N°. 2811. Zaterdag A°. 186V 10 April. BINNENLAND. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 10.75iedere regel meerf 0.14. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels f 0.90iedere regel meer0.15. Lelden, 9 April. Het Volksblad heeft ons geantwoord op eene wijze, die ons allen lust tot een repliek oDtneemt. Naar onze meening zou een verdere strijd dus volkomen doelloos zijn. Wij blijven echter meenen, dat het hoogst wenschelijk is dat de belangstelling in de pu blieke zaak bij ons te lande meer algemeen worde. En wij achten het geheel verkeerd om slechts aan een zeer klein deel van ons volk de bevoegdheid toe te kennen, om zich met 's lands belangen bezig te houden. Dat er een groot verschil van ontwikkeling bestaat tusschen de verschillende standen der maatschappij is, helaas I een feit. Maar dit feit mag de meest ontwikkelden niet er toe brengen, om aan hen, die minder weten, die minder op de hoogte van alles zijn, het recht te ontzeggen om te oordeelen over regeeringsdaden. Hen daartoe in staat te stellen, hun oordeel te ver lichten moet, naar onze meening, vooral het duel der journalistiek zijn. En al moge het ook onbereikbaar, en niet wenschelijk zijn, dat allen zich met de publieke aangelegenheden tot in kleine bijzonderheden bemoeien, waar het op algemeene beginselen aan komt, zal, zonder groote kennis, een ieder recht van onrecht, eerlijke politiek van oneer lijke, wat goed is van hetgeen slecht is weten te onderscheiden. Wij meenden dat dit eene algemeen erkende waarheid was, en een bedenkelijk verschijnsel kan het genoemd worden, wanneer zij, die dit beginsel uitspreken, worden verdacht gemaakt van het volk te willen vleien. Moeten de meer ontwikkelden ook niet uit eigenbelang dit doel trachten te bereiken Naar onze meening zonder eenigen twijfel. Waar gelijk thans het geval is, groote massa's in de volkomendste onkunde verkeeren over alles wat er in ons land voorvalt, daar loopen wij, als 't ware, over een vulkaan. Daar is het eiken dag mogelijk, dat een of ander volksmenner, die den toon van het volk weet aan te slaan, met de meest absurde beweeringen en de meest valsche voorstellingen, de orde en de rust en den ge- heelen bestaanden staat van zaken in gevaar brengt. Ons volk is een rustig volk. En opstanden gelijk waarvan de geschiedboeken van andere natiën gewagen, zijn bij ons niet bekend. Toch hebben nog voor weinige maanden de Rotter- damsche geschiedenissen bewezen, dat ook bij ons het volk niet altijd zijne bedaardheid be waart. Al ware het dan alleen uit eigenbelang moe ten de meer ontwikkelden zorgen, dat allen zooveel mogelijk op de hoogte van de bestaande toestanden gebracht wordenwant dan eerst is de orde in den staat volkomen gewaarborgd, wanneer het volk, met kennis van zaken toege rust, niet naar den eersten schreeuwer den besten luistert, maar zelfstandig leert oordee len. Al deden wij het ook nbg zoo gaarne, wij kunnen de massa's niet negeeren. Ontwikkeling is zonder eenigen twijfel moge lijk zonder deelneming aan de politiek. Die zich het meest met politiek bezighouden, zijn niet altijd het meest ontwikkeld. Een middel tot ontwikkeling is het echter zeker, wanneer de menschen zich meer leeren bezig houden met algemeene zaken, en niet alleen met die din gen die hun dagwerk uitmaken. Bij de groote maatschappelijke vraagstukken, welke ten nauwste met de politieke quaestiën in verband staan en die in andere landen de werkende standen bezig houdeD, is het o. i. noodzakelijk, dat, wanneer vroeger of later deze ook hier overwaaien, het volk genoegzaam zij voorbereid, om rustig en ernstig die quaestiën te kunnen beoordeelen. En om dit mogelijk te maken, daartoe was de afschaffing van de zegelbelaating noodza kelijk. LEIDEN, 9 April. Aan de gemeentebesturen is door den com missaris des Konings in Zuid-Holland bekend gemaakt de volgende circulaire van den minister van binnenlandsche zaken //Mijn ambtgenoot van justitie heeft zich tot mij gewend met de klacht, dat de kommandant der strafgevangenis nabij Doetinchem moeilijk heid ondervindt, om van de gemeentebesturen berichten te verkrijgen omtrent het volgend lot der ontslagen gevangenen, welke berichten hij ingevolge het reglement van beheer voor die gevangenis behoort in te winnen. De com missie van administratie over die gevangenis heeft er op gewezen, dat' het van het hoogste belang is te kunnen nagaan in hoeverre het is mogen gelukken de jeugdige veroordeelden te verbeteren en als zoodanig in de maat schappij terug te brengen. Zonder dit toch kan niet beoordeeld worden, of deze gevangenis al dan niet beantwoordt aan de goede bedoelingen waarmede zij werd gesticht. Mijn ambtgenoot zich met deze beschouwingen vereenigende, heeft mijne medewerking ingeroepen, ten einde te bevorderen dat aan bedoelden kommandant de vereischte berichten omtrent de ontslagen jeug dige veroordeelden verstrekt worden. Ik verzoek TJ.H.E.Gestr. de burgemeestersin uwe provincie van mijnentwege aan te schrij ven, dat zij de door den kommandant der ge vangenis verlangde inlichtingen zooveel in hun vermogen is, trachten te geven. Het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen te Middelburg vierde Woensdag zijn eeuwfeest. In de vergaderzaal der provinciale staten van Zeeland werd ter herdenking van dit honderdja rig bestaan eene algemeene vergadering gehou den, welke, behalve door het bestuur, werd bij gewoond door den commissaris des Konings en een veertigtal leden en directeuren. De voor zitter, Dr. A. A. Fokker, deed in eene boeiende en opwekkende rede in korte trekken mededee- ling van de geschiedenis des genootschapa. Uit deze rede bleek dat gedurende die 100 jaren de toestand van het genootschap ver schillende phases van bloei en kwijning had doorloopen, doch zijne krachten in de laatste jaren zoo zijn toegenomen, dat het nimmer hooger bloei dan nu heeft bereikt. Het getal directeurs bedraagt thans 73, dat der leden 229. Tot leden van het genootschap zijn onder meerderen benoemd de heerenJhr. Mr. H. J. Van der Heim, lid der gedeputeerde staten van Zuid-Holland, Dr. P. De Jong, Dr. H. Kern, Dr. A. Kuenen en Mr. L. A. J. W. baron Sloet van de Beele, oud-gouverneur-generaal van Oost-Indië. Eindelijk werd besloten, in 1870 vanwege het genootschap eene tentoonstelling te houden van oudheden, betrekking hebbende op Zeeland en zijne geschiedenis. Z. M. de Koning heeft heden de wet tot afschaffing van het zegel bekrachtigd. De heer Van Lidth de Jeude, lid van de Tweede Kamer, heeft zijne kiezers verzocht bij de aanstaande verkiezing niet weder in aan merking te komen. In de aflevering voor Maart van de Nieuwe bijdragen ter bevordering van onderwijs en op voeding vindt men als vacant opgegeven: 30 openbare scholen voor gewoon lager-, en 3 voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs; 1 bijzondere school voor gewoon en meer uit gebreid lager onderwijs; 2 gesubsidieerde bij zondere scholen voor gewoon en meer uitge breid lager-, en 2 voor meer uitgebreid lager onderwijs. Het aantal vacante hulponderwijzers- betrekkingen is 14. Volgens een telegram uit Batavia van 23 Maart waren aldaar aangekomen de schepen Maria Elisabeth, Ternate, en vertrokken de schepenCalifornië, Cornelis Gips, Gerard Pie- ter Servatius, Louise, kapit. Slijboom, Jacob Roggeveen, Jacoba Cornelia, Ouderkerk aan den Amstel, Padang Packet, Petronella, Rot terdam, Telanak, Waterloo, Ymuiden. Bij het hoofdbestuur der Nederl. vereeni- ging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog bestaat het voornemen in de maand September a. te 's-Gravenhage eene tentoonstelling te houden van voorwepen, bestemd om hulp te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1