ÜK 2850.
vl-
28 Mei.
BINNENLAND.
LEIDSCH
Vrijdag
A°. 1869Ï
g$
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon-en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 10.75; iedere regel meer0.12*.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90 iedere regel meer0.15.
LEIDEN, 27 Mei.
Overdrijven wij thans het gevaar dat onze
neutrale school dreigt, vechten wij soms tegen
windmolens, stellen wij ons den ijver van de
■tegenpartij ook te groot voor?
Men leze de opwekking, die onder den titel
Ivan //Naar de Stembus" te Utrecht verspreid
wordt, en waarvan het Volksblad heden de vol-
Jgende woorden aanhaalt:
//Weldra zullen, zoo de Heer wil, de verkie
zingen van leden der Tweede Kamer der Sta-
sten-Generaal plaats hebben, 't Is te hopen, dat
stembevoegden in Nederland, als een eenig man,
j zich op den daartoe bepaalden dag naar de stem-
bus zullen begeven. Vooral ook de geloovigen
den lande moeten en mogen niet thuis blij-
Iven, moeten en mogen zich niet onttrekken aan
■de vervulling van een duren en heiligen plicht.
■//Wees wakker in alles", staat ter ernstige ver
maning en betrachting geschreven in den dier-
ibaren Bijbel, alsmede: //zijt daders des woords,
en niet alleen hoorders". Dus geen lijdelijkheid,
geen onverschilligheid, geen traagheid, geen
flauwheid, geen halfheid. En waarom niet? Om
dat de dagen boos, de tijden hoogst bedenkelijk
en zorgwekkend zijnomdat er een zware, een
gewichtige strijd is te strijden omdat de vele
[tegenstanders van Evangelisatie in Neerlands
koloniën en van christelijk schoolonderwijs, zich
nauw aaneensluiten, en, bij monde en bij ge
schrifte, hunne stoute en verderfelijke leerstel-
[lingen uitspreken en uitstrooien, welker verwe
zenlijking 't geen God genadiglijk verhoede!
tot algeheelen achteruitgang, ja tot den val van
het door den Heer nog voortdurend in aanbid
delijke lankmoedigheid gedragen en gespaard
[vaderland, zou leiden."
En die strijd geldt ons, die niet willen toe
laten dat onze scholen worden vervangen door
sectescholen, waar de natie reeds van derjeugd
af aan als in vijandige kampen zou worden in
gedeeld
Men telle den vijand dus niet te licht. Ook
wij zeggen//geen lijdelijkheid, geen onverschil
ligheid, geen traagheid, geen flauwheid, en
vooral geen halfheid."
In het laatste nummer van den Economist
maakt de heer P. N. Muller het Nederlandsche
Ljpubliek bekend met een plan van den heer Ra-
Iphaël Brandon te Londen, dat bij den eersten
aanblik zeer vreemd schijnt.
Bit plan bestaat hierin, om bet postzegel-
stelsel op bet spoorwegvervoer toe te passen,
|°m, gelijk de brieven thans in Engeland, tus-
|schen alle plaatsen in het koninkrijk, worden
verboerd voor éen penny, zoo ook de reizigers
Iper spoor een en denzelfden prijs, die zeer laag
|zou gesteld worden, voor een traject, hetzij het
jkort of lang is, te doen betalen.
Volgens den heer Brandon zouden even zoo
I goed de spoorwegen hierdoor meer opbrengen,
het publiek er door gebaat worden. Aanne
mende een uniform-tarief van 1 shilling (60 ets.)
voor de lste, sh. voor de 2de en sb. voor
de 3de klasse, en uitgaande van de onderstel
ling, dat het aantal reizigers alsdan zesmaal
grooter zal worden, berekent de ontwerper dat
er eene zeer belangrijke vermeerdering van in
komsten voor alle spoorweg-ondernemingen uit
de aanneming van zijn plan zou voortspruiten.
Buitendien worden in deze berekening nog abon-
nements-kaarten voor een jaar opgenomen, die
in vergelijking van het tarief wel wat boog be
rekend zijn, maar dan ook recht geven op af
zonderlijke wagens.
Het spreekt van zelf, dat dit plan dan alleen
mogelijk wordt, wanneer de staat de uitsluitende
ondernemer van alle spoorwegen is.
Schijnt dit plan ook absurd, wij kunnen met
den heer Muller wijzen op het uniform-brief
port, dat evenzeer in den aanvang eene dwaas
heid werd geacht. En die dwaasheid van gisteren
is de hoogste wijsheid van heden!
Het te 's-Gravenhage gevestigde hoofdcomité
der Nederlandsche bulpvereeniging //onder het
Roode Kruis", heeft dezer dagen aan de com
missarissen des Konings in de verschillende
provinciën, ter uitreiking aan hen, voor wie zij
die mededeeling nuttig zouden vinden - alsmede
aan andere personen in ons Vaderland, die in
deze gewichtige zaak belang stellen, eene circu
laire gericht van den volgenden inhoud
//TENTOONSTELLING van voorwerpen lot
hulpverplegingvervoer en verblijf van zie
ken en gewonden.
//Het hoofd-comité der Nederlandsche vereeni-
ging tot het verleenen van hulp aan zieke en
gewonde krijgslieden in tijd van oorlog, wen-
schende, bij gelegenheid der algemeene vergade
ring van de comité's in September aanstaande,
te 's-Qravenhage eene tentoonstelling te houden
van alle zoodanige voorwerpen, welke dienen
kunnen tot hulp, verpleging, vervoer en verblijf
van zieken en gewonden in het algemeen en van
krijgslieden te land en ter zee in tijd van oor
log in het bijzonder, noodigt genees- en heel
kundigen, bestuurders van zieken-inrichtingen,
vervaardigers van heelkundige instrumenten, van
wagens, schepen enz. tot vervoer van zieken en
gewonden, van ledekanten, kribben, veldbedden,
ziekenstoelen en andere meubelen en ustensilia tot
gebruik van zieken en gewonden, van verduur
zaamde of geconcentreerde voedingsmiddelen en
van voorwerpen tot bereiding van spijzen en
dranken; alsmede hen, die tot hulp van zieken
of gewonden nieuwe vindingen hebben gedaan,
uit, eene opgaaf te willen doen van de in te
zenden voorwerpen of wel teekeningen en mo
dellen daarvan in het klein, voor den lsten
Juni a. 8. aan den voorzitter of secretaris van
het hoofd-comité, ten einde zou kunnen beoor
deeld worden of de deelneming genoegzaam is
om aan het voornemen tot die tentoonstelling
gevolg te geven, en welke localiteiten daarvoor
dienen bestemd te worden.
//Het hoofd-comité zal in tijds aan de inzen
ders bericht geven van de wijze van verzending,
waarvoor het zich vleit gunstige voorwaarden
en gelegenheden te erlangen, en het hoopt aan
de daarvoor waardig gekeurde voorwerpen ge
paste onderscheidingen toe te kennen.
//'s-Hage, den 14den Mei 1869.
//De voorzitter van het hoofdcomité
Bosscha.
De secretaris. Doet. Vebweij."
Door veertien beetwortelsuiker-fabrikanten in
Nederland is een request aan den minister van
financiën ingediend, waarin zij wijzen op den
hoogen aanslag hunner industrie volgens art. 1
lett. b. der wet van 7 Juli 1867 (Stbl. n°. 69),
welke zij niet slechts belemmerend maar doo-
dend voor die industrie achten.
Aan onzen stadgenoot den heer H. Witte,
hortulanus aan 's rijks kruidtuin alhier, is eene
onderscheiding te beurt gevallen, die voorzeker
allen, die de geschriften van dien bekwamen
kruidkundige op prijs stellen, aangenaam zal zijn.
Dezer dagen toch werd hem, namens Z. M.
den Koning, in een vleiend schrijven, niet alleen
Hoostdeszelfs ingenomenheid betuigd met het
door hem uitgegeven wordend werk: Flora,
afbeeldingen en beschrijvingen van
boomen, heesters enz. voorkomende
in Nederlands tuinen, maar tevens den
wensch van Z. M. te kennen gegeven dat dit
werk aan Hoogstdenzelve mocht worden opge
dragen.
Is voor den schrijver dit bewijs van vorste
lijke belangstelling hoogst vereerend, ook voor
den uitgever, den heer J. B. Wolters te Gro
ningen, moge het een bewijs zijn, dat de op
offeringen die deze zich getroost, om kostbare
werken als het bedoelde het licht te doen zien,
ook van Hooger hand worden gewaardeerd.
Nadat in ons nummer van gisterenavond eene
rectificatie van het bericht omtrent de bewuste
doopsbediening te Harderwijk was geplaatst,
ontvingen wij hedenmorgen een schrijven van
Ds. L. Schouten te Harderwijk, die zoo diep
verontwaardigd is over de opname van het in
gezonden stukje van P. in N". 2845 van
ons blad, dat hij //besloot om het stilzwijgen
te bewaren". Dit neemt echter niet weg, dat
hij ons een vrij uitvoerigen brief zendt, en
ten slotte er van schrijft, dat hij geen plaats
in ons blad vraagt, maar van onze loyauteit
verwacht dat wij den brief zullen overnemen.
Al meenen wij dan ook door ons bericht van
gisteren den slechten indruk van het gebeurde
te Harderwijk te hebben weggenomen, zoo
willen wij echter niet den minsten schijn op
ons laden, alsof wij zouden weigeren om aan
elke opinie recht te doen wedervaren.
De brief luidt als volgt
Harderwijk, 26 Mei 1869.
Mijnheer de Redacteur!
Een leugenaar en spotter heeft goedgevonden in de Arn-
bemsche Courant van Mei een berigt te plaatsen over
de doopsbediening, die alhier op Zondag middag, 9 Mei, beeft
plaats gebad. Dat bericht, zóó leugenachtig dat het, hoe