BUITENLAND.
Belgie. In de zitting van den senaat is
gisteren van het reglement van orde gebruik
gemaakt, om nieuwe concessiën in de quaestie
betredende den lijfsdwang te écarteeren. Nadat
het amendement der oppositie met 32 tegen
25 stemmen was aangenomen, is het aldus ge
rendeerd ontwerp met 34 tegen 23 stemmen
;oedgekeurd.
Dfitschland. In het groothertogdom Meck
lenburg bloeit sedert kort een zonderlinge han
del, namelijk eene soort van menschenhandel.
pen gevolge der van jaar tot jaar steeds toene-
isnde landverhuizing uit Mecklenburg naar
Amerika, welke de bevolking van dit door de
latuur zoo rijk gezegende land reeds in het
logloopend heeft verminderd en vooral aan den
landbouw vele krachten heeft onttrokken, zien
arbeidgevers zich verplicht de ontbrekende
,rbeidskrachten buiten het land te zoeken. Dit
[ebrok aan menscben is nu de aanleiding tot
nieuwen tak van industrie, tot een invoer
an Zweedsche dienstboden van het mannelijk
en van het vrouwelijk geslacht, die openlijk in
dagbladen als eene koopwaar worden aange-
ioden. Zij worden ook ten deele als eene koop
aar behandeld, gelijk nauwelijks anders te
erwachten is in Mecklenburg, het classieke
and der feudale heerlijkheid en stokslagen. Deze
laatsten, de belastingen en militarismus werken
en uitvoer van meuschen in de hand en zullen
eldra ook aan den invoer van menscben een
inde maken.
Frankrijk. Het //Journal Officiel" bevat
en verhaal van de ongeregeldheden, welke te
'arijs, Nantes, Bordeaux en St.Etienne hebben
laats gehad. De overheid was door nauwkeu-
ige mededeelingen verwittigd, dat zekere partij
jewapend was, en dat verscheiden bladen den
roloop op 7 Juni hadden vastgesteld. De ge-
omen maatregelen van voorzorg hebben belet,
dat de beweging ernstiger werd. Na een verhaal
van het gebeurde zegt het blad, dat de justitie
gesaisisseerd is van alle feiten, die de betreu
renswaardige ongeregeldheden hebben uitgelokt
tn daarmede gepaard zijn gegaan. Aan baar be-
inort hot nu om hen op te sporen, die de revo-
utionnaire bewegingen hebben aangestookt en
georganiseerd, welke zoo nadeelig zijn voor de
lolangen en den handel van die groote steden,
cd tevens eene schending zijn der wetten des
'ijks; zij zal huone beweegredenen en hande-
ingen nagaanzij moet uit het verband daar
van de bewijzen leveren van eene vereeniging,
welke bestaat tusschen de aanstokers der be
weging. Het //Journal Officiel1' prijst het ge
duld, de geestkracht, de gematigdheid en den
moed der burgerlijke en militaire overheid;
steii nergens is de regeering verplicht geweest om
[ebruik te maken van wapens, welk gebruik,
indien het noodig ware geworden, even beslis
send als vreeselijk zou zijn geweest. Zij heeft
voldoening overal de ongeregeldheden te heb-
i kunnen onderdrukken zonder bloedstorting,
hare taak van bescherming en menschelijk-
ieid te hebben vervuld.
De koningin der Nederlanden is gisteren-
vond van Parijs vertrokken.
De //France" zegt dat de benoeming van
generaal Fleury tot gezant te Florence zeer
twijfelachtig is.
Verscheidene dagbladen in do departe
menten worden vervolgd wegens het versprei
den van valsche tijdingen bij gelegenheid der
jongste onlusten te Parijs, Bordeaux en Nantes.
Engeland. De //Times" houdt zich verze
kerd dat de meerderheid in het Hoogerhuis ten
gunste der Iersche kerkwet zal zijn.
De //Great Eastern" is Zondag-namiddag
van Deal naar Portland vertrokken, met den
Franschen Transatlantischen telegraafkabel aan
boord.
HANDEL.
Rotterdam, 14 Juni. Jarige en Nieuwe Tarwe
30 ets hooger; Rogge 25 ets. hooger; Winter
en Zomergerst 20 ets. hoogerHaver als voren
Paardenboonen 20 ets. hooger; Zeeuws, en Wal-
chers. Witte- en Bruineboonen als vorenKI.
Zeeuws, en Walchers. Blauwe Erwten 25 ets.
hooger; Kanariezaad als voren; Puik Overmaas
69, 69% Lr.; Jarig Zeeuw 65.
Meekrap. Met kleine afdoeningen tot vorige
prijzen.
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den Gemeenteraad van Ley-
den, op Donderdag 17 Junij 1869, 's namiddags
te twee en een half uur.
Onderwerpen 1°. Benoeming van een lid voor
de plaatselijke Schoolcommissie. 2°. Benoeming
van de Commissie voor de bewaarscholen. 3°.
Benoeming van een tijdelijken hulponderwijzer
der 4c kl. aan de openbare school n°. 1 voor
minvermogenden. 4°. Adres van Mejufvr. M. H.
Hoogeboom, geb. Tioleman, om ontslag uit de
betrekking van Vrouwe Kraammoeder. 5°. Adres
van J. C. Visser, le hulponderwijzeres van de
2de klasse aan do openbare school voor meer
uitgebreid lager onderwijs der le klasse, voor
meisjes, om ontslag uit hare betrekking. 6°. Adres
van A. Sepp, le hulponderwijzeres van de 2e
klasse aan de openbare school voor meer uit
gebreid lager onderwijs der 2o klasse, voor meis
jes, om ontslag uit hare betrekking. 7°. Kohier
der plaatselijke directe belasting, 1869. 8°. Sta
ten van af- en overschrijving, dienst 1868 en
1869. 9°. Suppletoire staat van begrooting,
dienst 1869. 10°. Wijziging der Verordening op
de openbare school voor gewoon lager onder
wijs voor on- en minvermogenden. 11°. Adres
van G. A. Homulle, om vergunning tot het leg
gen van eene stoep vóór zijn huis in de Don-
kersteeg, wijk VI n°. 72. 12°. Adres van A.
van der Paauw, om het gebruik van een ge
deelte van den vestwal en van het singelwater,
tot zwemplaats ingerigt. 13°. Staten van af- en
overschrijving en suppletoire begrootingen, dienst
1868, van de volgende instellingen a. het R. C.
Armbestuur, suppletoire begrooting en staat van
af- en overschrijving; b. het R. C. Wees- en
Oudenliedenhuis, suppletoire begrooting en Btaat
van af- en overschrijving; c. heb Israëlitisch
Armbestuur, suppletoire begrooting; d. Gecom
mitteerden tot de Vereenigde Gast- en Leproos
huizen, suppletoire begrooting en staat van af-
en overschrijving; e. Vrouwen Kraammoeders,
staat van af- en overschrijving. 14°. Rekening
dienst 1868, van bet Gereformeerde Minne- of
Arme Oude Mannen- en Vrouwenbuis.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Een zeer uitvoerig verslag is uitgebracht over
het wetsontwerp tot aanvulling van art. 62 van
het Indisch regeeringsreglement door de com
missie uit de Tweede Kamer, in wier handen
dit verslag was gesteld (de heeren Dullert,
Fransen van de Putte, Mirandolle, W. Van
Goltstein en Van der Hucht).
De eerste paragraaf van dit verslag bevat
een historisch overzicht van de vroegere pogin
gen aangewend om het koloniale vraagstuk tot
oplossing te brengen, en de bestaaude onzeker
heid op te heffen. Nog altijd blijft het de vraag,
welk stelsel de voorkeur verdient, dat van de
staatscommissie van 1802, hetwelk grondeigen
dom en persoonlijke vrijheid de noodzakelijke
voorwaarden noemt van vrije cultuur of het
stelsel der Oost-Indische compagnie, door den
generaal Van den Bosch, eenigermate gewijzigd,
op kolossalen voet weder in praktijk gebracht.
2 behandelt de vraag, of de vorm van dit
wetsontwerp goed gekozen zij. Deze vorm werd
goedgekeurd ook door hen, die wederopvatting
van het wetsontwerp Trakranen of van het hier
in aanmerking komend onderdeel der cultuurwet
van 1865 wenschelijker en beter hadden geacht.
3 bespreekt de vraag of het wetsontwerp
zelfs aan matige eischen, aan de voorwaarde
door den minister zeiven gesteld, voldoet Zeer
vele leden ontkenden dat bij het wetsontwerp
duidelijke, bepaalde hoofdbeginselen worden ge
steld, zoodat de toepassing met eenige gerust
heid aan het koloniaal bestuur kan worden
overgelaten. Volgens die leden regelde de wet
of te veel öf te weinig. Hare bepalingen zijn
in plaats van imperatief, rekbaar en onbestemd,
zelfs tegenstrijdig. Eenige leden beweerden, dat
de wet niets regelde, vermits daarbij alleen
sprake was van eene delegatie van macht. Ook
de uitgifte van gronden in erfpacht achtte men
volgens het wetsontwerp bloot facultatief. Ver
scheidene leden achtten de gemaakte bezwaren
niet als alles overwegend.
In 4 wordt aangetoond, dat dit wetsont
werp niets meer is dan een eerste stap om het
koloniale vraagstuk op te lossen. In 5 wordt
het vraagstuk omtrent den grondeigendom op
Java behandeld, in verband met hetgeen daar
omtrent voorkomt in de memorie van toelich
ting, welke tot het wetsontwerp behoort.
In 6 wordt hetzelfde vraagstuk besproken,
onafhankelijk van de memorie van toelichting.
De oude strijd omtrent den eigendom van den
Javaanschen grond werd van weerszijden opge
haald, maar de slotsom was, dat men den minis
ter van koloniën uitnoodigde bij zijne memorie
van antwoord het betoog over het eigendoms
recht van den staat en alle soortgelijke juridi
sche onderscheidingen geheel te laten varen,
en, zich plaatsende op het standpunt der memorie
van toelichting tot de wet van 1865, alleen het
groote oeconomische vraagstuk dat hier te be
slissen valt, in het oog te houden.
In 7 wordt de vraag gesteld, of men niet
vooraf met de uitkomsten van het plaatselijk
onderzoek op Java omtrent de rechten der inlan
ders op den grond moet bekend zijn. De groote
meerderheid achtte die voorafgaande kennis
onnoodig.
Blijkens 8 achtten de meesten leden de
aanvulling van art. 62 van het regeeringsregle
ment op de voorgestelde wijze bedenkelijk. Ter
wijl dit artikel thans uitsluitend de woeste
gronden, of, wil men, het staatsdomein betreft,
zou bet voortaan over twee zeer onderscheidene
onderwerpen handelen, namelijk do bevoegdheid
van den gouv.-gen. omtrent de uitgifte van
woeste gronden en de hoofdbeginselen van het
grondrecht der Javanen.
In 9 worden al de door dit wetsontwerp
niet opgeloste punten herinnerd, terwijl blij
kens 10 het naar veler oordeel eene groote
leemte in de wet werd geacht, dat daarbij wel
de rechten op den grond van den individueelen
bezitter, niet die van degenen, die met zijn
dessagenooten communuaal bezit heeft, worden
gewaarborgd.
GEMENGDE BERICHTEN.
Bij de volkstelling van 1866 had Parijs
1,829,274 inwoners, Londen daarentegen
3,150,000. De laatsten wonen op eene ruimte
van 31,563 hectares, zoodat ongeveer 100 men
schen op iedere hectare wonen. De bevolking
van Parijs woont op eene ruimte van slechts
7806 hectares, d. i. 233 zielen per hectare. In
Londen berekent men, dat door elkander 7 a
8 personen in óen huis wonen; in Parijs 40 a
50. Dit laatste hangt sameu met het meer
huiselijk karakter van het Engelsche volk.
Te Hawfort (Maryland) doodde onlangs
eene jonge ea schoone dame, miss Martha Cair-
ness, haar geliefde met een pistoolschot, omdat
hij, volgens hare verklaring, zijne huwelijksbe-