p
N°. 2851.
Zaterdag
A. 1869;
29 Mei.
BINNENLAND.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers°1°-
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels/0.75; iedere regel meerf0.12*.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels/0.90 jiedere regel meerw 0.15.
LEIDEN, 28 Mei.
De Indépendance Beige wordt tegenwoordig
ijna dagelijks te Parijs in beslag genomen. De
aatregel is op het blad toegepast, omdat
et zich verstout had het bericht der Patrie"
egen te spreken, dat de Belgische mijnwerkers
Henegouwen reeds gereed waren, om de Pa-
ïjscbe oproermakers te hulp te snellen. Dit
eidde tot re- en dupliek, en telkens werd weder
//Indépendance," waarin het ongegronde en
üjuiste van het bericht werd aangetoond, den
oegang in Frankrijk geweigerd.
De laatste maal had de Indépendance niets
nders geschreven dan een bericht van on-
eveer den volgenden inhoud: //Ons nummer
gisteren is weder in Frankrijk niet toe-
elaten." En ook de eenvoudige vermelding
an dit feit was in de oogeu der Fransche
ensuur reeds reden genoeg om de verspreiding
van te verbieden.
Merkwaardig tot kenschetsing van de Fran
sche buitenlandsche politiek is hetgeen de Indé
pendance heden, naar aanleiding hiervan, schrijft.
Terwijl in Frankrijk een Belgisch blad wordt
aangehouden, omdat het opkomt voor de eer
van zijn land, laat de regeering toe, dat een
Fransch blad, de //Pays", zich op do volgendo
wijze over België uitlaat
//"Wanneer wij dikwijls de annexatie van België
hebben verlangd, dan was dit minder om ver
overingen te maken, dan om een vuilnishoop
op te ruimen en een hol vol boosdoeners te
kunnen sluiten.
Het wordt tijd dat de Fransche vlag waaie
over dat land, dat wordt geëxploiteerd door
eene regeering van weekelingen en eunuchen,
onbekwaam om te regeeren en te besturen, en
dat die vlag met hare plooien bedekke hetgeen
voor de gansche wereld een gevaarlijke en ont-
eerende smet is."
Te Leipzig verschenen sedert eenigen tijd de
voornaamste werken van Nederl. letterkundi
gen over Indische aangelegenheden; de verta
ler van Van Hoëvell, Van Rees, Ten Brink
noemde zich Wilhelm Berg; het was echter
Mw. Schneider, de vrouw van den ook hier
bekenden operazanger; zij heeft dezer dagen
met glansrijken uitslag het examen voor het
middelbaar onderwijs in de Duitsche taal- en
letterkunde afgelegd. (Utr. D.)
Aan een particulier bericht ontleenen wij het
volgende, met betrekking tot de bekroningen
van Nederlandsche inzenders op de internatio
nale bloemententoonstelling te St.-Petersburg.
Voor zoover de bekroningen bekend zijn (het
proces-verbaal was nog niet uitgegeven) zijn toe
gewezen: aan den lieer J. A. Willink Wzn. te
Amsterdam, eene kleine gouden medaille, voor
Lycopodium tetrastichumaan de Haarlemsche
Maatschappij van Verduurzaamde Levensmidde
len, eene kleine gouden medaille voor verduurz.
levensm.; aan den heer W. C. Boer te Boskoop,
eene groote zilveren medaille voor hulsten, be
nevens eene groote zilveren medaille voor ap
pelen van 1868; aan de firma E. H. Krelage
en Zoon te Haarlem, eene zilveren medaille voor
teekeningen van planten.
Do districts commissie van het fonds ter aan
moediging en ondersteuning van den gewapenden
dienst in de Nederlanden, heeft de volgende
circulaire aan de plaatselijke comraissiën ge
zonden
//Door zijne excellentie den staatsraad com
missaris des Konings in deze provincie werd
weder voor dit jaar de collecte voor ons fonds
uitgeschreven en bepaald op 2 Juni a. s.
//Werden wij telken jare uitgenoodigd die
collecte zooveel wij vermogen, krachtdadig be
vorderlijk te zijn, vooral dit jaar was de uit-
noodiging van ons hoofdbestuur allerdringendst
en werden wij vooral gewezen op de uitbrei
ding van het sollicitanten-register dat in 1867
1179 en thans ruim 1300 aanvragen bevatte,
waaronder hoogst verdienstelijken, terwijl bij
den tegenwoordigen staat van het fonds het
niet mogelijk is eenige afdoende maatregelen
ter leniging voor hunnen nood te nemen.
//En mogen wij bij dien ongunstigen toestand
niet met kracht ook uwe ondersteuning inroe
pen en uwe commissie verzoeken die collecte
met al uwe ten dienste staande middelen te
helpen schragen?
//Wij doen dit met vertrouwen, overtuigd
als van zelve, dat ook uwe commissie door eene
ruimere opbrengst dezer collecte medewerke,
dat vrijgeviger besluiten kunnen genomen en
aan eenige uwer brave sollicitanten eene grati
ficatie toegekend worde.
//Slaan wij slechts een blik in ons district en
wij vinden telken jare, dat bijna 400 deelge-
rechtigden wier gedrag stipt wordt nagegaan,
eene gratificatie ontvangen tot een bedrag van
circa 11000, terwijl de collecten slechts éen
tiende van dat bedrag opleveren, eene treurige
verhouding die noodwendig inkrimping van deel-
gerechtigden en bezuiniging van opname moet
ten gevolge hebben.
//Voegen wij bij deze omstandigheden, dat
het invaliedenhuis te Leiden thans grootere be
hoefte aan onderstand heeft doordien aldaar
kunnen opgenomen worden zoodanige invalieden,
die te Bronbeek moeten afgewezen worden als
niet in Oost- of West-Indic infirme geworden,
dan zal uwe commissie met ons overtuigd zijn,
dat eene ruimere opbrengst hoogst wenschelijk
is en wij dezelve niet genoeg in uwe zorgen
kunnen aanbevelen."
Uit het verslag der maatschappij tot exploi
tatie van staatsspoorwegen over 1868 blijkt o. a.
't volgende: 't Aantal vervoerde reizigers be
droeg 2,279,362 tegenover 2,156,678 in 1867,
het aantal vervoerde tonnen vrachtgoederen
796,187 tegenover 595,316 in hei vorige jaar.
Het materieel behoefde dit jaar weinig uit
breiding te ondergaan. Het aantal locomotieven
bleef onveranderd, terwijl er 20 nieuwe perso
nenrijtuigen, 7 bagagewagens en 36 goederen
wagens werden aangeschaft.
De ontvangsten bedroegen in het jaar 1868
3,060,214.21 zijnde ƒ692,567.87s meer dan in
het vorige jaarde uitgaven en uitkeeringen
2,512,687.33s of slechts ƒ129,317.58 meer dan
in 1867, zoodat, terwijl verleden jaar de exploi
tatie-rekening met een verlies van ƒ15,723.42
sloot, zij thans een voordeelig saldo van
547,526.87' aanwijst.
Het aandeel van den staat in de bruto-op-
brengsten bedroeg ƒ275,292.03 of ƒ72,801.32
meer dan verleden jaar.
Na aftrek van alle lasten en verliezen levert
de winst- en verliesrekening van 1868 nog een
batig saldo van ƒ126,067.69 op. Indien men
geen verliezen van vorige jaren had moeten
dekken, een tekort van ƒ169,437.326 over 1867
en een van ƒ21,767.9154 op de liquidatie van
de fabriek Damlust, dan zou het dienstjaar 1868
een overschot hebben opgeleverd van 317,272.93
of meer dan 5 pCt. over het gestorte kapitaal.
Een gevoelig hart, warm vooral wat den mi
litairen stand in O.-I. betreft, heeft den heer
Anton Boelen een boekje doen schrijven geti
teld Kapitein Scheltema." Is de geest van
ons leger aan de subalterne officieren te wijten
Dat er veel in het Indische leger te verbeteren
valt, is nog voor eenige dagen in enkele hoogst
belangrijke artikelen in het //Vaderland" aan
gewezen. Een der grieven daarin ontwikkeld
betreft de ongelijke bedeeling van onderschei
dingen; waarbij het leger in Indië bij dat in
Nederland wordt achtergesteld. Het is een écla
tant voorbeeld hiervan wat de heer Boelen ons
uit de lotgevallen van kapitein Scheltema mede
deelt. Zijn boekje is uitgegeven ten voordeele
der kinderen van zijnen onlangs op Bali ge
sneuvelden krijgsmakker J. De Nijs. Dit zij
eene aansporing te meer om van het boekje
kennis te nemen!
De minister van binnenlandsche zaken heeft
ter kennis van belanghebbenden gebracht, dat
het toelatings-examen, bedoeld bij art. 2 van
de voorwaarden om als kweekeling aan 's Rijks
veeartsenijschool te Utrecht te worden opgeno
men, zal plaats hebben op Vrijdag en Zaterdag
den 9den en lOden Juli e. k., des voormiddags
te elf uren.
Naar men verzekert zullen aan het examen
voor de betrekking van surnumerair bij de
posterijen ongeveer 60 jongelieden deel nemen
terwijl het aantal vacante plaatsen 12 a 15
bedraagt.
De ambitie voor het vak der posterijen neemt
toe en in dezelfde evenredigheid ook de eischen
der administratie ten aanzien van de kennis
der adspiranten.
De inspecteur der posterijen, de heer De
Chalmot, doet thans eene inspectie-reis en be
zoekt een aantal kantoor- en beBtelhuis-plaatsen
in het noorden des rijks. ArnhCt.)