N°. 2898.
Vrijdag
A°. 18C9.
23 Juli.
Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
LËIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN.
Voor iederen regelj 0.15.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 22 Juli.
De vereeniging Voorwaarts hield gisterenavond
haar eerste gewone bijeenkomst in het Hotel
den Burg, welke bijeenkomsten geregeld eiken
derden Woensdag van iedere maand zullen ge
houden worden. In deze eerste bijeenkomst is
vastgesteld een vroeger reeds besproken regle
ment en vervolgens overgegaan tot de keuze van
een bestuur. Daarna is besloten om bij de her
stemming de verkiezing te bevorderen van de
Heereu
J. VAN HEUKELOM Ja.,
Mn. P. C. LEZWIJN,
W. PLEITE, en
H. P. J. VAN WENSEN.
Eindelijk werden nog eenige namen genoemd
welke aan de kiesvereeniging het Algemeen Be
lang zullen worden opgegeven, met uitnoodiging,
om daarvan gebruik te maken bij de keus van
een candidaat in plaats van den heer S. A. Meer
burg; daarvoor werd in de eerste plaats ge
noemd de heer
Dr. G. W. A. PLAAT
Ieder kiesgerechtigde in de gemeente Leiden
kan lid der vereeniging worden door ondertee-
kening van het reglement, waardoor men ver
klaart vrijzinnige beginselen voor te staan en
te zullen helpen bevorderen. Niet-kiesgerechtigden,
die den ouderdom van 23 jaar bereikt hebben, kun
nen met toestemming van de meerderheid der
kiesgerechtigde leden, ook lid der vereeniging
worden.
De vereeniging telt thans ongeveer 50 leden.
Van wiens niet-herkiezing gisteren verzuimd is melding te
maken. Mr. J. Oc Wal, die 415 stemmen bekwam, werd gekozen,
terwijl Dr. G. \V. A. Plaat 868 stemmen verkreeg. Red.
Het Vaderland zet zijne beschouwingen over de
Opvoeding der Ned. Vrouw voort. In het derde artikel
over dat ^onderwerp stelt het de Pruisische
schoolmeesters en de inrichting van het onderwijs
in Pruisen ten voorbeeld; in dat artikel haalt
het blad verscheidene scholen in Duitschland,
met name in Pruisen aan, waar, zonder dat het
onderwijs in vreemde talen verzuimd wordt, dat
in de Duitsche toch bovenaan staat. Wijzende
op het onderwijs in de natuurwetenschappen, dat
op de Duitsche meisjesscholen algemeen wordt
gegeven, zegt het blad, dat dit hier te lande bijna
geheel wordt gemist. Wel is er eenige verbete
ring gekomen sedert de wet de „beginselen van
de kennis der natuur" onder de leervakken heeft
opgenomen; maar 't is ook niet meer dan een
beginsel van verbetering. Of wij dan, gelijk Vi-
tringa vreest, „heil zoeken in bijna uitsluitende
oefening van 't verstand en in practische weten
schappen: in wiskunde en natuurkundige vakken?"
Niets minder dan dit. De vrouw blijve vrouw,
en niet daar ligt de kracht der vrouw. Niet op-
eenhooping van kennis, maar vorming van het
zedelijk karakter en gewennen aan helderheid
van denken is, gelijk Bethuiann-Hollweg bijzijn
wetsontwerp verklaarde, het doel van het on
derwijs der vrouw, en ernstig heeft men zich te
wachten voor overlading van het leerplan en
schadelijke overspanning der leerlingen. Maar
ook de natuurwetenschap heeft een verheffende
en veredelende kracht; zij verruimt den blik; ze
is door haar aanschouwelijkheid voor vrouwen
uitnemend geschikt; ze lost menig raadsel op,
dat zich telkens aan de vrouw opdringt. En zal
de vrouw zelf kind van haar tijd zijn, en haar
eigen kinderen opvoeden voor haren tijd, dan
humanitair blijve altoos het onderwijs, dat ze ge
niet maar geheel vreemdeling mag ze niet zijn
op het gebied van de wetenschap der natuur.
Door het Fransche ministerie van Landbouw
en Koophandel is het volgende bekend gemaakt
„In Sicilië is door den heerschenden veetyphus
de veestapel met ruim 300,000 stuks verminderd.
Dientengevolge ontbreekt het er aan den noo-
digen mest voor den landbouw en is de prijs van
het vleesch tot eene buitensporige hoogte geste
gen. Te Palermo, eene stad van 200,000 zielen,
worden nauwelijks 20 ossen daags geslacht, waar
van nog een gedeelte voor de troepen en de hos
pitalen bestemd is. Alleen door ruimen invoer
kan in de klimmende behoefte voorzien worden,
en de handel kan dus zoowel voor vee als voor
vleesch op een ruimen en voordeeligen afzet in
Sicilië rekenen." (Staats Courant.)
De Times bevat met betrekking tot de zaak van
Lamb o. a. het volgende uit Bristol:
„Het is zeer waarschijnlijk dat de gevangen
neming van Lamb toch ten slotte geheel vruch
teloos zal blijken, daar ten stelligste wordt, ver
wacht dat het Nederlandsche gouvernement de
uitlevering van den beschuldigde zal eischen,
aangezien de middelen, die tot de inhechtenis
neming zijn gebezigd, zeer gelaakt worden. Lambs
vrouw is met vijf kinderen te Rotterdam ach
tergebleven, en indien het Nederlandsche gouver
nement ten gunste van Lamb zijne tusschenkomst
verleent, zal dit vooral te danken zijn aan de
rechtmatige klachten van mrs. Lamb over de
onwaardige en onwettige middelen, die gebezigd
zijn om hem van het Nederlandsch grondgebied
te verwijderen."
Volgens de Independence Beige heeft Nederland
reeds bij het Engelsche gouvernement eene klacht
over de schending van zijn grondgebied ingediend.
De verhouding tusschen de afgescheiden ge
meente te Haren en haar predikant schijnt zeer
gespannen te zijn.
Naar wij van een ooggetuige vernemen, werd
de godsdienstoefening Zondag-voormiddag door niet
meer dan vier a vijf personen bijgewoond, waar
onder een deurwaarder en veldwachter, om den
predikant tegen eene mogelijke aanranding zijner
gemeentenaren te beschermen. Kerkelijke auto
riteiten en gemeente bevonden zich wel buiten
maar niet in de kerk.
's Middags ontbraken ze weer, maar de kerk
was vol nieuwsgierigen van andere gezindten.
Zoo men zegt, moet de gemeente zich zeer
beklagen over handel en wandel van haar herder
en leeraar. (A. C.)
Men verneemt dat Z. H. PiusIX, door tusschen
komst van den pauselijken internuntius, Mgr.
A. Bianchi, te 's-Hage, eene gift van 51)0
heeft gegeven ten behoeve der door hongersnood
noodlijdenden op het eiland Aruba, in onze West-
Indische koloniën.
Hedenmorgen ongeveer te 9 uren viel een jongen
van 8 jaar inden Nieuwen Rijn over de Heeren
gracht. Door spoedige hulp van twee knechts
(Poptie en Tegelaar) der fabriek van de HH. Par-
mentier, werd de jongen bijtijds gered.
Z. M. de Koning heeft hedenmorgen te half-
vijf de residentie verlaten, ten einde zich naar
het Loo te begeven.
De audiëntie van den minister van binnen-
landsche zaken zal op aanstaanden Zaterdag den
21"»" Juli niet plaats hebben.
Z. M. heeft aan C. Van de Beek te Harmeien, H.
M. Stijllen en J. C. H. Van den Dijck, beiden te
Maastricht, S. Van der Wal te Bakhuizen, gemeente
Gaasterland, E. Gustenhoven en T. Horvers, beiden
te Tilburg, en C. Oomen te Ulvenhorst, gemeente
Ginneken, vergunning verleend tot het aannemen
en dragen van het kruis „Fidei et Virtuti," en bo
vendien aan H. M. Stijllen de gouden medaille 3de
grootte, welke eereteekenen hun door den paus ge
schonken zijn.
Z. M. heeft aan den Europeeschen fuselier dei-
infant. van het leger in Ned. Indië J. Oehlman, als
blijk van goedkeuring en tevredenheid wegens het
met levensgevaar redden van een inlandschen fu
selier uit de rivier Barabei ie op 4 Maart jl., de
bronzen medaille en een loffelijk getuigschrift verl.
Z. M. heeft aan Jhr. Mr. W. M. De Brauw, Ned.
commissaris bij het teSt.-Petersburggehouden con
gres van kruid- en tuinbouwkundigen, te 's-Gra-
venhage, vergunning verleend tot het aannemen
en dragen der versierselen van ridder der orde van
St.-Stanislaus, 2de klasse, hem door Z. M. den kei
zer aller Russen geschonken.
Z. M. heeft aan Dr. N. W. P. RauwenkifF, Ned.
commissaris bij het te St.-Petersburg gehouden
congres van kruid- en tuinbouwkundigen, te Rot
terdam, vergunning verleend tot het aannemen en
dragen der versierselen van ridder der orde van
St.-Stanislaus der 3de klasse, hem door Z. M. den
keizer aller Russen geschonken.
Z. M. heeft aan den heer J. H. Krelage, voorzitter
deralgemeene vereeniging van bloembollen-cultuur
te Haarlem, vergunning verleend tot het aanne
men en dragen der versierselen van ridder der orde
van St.-Anna 3de klasse, hem door Z. M. den keizer
aller Russen geschonken.
Z. M. heeft tot rector magnificus aan de hooge-
school te Groningen voor het academiejaar 1869
1870 benoemd den hoogleeraar B. D. H. Teilegen.
Z. M. heeft benoemd tot plaatsvervangend kan
tonrechter te Groningen Jhr. Mr. P. J. Van Swin-
deren, advocaat aldaar.
Z. M. heeft verleend de volgende pensioenen, als
aan: D. Van Hoytema, secr.-gen. bij het dep. van
fin., 3413; J. X. Hoff, comm. 2de kl. bij 's rijks bel.,
351H. Roelofs, zich noemende en schrijvende
Van der Hoogt, idem 3de kl., ƒ304; P. of P. J. Jan
sen, cond. der brievenm. langs den Rijnspoorw.
ƒ184; J. of J. M. Liepnik, iandm. lste kl. bij het
kadaster, ƒ691; J. M. Van Hoensbergen, postbode,
ƒ123; J. C. Petri, comm. lste kl. bij's rijks bel.
441; C. J. G. Van der Toorn Vrijthoff, comm. 3de
kl. ƒ286; G. Gerrits, zich noemende en schrijvende
Maneschijn, coinin. 3de kl., 2JS; M. Rijnbrand,
brievengaardster, 74; G. L. Bruist, comm. Isle kl.
bij 's rijks bel., 483; J. Jorissen, comm. lste kl. bij
'srijks bel., ƒ465; C. Stadhouders, comui. lste kl.
bij 's rijks bel., 339; E. J. Scheller, minderj. doch
ter van wijlen M. J. Schefters en haar vooroverle
den echtg. J. M. Scheffer, onder voogdij van J. Pla-
nye te Haarlem, in leven comm. bij 's rijks bel.,
89; M. Van der Bom, wed. van P. Sluiers, in leven
commies 2de kl. bij 's rijks bel., 138; IC. J. Over-
diep, brievengaarder, 64.
Amsterdam, 20 Juli. Het prov. gerechtshof heeft
lieden J. Ton schuldig verklaard aan moedwillige
brandstichting in een bewoond gebouw, waarbij
gevaar voor uienschen levens te voorzien was, en
hem deswege veroordeeld lot de doodstraf, uit te
voeren binnen Alkmaar.
Amsterdam, 21 Juli. Bij de heden alhier plaats
gehad hebbende verkiezing voor leden van den ge
meenteraad bekwamen 14 kandidaten de volstrekte
meerderheid, terwijl slechts 13 plaatsen waren
te vervullen: de HH. A. Beeloo, L. A. Bienfait,
Mr. E. Boas, Mr. J. R. Oorver Hooft, Mr. B. H.
M. Driessen, P. Sinidt van Gelder, P. H. Holtzuian,
Mr. J. C. De Koning, Mr. H. L. M. Luden, Mr.
S. A. Veiling Meinesz, D. Mendes, P. N. Muller,
Mr. E. N. Rahusen, Mr. C. J. A. Den Tex, H.
M. De Vries en Mr. J. J. Teding van Berkhout.
Rotterdam, 20 Juli. In de vooruiiddaggodsdienst-
oefening der Ned. Herv. gemeente alhier, werd
Zondag 11. bekend gemaakt, dat bij de regenten
der diaconie-scholen de 12,000 ontvangen waren,
die nog ontbraken aan de vroeger toegezegde
ƒ30,000 voor het bouwen eener nieuwe diaconie
school. De onbekende edele gever of geefster
voegde er ƒ1000 bij ten behoeve der diaconie.
Voorschoten, 21 Juli. Van de 124 kiezers alhier
zijn er opgekomen 70 ter verkiezing van 3 leden
voor den gemeenteraad. Van onwaarde zijn ver
klaard 2 stemmen als uitgebracht op ledeu van
den raad. De aftredende leden zijn alle herko
zen, als: de heeren W. E. H. Van der Horn van
den Bos met 55, J. Duivenvoorde met 57 en A.
J. Straathoff met 45 stemmen de overige stem
men waren zeer verdeeld.
Voorhout, 21 Juli. Voor de verkiezing van
leden van den gemeenteraad zijn ingekomen 20
stembrieljes, waarvan er éen van on waarde werd
verklaard.
De aftredende leden H. Romijn, A. Prins en
T. Raaphorst werden met 19 en 18 uitgebrachte
geldige stemmen als zoodanig herkozen.
DE VELDWACHTER VAN LATERVEER.
novelle van
R. KOOPMANS VAN BOEKEREN.
(Vervolg).
„Ja, ja," roept hij tot den anderen persoon, die
hem op zijne schreden volgt, „het moet hier
zijner moet iemand in het water gevallen
zijn, ik heb daar straks nog van dezen kant het
noodgeschrei hooren komen, ja, het plassen van
het water bespeurd. Daar, daar zie ik weer be
weging in het water. Weg met die vodden, help
mij toch van dat ellendige pak af!" en met for-
sche rukken trok en scheurde onze Andries de
kleeren af, die hem in het zwemmen zouden be
lemmeren, begaf zich toen onmiddellijk te water,
en zwom in de richting, waar hij straks eenige
beweging bespeurd had. Daar dook hij onder,
en zocht, en zocht nogmaals, en ja, daar stoot
hij tegen een lichaam, dat echter reeds bewe
gingloos was. Nog éene poging en het gelukt
hem den drenkeling te grijpen, en nu met alle
inspanning van krachten weer voortz wem mende
sleept hij den ongelukkige aan den oever.
„'k Geloof, dat wij te laat gekomen zijn," sprak
de veldwachter op somberen toon.
„Laat ons zien!" riep de dokter en knielde
bij den drenkeling neer. „Het is Stuifhemel."
„O, dat komt van die vervloekte grappen!"
gromde Andries.
„Stil nu, Andries; vloek en grom nu niet, maar
laat ons zien, of wij de levensgeesten weer kun
nen opwekken."
„Ziet ge dan niet? de man is dood.... het
is verschrikkelijk!"
„Neen, ik heb goeden moed; wacht maar.
Juist houd hem zoo. Zooja, ik voel zijn
pols nog; het leven is er nog niet uit."
„Zou het wezenlijk waar zijn?"
„Ja, ja, wij redden het ziet ge wel?Hij
leeft nog hij is behouden!"
„Nu nog éen oogenblikje, en dan dragen wij
hem te zamen naar mijn huis."
Inderdaad, het gelukte dokter Hessels door
zijne ijverige pogingen den drenkeling weer in
het leven terug te roepen, en spoedig daarna
werd Stuifhemel door de beide mannen naar
des dokters huis gedragen, waar hij weldra tot
het volle bewustzijn terugkwam, en verder be
hoorlijk verpleegd werd.
XVII. een nacht van bange zorgen.
Volgens berekening van vrouw Stakkers kon
haar zoon tegen negen uren van den Geuzen-
burg weer te huis komen. Doch het werd negen
uren, tien uren, maar Jan kwam niet thuis. De
angst der arme weduwe klom met ieder oogen-
blik. Ze was gewoon, dat Jan altijd regelrecht
van den Geuzenburg naar huis ging, en zich
nooit in herbergen of kroegen ophield.
Daarom moest er iets bijzonders gebeurd zijn.
Ja, hem was zeker een ongeluk overkomen.
Tienmalen stond zij op, en opende de voordeur,
om te luisteren of Jan er ook aankwam, maar
het was alles stil in het dorp, en vrouw Stak
kers hoorde geen ander geluid dan den wind, die
takken en stammen deed buigen en kraken. Eens
dacht zij er over, zelf naar den Geuzenburg te
gaan, oui daar narichten in te winnen, maar zij
kon toch hare andere kinderen niet alleen thuis
laten; en buitendien, wat zou het haar baten?
De oude hangklok sloeg halfelf, en nog was
Jan niet teruggekeerd. „Ach, God 1" kermde de
weduwe, „ik weet geen raad meer; de jongen
is stellig a'erongelukt: wat moet ik beginnen?"
„Wat is er toch moeder?" riep een fijn stem
metje, dat uit de bedstede kwam.
Het was Jansje, het elljarige dochtertje van
vrouw Stakkers.
„Och niets, mijn kind!"
„Maar Avaarom schreit u dan zoo, moeder? Is
er iets met Jan gebeurd?"
„Ik weet het niet, lieve kind. Jan is nog niet
tehuis."
„Hé! wat waait het moeder; hoor de wind
eens in den schoorsteen bulderen."
„Ja mijn kind, maar ga gij nu maar slapen!"
„Och moeder, ik kan niet slapen."
„Kom, probeer het maar eens, mijn kind; dan
moet ge maar eens een versje opzeggen, dat
helpt wel."
„Een versje moeder, welk versje?"
„Och, wat ge maar wilt; zeg b.v. maar eens
op, wat gij voor den domiué geleerd hebt."
„Hardop moeder?"
„Neen, lieve kind, zachtjes."
„Och, laat het uiij maar eens hardop voor u
opzeggen."
„Nu goed, Jans, maar dau ook gaan slapen,
hoor!" En Jansje zei met dat eigenaardig ge
dreun, waarmee kinderen hun versjes opzeggen,
maar toch met een duidelijke stem: