N°. 2889.
Dinsdag
A°. 1869.
13 Juli.
Feuilleton van liet „Leidscli
Dagblad".
I.EIDSCII
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
A FinnHorliil-a \7nmmflrc I) lln
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTlttN.
Voor iederen regel•.lé.
Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 12 Juli.
In den Delftschen Gemeenteraad is Vrijdag een
adres van 85 ingezetenen ingekomen, met het
verzoek, dat ook ongevaccineerde kinderen zullen
mogeu toegelaten worden op de openbare scholen.
Terwijl reeds vroeger bij den raad een derge
lijk adres was ingekomen, en er toen een motie
was aangenomen om daarop over te gaan tot
de orde van den dag, is in deze zitting een gelijke
motie verworpen met 10 tegen 8 stemmen. Over
het voorstel van den Voorzitter, daarna in stem
ming gebracht, om het request in handen te
stellen van een speciale commissie, hebben daarop
de stemmen gestaakt zoodat de beslissing tot
een volgende vergadering is verdaagd.
Dit onderwerp heeft werkelijk een algemeen
belang, daar in de meeste Gemeenten de bepa
ling wordt aangetroffen, dat ongevaccineerde kin
deren de openbare scholen niet mogen bezoeken.
Naar ons inzien nu hebben de adressanten
geen ongelijk. Vooraf echter een opmerking.
Het adres zelf hebben wij niet gezien. Het is
evenwel een erkend feit, dat de bezwaren te
gen het vaccineeren juist, zoo niet alleen, dan toch
bijna uitsluitend, gevonden worden bij de ortho
doxen, wegens hun godsdienstig gevoel. Het
eerste, bij den Raad van Delft, ingediend adres
van gelijke strekking, dat in het Weekblad
voor de Burgerlijke Administratie is opgenomen,
verklaart ook uitdrukkelijk, dat het adressants
godsdienstig gevoel is, dat hem verbiedt zijne
kinderen te doen vaccineeren. Al mogen er dan
ook onder de 85 adressanten wellicht enkele
zijn, die bezwaren van anderen aard hebben, het
meerendeel zal ongetwijfeld wegens godsdienstige
bezwaren hunne kindereu niet hebben laten
vaccineeren. Nu is het dunkt ons een verblijdend
verschijnsel, dat naast al de grieven die er tegen
de openbare school worden geopperd, juist van
orthodoxe zijde, wij hier, ook van die zijde, een
bewijs hebben, welken prijs verscheidene er (och
op stellen dat hunne kinderen de openbare school
zullen bezoeken.
De vraag zelve is reeds meermalen bespro
ken. Al zijn wij ook groote voorstanders van de
vaccine, en al meenen wij dat het een onder
werp is, waaromtrent eene regeering zeer veel
behoort te doen, zoo achten wij toch de gemeente
besturen onbevoegd om te bepalen, dat ongevac
cineerde kinderen niet op de school zullen worden
toegelaten. Wel zegt de wet, dat de gemeente
besturen verordeningen mogen maken, die in
het belang der gezondheid worden vereischt;
deze zullen echter steeds in het belang van het
algemeen moeten gemaakt worden. De bepaling
dat ongevaccineerde kinderen niet op de openbare
school worden toegelaten is een zorg niet voor
het algemeen, maar voor het individuwant welk
nadeel ondervinden de andere kinderen er van,
wanneer zij naast een ongevaccineerd kind op
de schoolbanken zitten P
Deze stelling willen wij in een volgend arti
kel nader toelichten.
n
De internationale tentoonstelling te Amsterdam
zal Donderdag te 12 uren namens Z. M. den Ko
ning door Z. K. H. Prins Hendrik worden ge
opend. Z. K. H. zal ook aan het diner in het
Park deelnemen.
Heden middag heeft de Gemeenteraad eene ver
gadering gehouden. Zij werd bijgewoond door de
heeren: Van den Brandeler, Hubrecht, Van Wens-
sen, Driessen, Van Outeren, Van Heukelom, Tich-
ler, Cock, Du Rieu, Scheltema, Le Poole, Rutgers,
Tieleman, Goudsmit, Harteveld en Hoog.
De Voorzitter las vóór eene bij hem ontvangen
missive waarbij Dr. C. W. H. Van Kaathoven
kennis geeft, dat hij zijn ontslag neemt als lid
van den raad.
De verkiezing tot vervulling dezer vacature is
bepaald op Dinsdag 20 Juli, te gelijk met de
andere verkiezingen.
Daarop las de voorzitter een gelijke missive
voor van den heer Meerburg. Aangezien deze
te laat is ingekomen, zal de verkiezing voor een
lid, in zijne plaats, later bepaald worden.
Het hoofdbestuur der Vereeniging ter bevorde
ring van fabriek- eu handwerksnijverheid in Ne
derland brengt ter kennis van alle inzenders
voor de tentoonstelling, dat zij, die aan het diner
op 15 Juli, te 6 uren in het Park te Amsterdam,
tegen 15 per couvert, met inbegrip van den
wijn, wenschen deel te nemen, zich voor Dins
dag, 13 Juli e. k. moeten aanmelden bij den heer
Cl». Boissevain, Heerengracht, te Amsterdam.
De plaatselijke commissie alhier der Vereeniging
tol Bevordering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid
vestigt bijzonder de aandacht op de in ons num
mer van 9 dezer vermelde prijsvragen, uitge
schreven respectievelijk door de Firma de Ijzer
gieterij „de Prins van Oranje" en de Vereeniging
tot onderzoek naar de middelen ter verbetering
van den gezondheidstoestand der gemeente 's-Gra-
venhage, en spoort tot krachtige mededinging
aan ter beantwoording dier beide zoo belangrijke
quaestiën.
De heer H. C. Rogge heeft het beroep als leeraar
bij de Remonstrantsche gemeente alhier aange
nomen.
Bij circulaire van 7 Juli j. 1., heeft de commis
saris des Konings in de prov. Zuid-Holland aan
de gemeentebesturen te kennen gegeven, dat
krachtens art. 7, in verband met art. 27 en 228
der wet van 29 Juni 1851 (Stbl. n°. 85), op den
derden Dinsdag der loopende maand moet plaats
hebben de gewone verkiezing van raadsleden, ter
vervulling der plaatsen van hen, die, naar den
bestaanden rooster op den eersten Dinsdag der
maand September moeten aftreden.
Tengevolge van de zittingen der Eerste Kamer
van de Staten-Generaal, zullen de ministers van
financiën en oorlog, Woensdag en Donderdag a. s.
geene audiëntie verleenen.
Bij koninklijk besluit is bepaald dat de genees
kundige, dien burgemeester en wethouders voor
de doodschouw aanwijzen, bij de aanvaarding
dier bediening, overeenkomstig de wijze zijner
godsdienstige gezindte, den navolgenden eed (be
lofte) aflegt: „Ik zweer (beloof) dat ik, als ge
neeskundige belast met de doodschouw, de ver
klaring, bedoeld in art. 4, alin. 4, der wet van
10 April 1869 Staatsblad N°. 65), niet zal afgeven
dan na mij naar behooren van het overlijden
overtuigd te hebben."
De Maatschappij „de Taal is gansclt het Volk"
van Gent heeft besloten zich aan te sluiten aan
het aanstaande Taal- en Letterkundig Congres,
dat dit jaar te Leuven zal gehouden worden. Zij
zal er vertegenwoordigd worden door de heeren
Dr. Suellaert, J. Vuylsteke en Max Roose.
De Haagsche correspondent van het „Algem. Dag
blad v. Nederland" meendeden schrijver der Parlemen
taire Portretten gevonden te hebben. Op verschillende
gronden betoogde hij, dat het Mr. P. A. S. Van
Limburg Brouwer moest zijn. Nu blijkt echter
ook deze vondst bedrieglijk te zijn. Want in
het laatste n°. van den „Spectator" verklaart de
heer Brouwer, dat hij evenmin de schrijver van
de Haagsche kroniek in „Het Noorden" is, als
van de beroemde „Portretten."
Aan de Rijks kweekschool voor onderwijzers
te Haarlem is tusschen 6 en 9 dezer het verge
lijkend examen afgenomen van de adspiranlen,
die naar de vacante plaatsen, tien in getal,
dongen. 44 eandidaten hadden zich aangemeld,
van welke 42 deel aan het examen namen. Naar
wij vernemen, zijn de tien volgende eandidaten
door de commissie aan Z. E. den minister van
binnenlandsche zaken ter plaatsing voorgedra
gen: J. Gediking, uit Purmerende; P. Wit, uit
Alkmaar; J. Vissers, uit Dinteloord; C. J. Den
Hollander uit Middelburg; E. J. Van Sonsbeek,
uit Leiden; J. G. Van Santen, uit Voorschoten;
A. G. Van Willigen, uit Kamerik; F. Van Dix-
hoorn, uit Axel; H. R. Hülscher, uit Breukelen,
en L. A. Van Pernis, uit Ooltgensplaat. (Vad.)
In de maand April zijn aan het postkantoor al
hier bezorgd de volgende brieven, naar het bui
tenland, die wegens onbekendheid der adressan
ten niet bezorgd zijn kunnen worden De Wijndt
Aerts te Verviers; A. Schlunk te Munden; J. de
Groot te Londen en J. Bonnet te Parijs.
De heer Dumoulin, jur. utr. doctor, verzoekt het
Vad., naar aanleiding van het omtrent hem ge
melde, mede te deelen, dat hij volstrekt geen zaak
waarnemer is, maar Dr. in de beide rechten,
dat de behandelde zaak niets beteekende, niet
bij de rechtbank behoorde, en dat hij zich
niet beroepen heeft op eerlijkheid of goede trouw,
die boven allen twijfel verheven waren.
Naar men verneemt is Jacob de Vletter, tegen
het arrest van het prov. gerechtshof in Zuid-Hol
land, gisteren gewezen, gekomen in cassatie.
Naar aanleiding van den ongunstigen uitslag
van bet toelatings-examen voor de Kon. Militaire
Academie schrijft het Vaderland: „Die uitslag doet
ons leed voor hen die aldus zijn teleurgesteld,
maar uitnemend genoegen in het belang van
den Staat en van het Nederlandsche leger. Strenge
examens brengen degelijke studie voort, en kunnen
wellicht een eind maken aan het verderfelijke
„klaar maken" voor de Mil. Academie, waarop
maar al te veel kostschoolhouders zich tot nog
toe beroemen. In het eerst veroorzaakt een zwaar
examen een zekeren schok maar in korten tijd
gewent men er aan, en is het eenig gevolg dit,
dat het peil der verkregen kennis rijst. Getuigen
de examens voor O.-I. ambtenaren, die voor
weinig jaren zulk een onvoldoenden uitslag oplever
den, en ditmaal met zoo voortreffelijk resultaat
zijn bekroond."
De plaatselijke gezondheidscommissie te Am
sterdam heeft een stuk door den druk openbaar
gemaakt over de muggenplaag te dier stede in
1868. Men herinnert zich hoe verbazend groot
in de laatste jaren en wel bepaaldelijk in het
vorige jaar het aantal muggen daar was, en te
vens dat de meening vrij algemeen verspreid was,
dat het muskieten zouden zijn, die door een of
ander schip waren aangebracht. Door de onder
zoekingen van de entomologen Snellen van Vol
lenhoven en Verloren is gebleken, dat de ver
meende muskieten niet dan inlandsche mugsoorten
waren. De commissie verklaart het zoo menig
vuldig voorkomen van die dieren in de laatste
jaren, door de aanwezigheid van regenbakken te
Amsterdam, die wegens den aanleg der duinwa
terleiding steeds gevuld en meestal onaangeroerd
blijven. Het water van die bakken was bij on
derzoek over het geheel zoo gevuld met larven
of poppen van muggen, dat men in een glas vol
water duizenden er van kon vinden. De mug
gen vinden in het stilstaande water eene uit
muntende ontwikkelingsplaats, en verlaten dan
door de openingen der bakken of reten der ton
nen hare gepoorteplek. Zoo komen uitéén regen
bak millioenen muggen tot ontwikkeling. De bo
vengenoemde commissie geeft als middel om het
kwaad uit te roeien, het zwavelen der regen
bakken aan.
Men verneemt, dat de natuuronderzoeker Fran
fois P. L. Pollen, te Scheveningen onlangs is be
noemd tot lid van het Bataafsch geoootschap der
Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam,
alsmede tot lid van het Koninklijk instituut van
Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch
Indië en van het Indisch Genootschap, beiden te
's Graven hage.
De luitenant ter zee der 1ste klasse J. H. Coin-
mijs en de luitenant ter zee der 2de klasse L. J.
E. Hajenius, laatst behoord hebbende tot het
eskader in Oost-Indië, en den 4den dezer in Ne
derland teruggekeerd, worden met dien datum
op nonactiviteit gesteld.
DE VELDWACHTER VAN LATERVEER.
NOVELLE VAN
R. KOOPMANS VAN BOEKEREN.
Vervolg
Andries dan zeide nagenoeg het volgende
„Zeer geacht publiek! Talma heeft lauweren ge
plukt, en Rachel is gevierd; maar Talma zou zijn
lauweren gegeven, en Rachel haren roem verpand
hebben voor het genot, dat Andries Kok mag sma
ken, nu hij door de Groninger studenten is herkend
bij zijne komst op de planken te dezer stede. Als hij
nu verder van avond met zijn matrozenrol in de
war komt en slecht speelt, dan zal ieder begrij
pen, dat de matroos weer studentenoppasser is
geworden, en, door de opgewondenheid van het
oogenblik, zijn lesje heeft vergeten; en maakt
bij het draaglijk, ja, iets beter dan gewoonlijk,
dan zal ik, dan zal ieder begrijpen, dat de aan
gename herkenning mij geïnspireerd heeft. En
nu, mijne heeren, vergunt mij, dat ik den draad
van mijn verhaal weer opvat."
Daarop was er weer een daverend applaudisse-
ment opgegaan, waarna onze Kok zich tot zijn vis-
schersmeisje wendde met de vraag: Waar waren
we ook weer gebleven, lieve kind? O juist, ik
mocht daar niet zeggen, dat ik u meer bemin
dan het licht van mijn oogen.
Verder speelde Andries dien avond, ik zal
niet zeggen voortreffelijk, maar althans met veel
animo, en in de slotscène, toen hij nog, volgens
het stuk, een matrozenliedje moest zingen, hield
hij na het eerste couplet stil, en riep met ver
heffing van stem: Nu moest ik nog twee zulke
coupletjes zingen, maar de directeur en de regisseur,
de acteur en professeurwant hier zal toch
wel éen professor in de tent zijn zij zullen
mij allen gaarne ten goede houden, wanneer
ik verlof vraag, bij deze bijzondere gelegenheid,
van den tekst af te wijken, en io vivat te
zingen. En Andries zong io vivat, eerst al
leen, toen met de studenten, en langzamerhand
met het geheele publiekik betwijfel of er
ooit in een schouwburg met zooveel aandoening
io vivat is gezongen. En als het gordijn niet
gevallen, en het publiek niet huiswaarts gekeerd
was, ik geloof de jongelui zongen nog.
Het spreekt van zelf, dat Andries Kok den vol
genden avond, en verder zoolang de kermis
duurde, een der hoofdrollen moest vervullen. Hij
speelde voor Aballino, voor Rolla, voor Lazaro
de veehoeder, en het leek tusschenbeide nergens
naar, doch de jongelui juichten te meer naar
mate hun oude oppasser de plank verder mis
was, en Andries Kok bleef de gevierde acteur.
Die kermisweek te Groningen placht hij zelf
later te noemen: het heldentijdvak uit mijne ge
schiedenis.
Of hij te Groningen verwend of bedorven was,
ik weet het niet, maar kort na dat roemvolle
tijdperk verklaarde Andries geen lust meer te
hebben in het tooneel, en hij werd huisknecht bij
een adellijke familie in Friesland, waar hij in
dienst bleef, totdat hij, op voorspraak van zij
nen heer, den post van veldwachter te Laterveer
verkreeg. Wellicht zou hij om die betrekking
niet gesolliciteerd hebben, maar Andries had het
trouwen in 't hoofd gekregen, en de baron, in
wiens dienst hij was, maakte bezwaar een ge
trouwden huisknecht te houden.
„Goeden morgen, dokter!" zei Andries terwijl
hij het schuurtje binnentrad, „bij mijn ziel, wat
heb je daar een mooi werkje onderhanden
„Ja, Kok, een mensch moet al wat doen, om
aan den kost te komen, jongen, dat weet je ook
bij ondervinding."
„Ja dokter, dat is ook zoo, ik heb ook al van
alles gedaan, maar of ik ooit een haas gevild
heb, dat geloof ik niet."
„Wil je het eens probeeren?"
„Dankje, dokter, dat zou mij later toch ook
niet weer te pas komen, want hazen te koopen,
dat laat mijn traktement niet toe, en ze te strik
ken of te stroopen, dat permitteert mijn betrek
king als handhaver der wet mij niet. Dat ik
hier bij u kom, is omdat ik een patiënt in huis
heb. Onze Grietje is verleden Zondagavond thuis
gekomen, met een kleur als een boeier en rood-
gekreten oogen. Op de vragen van mijn vrouw,
wat er aan mankeerde, zei ze, dat zij zich ge-
stooten had, en gevallen was, en hoofdpijn had,
eu allerhande praatjes meer, maar het fijne van
de zaak hoorden wij niet. Nu, toen begon ik
mij toch wel wat ongerust te maken, want ik
zag en merkte wel aan alles, dat zij ons niet
wilde zeggen, wat er aan scheelde. En toen kreeg
ze 's nachts de koorts, en droomde hardop, en
maakte een spektakel van wonder en geweld.
Als je maar éen kind hebt, dan maak je. je spoe
dig ongerust, en vreest dadelijk voor het ergste
Vandaag is ze weer geheel beter, maar mijn
vrouw wou toch graag hebben, dat ik hier eens
aanging, om te vragen of de dokter eens wil
kijken, als je toch dien kant uitkomt. Maar u be-