a.
Zij I
;eo]
lie
:n. I
idei
les
azei
:ek,
aag.
lenl
ïi.
in
sn J
gists,
né,
zij,
gas
kenl
idee
0 kei
igstj
:n r
ain.
sen
voo;-
ie vi
1rapt
S gt
raai
prijs
jder
wieh
sta
ij klit
Cl
rie,l
iserts
de g,
e w(
ïisscl
zou
ngev -
in tV
r een
gedi
en,
adee
e bu
voo:
pers
te I
ïgdur
Mol
den i
irdet
iepin:
e, wil
een,
eze i
snier
geve
de l
1 ik
lifhei
i besi
prol-,
oeg,
liij se'
Maai
;ehoo'
raag
raaiei
mora
ion v'
rast,1
lopen
i, anffl
i.".
-mites
lotgd.)
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Is nog bij geene der talrijk bestaande commis-
siën ter bevordering van volksgezondheid de vraag
ter sprake gebracht: in hoeverre het al of niet
schadelijk is voor de gezondheid, om lijken die
met den tweeden dag na het overlijden reeds in
kennelijken staat van ontbinding verkeeren, tot
vijf, ja als er een zondag tusschen valt, dikwijls
tot zes dagen boven aarde te houden? Is uitwa
seming van fecale stollen schadelijk, en daarom
het vervoer zeer te recht bij dag verboden, uit
wasemingen van lijken welke reeds tot ontbin
ding zijn overgegaan zullen den dampkring niet
minder, zoo niet meer verpesten; vooral als men
in aanmerking neemt, dat dóór waar in geringe
buurten de lijken zóó lang worden bewaard, dit
meestal in zeer bekrompen woningen of vertrek
ken moet geschieden, waar dan de famielje ge
woonlijk bij elkander komt en onder het gebruik
vani een slokje (tot verdrijving der droefheid) de
nagedachtenis der dierbare overledenen herdenkt,
en zoodoende onbewust in een dampkring ver
keert die zelfs de minst ingewijde in de genees
kunde als hoogst nadeelig moet erkennen.
Of er nu ook al over gesproken is of niet, zoo
veel is zeker dat er geene wettige regeling bestaat
waardoor het bewaren van lijken langer dan
hoog noodig is wordt verboden; was die er, dan
zou; het niet gebeuren. Men veroorlooft zich daarom
de commissiën voornoemd in overweging te geven,
om, in het belang der algemeene gezondheid, bij
de wetgevende macht er op aan te dringen, dat
wettelijk worde bepaald: dat lijken in denzonier
binnen 2, en in den winter binnen 3 etmalen
na het overlijden uit de woningen zullen worden
verwijderd; bestaan er dan nog geene. onmisken
bare teekenen van (oplossing (hetgeen door een
deskundige zou moeten worden onderzocht) dan
kunnen zij op de begraafplaatsen in de zooge
naamde lijkhuizen worden bewaard, ten einde te
voorkomen dat schijndooden worden begraven.
Had men in vroeger jaren dikwijls veel tijd
noodig om vèrverwijderde bloedverwanten bij
elkander te noodigen ten einde den overledene de
laatste eer te bewijzen, tegenwoordig heeft rnen
dat niet meer, doordien de betere en meerdere
middelen van communicatie en vervoer de af
standen hebben weggenomen, ook voor de verst-
verwijderde nabestaanden.
"Luiden, 5 Juli 1869. P.
Wij herinneren den geachten inzender aan art.
6 der nieuwe wet op het begraven van lijken,
aldus luidende:
„Geene begraving geschiedt vroeger dan 36 uren
of later dan op den vijfden dag na het overlijden.
Ontheffing van deze bepaling kan door den
burgemeester, na verhoor van een geneeskundige,
schriftelijk worden verleend.
Wanneer een geneeskundige verklaart, dat be
spoediging of uitstel der begraving noodig is, kan
het begraven op een vroeger of later tijdstip, dan
in het l"e lid van dit artikel is bepaald, door den
burgemeester schriftelijk worden gelast.
Door burgemeester en wethouders kan in het
belang der volksgezondheid worden bevolen, dat
overledenen aan eene bepaald aangewezen ziekte,
op eenen zelfs binnen de 36 uren na het over
lijden te bepalen tijd, worden overgebracht naar
een lijkenhuis, indien dit aanwezig is." Red.
Officieele Berichten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEY DEN,
Gezien art. 7 der Algemeene Policieverorde-
ning, vastgesteld den 24"en October 1867;
Doen te weten, dat door hen, ingevolge art. 6
dier verordening, is benoemd tot waarnemend Heer
der gebuurte n°. 36 of n°. 3 van wijk VIII, de
heer BERNARDUS VAN DORSTEN Cz.
Leyden, G Julij 1869.
rtJBLICATIL.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AARLANDERVEEN brengen ter openbare keu
nis dat de KERHIS aldéAr aan de lage zijde
over Alphen, dit jaar zal aanvangen op Zondag
den lp™ Juli e. k. des avonds ten 7 ure, om
acht dageu daarna op den gewonen tijd te ein
digen, met dien verstande dat op Zondag den
lSden Juli het openbaar kermisvermaak niet zal
worden toegelaten vóór des namiddags om 5 ure;
dat de kramers zich behooren te vervoegen
ter Secretarie der gemeente om de noodige ver
gunning te bekomen tot het opslaan hunner
kramen of stallen;
dat de ondernemers van openbare vermakelijk
heden zich mede aldaar moeten aanmelden om
van den Burgemeester de vereischte toestemming
te erlangen;
dat kwakzalvers, horoskooptrekkers, Loterij of
andere hazardspelen niet zullen worden toegela
ten en bedelarij onder eiken vorm gestrengelij k
zal worden geweerd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. - - A. P. ZAALBERG.
De Secretaris,
J. VAN DER BEN.
Aarlandeuveen, 7 Juli 1869.
BUITENLAND.
Spanje.
Donderdag-avond heeft te Madrid, in het paleis
van liet regentschap, een groot banket plaats ge
had, waaraan de ministers en de leden van het
corps diplomatique deelnamen.
Te Madrid heerscht rust; hetzelfde kan helaas
niet uit de provinciën worden gemeld. Benden,
die beweren onder de vlag der federatieve repu
bliek te strijden, zijn uit Sevillae Huelvae vertrok
ken, onder hoofdaanvoering van Peret de Alama,
een partijganger, die zich steeds aan de meest
biedende partij verkocht. De eerlijke republiekei-
nen verklaren dan ook met die expedities in
geenerlei verbinding te staan.
De Gacela van Vrijdag 2 Juli dealt de begroo
ting der ontvangsten mede, en de wet, waarbij
het gouvernement gemachtigd wordt, onmiddellijk
over te gaan tot de uitvoering van de begrooting
van uitgaven, met de bepaling, dat die nog in
behandeling zal komen voor het uiteengaan van
de Wetg. Verg.; de debatten zullen dus zeer be
spoedigd worden, daar de afgevaardigden nu reeds
verlangen naar den tijd van rust die hen wacht.
In een uitvoerig artikel komt de Epoca tot de
conclusie, dat er voor den Spaanschen troon slechts
twee mogelijke kandidaten bestaan, nl. de hertog
van Montpensier, maar vooral de jonge prins der
Asturiën, Alfotis. Het blad zou dien prins dan
onder de leiding willen gesteld zien van een
driemanschap Serrano, Prim en Topete, met be
houd van de door de revolutie verworven hervor
mingen; eene zoodanige inrichting zou echter
slechts eene brug zijn tot den terugkeer van Isa
bella en haren aanhang, en de geschiedenis dei-
laatste vijftig jaren is dan ook te rijk aan waar
schuwende voorbeelden, dan dat een der drie ge
noemde staatslieden tot het daarstellen van zulk
een toestand zoude willen medewerken.
Het bloedige tooneel van Burgos heeft zijn
pendant gevonden en wel te Santa-Cruz de Cam-
pezu in Navarre. De gemeenteraad van dat plaatsje
had besloten den eed op de constitutie af te leg
gen, maar werd nog steeds van het vervullen
dier plicht afgehouden door de bedreigingen der
geestelijkheid. De maire alleen, de lieer Dtirana,
gepensioneerd kolonel, was moediger en legde
den eed werkelijk af.
Jl. Woensdag avond vond er in de straten eene
samenscholing plaats, onder de kreten van „Leve
de godsdienst! Leve Karei VII! Leve Cabrera!"
De kolonel Durana wilde daarop door gerechts
dienaars de menigte uiteen doen drijven, maar
dit gelukte hem niet. Met steenen en met stok-
keu aangevallen, viel hij, met het hoofd der po-
licie, als het offer van de volkswoede.
Eenige liberalen wilden dien dubbelen moord
wreken; en er ontbrandde een strijd, waarbij
een dertigtal dooden vielen. De pastoor der stad
en diens broeder hadden de vlucht genomen,
maar zijn te Pampelnua gearresteerd.
Verscheidene leden van gemeenteraden nemen
hun ontslag, omdat ze weigeren den eed op de
constitutie af te leggen.
l>n i t soli 1 :l iul.
Nadat de Pruisische regeering door de houding-
der nationaal-liberale partij hare nieuwe belasting
wetsontwerpen heeft zien verwerpen, laat zij door
hare organen den volke mededeelen dat nu ook
allerlei bezuinigingen noodig zijn geworden op
de noodzakelijkste uitgaven. Men denkt hierbij
misschien aan het leger? Daarop zullen echter
geen bezuinigingen worden gemaakt. Het doel is
thans om de nationaal-liberale partij impopulair
te maken. Er zal daartoe thans een allerklein-
geestigst bezuinigingssysteem worden toegepast.
Zoo werden vroeger de brieven te Berlijn op ver
schillende uren van den dag en avond aan de
geadresseerden bezorgd. Dit is thans beperkt en
daarover rijzen groote klachten. „Wij kunnen het
niet helpen antwoordt daarop de regeering
er moet bezuinigd wordende nationaal-liberale
partij draagt hiervan de schuldzij heeft de nieuwe
belastingen verworpen." In tusschen wordt op
het ministerie van oorlog geen enkele thaler be
zuinigd en de Pruisische natie laat zich op der
gelijke wijze steeds ringelooren volgens haar leus
van den laatsten lijd: eerst eenheid en dan vrij
heid. Naar den loop dien de zaken thans nemen
kan zij op de laatste dan nog lang wachten.
In de verschillende miuisterien te Berlijn, zal
men reeds in den loop van de volgende maan
den begin maken met de bewerking der on-
scheidene begrootingen; bij die budgetten ont
breekt echter dat van buiten), zaken, terwijl
die voor oorlog en marine, het post- en telegraaf-
wezen reeds sedert twee jaren op het algemeen
budget ontbreken. De min. van financiën, Van
der Heydt, zou, naar verzekerd wordt, van plan
wezen, de begrooting voor 1870 in een geheel
bijzonderen vorm bij het huis van afgevaardig
den in te dienen. Hij zou namelijk die begrooting
in twee hoofdgroepen willen vérdeelen, nam. eene
voor noodzakelijke uitgaven, eene andere voor
nuttige uitgaven, waarin al die uitgaven zouden
opgenomen worden, die wel is waar nuttig, maar
toch niet onvermijdelijk kunnen geacht worden.
Voor laatstgemelde groep zou dan eene bijzondere
dekking door nieuwe uitkomsten benoodigd
worden.
Franlirijli.
Aangaande het onderhoud, dat de keizer met
den heer Buffet gehad beeft, wordt gemeld, dat
de keizer dien vertegenwoordiger der tiers parti
zou hebben te kennen gegeven, dat bij nog verder
zou gaan op den liberalen weg dan hij en zijne
collega's. Men voegt er bij, dat er zeer veel kans
heeft bestaan op de vorming van een ministerie,
waarin de hh. Ségris, Buffet, Talhouët en Louvet,
en de Persigny respectievelijk de portefeuilles
van justicie, openbare werken, buitenl. zaken,
financiën, en van het keizerlijk huis en van
traaie kunsten zouden bekomen, terwijl de hh.
Niel, Rigault, Forcade en Duruy hunne tegen
woordige zetels zouden blijven innemen. Thans
schijnt men echter weer tot geheel andere, in
zichten te zijn gekomen; dit laat zich ten minste
daaruit opmaken, dat de heer Rouher Maandag
morgen bij den keizer op St. Cloud is ontboden,
en er loopen dan nu ook geruchten, dat Z. M.
eer besloten zou wezen zich tegen de eischen
der tiers parti te verzetten, dan haar het minste
toe te geven. Men spreekt er zelfs van, dat
Napoleon III een beroep op de natie zou doen,
en haar de vraag zou voorleggen of hij van haar
liet gezag heeft ontvangen, om verplicht te worden
het aan de Kamer af te staan. Maar dat gerucht
belet niet het voortduren vau andere, waarbij
van de opheffing van het ministerie van staat,
van den overgang van den heer Rouher naar
het min. van binnenl. zaken gesproken wordt.
Intusschen schijnt in den boezem der tiers
parti, naar aanleiding van voormelde bedoelin
gen des keizers, oneenigheid te zijn ontstaan.
Eenige leden dier partij toch waren bevreesd,
dat men den keizer te veel zou vragen, en wil
den daarom een gemengd stelsel van keizerlijke
en van ministerieele verantwoordelijkheid. Een
dusdanige vereeniging is echter ondenkbaar en
ten gevolge daarvan hebben dan ook eenige le
den de jongste bijeenkomsten der partij verlaten.
In diezelfde vergadering der tiers parti van Zon
dag is de volgende interpellatie aangenomen„Wij
wenschen het goevernement te interpelleeren
over de noodzakelijkheid om te voldoen aan den
wensch van het land, door het op eene meer
kennelijke wijze aan de leiding zijner zaken
deel te doen nemen.
De instelling van een verantwoordelijk minis
terie, het recht voor het Wetg. Lichaam, om
zelf de organieke regeling zijner werkzaamheden
en van zijne betrekkingen met het gouvernement
te bepalen, zoude, naar ons inzien, de meest
afdoende maatregelen zijn, om voormeld doel te
bereiken."
De regeering ziet zich in eene netelige positie
geplaatst, en hare gerustheid omtrent de dingen
die komen zullen kan voorzeker niet groot zijn,
waar Thiers het eerst het woord zal voeren, bij
de opening der discussiën over het beginsel der
officieele candidaturen, Favro, Grèvy en Picard
over de onvereenigbaarheid van het mandaat van
afgevaardigden met sommige andere ambten, en
Bancel over de onlusten in het bassin van de Loire
Maandag was een diner ten hove, waartoe
o. a de 1111. Ferry, Gambetta, Lefèbre-Pontalis,
Guyot-Montpayroux, De Kératry en Duvernois
waren uitgenoodigd. Alleen laatstgenoemde ech
ter heeft de uitnoodiging aangenomen.
Door de iigue internationale et permanente de la
paix is de volgende proclamatie ter onderteeke-
ning aan de leden rondgezonden
„Europa bevindt zich sedert twee jaren in een
toestand welke niet langer duren kan.
„Overal uit men vredelievende verzekeringen
en overal nemen de wapeningen toe. Overal werpt
men alle oorlogsplannen verre van zich en overal
roept de vrees voor oorlog een staat van onze-
kerheid in het leven, welke arbeid en handel
doet kwijnen.
„De waarachtige voorstanders van den vrede
moeten die niet langer te dulden tegenstrijdigheid
doen ophouden. Zij moeten door veelvuldige, tel
keus herhaalde en krachtige uitingen de natiën
doen spreken na de regeeringen, en de wereld
dwingen om zich ondanks zich zelf nog door de
herinnering aan hare oude tweespalten en voor-
oordeelen in onrust gehouden met volle over
tuiging toe te vertrouwen aan de betere toekomst,
waarnaar zij zoozeer verlangt.
„Frankrijk, waaraan men steeds het voornemen
tot wraakoefening of verovering blijft toedichten,
heeft te dien aanzien een grootsch voorbeeld
gegeven.
„Geen oorlogen meer! dat is de kreet, die,
gelijk door iedereen erkend wordt, boven alle
partij-twisten en verdeeldheden vernomen werd
uit de stembusseu bij de laatste verkiezingen
Die leus zij ook de onze; het zij de leus van
allen op deze wereld, die weten te begrijpen dat
de tijd der individueele verantwoordelijkheid is
aangebroken. Moge door deze steeds door het
algemeen stemrecht van den vrede herhaalde
uiting, voortaan bij alle natiën slechts sprake zijn
van het vruchtbaar naijverig streven naar vrij
heid, rechtvaardigheid en arbeidzaamheid."
TELEGRAMMEN.
Londen, 6 Juli. De Postmeester-Generaal heeft
bij het Lagerhuis een wetsontwerp ingediend tot
aankoop van de telegraaflijnen. Het aangevraagde
crediet beloopt 6,750,000 pd. st., waarvan 5,715,047
pd. st. zullen worden besteed tot het overnemen der
lijnen, terwijl het saldo zal worden aangewend
tot het invoeren van verbeteringen.
Belgrado, 6 Juli. In het ontwerp-constitutie,
dat aan de goedkeuring van de Skuptschina is
onderworpen, is opgenomen: ministerieele ver
antwoordelijkheid; vrijheid van drukpers; gelijk
heid aller burgers; gemeente-autonomie; onaf
hankelijkheid der rechtbanken. De senaat blijft
een consultatief lichaam. De volksvertegenwoor
digers worden voor drie jaren gekozen. Zonder
toestemming van de Skuptschina mag de regee
ring geene leening sluiten.
Londen, 7 Juli. In de zitting van het Hooger-
liuis is bij het voortzetten van de debatten over
de artikelen van de Iersche kerkwet het amen
dement van lord Cairns om het surplus te reser
veeren totdat er nader over zal worden beschikt,
plaats van het te bestemmen voor liefdadige
doeleinden, ondanks de oppositie van graaf Gran
de, met 160 tegen 90 stemmen aangenomen.
De discussie over de artikelen is afgeloopen.
Kerkelijk Nieuws.
Nederl. Hervormde kerk.
Beroepen: te Hoevelaken: A. P. A. DuCloux
te Spijk; te ScliaarsbergenF. C. Stoop, cand.; te
Hazerswoude: J. E. Van Toorenenbergen te Lien-
den; te 's-Gravezande: C. P. De Meijer te Noot
dorp; te Hillegersberg en te Hellevoetsluis: G. J.
Van der Flier te Eemnes-Binnente Wezep: P.
N. Pikaar te Hoog Blokland; te Alkmaar: W.
Mense te Bodegraven; te St.-PhilipslandJ. G.
Ormel te Zaamslag; te Kockengen: H. B. Noorda
te Hoogland; te IdsegahuizenF. J. Stroman de
Grave te Kollumerzwaag; te Ilijkersmilde: J. G.
Knottnerus te Exmorra; te Giesen en Rijswijk:
J. T. F. U. Lauts.te Oosterland; te Uitwijk: W.
F. Trip van Zoudtlandt te Ilattemte Wierden:
A. Pieper te Heemsete HeilouwW. M. Lan-
genberg te Geldermalsen.
Aangenomen: te Eerbeek: door A. J. Jas,
cand.; te Aalst: door H.Poelman te Arnemuideu; te
Westmaas: door W. Mallinckrodt, cand.; te Goes
door G. J. Vos Az. te Eden; te Alphen a|d. Rijn
door Seegers te Oosterbeek.
Bedankt: te Yerseke: door H. Rombach te
Bleskensgraaf; te Monnikendam door F. W. Smits
te Hellevoetsluis; Hellevoetsluisdoor B. J. Bvvaan
te Eemnes-Buitente Stavenisse: door J. P. P.
Clinge Doorenbos te Hoofdplaat; te Ridderkerk:
door C. De Wilde te Poortvliet; te Nijkerk door
N. Warmolts te Ee; te Leimuiden: door J. J.
Gobius du Sart te Raamsdonk; te Renkumdoor
H. Van llogerzeil te Veenendaal.
Emeritus: V. F. J. Boonacker te Enkhuizen;
J. II. Tersteeg te Edam.
Christelijk Afgescheiden Gereform. Kerk.
Beroepen: te Bergum: J. J. Smit te Zuid-
broek te WinschotenJ. Groenewegen te Mid-
wolda.
Bedankt: te Schiedam: door A. Littooy te
Middelburg; te Arnhem door J. Brummelkamp
te Tiel.
LAATSTE BERICHTEN.
Heden is de uitslag bekend geworden van het
examen B, voor de Indische dienst. Met gunstig
gevolg is liet afgelegd door de volgende 40 candi-
datenMr. L. W. C. Van den Berg, Mr. J. D.
Rasch, Mr. A. L. Clignett, Mr. G. Van der Jagt,
Mr. J. Doornik, Mr. C. Rasch, en verder de HH.:
E. A Taylor Weber, P. D. Vreede, M. C. Dan-
nenborgh, P. N. Van Doorninck, II. J. A. Van
Maarseveen, P. J. Avis, J. W. Tromp Jr., G. Van
Genderen Stort, J. M. G. Numans, J. VanOlden-
borgli Wzn., W. de Vogel, J. W. Palm, W. R.
de Greve, M. A. F. Goossens, E. J. Jellesina, M.
II. Witbols Feugen, J. M. Esche, R. C. Bakhui
zen van den Brink, J. J. H. Van Hall, B. M. H.
Ileuveldop, O. C. Eschauzier, A. M. Jockes, D.
W. Horst, J. H. Hisgen, A. J. Pluygers, J. L.
J. A. Ruyssenaers, P. J. Kooreman, II. J. Altman;
A. H. Westra, J. Boers, H. Spanjaard, J. P. L.
Van Nunen, G. J. Blume, A. A. Van Delden.
De namen der candidaten zijn gerangschikt
naar de orde der aangifte (voor het examen;
eerst de juristen, daarop deniet-juristen) Volgens
kennisgeving namens den minister vau koloniën is
door den gouverneur-generaal voor den burgerlij
ken en rechtelijken dienst in N. I. gevraagd de
beschikbaarstelling van twintig personen, waar
onder zoo mogelijk tien meesters in de rechten,
en mitsdien zullen slechts de twintig personen
die bij dit examen liet meest voldaan hebben in
den loop dezes jaars voor den burgerlijken dienst
in N. I. ter beschikking van den opperlandvoogd
worden gesteld. Het is derhalveduidelijk dat slechts
de helft der personen die het examen met gunstig
gevolg hebben afgelegd, dadelijk zal geplaatst
worden.