OFFICIEELE BERICHTEN. ran 1 Er loopt een gerucht betreffende de ontdek- king eener samenzwering te Barcelona, alwaar talrijke arrestatiën zouden hebben plaats gehad inder anderen van officieren en priesters. In antwoord op eene interpellatie heeft cht j Prim met nadruk het verwijt van zich afge- L, worpen, dat hij naar de dictatuur of het koning schap zou streven. Mijn eenig streven, zeide ij, is om de veroveringen der revolutie te be- tstigen. Hij verklaarde verder dat de regeering m waren staat van zaken in Catalonië kent. ij kan verzekeren dat er geen gevaar voor i burgeroorlog bestaat. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS yan LEYDEN doen te weten, dat, ter voldoening aan de Wet van den 11 April 1827 StaatsblN#. 17), een aanvang zal worden gemaakt met de inschrij ving voor de Schutterlijke dienst van degenen, welke daartoe dit jaar in de verpligting vallen. Dat deze inschrijving zal geschieden in tien af zonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1835 tot 1843 ingesloten, welke zich hier ter stede, sedert de vorige inschrij ving, uit andere plaatsen met der woon hebben idergezet, waaronder ook zijn begrepen de mili- liren, die sedert de laatste inschrijving hun pas- ort verkregen en zich alhier hebben gevestigd, jsmede de zich in dit Rijk en binnen deze ge- leente sinds de laatste inschrijving gevestigd ibbende vreemdelingen, zullen worden ingeschre ven achter-in de registers, waartoe zij volgens hun nen ouderdom behoorenterwijl de geborenen in 't jaar JLST41 zullen worden geplaatst in een nieuw register, te wetenhet eerste van den jare 1869 en het tiende of dat der geborenen in 1834, van het vorige jaar, zal komen te vervallen. Dat enz. Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 5 van het Koninklijk besluit van den 21 Maart 1828 Staatsblad N°. 6), zullen worden geopend op Zaturdag den 15 Mei aanstaande, en op den 1 Junij daaraanvolgende zullen worden gesloten. Dat enz. Dat een ieder wordt vermaand, om voorzoo veel hij van geen geboortebewijs voorzien is, voor hen, welke alhier geboren zijn, dat bewijs te komen af halen ter Secretarie dezer Gemeente (afdeeling urgerlijke stand), van heden af aan, van des voor- iddags 10 tot 's namiddags 1 uurterwijl zij, 'elke elders geboren zijn, zich dat bewijs onver- ijld vóór de inschrijving zullen moeten aanschaf- zullende een ieder verantwoordelijk zijn voor ;evolgen, wanneer hij, bij gemis zijner ge- 'orte-acte, door eene verkeerde opgave van het iboortejaar, abusivelijk wierd ingeschreven. Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt rinnerd, dat zij bij de inschrijving tevens zul len moeten opgeven hunne woonplaats, benevens het wijk en het huisnommerhun beroep en dat hunner Ouderszoo die nog in leven zijn, alsmede den tijd van inwoning alhier, en eindelijk of zij in- ischrevenen gehuwd of ongehuwd zijn, en in het rste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel ;n elk geslachtwordende de gehuwden aange- laand, om zich van een extract uit het huwelijks kister te voorzien, om daarop door den Heer der ebuurte, waarin zij woneu, het getal hunner kin deren te doen certificeren, ten einde daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede tot Q0 afgifte dier huwelijks-extracten van heden af vorden gevaceerd ter secretarie dezer gemeente .afdeeling burgerlijke stand), van des voormiddags •0 tot 's namiddags 1 uur. Dat ten einde deze inschrijving geregeld afloope, a iegelijk, in die termen vallende, wordt opge spen, om zich te vervoegen in een der vertrek- 'tavan het Raadhuis, en wel: Op Zaturdag den 15 Mei 1869, de bewoners van Wijk I, II, III en IV Op Dingsdag den 18 Mei 1869, de bewoners van Wijk V en VI, benevens de be woners van de Buitenwijk; Op Woensdag den 19 Mei 1869, de bewoners van Wijk VII en VIII telken dage van des voormiddags 10 tot des namid dags 2 uren met uitnoodiging, om op den bepaalden dag zich stiptelijk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich niet te wijten hebbe de gevol gen, welke uit het achterblijven zouden ontstaan; - zullende wijders het tijdstip, dat de registers ter inzage zullen liggen, en de dagen der loting, welke, volgens de Wet, vóór den 1 Julij aanstaande ge heel zal moeten zijn afgeloopen, nader worden be kend gemaakt. En verder gelet hebbende op art. 7 van Zr. Ms. besluit, van den 7 September 1S28, StaatsblN°. 55) roepen op alle personen, welke als gehuwd of als weduwenaars met kind of kinderen, in het afgeloopen jaar in de termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de tweede klasse van de alge- meene rol der Schutterij te worden gebragt, doch sedert dien tijd door het overlijden van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben ver loren, om in die klasse te verblijven, en dus alsnu in de eerste klasse der voor dit jaar op te maken algemeene Schuttersrol geplaatst moeten worden, om van dusdanige verandering van omstandighe den schriftelijk kennis te geven, of zich daartoe ter secretarie aan te melden, des voormiddags tus- schen 10 en 1 uur, vóór de aan te vangen inschrij ving, en dus uiterlijk tot den 14 Mei aanstaande; - zullende enz. Leyden, 1 Mei 1869. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, Gezien de adressen vana. Jan Carel Pietbb en Pieter Hendrik Steenhaüeb, boter- en kaashandelaars, wonende alhier, waarbij zij verzoe ken om, ten behoeve hunner affaire, in het pand in de Mandenmakerssteeg, geteekend wijk IY, n°. 120, een rookhok en een kookfournuis te mogen doen plaatsen; b. Antonius Gebardus Kloots, fa- briekant alhier, houdende vorzoek om, ten dienste zijner saaijetfabriek, achter zijne woning aan de Haarlemmerstraat, wijk VI, n°. 540, uitkomende in de Koesteeg en geteekend wijk VI, n°. 550, te mogen doen plaatsen een verwketeleen waterketel een waschketel en een zwavelhok; Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van 31 Januarij 1824 Staatsblad n°. 19); Doen te weten, dat tot het hooren der eige naars en bewoners van de naastbijgelegene en belendende panden, ten opzigte der informatiën //de commodo et incommodo," door Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente, op Donderdag den 13den Mei eerstk., 's voormiddags te elf uren; zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen die verzoeken op dien tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de inwil liging niet te hebben verzet. Leyden, 8 Mei 1869. Kohier der Plaatselijke directe be lastingen, 1869. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, Gezien art. 264 der wet van 29 Junij 1851 {Staatsblad N°. 85); Doen te weten, dat het kohier van de plaat selijke directe belasting over 1869 op heden voorloopig is vastgesteld, en van heden tot en met den 17den Mei aanstaande ter Secretarie dezer gemeente (financiële afdeeling), van 12 tot 3 uren, voor een ieder ter lezing is neder- gelegd. Leyden, 3 Mei 1869. Eerste huwelijks-afkondiging te Leyden, van den 9den Mei 1869: W. Yan Gent wedr. 31 j. en R. Hanenkamp jd. 29 j. D. J. Den Os jm. 22 j. en M. H. Meijjers jd. 26 j. J. Hoeman jm. 30 j. en P. Laterveer jd. 35 j. J. Van Leeuwen jm. 21 j. en J. Stuivinga jd. 26. j. L. Ober jm. 24 j. en J. Vijlbrief jd. 27 jd. H. J. Yan Elorestein jm. 25 j. en A. W. D. Schid- lewski jd. 23 j. H. Yan Dorp jm. 26 j. en S. Zwarts jd. 28 j. J. Yan Leeuwen jm. 31 j. en M. E. Beets jd. 25 j. K. M. Lam- brechts jm. 27 j. en A. Maas jd. 23 j. W. Idema jm. 23 j. en E. Keijzer jd. 26 j. N. Gouwentak jm. 28 j. en K. Barneveld jd. 28 j. GEMENGDE BERICHTEN. Als eene bijzondere merkwaardigheid verdient melding, dat onlangs bij het wegruimen der ruïnen van den afgebranden schouwburg te Keulen, 6 a 7 voet diep nog alles in gloed was, zoo zelfs, dat men op de steenen en ijzeren voor werpen, gelijk gemeld wordt, eten kon koken. En toch was het al tien weken geleden, dat de brand had plaats gehad. Eenige dagen vóór Kerstmis jl. gingen twee mannen van het landschap Morico (Oranje- Vrijstaat) in den vroegen ochtend boschwaarta, om wilden honig te zoeken. Naar men wellicht weet, vereischt deze vangst geene andere hulp middelen dan een blikken emmer en een scho tel, en daar men in die streken geene ver scheurende dieren kon verwachten, waren onze luidjes dan ook slechts met deze onschuldige instrumenten gewapend. Doordringende in eene kleine vallei, met laag hout bezet, waren de honigzoeker8 niet^weinig onthutst, toen eensklaps, weinige schreden voor hen uit, eene leeuwin te voorschijn sprong en in dreigende houding naderde. Aan vluchten was niet te denken, en in hunnen angst grepen de beide mannen het eenige middel aan, dat naar hunne meening redding schenken kon: met hunne schotels en blikken emmers maakten zij zulk een vervaarlijk geraas, dat het zenuwachtige dier, als verbijs terd van schrik, met ontzettende sprongen zich uit de voeten maakte. Thans bekroop hun de zucht om te onder zoeken wat het dier herwaarts kon hebben ge voerd, en het hout ingaande vonden zij weldra twee jonge leeuwen, blijkbaar pas geworpen, althans nog geen dag oud. Onvoorzichtig genoeg, maar gelukkig zonder bedenkelijke gevolgen, besloten zij de honigvangst op te geven en de jonge dieren mede te nemen. Naar het schijnt was de moeder in haren angst het spoor geheel bijster geraaktalthans, zonder letsel te onder vinden, kwamen onze lieden weldra thuis, ieder met een jongen leeuw in zijn emmer. Thans echter en hier begint het merk waardigste dezer geschiedenis rees de vraag hoe men de dieren zou grootbrengen. De brief, waaraan wij dit verhaal ontleenen, geeft geene uitdrukkelijke mededeeling omtrent de wijze, waarop dit vraagstuk werd opgelost. Maar het stuk bevat eene aanduiding in de volgende op merkelijke zinsnede//Thans (d. i. in Februari, derhalve toen de welpen reeds een paar maan den oud waren) zuigen zij nog nu en dan aan mej. N. N. Wanneer zij lust krijgen, om te zuigen, klimmen zij doodeenvoudig op haar schoot, krabben aan haar boezem, totdat zij dien ontbloot en liggen dan op hun gemak te zuigen." Uit het //nog nu en dan" blijkt ge noegzaam, dat dit vroeger geregeld plaats vond, derhalve dat deze dieren zijn groot gebracht met de melk eener vrouw, behoorende tot het gezin van dengeen, die hen van de eerste vin ders kocht. \V"ij kunnen thans omtrent dit bijna ongeloofelijk verhaal nog zeggen, dat de waarheid er van boven alle bedenking is. Het werd ons eenige dagen geleden medegedeeld, maar om zeker te gaan, vroegen en verkregen wij inzage van don brief, waarin het werd ge meld. Deze brief is geschreven door een alleszins geloofwaardig persoon, met het aanbod om de dieren, wanneer zij sterk genoeg zijn om de reis te verdragen, op te zenden aan het genoot schap N. A. M. Zij kunnen in September e. k. herwaarts vertrekken, AlgemHdbl.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3