ÜFF1C1EELE BERICHTEN. MEIÜ-HUISHOUDSTËK. te Engelumnaar Twijzeldoor Kappers naar Peperga; door Van Borssum Waalkes naar Joure. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het ontslag van Dr. J. A. Lamping, te Helder, is het volgende 12tal geformeerd N. C. Balsem, te Langezwaag, C. J. Van Bem- inel Suyck, te Welsum, O. Geerts J. Hz., te de Rijp, J. E. Van Iterson F. H. Gz., te Giet hoorn, J. H. Kremer, te Aartswoud, Dr. W. C. Van Manen, te Abbenbroek, L. Mees, te Uitgeest, W. De Meijier A. Cz., te Worraer- veer, D. C. NijhofF, te Drimmelen, Dr. A. J. Oort H. Lz., te Schoonhoven, A. Van Ooste^ te Puttershoek, J. C. Singels, te Koog aan de Zaan. Christelijk Afgescheiden Gereformeerde Kerk. Beroepen: Te TJreterp: A. Nyenhuis te Mildam; te Blija: H. J. Schoolland, cand. Bedankt: te Sleeuwijk: door G. A. Kempö' te Herwijnen. GEVEILDE PERCEELEN. Gehouden verkooping aan den Burg] alhier op 24 April, ten overstaan van den notaris Mr. A. J. Wijnstroom: N°. 1. Een huis en erf, aan de westzijde van de Zijdgracht, Wijk II, N°. 303. Kooper J. P. Planjer qq. voor 405. N°. 2. Een huis en erf, nevens het voorgaande perceel, Wijk II, N°. 304. Kooper B. Steyger voor ƒ317. N°. 3. Een huis en erf, aan de westzijde van de Kruisstraat, Wijk V, H°. 176. Kooper J. Bink voor 270. N°. 4. Een huis en erf, neveus het voorgaande perceel, Wijk V, N°. 177. Kooper H. Bonte qq. voor 325. N°. 5. Een huis en erf, nevens het voorgaande perceel, Wijk V, N°. 178. Kooper J. Bink voor ƒ300. N°. 6. Een huis en erf, neveus het voorgaande perceel, Wijk V, N°. 179. Kooper G. v. d. Berg voor ƒ245. N°. 7. Een huis en erf, nevens het voorgaande perceel, Wijk V, Nü. 179a. Kooper J. v. d. Rey- den voor 270. Nos. 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14. Zeven huizen en erven, in de Zegersteeg, Wijk I, N°. 461, 461a, 4616, 461c, 461d, 461c, 461 gecombi neerd. Kooper J. W. Filippo voor ƒ1465. Nos. 15 en 16. Een huis en erf, in de Zeger steeg, en een dito, op de Achtergracht, Wijk I, N°. 462a en N°. 378, gecombineerd. Kooper J. P. Planjer voor ƒ477. N°. 17. Een huis en erf, aan de noordzijde van de Bakkersteeg nabij den Vliet, Wijk I, N°. 545. Kooper J. C. v. d. Tas qq. voor 358. N°. 18. Een huis en erf, aan de zuidzijde van de Bakkersteeg nabij den Vliet, Wijk I, N°. 560. Kooper M. Loeber qq. voor ƒ309. N°. 19. Een huis en erf, aan de zuidzijde van de Molensteeg nabij den Vliet, Wijk II, N°. 58. Kooper J. C. v. d. Tas qq. voor 343. Eerste huwelijks-afkondiging te Leyden, van den 25sten April 1869 Dr. J. H. Gentis jm. 34 j. en G. H. T. Obreen jd. 24 j. J. J. De Groot jm. 28 j. en A. Van Assen jd. 27 j. N. J. Van der Linden jm. 18 j. en M. Turenbout jd. 21 j. J. Van der Burgh jm. 24 j. en H. E. Bleijleven jd. 20j. J. H. Maarten8e jm. 22 j. en E. Van Biemeu jd. 24 j. F. A. Linschoter jm. 36 j. en J. J. Brokkaar jd. 22 j. H. Hoppenbrouwer jm. 27 j. en C. S. Planje jd. 29 j. C. D. Van der Henst jm. 26 j. en P. Vervark jd. 29 j. J. Bhjleve jm. 23 j. en P. Aalbersberg jd. 21 j- J. Barendse jm. 41 j. en E. Van Putten jd. 33 j. W. A. Van Lith jm. 22 j. en G. De Jong jd. 23 j. H. P. Grotenhuis jm. 25 j. en G. Merlijn jd. 30 j. GEMENGDE BERICHTEN. Eenigen tijd geleden kwam in het Hótel de l'Europe" te Hamburg zekere mej. Lambert, uit Lyon, en vroeg of de heer Charles de Nau aldaar reeds was aangekomen. Zij verklaarde dat er onlangs per advertentie eene jufvrouw van gezelschap was gevraagd en dat zij daarop had geschreven, met het gevolg dat zij in die betrekking was aangenomen. Volgens de daar omtrent ontvangen brieven moest zij voorloo- pig in het genoemd hotel haren intrek nemen en de komst afwachten van den heer De Nau, bij wiens echtgenoote zij die betrekking zou aanvaarden. De logementhouder zeide, dat wer kelijk iemand van dien naam voor zich zelf en eene dame kamers bad besteld, zoodat de zaak in orde scheen te zijn. Den volgenden dag ar riveerde de heer De Nau, doch zonder dame, en bekende terstond aan mej. Lambert, dat hij de zaak zoo maar had aangelegd, in de ver wachting dat zij wel bereid zou zijn om zijne maitresse te worden. Mej. Lambert wilde even wel niets daarvan hooren, maar riep dadelijk de tusschenkomst van den Franschen consul in, die spoedig wist te bewerken dat de heer De Nau in arrest werd genomen. Het bleek ook weldra dat die zoogenaamde mijnheer De Nau dezelfde persoon was, die reeds sedert lang als //chevalier d'industrie" rondzwierf en ook te Rotterdam, eenige jaren geleden, zich aan aller lei bedriegerijen heeft schuldig gemaakt. Nu eens droeg hij den naam van Dorsaintville, dan weder dien van Delafieldlater heette hij weer Bernard, en wie weet hoeveel maal hij intusschen reeds van naam verwisseld is. Zijn tegenwoordig aangenomen naam is eigenlijk die van den heer Nau te Port-au-Prince, bij wien zijn vader, Ford genaamd, iA dienst was. In 1857 aldaar aan de handen der justitie ont vlucht, nam hij de wijk naar Noord-Amerika, doch hield zich aldaar niet zeer lang op, althans kort daarna was hij reeds te Parijs, alwaar hij zich voor advocaat uitgaf en met eene dame uit eene zeer deftige familie in het huwelijk trad. Het volgende jaar verliet hij zijne vrouw en begon hij weder met zijne oplichterijen, ten gevolge waarvan hij in 1860 tot eene ge vangenisstraf van drie maanden werd veroordeeld. Een poos na zijn ontslag stond hij op het punt om onder een anderen valschen naam met de dochter van een goudsmid in den echt te treden, doch dit huwelijk sprong af, doordien hij wegens bedrog andermaal werd gevat. Bij gebrek aan voldoende bewijzen losgelaten, werd bij in 1862 opnieuw vervolgd en bij verstek tot 5 jaren gevangenisstraf veroordeeld. Bij die gelegenheid hoorde men dat hij ook te Lon den was gehuwd, waarna men met zekerheid vernam dat hij zich te Liverpool ophield, al waar hij zich voordeed als gemachtigde van het gouvernement van Haïti, tot aankoop van schepen, om eenige duizenden landverhuizers derwaarts over te brengen. Hij maakte hierbij ijverig gebruik van valsche papieren en wist het zoo te overleggen, dat hij eensklaps met eene goede som verdwenen was. Eenige maan den later werd hij te Genève ontdekt, alwaar hij zich door andere kunstgrepen het vertrou wen van een paar fatsoenlijke familiën had verworven, tot hij den llden April 1864 we gens vervalsching en andere misdrijven tot vijf jaren gevangenis werd veroordeeld, welke ter mijn evenwel later tot op de helft werd ver minderd. In dien tusschentijd was hij ook eene poos te Mainz geweest, en bad zich aldaar, gelijk meermalen elders, yoov burger der Ver- eenigde Staten uitgegeven. Op die wijze heeft hij te Brussel, Dresden en in verschillende andere steden zijne valsche rol voortgespeeld. Dit duurde weer zoo lang tot hij eindelijk eene poging waagde om de Pruisische regeering voor eene som van 6 millioen op te lichten, onder voorwendsel dat hij het geheim bezat om bij elk kaartspel altoos zeker te zijn van te winnen, en dat zij dit geheim van hem kon afkoopen, ten einde dergelijke praktijken bij anderen te kunnen verijdelen. Ten gevolge van dit aanbod werd de aandacht der autoriteit bijzonder op hem gevestigd, en voor 't oogen- blik is hij nu weer onschadelijk gemaakt, door dien hij tot eene gevangenisstraf van twee maanden is gecondemneerd. Na dien tijd zal men hem ook wel in het oog houden. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van heden. Voortzetting van de beraadslagingen over artt. 1, 2 en 3 van het wetsontwerp tot wijzi ging der wettelijke verordeningen op het recht van patent, betrekkelijk het geven van school onderwijs. De heer Jonckbloet licht nog met een enkel woord het amendement toe, dat strekt om alle onderwijzers van het patentrecht vrij te stellen. De heer Fokker adstrueert zijn amendement om het intellectueel onderwijs vrij te stellen van patent, onverschillig of het gegeven wordt in de scholen dan wel in private woningen. De heer Thorbecke betoogde dat er geene enkele reden bestond, om niet met deze wijzi ging der patentwetgeving te wachten tot de indiening van het geheele plan van herziening van ons belastingstelsel. Andere leden spraken in gelijken zin de mi nister van financiën verdedigde het wetsont werp. De heer Heemskerk Az ondersteunde het amendement van den heer Jonckbloetdeze wij zigde zijn amendement nu aldus, om art. 2 te lezen: //van lit. k van art. 3 der wet van 21 Mei 1819 vallen weg de woorden //of lessen geven, waarvoor zij door hunne leerlingen wor den betaald. //Lit. q wordt gelezen als volgtAlle leer aren, onderwijzers en onderwijzeressen, kwee- kelingen, beambten en bedienden, bij inrichtin gen van onderwijs, niet begrepen onder die, be doeld in art. 3, lit. 6, ook die aan bewaar scholen." Dit amendement werd ten slotte aangeno men met 34 tegen 21 en de wet zelve met 51 tegen 4 stemmen. Daarna werden de beraadslagingen hervat over art. 2 van het wetsontwerp tot herziening der wet op de zeebrieven en Turksche paspoor ten en de daarop voorgestelde amendementen 1°. het amendement Godefroi-v. d. Putte-Van Houten om bij het afgeven van zeebrieven alleen op het domicilie te letten 2*. het amendement - W. Van Goltstein om acht te slaan op het beginsel van staatsburgerschap. De heeren Godefroi en W. Van Goltstein lichtten deze amendementen toe. advertentien. Zoo spoedig mogelijk wordt op een dorp in Zuid-Holland, bij een bejaard Heer, IK MAAI 15 gevraagd, die de zorg van een huishouden wil op zich nemen en daarbij goed kan koken, ziu- delijk, netjes en eerlijk is, van de P. G. Adres met franco brieven onder lett. U. aan het Bureau van het Leidsch Dagblad. Zangvereeniging CALCILIA. Door ongesteldheid van enkele leden zal de uitvoering op 3 Mei a. s. geen doorgang liebben. 11ET BESTUUR. Morgen (Dinsdag) is aan den Schouwburg te verkrijgeu: JUDITH, Tragédie en cinq ac- tes, de Paolo Giacometti, Traduction fran9aise du te\te Italien, par P. Raymond-Signoühbet. Prijs 0.75.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3