil geen casus
belli zal worden. Maar het is te wenschen, dat
Engeland eindelijk zal inzien, dat de tijd der
zoogenaamde vrijplaatsen voorbij is en een mis
dadiger, al is hij op vreemd grondgebied, even
strafbaar is als op zijn eigen. Wij hebben toch
met bijna alle landen tractahen tot uitlevering
en zouden die zeker ook al lang met Engeland
hebben gehad, zoo de Engelsche wetten zich daar
niet tegen verzetten. Verzetten ze er zich niet
tegen, dan behoefde de politie niet dergelijke
kromme wegen te bewandelen, om hare roeping
te volbrengen en der justitie de hand te reiken."
In de eerste helft der maand Juni zijn aan het
postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven,
die wegens onbekendheid der adressanten niet
bezorgd zijn kunnen wordenW. Eebeltjes, J.
Schoor, A. Falter, J. J. Bounian, L. Gerards, J.
Pierze, J. D. W. Koch, allen te ArasterdamJ. Mul
der te Assen; Mej. J. H. Roelofs te Delft; C.Co-
zijn, voor Mietje Cozijn, te Goudsche Sluis; Van
Kuik, Loojerstein, H. E. Teunissen, allen te's-Gra-
venhage; Van der Burg te Hardenberg; A. Ver
sluis te Harlingen; Mej. S. Mesquita te Hellevoet-
sluis; H. v. d. Henst te Leeuwarden; Timp te
Leiden; M. v. Leeuwen, huisvr. van K. Boon, te
Leidschendam; C. Leupe te Nieuwediep; C. Raay-
makers te Nijmegen; C. J. De Jong te Oudezijl;
S. Verwey Az. te Overschie; M. W. Verschueren
(2 stuks) te Tilburg; Weijer, J. Godefroy, beiden
te Voorschoten; Wed. Puntman te Zutfen.
Met diep leedwezen vernemen wij het overlijden
alhier van een man, die, met roem in het buitenland
bekend, een sieraad mocht heeten van de weten
schap in ons midden. Heden Donderdag-avond ont
sliep in het ziekenhuis alhier Dr. L. J. F. Janssen,
conservator aan het rijksmuseum te Leiden. Vroe
ger leeraar bij de Hervormden te Neêrlangbroek
verwierven zijne verdiensten als beoefenaar van
Germaansche archeologie eene vermaardheid, die
hem zijne thaus bekleede betrekking terecht deden
waardig achten. Hij was lid van de Koninklijke
Academie van Wetenschappen, alsmede van onder
scheidene binnen- en buitenlandsche genootschap
pen, die zijne kunde, zijn scherpzinnigheid en
zijne vlijt in hooge eer hielden. Zijne vele vrienden
verliezen in hem een waardig, bescheiden en
hoogst beschaafd vertegenwoordiger van die soort
van kennis, welke niet vele beoefenaars in ons
midden telt. Zijne dienstvaardigheid en weten
schappelijke ijver zullen hem bij allen, die den
beminnelijken man hebben gekend, in onvergan
kelijk aandenken doen blijven. (N. R. C.)
Onder de vele gelegenheden tot uitspanning,
die Leidens burgerij bij de aanstaande kermis
worden aangeboden, verdient voorzeker die te
worden genoemd, die de ondernemer van het
koffiehuis „de Paauw" op den Nieuwen Rijn, heeft
opengesteld. Het is den heer Keuls mogen ge
lukken een uitstekend gezelschap Fransche, Duit-
sche en Hollandsche artisten te engageeren, die,
gesteund door het beroemde Mannen quartet van
de Hoogduitsche opera te Rotterdam, zich op
eenige soirée's en matinée's zullen doen hooren.
Een bezoek aan „de Paauw" kunnen wij dan
ook allen kermisgangers aanraden, die een aan
genaam uurtje in een goed lokaal willen slijten.
Hedennamiddag te ongeveer halfdrie had een
dienstbode het ongeluk aan de Oude Cingel in het
water te vallen, en werd daaruit met moeite
door een der omstanders gered.
DE VELDWACHTER VAN LATERVEER.
novelle van
n. KOOPMANS VAN BOEKEREN.
(Vervolg).
De zaak wordt crimineel, dat spreekt als een
boek. Wat of die jongen toch tegen dien Stuif-
hemel mag hebben; want ik hoor, dat zij
vroeger ook al eens standjes gehad hebben!
Als ik nu den jongen Stakkers maar thuis ge
vonden hadOf dat was wel te verwachten 1
Maar wat het ergste, wat allervreeselijkst is, het
is die verwenschte comedievertooning, die mij
nu belemmert om ferm handelend op te treden.
Want ik durf nu niet als getuige optreden; ik
durf niet eenmaal naar den burgemeester gaan
om te vertellen, wat ik weet, want dan mocht
het eens uitkomen, dat ik met den dokter zulk
een klucht vertoond heb. 't Is verschrikkelijk
zoo lijdelijk in het geval te moeten zijn. Ik mag
nog waarlijk van geluk spreken, dat de dren
keling pas weer bijgekomen is, toen de dokter
en ik beiden onze vermomming hadden afgelegd,
maar dat neemt niet weg't is een allerne-
teligste zaak, waarin wij door onze kwajongens
streken zijn gebracht. Als de dokter zich zeiven
en mij maar niet verklapt!"
Onder zulke overleggingen en alleenspraken
vervolgde Andries Kok met drift zijnen weg.
Ruim een uur te voren was Jan Stakkers
langs denzelfden weg gegaan. Nadat de jonge
ling toch, ontwakende uit de koorts van woede
en wraakzucht, tot zich zeiven gekomen was,
had hij aanstonds besloten, zich vrijwillig als
moordenaar van den heer Stuifhemel aan te ge
ven. Met dat plan was hij den weg naar Later-
veer ingeslagen, en klopte aan de huisdeur van
Andries Kok.
Vrouw Kok en hare dochter zaten nog samen
aan de tafel, want vader had bij het uitgaan
gezegd, dat hij groot elf uren weer thuis kwam.
Toen zij nu tegen elf uren iemand aan de deur
hoorden, riep Grietje vroolijk: „Ha! daar zal va
der al wezen; dat valt nog wat meel" Te gel ij
ker tijd stond het meisje op, legde haar naaiwerk
neer, en ging heen om de deur te openen.
„Ha, ben je daar al, vader?" riep zij vroolijk.
Maar op hetzelfde oogenblik ontdekte zij hare
dwaling, en zeide eenigszins verschrikt: „Och,
ik meende dat het vader was."
„Neen, ik ben het, Grietje!"
„Lieve tijd, Jan, ben jij het?"
„Ja, is je vader niet thuis
„Neen, maar hij kan ieder oogenblik komen
loop er maar even in."
Jan voldeed aan die noodiging, en trad in de
kamer.
Vrouw Kok, die nog iets meer was dan een
plat boerenmensch, brandde in haar huiskamer
een groen spaarlampje met wit porseleinen bol,
en de verlichting was daardoor nog wel niet
prachtig, maar tocli veel beter dan bij de
boeren, waar niets dan een koperen keuken
lamp gebruikt werd. Maar al had er slechts
een flauw brandende kaars op de tafel gestaan,
ook bij haar schijnsel zou ieder dadelijk gezien
hebben, dat het voorkomen van Jan Stakkers
niet gewoon was. Zijne wangen waren zoo
bleek, en hij keek zoo verwilderd uit de oogen,
dat vrouw Kok dadelijk uitriep: „Jongen, wat
mankeert je? wat zie je er akelig uit!"
„Och, Jan, wat is er?" stamelde Grietje.
„Blijft Andries nog lang uit?" vroeg Jan op
doffen toon.
„Hij zal wel gauw komen," verzekerde vrouw
Kok. „Wat heb je hem te zeggen?"
„Hij moet mij gevangen nemen."
„Gevangen nemen?" riep Grietje, „wat meen
je toch?"
„Toe, jongen," riep moeder Kok, „zeg dan
toch: wat is er?"
„Ik heb een man vermoord: ik geef mij vrij
willig over."
„Gij een man vermoord?" gilde Grietje, „neen,
dat is niet mogelijk, maar gij zijt niet wel, gij
moet eens drinken, Jan."
„Het is verschrikkelijk," stamelde vrouw Kok.
„Ja, verschrikkelijk!" herhaalde Jan, terwijl
hij een kommetje met water, door Grietje aan
geboden, aan de lippen bracht; „het is verschrik
kelijk, maar de maat was vol; zij liep over. Al
les kwam te zamen, en hij had het immers ver
diend; de ellendeling!
„O, zeker," fluisterde Grietje hare moeder toe,
„hij is niet wel, niet wel bij het hoofd." En zich
tot Jan weer wendende: „Toe drink nog maar
eenswaar kom je vandaan, Jan?"
„Van de Kloosterbrug; daar heb ik hem te
pakken gekregen, en hem in de vaart neerge-
slingerd."
„Maar wien dan toch?" vroeg Grietje met
angstig voorgevoel,