N°. 2848.
Woensdag
26 Mei.
BINNENLAND.
eeDel
LEIDSCH
prijs dezer courant.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per post.3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon-en Feestdagen, uitgegeven.
prijs derjadvertentien.
Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerf 0.12.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90 iedere regel meer0.15.
LEIDEN, 25 Mei.
De telegraaf deelt ons heden reeds den ge
deeltelijken uitslag der verkiezingen voor het
svetgevend lichaam mede. In Parijs heeft de
regeering niet alleen de nederlaag geleden, maar
de candidaten der uiterste oppositie-partij zijn
"gekozen. Niet alleen is Ollivier, die thans door
Ide regeering zeer werd gesteund, niet herkozen,
jmaar Gambetta en Bancel, de candidaten der
Iradicalen, hebben reeds de meerderheid, terwijl
Thiers en Jules Favre in herstemming moeten
komen. Bancel, die tegenover Ollivier gesteld
werd, is gekozen met 22,837 stemmen. Ollivier
kreeg er niet veel meer dan de helft: 12,857.
Pan de aftredende liberale leden wordt thans
[reeds van Picard, Simon en Pelletan de her
kiezing gemeld.
Alleen te Marseille schijnt de openbare orde
bij de verkiezingen eenigszins verstoord te zijn
bewordener werd//Leve de Republiek ge
roepen, en de winkels werden gesloten. De rust
ivaa echter spoedig hersteld.
De heer De Brauw, die indertijd een voorstel
deed om bijzondere gezindheidscholen van ge-
neentewege te subsidieeren, heeft thans aan
Jzijne kiezers in het district Gouda eene circu
laire gericht, om hun te melden dat hij geen
tegenstander van het openbaar neutraal onder
wijs is.
Geen tegenstanderNeen, hij en anderen, zij
zullen niet beginnen met de openbare neutrale
school af te brekenmaar zij zullen wat anders
er voor in de plaats stellen.
De kerk zal dan van hare zijde wel zorgen
dat die gesubsidieerde secte-scholen druk be
zocht worden! Zoo zal de eene na de andere
verrijzen, en de neutrale school kan gesloten
|worden.
//Ik ben geen tegenstander", zegt de
een//ik wil alleen vrijheid voor allen", zegt
de ander. "Waarom eeggen zij niet uitdrukke
lijk, wat zij willen Waarom is op het dikwijls
herhaalde verzoek tot hen gericht, om een voor
stel te doen, geen antwoord gekomen Pleit dit
voor het onschuldige hunner plannen?
In het Verslag van de Kamer van Koophan
del en Fabrieken alhier, dat als bijlage van het
gemeente-verslag voorkomt, treedt de kamer in
eenige beschouwingen over de redenen, die haar
verslag zoo onvolledig en derhalve hare taak,
om jaarlijks een verslag te leveren, zoo ondank
baar maken.
Verwijzende naar den brief van den commis
saris des Konings, en van burg. en weth. alhier,
m 1852 aan de Kamer toegezonden, waarin
vermeld staat wat de verslagen der Kamer van
koophandel en Fabrieken moeten behelzen, ver-
Maart de Kamer, dat hoezeer zij zich steeds
taeft beijverd om te verzamelen en te resumee-
ren wat zij kon, zij zich zelve nooit heeft ont
veinsd, dat hare jaarberichten omtrent den toe
stand van sommige industrieele inrichtingen
verre te kort schoten bij hetgeen men bedoelde
te vernemen.
//Om een juist verslag samen te stellen zoo
schrijft zij zou men in de eerste plaats zeer
gedetailleerde en nauwkeurige opgaven behoeven
van alle bedrijven waarmede de nijvere klassen
zich in deze gemeente bezig houden, ten einde
vervolgens uit deze gegevens een algemeen be
redeneerd overzicht samen te stellen, waarin
elke nijverheid de plaats zou vervullen welke
haar door hare meerdere of mindere belangrijk
heid toekomt. Doch de Kamer heeft geen mid
del ter barer beschikking om zich dergelijke
gedetailleerde opgaven te verschaffen, als aan een
volledig overzicht moeten ten gronde liggen. Zij
heeft noch het recht noch de macht de belang
hebbenden tot het geven van opgaven te ver
plichten. Al de bouwstof welke de Kamer ver
zamelt is zij uitsluitend verschuldigd aan de
welwillendheid dergenen die inlichtingen geven
willen, en het spreekt van zelf dat zij daarbij
met evenveel bescheidenheid als erkentelijkheid
moet te werk gaan. Uit deze bouwstof, aange
vuld met hetgeen de leden der Kamer uit eigene
wetenschap kunnen rapporteeren, wordt dan dit
overzicht samengesteld, dat slechts zeer fragmen
tarisch den toestand van den handel en de nij
verheid in deze gemeente doet kennen."
En in plaats van verbetering, voorziet de
Kamer achteruitgang van het gehalte harer
verslagen. Hoe meer de nijverheid vrij wordt,
hoe meer de middelen verdwijnen om met
nauwkeurige opgaven en gegevens haren gang
na te gaan. De nijverheid heeft aan de zorgende
tusschenkomst der overheid geen behoefte meer,
en deze verliest daarmede ook het middel haar
in statistieke tabellen aanschouwelijk te maken.
Ook de redenen die het vroeger noodzakelijk
maakten, dat de regeering op de hoogte van
den vooruitgang en achteruitgang der afzonder
lijke takken van nijverheid bleef, vervallen bij
eene verlichte staathuishoudkundige wetgeviDg.
De Kamer vermeent daarom, //dat eene enkele
opnoeming van de verschillende bedrijven in de
gemeente uitgeoefend, van het aantal patent-
plichtigen in de verschillende vakken, van het
aantal gebezigde stoomtuigen, van de scheeps-
beweging, de aanvoeren en het verkochte ter
markt, enz., een juister beeld geeft van hetgeen
er in de gemeente omgaat, dan wat thans ver
meld wordt."
Doch juist die opgaven, aan welke zij de meeste
waarde hecht, zijn veel meer binnen het bereik van
de provinciale en gemeentelijke besturen dan bin
nen dat der Kamer.
Ten slotte verklaart dan ook de Kamer als
hare meening, dat, mochten provinciale en ge
meentebesturen het nog wenschelijk blijven vin
den, dat de Kamer met het leveren van hare
verslagen voortging, het in elk geval verkieslijk
zou zijn, dat deze bijdragen //niet als een door
de Kamer uitgebracht verslag van den toestand
van den handel en de nijverheid der gemeente
worden beschouwd en opgenomen, maar alleen
als bouwstof door de Kamer verstrekt om daar
van bij de samenstelling van het algemeen over
zicht van de bedrijvigheid der gemeente zoodanig
gebruik te maken, als aan het bestuur het meest
geschikt voorkomt."
Het bestuur der vereeniging //Nut en Ge
noegen" heeft in eene harer laatst gehouden
bestuursvergaderingen met algemeene stemmen
tot eereleden hunner vereeniging benoemd de
heerenJ. Kneppelhout, C. Blansjaar, W. T.
Werst en J. W. Schaap.
Bij Koninklijk besluit is eervol ontslag ver
leend aan den heer L. Foreman, als lsten luit. bij
de dienstdoende schutterij alhier, en is benoemd
tot lsten luit., de heer Mr. J. Van Heukelom,
thans 2den luitenant.
De commissie van oppertoezicht en beheer
over de kweekschool voor zeevaart te Leiden,
beeft ter algemeene kennis gebracht, dat op den
31steD Mei alhier eene keuring zal plaats heb
ben van knapen, welke bij 's rijks zeemacht eene
verbintenis wenschen aan te gaan.
In 1863 werd door de orde der vrijmetse
laars het denkbeeld gevormd, tot oprichting
van een opvoedingsgesticht te 's-Hage voor na
gelaten kinderen van minvermogende vrijmet
selaren. Het plan der voor die aangelegenheid
benoemde commissie dat de inrichting zou staan
onder het beschermheerschap van prins Frede-
rik en den naam zou dragen van Louisa-stich-
ting, werd op de algemeene vergadering van
1866 goedgekeurd. In 1867 werd door de alge
meene vergadering beslist, dat het gesticht in
de residentie zon gevestigd zijn. Nadat de prins-
beschermheer een gebouw, dat doelmatig voor
de stichting kon worden ingericht, had aange
kocht en aan de Orde ten geschenke gegeven,
werd in de vergadering van 1868 onder meer
bepaald, dat het pand bestemd zou blijven voor
de stichting, zoolang deze zou blijken aan haar
doel en aan den geest der orde te beantwoor
den en verder dat de inwijding een jaar later
zou plaats hebben.
Door de ijverige en nauwlettende zorgen van
heeren regenten, kon die inwijding gisteren plaats
hebben. Sedert 1°. Mei jl. in werking, zijn daarin
thans zeven pleegkinderen opgenomen, die aan
den prins en de genoodigden werden voorge
steld. Eene wandeling door het ruime en luch
tige gebouw gaf allen gelegenheid zich van de
doelmatigheid der inrichting te overtuigen. Hoe
zeer men daarover voldaan was, kan voorzeker
blijken uit de omstandigheid dat een der aan
wezige vrijmetselaars eene som van f 500 ten
behoeve van het gesticht beschikbaar stelde.
Vermelding verdient hierbij ook, dat vroeger
door een niet-vrijmetselaar eene som van 20.000
aan bet gesticht werd gelegateerd, waarvan de
helft voor de verbouwing werd aangewend. De
verdere kosten van verbouwing en inrichting
van het gesticht werden uit bijdragen van de
Koninklijke beschermvrouw en van ordeleden
gevonden.