Aan de Zwem- en Bad-Inrichting Rhijnzicht zijn gedurende deze week 1173 baden genomen. Gedurende deze week zijn dagelijks in het werk huis alhier opgenomen van 111 tot 132 volwas sen personen en van 58 tot 71 kinderen. Gisterenavond van 6 tot S uren werd in de Ge hoorzaal alhier een openbare les gegeven door de onderwijzers en kweekelingen aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse voor jongens. Eenige leden van het dagelijksch bestuur en van de schoolcommissie, de schoolopziener, als mede vele belangstellenden waren tegenwoordig. De leerlingen ten getale van 270, waren in twee verschillende lokalen geplaatst en hebben proeven gegeven van hunne vorderingen in de vakken van het gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs. Na atloop der werkzaamheden ontvingen de volgende leerlingen der hoogste klasse een prijs: C. Goedeljee, J. P. Fontein, D. Klinkenberg, J. G. Perrin, F. G. Goudsmit, G. W. C. M. Stroo, E. P. Engels, H. J. Plantfeber, P. H. Meijer, J. W. M. Barnaart, T. Los, C. J. Eggink, W. H.Marks, J. H. P. Speet en A. Montagne. Na de uitreiking der prijzen betuigde de wet houder Stoffels, ook uit naam der tegenwoordig zijnde autoriteiten, zijne hooge ingenomenheid met de vorderingen der leerlingen en wenschte de onderwijzers geluk met de gelukkige resul taten van hunnen betoonden ijver. Bij het examen aan de school voor meer uit gebreid lager onderwijs van de lste klasse voor jongens hebben de volgende leerlingen een prijs ontvangen G. Fabius, L. C. v. d. Brandeler, A. W. v. d. Brandeler, F. Goudsmit, C. J. Hoolboom, E. J. Van Sonsbeek, L. Van Schravendijk, J. A. Rod- bard, J. H. Gillissen, |J. C. Sasse, J. E. Schlette, D. Koetser. Uit het noorden des lands meldt men ons: Naar men verneemt hebben eenige voorstanders der journalistiek het plan, om eerstdaags eene vergadering te beleggen van redakteurs, korrek- tors en korrespondenten van dagbladen, ten einde te delibereeren over 't oprichten eener vereeni- ging ter bevordering eener goede journalistiek. {V. D.) Woensdag is te Assen op een advocaat lijfsdwang toegepast om eene reden, die zeker bijzonder genoemd mag worden. H. Oldenkamp, molenaar te Beilen, heeft een civiel rechtsgeding gevoerd met zekeren Kraan, mede te Beilen woonachtig. Door eerstgenoemden is in dit geding een stuk overgelegd, hetwelk door den laatsten van valschheid is beticht. Naar aanleiding daarvan is tegen Oldenkamp eene strafvordering ter zake van valschheid in ge schrifte aangevangen en is hij in arrest genomen. In dit strafgeding is de bedoelde advocaat als getuige door den rechter-commissaris gehoord, en heeft hij aan dezen eene quitantie vertoond, die door zekeren Frielink ten behoeve van Olden kamp zoude zijn afgegeven, welk stuk vermoed wordt valsch te zijn. De rechter-commissaris ge lastte den advocaat, dat stuk over te leggen, hetgeen hij echter weigerde, meenende daartoe niet gehouden te zijn. De advocaat werd daarop bij bevelschrift door de rechtbank gelast, om het stuk binnen driemaal vierentwintig uren ter griffie der rechtbank over te brengen, bij gebreke waarvan hij daar toe bij lijfsdwang zou worden genoodzaakt. Hij heeft hieraan niet voldaan, en Woensdag is de lijfsdwang op hem toegepast. De beweegreden, die den advocaat heeft ge leid, om de afgifte van het stuk te weigeren, is, dat hij, als vereerd met het vertrouwen van zijn cliënt, een stuk, door dezen aan hem toever trouwd, aan geen ander dan aan hem meent te mogen afgeven, en dat hij geen algemeen of bijzonder bewaarder is als bedoeld in art. 229 van het Wetboek van Strafvordering, omdat een advocaat het noodwendig vertrouwen geniet, evenals bij de R.-Katholieken de geestelijken in de biecht en een geneesheer ook in vele geval len, en hij ook rekende volgens art. 489 van het Wetboek van Burg. Rechtsv. eerst over de zaak te moeten worden gehoord. Daarop is namens dezen Woensdag-middag de officier van justitie bij de rechtbank te Assen te gen Woensdag-avond voor den president der rechtbank in kort geding gedagvaard met den eisch, dat Z.-E.-A. de nietigheid der ingijzeling- stelling zou uitspreken en de invrijheidstelling van den eischer zou bevelen, uithoofde het be velschrift der rechtbank niet ten uitvoer mocht gelegd worden, alvorens zulks bij vonnis was gelast, ingevolge art. 589 van het Wetboek van Burg. Rechtsv., en op grond dat de eischer in dezen niet was een bijzonder bewaarder van stukken als bedoeld in art. 292 van het Wetb. van Strafvordering. In eene Woensdag-avond te negen uren aange vangen terechtzitting is deze eisch nader door den advocaat Mr. J. L. Homan toegelicht en door den substituut-officier van justitie, Jhr. Mr. De Savor- nin Lohman, bestreden. Donderdag-middag te 12 uren heeft de presi dent uitspraak gedaan en den eischer in zijn eisch ongegrond verklaard, op grond dat art. 589, Wetb. van Burg. Rechtsv. alleen ziet op lijfsdwang in een burg. geding en niet op lijfsdwang in strafzaken of strafgedingen van toepassing is, en bij art. 292, Wetb. van Strafvordering, ieder hou der van een stuk en dus ook een advocaat, die een stuk van zijn cliënt in handen heeft, be doeld wordt. Na de uitspraak van den president is, namens den advocaat, den heer Mr." M. Oldenhuis Gra- tama, het bewuste stuk ter griffie van de recht bank overgebracht, en is die heer daarop uit de gijzeling ontslagen. ProvDr. en A. C.) In de laatste dagen is het gerucht in omloop gebracht, alsof de heer Joost Van Vollenhoven besloten zou zijn als burgemeester van Rotter dam af te treden. Daar dit gerucht thans ook door de pers verspreid wordt, haasten wij ons te berichten, dat het van allen grond ontbloot is. Onze daaromtrent ingewonnen informatiën zijn van officieelen aard. NR. Cl.) Z. M. heeft benoemd bij het wapen der inf.: bij het lste reg. tot kapit. 3de kl., den lsten luit. J. A. Kruyt, van het 7de reg.; bij het 5de reg., tot kapit. 3de kl., den lsten luit.-adj. J. R. De Plönnies, van het 3do reg.; en tot lsten luit., den 2den luit. O. G. H. Heldring, van het korps, allen naar ouderdom van rang. Z. M. heeft een pensioen verleend aan Hendrik Veltman of Hendrik Jelles Veltman, gew. hoofd- ond. te Rijperkerk, gem. Tietjerksteradeel, van 184; en aan C. Korting, gew. hoofdond. te Wer- vershoof, van 520 'sjaars. Amsterdam. De raad dezer gemeente heeft in zijne Woensdag gehouden vergadering tot curator over het stedelijk gymnasium herbenoemd Prof. J. C. G. Boot. - In dezelfde zitting is tot leeraar in de aardrijkskunde en geschiedenis aan de hoogere burgerschool met 5jarigen cursus benoemd de heer N. W. Posthumus. Vi.aardingen. Gisteren kwan de tweede Vlaar- dingsche haringjager aan met 15 ton. De prijs is f 300 per ton. Utrecht. In den nacht van Donderdag op Vrij dag tusschen een uur en halftwee, werddeUtrecht- sche bevolking gewekt door een hevig alarmgeblaas van den torenwachter en aanhoudend ratelgeklet- ter der nachtwachts. Het geroep van brand was zoo dringend, dat in éen oogenblik de steeds ijverige en gereede brandweer op de been was en dat, niettegenstaande het nachtelijk uur, schutterij, garnizoen, leden van den raad en ambtenaren, zoo ook duizenden inwoners, elkander verdron gen om hulp te gaan aanbrengen, waar zulks noodig was, zonder nog juist te weten waar de brand was. Een gedeelte van de brandweer be gaf zich met de spuiten naar het terrein van den staatsspoorweg, een ander naar de vitrioolfabriek, weer een derde en vierde naar de buitenwij ken, maar na een uur te hebben gedraafd en gezocht, was men niet wijzer geworden. Tel kens ontmoetten zich brandweer met personeel, schutterij en bevolking, totdat eindelijk de hoofd commissaris van politie zich naar den toren be gaf en aldaar vernam, dat de torenwachter door de nachtwachts brand had hooren roepen, terwijl deze verklaarden den torenwachter te hebben hoo ren blazen. Het is te hopen, dat, ten gevolge van de aangevangen instructie in de zaak, deze niet zoo duister zal blijven als het uur van den nacht, waarin zij voorviel, en dat de heldere dag daar over eenig licht zal verspreiden, opdat de bevol king van Utrechtniet wedereenseene invitatie van torenwachter en nachtwachts ontvange, om en corps eene nachtwandeling te maken. Later heeft men vernomen, dat de torenwach ter in de verte wel degelijk de vlammen gezien had, en dat in een kalkschip brand was uitge barsten, doch dat men het schip dadelijk heeft laten zinkeu. Hbl Leeuwarden. Voor een paar dagen had alhier een droevig voorval plaats. Een jonge vrouw heeft zich door ophanging aan de beddekwast in haar bed van het leven beroofd. Ze was pas vóór 3 weken van haar eerstgeborene bevallen. Gedurende een korte afwezigheid van haar man heeft zij tot deze ijzingwekkende daad kunnen besluiten. De redenen, die haar daartoe hebben genoopt, zijn niet te gissen. Wat opmerkens waardig is, is dat hare zuster voor eenigen tijd zich in de regenbak heeft verdronken. Sneek. De Friesche maatschappij van landbouw en veeteelt zal hier ter stede den lld™ Augus tus a. s. eene uitgebreide tentoonstelling houden, en heeft den raad dezer gemeente om een sub sidie daartoe verzocht. VARIA. Door de Koninklijke Belgische maatschappij tot bescherming der dieren is eene zilveren me daille, benevens eene som van 250 franken, uit geloofd aan den inzender van den doelmatigst gekeurden geïllustreerden volkskalender, waarop, behalve 't geen gewoonlijk op een plak-almanak vermeld staat, afzonderlijke vakken voorkomen, tot het opnemen van voorschriften en wenken omtrent het grootbrengen, behandelen en ver zorgen van gezonde en zieke dieren, van de ar tikelen van het strafwetboek, die op de mishan deling van dieren betrekking hebben, enz. In zonderheid behoort de lithograaf of houtgraveur zich toe te leggen op populaire voorstelling en op eene inrichting, die de verkrijgbaarstelling van den almanak tot lagen prijs mogelijk maakt. De paardevleescheters gaan uit den smaak en worden vervangen door de ratophagen of rat- teneters. In eene restauratie van de rue St.-Mar- guerite, faubourg St.-Antoine, werd dezer dagen een gastmaal gehouden, waar toebereide ratten den hoofdschotel uitmaakten. Naar het schijnt is de rat niet slecht van smaak en allerwaarschijn lijkst za.1 deze hoedanigheid noodlottig voor hare rust worden, want men zal er nu ook jacht op gaan maken ten einde ze als spijs te gebruiken. Onder de verschillende oorzaken van den dood in 1868, worden door een Engelsch blad opgege ven: 1 persoon door schrik van een onweder, 2 door steken van wesp en bij, 1 door een beet van een ezel2 door verwonding door kemphanen, terwijl 1 Engelschman het slachtoffer werd van zijn eigen (kunst-) gebit, dat hij bij het eten in slikte. De Tower Subway (de tweede Theemstunnel) is nu reeds zoover geboord, dat men op de plaats gekomen is, waar het hoogste gedeelte van den onderaardschen gang het dichtst bij de bedding der rivier komt. De aardlaag tusschen den gang en de rivierbedding is op die plaats 7|el dik. De grond welken men bewerkt is volmaakt droog. De werklieden ontvangen de noodige luchtver- versching door eene aan den voor de afdaling bestemden koker geplaatste windwan, en kun nen tevens al wat zij verlangen door middel van eene electrieke telegraaf buiten de tunnel kenbaar maken. Volgens de jongste opgaven, die van 1867, wor den de inwoners van Berlijn naar de geloofsbe lijdenissen als volgt verdeeld: 630,271 Evangeli- schen; 40,922 Katholieken; 27,565 Israëlieten; 1026 Dissidenten; 197 belijders van andere eere diensten (waaronder 178 Grieksch-Katholieken en eenige Turken). Er zijn slechts 4 Hernhutters en Moravische broeders, daarentegen 74 Irvingianen, en 92 Doopsgezinden. BUITENLAND. Duit sell 1 ami. In regeeringskringen te Berlijn heeft men allen angst, dat de Europeesche vrede dit jaar verstoord zal worden, van zich af gezet. Weinigen slaan daarom echter geloof aan de zekerheid der uit zichten op vrede en graaf Von Bismarck zelf in het geheel niet, zooals hij ook steeds tegenover zijne vertrouwelingen ronduit heeft verklaard. Vooral schijnt het ministerie in den laatsten tijd bezig te worden gehouden door de zorg, om de nieuwe provinciën te Pruisiseeren. De maatre gelen, die men daartoe bezigt, zijn echter voor het meerendeel niet zeer gelukkig gekozen, en zijn ook moeilijk in overeenstemming te brenger) met de belofte des konings, dat men zooveel mogelijk eigenaardige toestanden zou ontzien. Oos) Volgens een telegram aan de Wiener Presse is op 6 Juli in het Lagerhuis te Pesth het wetsont werp ter hervorming der rechterlijke macht in beginsel aangenomen met 203 tegen 156 stem men. Een deel der rechterzijde stemde met de linkerzijde mede. Het wetsontwerp over de volks telling is daarop voor de derde maal gelezen en goedgekeurd. Alstoen werd het debat over de artikelen van het wetstontwerp ter hervorming der rechterlijke macht geopend. Paragraaf 1 werdf onveranderd aangenomen. Met paragraaf 2 en 5 begint de reeks van amendementen der linker zijde, die met de sub-amendementen der uitersteB linkerzijde ongeveer 70 in getal zijn. De discusB siën zullen in de volgende dagen worden voort gezet. Over de openbaarmaking van het Roode Boelf'S verneemt de Weener correspondent van der Pesther Lloyd, dat zij nog in lang niet te wachter is. Het is, zegt hij, nog niet geheel gedrukt, er wordt waarschijnlijk eerst omstreeks den 20'11- 'j dezer maand, dus niet bij de opening der del' gatiën, uitgegeven. Turkije. Men meldt uit Konstantinopel, dat de special; commissie aan het ministerie van oorlog vergs-j derd, na een grondig onderzoek, het wetsontweri betreffende de reorganisatie van het Turksch; leger heeft vastgesteld. Volgens dit ontwerp za het Turksche leger een effectief hebben vat ;a 250,000 man. Het actieve leger zal 150,000 mat ellen en het reserveleger 100,000 man. Het Turk g sche element zal het actieve en het Christelij element het passieve leger vormen. De aannemin van dit tweeledige stelsel is van groot gewicht want daar is hij veel te knap voor, en veel te goed ook, want er loopen er geen beteren als onze Andries, en hij kau ook van allerhande vreemde talen spreken, dat kan hij." Moeder Kok men kon het zeker aan hare verhalen genoegzaam hooren moeder Kok was zeer ingenomen met haar jongen. Die jon gen was nu ruim vijftig jaren oud, maar hij zag er nog zeer jeugdig en krachtig uit. Groot was hij niet, integendeel, 't was een klein tenger ventje, met zeer lijne bijna vrouwelijke gelaats trekken. Toch had onze Andries een buitenge wone spierkracht, en met die kleine hand wist hij, als in een schroef, den overtreder der wet vastgekneld te houden. Hij was dan ook wijd en zijd in het rond bekend als de vlugste en sterkste man, de schrik van dieven en schavuiten. Ja, zoo veel naam heeft deze veldwachter gemaakt, dat er reeds bij zijn leven legenden in omloop zijn, be treffende de wonderen van dapperheid, door hem verricht. Zoo zou hij eenmaal twee beruchte smok kelaars, die hij op heeterdaad betrapte, terwijl zij een kruiwagen met gedistilleerd wilden binnen sluiken, op zijn eigen houtje gebonden hebben, en de kerels met de jenever in den kruiwagen ge pakt, en toen dat heele zoodje niet voortgekruid, neen, met kruiwagen en al, op den nek genomen en bij den burgemeester gebracht hebben, Een ander verhaal zegt, dat hij in een stik donkeren nacht, toen men geen hand voor de oogen kon zien, een paar schapendieven vervolgd heeft, in een dicht bosch, en dat den volgenden morgen verscheidene boomen half ontworteld lagen te zieltogen, daar Andries in zijn ijver er tegen aan geloopen was. Wij laten die verhalen nu voor 't geen zij zijn, maar zeker is het, dat een man als de veldwachter van Laterveer, wanneer hij een paar duizend jaren vroeger geleefd had, even goed als Hercules, tot halfgod was verheven. Nu in onze prozaïsche dagen bracht hij het ech ter niet verder dan tot brigadier. Hoe men echter in deze zelfde prozaïsche dagen een echt poëtische loopbaan kon hebben, daarvoor kon vriend Kok een levend en sprekend bewijs heeten. Dat hij, zooals zijne moeder vertelde, overal geweest is, zal ik niet beweren, maar hij is toch nog verder ge weest dan Heerenveen en het Brabantsche, want hij werd als krijgsgevangene naar Frankrijk getrans porteerd, en vertoefde eenigen tijd te Saint Omer. Daar had hij dan ook die kennis opgedaan, die der oude vrouw vrijmoedigheid had gegeven, om te verzekeren, dat haar zoon vreemde talen kon spreken, want hij leerde daar een mond vol Fransch praten. Nadat hij zijn militaire loopbaan had volbracht, had Andries een tijdlang te Groningen als stu dentenoppasser zijn brood verdiend, totdat hij op zekeren dag met de noorderzon verdwe nen was. De jongelui verloren zich in aller lei gissingen, want allen die Kok als oppasser in hunnen dienst hadden gehad, misten hem on gaarne, daar hij zoo handig en gevat, zoo vroo- lijk en vlug was. Meer dan een jaar verliep zon der dat men spoor of schaduw van Andries kon weervinden. Daar zitten op zekeren avond in de Meikermis eenige studenten in een tent, waar tooneelvoor- stellingen werden gegeven. Welk stuk men op voerde, weet ik niet, maar Karei XII van Zwe den kwam er in voor. Een klein ventje vervulde de rol van dien vorst en trok de aandacht der studenten niet door zijn voortreffelijk spel, want dat was even gebrekkig als dat van alle de overige tooneelisten, tot dat gezelschap behoorende. Maar de jongelui werden opmerkzaam, omdat die Ka- rel XII zoo sprekend geleek op den ouden op passer Andpies Kok. Op het affiche kwam wel de naam van Kok onder de acteurs niet voor, maar dat bewees hier niets, daar tooneelisten dikwijls onder een aangenomen naam spelen. Elk oogenblik werden de studenten meer versterkt in het geloof, dat Kokje daar stond te redenee ren. Evenwel besloten zij eerst het nastukje nog af te wachten, daar dat kleine kereltje dan ook weer zou optreden, en dan meer in een all daagsch costuum, althaus niet als koning vi Zweden. Gedurende de pauze hoorde men in alle hoekd van de koffiekamer praten over Andries Kok, di(| men als komediant meende teruggevonden te hel ben. Toen nu in het nastukje het kleine kerel! als verliefde matroos optrad, had hij nauwelijl tien woorden gesproken, of daar klonk plotselii een stem onder de toeschouwersHij is 't, hij is waarop zulk eenoorverdoovend gejuich opging, oi handgeklap en getrappel, als sedert het besta van kermistenten nooit en nergens is gehoot Boven en onder dat rumoer hoorde men telkc den naam: Kok, Andries Kokl uitgalmen. De matroos trad dadelijk naar de voetlichten wenkte met de hand ten teeken dat hij e woord zou willen spreken. Het duurde echt nog eenigen tijd, eer hij genoegzame stilte krijgen. Doch eindelijk hield het rumoer op, toen hield Andries een speech (die wij in 1 volgend nummer onzen lezers hopen mede deelen).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2