BRUUR JOAPIK,
Voordracht van
OFFICIEELE BERICHTEN.
zou hetzelfde schip bovendien nog een zeker
aantal Candioteu aan boord nemen. In de laat9t
verloopen weken waren meer dan 3000 personen
uit Griekenland naar Candia overgebracht.
West-Indie. Een particuliere telegram uit
Havana van 16 Maart meldt: Opstand op Cuba
uitbreidende. Vrijbuiters geland.
HANDEL.
Militie zijn ingelijfd, alsmede hun die daartoe
kunnen worden opgeroepen, dat zij tot het be
komen der ontheffing van de werkelijke dienst,
bedoeld bij de 1ste zinsnede van art. 127 der
Wet van den 19den Augustus 1861 Staatsblad
N°. 72), verpligt zijn, tusschen den 20sten Maart
en den lsten April aanst., hunne aanvrage, met
het daarbij behoorende bewijsstuk, bij hem Bur
gemeester in te dienen.
Leyden, 16 Maart 1869.
slagen nopens regeeringsbescheiden werden goed
gekeurd.
Hierop verkreeg de heer Insinger verlof om
staande de vergadering eenige vragen tot den
minister van binnenl. zaken te mogen richten.
De heer Insinger wees eerst op de verschil
lende geruchten in binnen- en buitenlandsche
bladen voorkomende over onderhandelingen van
de maatschappij tot exploitatie van staatsspoor
wegen nopens de quaestie van aansluiting van
de Belgisch-Luxemburgsche baan aan eene
Pransche maatschappij.
Nu wenschte hij te vragen 1°. Heeft de regee
ring hare goedkeuring verleend aan eene over
eenkomst van de maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen met de Fransche-Oost-
baan-maatschappij gesloten. Of js der regeering
daar niets van bekend P
2°. Zoo ja: Is de overeenkomst van dien
aard dat de goedkeuring van de wetgevende
macht daarop vereischt wordt
De minister van binnenl. zaken antwoordde:
1°. dat er geene goedkeuring was verleend en
de regeering volkomen vrij was, en 2°. dat
wanneer eventueel eene overeenkomst tot stand
mocht komen, dat dan wellicht de goedkeuring
der wetgevende macht noodig was.
De interpellatie had geene verdere gevolgen.
Morgen te 11 uren is de voortzetting aan
de orde van de beraadslaging over het wetsont
werp op de zeebrieven en Turkscbe paspoorten.
Na afloop daarvan de boven aangekondigde
interpellatie van den heer Yan Wassenaer
Catwyck.
ADVERTENTIES.
Getrouwd
S. C. YAN DOESBURGH
en
M. DEUTZ.
Leiden, 17 Maart 1S69.
«ff. «ff. «:a3a-:.ffffa<:BS:
op Donderdag 18 Maart 's avonds te zeven uren
In tic STADS-GEIIOOItZAAL.
Toegangkaarten ad ƒ1.25 te verkrijgen bij de
Heeren SCHREUDER en YAN BAAK en
aan de zaal op den avond der voordracht.
Er kunnen plaatsen besproken worden tegen
betaling van 10 cents.
Wordt gevraagd, tegen 1 Mei a. s., eene
KINDERMEID
P. G., die goed kun naaijen en mazen ea van
goede getuigschriften als zoodanig is voorzien.
Adres onder letter V. aan het Bureau van het
Leidsch Dagblad.
TE HUUR,
tegen 1 Mei a. s. op een aangenaam dorp in
Zuid-Holland, eene nette kleine WONING,
bestaande uit vijf kamers, keuken, kelder,
schuurtje en TUIN, enz. Brieven franco, onder
letters It. B., aan het Bureau van het Leidsch
Dagblad.
TE II U 11 R,
tegen half April, op een dorp nabij Leideneen
HEEBtENlIUIS met TUIN, bevattende 5
groote en 2 kleine kamers, ruime keuken, 2
kelders, provisiekamers en schuur, ruimen zol
der en verdere geriefelijkheden. Brieven franco
onder letter G. aan het Bureau van het Leidsch
Dagblad,
Rotterdam, 16 Maart. Aan de markt alhier
waren gisteren en heden aangevoerd 894 run
deren, 169 vette en graskalveren, 131 nuchtere
kalveren, 170 schapen of lammeren, 343 varkens
en 129 biggen.
De bestede prijzen liepen als volgt:
Runderen 1ste qual. 75 ets 2de qual. 64 ets.
Kalveren 95 86
Schapen 70 u 56
Yarkens 76 u 70 alles
per Ned. en schoon aan den haak berekend.
Boter. 1ste qual. ƒ66, 2de qual. ƒ60, 3de qual.
f56; verkocht werden: 59/8 tonnen van 20 f£,
123/16 tonnen van 10 en 3430 stukken van
5 ons.
Suiker. In de heden te Amsterdam bij de
Ned. H.-M. gehouden suikerveiling is alles ver
kocht dooreengenomen tot 0.50 a ƒ0.75 boven
November 11.
Tin. Banca loco 80 en op levering ƒ81.50
betaald.
17 Maart. De heden gehouden veiling van
64,910 balen koffie is goed afgeloopen. Het meeste
ging 2 a 3 cents boven taxatie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der Gemeinti LEYDEN, gezien de artt.
10, 34 en 35 der Wet van 4 Julij 1850 (Staats
blad n°. 37)doen te weten, dat de lijsten der
personen, die tot het verkiezen van leden der
Tweede Kamer van de Saten-Generaal, der Pro
vinciale Staten en van den Gemeenteraad be
voogd zijn, op heden weder vastgesteld en ge
durende de eerstkomende veertien dagen voor
een ieder ter inzage zijn nedergelegd op de
plaatselijke Secretarie, terwijl een exemplaar
van ieder is aangeplakt op de kleine Pers van
het Raadhuis.
Leyden, 15 Maart 1869.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEYDEN,
Gezien de adressen van: a. Jacob Hendrik
Maartense, zilversmid, houdende verzoek om
eene zilversmidsvuring te mogen doen plaatsen
in het perceel aan den Nieuwen Rijn, wijk YII
n°. 72; b. Theodorus Lambertus Mtjsers,
slijter, om vergunning tot het houden en mesten
van een of meer varkens in zijn pakhuis in de
Leege Werfsteeg, geteekend wijk YI n°. 594;
Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit
van 31 Januarij 1824 Staatsblad n°. 19), als
mede op art. 224 der Algemeene Policieveror-
dening, van 24 October 1867
Doen te weten, dat tot het hooren der eige
naars en bewoners van de naastbijgelegene en
belendende panden, ten opzigte der information
//de commodo et incommodo," door Burgemeester
en Wethouders zal worden gevaceerd op het
Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den
22sten Maart aanst., 's voormiddags te elf
urenzullende de belanghebbenden verpligt zijn,
hunne bezwaren tegen die verzoeken op dien
tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan,
zij gehouden zullen worden zich tegen de inwil
liging niet te hebben verzet.
Leyden, 16 Maart 1869.
De BURGEMEESTER van LEYDEN her
innert bij deze den Geestelijken en Studenten in
de Godgeleerdheiddie reeds bij de Nationale
GEMENGDE BERICHTEN.
Louis Ulbach is door de rechtbank te Parijs
tot 300 franken boete en de uitgever en druk
ker van de //Cloche" tot 100 en tot 25 fran
ken boete veroordeeld wegens een artikel van
eerstgenoemde. Naar aanleiding van het ety
mologisch woordenboek van eigennamen van
mannen waarin de Daam van Napoleon afgeleid
wordt van N a i en a p o 1 e o, en dus aartsverwoes-
ter beteekent, had Ulbach het geval gesteld
dat een nakomeling des keizers, niet op den
troon gezeten, verlof verzocht om zijn naam
te veranderen. Dit beschouwde de rechter als
majesteitsschennis te oordeelen naar de
boete van lichten aard. Wat het boek betreft,
het is goedgekeurd door den minister van on
derwijs.
Een der vele politieke veroordeelden in
Erankrijk, Alfred Yerlière, was dezer dagen
in vrijheid gesteld met de meaedeeling dat hij
gratie had ontvangen voor het nog overig deel
van zijn straftijd, zijnde vijf maanden. Bij brief
aan den prefect van politie weigert de heer
Verlière die gratie aan te nemen en verzoekt
hij onmiddellijk weder in de gevangenis te worden
toegelaten. //Daar ik door den rechter ben ver
oordeeld zegt hij, weiger ik eene gratie
aan te nemeD, welke noch ik, noch mijne vrien
den ooit zouden hebben willen vragen."
Daar gratie echter, krachtens de natuur van
het gratie-recht-, ook ongevraagd kan worden
verleend, zal het verzoek van den heer Yer
lière wel niet ingewilligd worden.
Koningin Isabella heeft dezer dagen drie
spoorwagens vol kleederen uit Madrid ontvan
gen. Reeds in Pau had Isabella hare vriendin
Eugénie verzocht om in zake barer garde-robe
te intervenieeren. Eugenie, van het groote ge
wicht dezer aangelegenheid doordrongen, liet
door den Franschen gezant de betrokken com
missie herhaaldelijk daarover onderhouden.
Maar andere zorgen gingen voor. Een nieuwe
stap van den baron Mercier had ten gevolge,
dat de ministerraad zich met de zaak bemoeide.
Men liet de kleederen taxeeren, hetgeen op 4
millioen realen geschiedde en stelde de geheele
garde-robe ter beschikking van den .Franschen
gezant, welke ze naar Parijs zond. Twee groote
kisten met parasols en waaiers waren daar reeds
aangekomen. Isabella had de gewoonte zich bij
ieder nieuw kleed een daarbij behoorende waaier
en parasol te laten maken.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van heden.
(Geopend te halftwee).
In deze zitting kwam o. a. in een wetsont
werp tot regeling van hethooger onder-
w ij s; er werd den heer Yan Wassenaer Catwyck
verlof verleend om op een nader te bepalen
dag tot den minister van financiën, belast met
het beheer van de zaken der Hervormde en
andere eerediensten, behalve die der R. K., eenige
vragen te mogen richten uitsluitend betreffende
het beheer der kerkelijke goederen.
Aan de orde was vervolgens het wetsontwerp
tot intrekking der wetten van 29 Floréal jaar
X en 7 Yentöse jaar XII (vervoer van vrachten
op de landwegen), dat na eene korte discussie
bij art. 3 met algemeene stemmen werd aange
nomen, waarna een aantal conclusiën op ver