N°. 2791. Dinsdag A°. 1869. 16 Maart. BINNENLAND. LEIDSCH DAGBLAD, PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nornmers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagenuitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels f 0.75iedere regel meerf 0.124 Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels/0.90iedere regel meer0.15 Leiden* 15 Maart. Terwijl men een tijd lang meende dat de moeilijkheden, ontstaan 'tusschen België en Frank- rijk, naar aanleiding van de zoogenaamde spoor wegwet, waren opgelost, schijnt dit toch echter niet het geval te zijn. In de laatste dagen worden wederom ver schillende geruchten hieromtrent medegedeeld, en van Parijs kwamen op het einde van de vorige week vrij oorlogzuchtige berichten. Die Belgische quaestie staat ook niet op zich zelve. Het buitengewoon drukke diplomatieke verkeer tusscben verschillende hoven doet met eenige reden vermoeden, dat er werkelijk iets broeit. Men spreekt van eene Oostenrijksch- Italiaansch-Fransche alliantie. Wij deelden reeds mede tot welke geruchten de verwachte reis van den hertog De Gramont, den Franschen gezant te Weenen, aanleiding gaf. De Oosten - rijksche //Neue Freie Presse" verzekerde, dat deze reis noodzakelijk was geworden, ten gevolge van oneenigheden tusscben Frankrijk en Pruisen. De toenadering tusschen Italië en Oostenrijk, waarvan men reeds lang de vcorteekenen had gezien, zal, naar men zegt, haar beslag krijgen door eene samenkomst tusschen Frans Joseph en Victor Emmanuel. En buitendien wordt uit Frankrijk gemeld, dat de regeering zich op een oorlog voor bereidt. De Fransche minister van marine heeft bevel ontvangen om al do transportschepen, vooral die voor cavalerie, tegen April gereed te houden, terwijl de minister van oorlog be- noodigdheden in voorraad heeft voor een leger van 600.000 man. De uitslag van de Belgische quaestie zou dus voor den Europeeschen vrede beslissend zijn. Het is niet tegen te spreken, dat er in de omstandigheden, waarin de Fransche keizer ver keert, reden tot ongerustheid is. De toenemende oppositie in het wetgevend lichaam, met de naderende verkiezingen, doen den Franschen keizer wellicht naar een middel zoeken, om de aandacht van het Fransche publiek van den binnenlandschen toestand af te leiden. Bij het uitbreken van een oorlog zou de oppositie zich om zijnen troon scharen, en, een van zin, zou het Fransche volk slechts Frankrijks eer voor oogen hebben. Kan de Fransche keizer daarbij rekenen op Oostenrijk en ook op Italië, den vroegeren bond genoot van Pruisen, dan zou mogelijk het oogen- blik gekomen zijn, waarop hij zoolang heeft ge wacht, om Frankrijks moreelen invloed, die door den Pruisischen oorlog ontegenzeglijk een ne derlaag heeft geleden, te herstellen. Reeds voor het optreden van het liberaal Engelsche minis terie werd voorspeld, dat Frankrijk, zoo dit ge schiedde, [en talzoo kon verwachten dat het van Engelands zijde niets te vreezen had, naar eene gelegenheid zou omzien, waarbij de Fransche natie zich eens met de nieuwe Pruisische zou kunnen meten. Heden zou de gezant van Frankrijk bij het Belgische hof, de heer De la Guéronnière, van Parijs naar Brussel vertrekken, en eene dépêche, namens zijn gouvernement, aan de Belgische regeering overhandigen. Ook ons land wordt bij deze quaestie ge noemd. Enkele Fransche bladen beweren dat ook tusschen Frankrijk en onze regeering eene quaestie over spoorwegen hangende is. De //France" memoreert het, doch voegt er bij niets daaromtrent te weten. De //Etendard" spreekt het bericht bepaaldelijk tegen. Het is onzen lezers wellicht niet onbelangrijk om te weten, wat dit blad hiervan zegt. Het luidt aldus //Een dagblad verzekert dat Nederland zou weigeren om zijne goedkeuring te schenken aan de voorloopige overeenkomst, gesloten tusschen de maatschappij de l'Est Frai^ais en de maat schappij, die eigenares is van dat deel der lijn, dat ligt op het Nederlandsche grondgebied, en waarvan de Fransche maatschappij evenzeer de exploitatie moet op zich nemen om met zijne wagens Amsterdam te kunnen bereiken. //Wij kunnen verzekeren dat de Fransche regeering tot nu toe nog geen enkel bericht omtrent een dergelijk besluit ontvangen heeft en dat onze particuliere correspondenten dit bericht tegenspreken." Dit geheele bericht doelt blijkbaar op de overeenkomst tusschen het bestuur van den Luik-Limburgschen weg en de maatschappij de l'Est Franfjais eene zaak waaraan onze regeering geheel vreemd is, daar de maatschappij van de Luik-Limburgsche baan eene Belgi sche is. Wij kunnen onze lezers dus omtrent deze quaestie geruststellen. LEIDEN, 15 Maart. Tot ons leedwezen vernemen wij, dat Ds. J. H. Maronier het beroep naar Utrecht heeft aange nomen. In de zitting der Tweede Kamer van Zater dag hebben voor het Wetsontwerp tot afschaf fing van het zegel op de dagbladen en de ge drukte stukken gestemd de heerenMoens, Yan Beyma, Mirandolle, Guljé, Yan Eek, Bots, Yan de Putte, Zylker, Blom, Storm, Kalff, Fokker, Yan der Linden, Jonckbloet, WesterhofF, Yan Delden, De Roo, Kerstens, Dumbar, Gefken, Blussé, Yiruly, Hingst, Yan Houten, Yan der Maesen, De Bieberstein, Yan Blom, Hollingé- rus Pijpers, De Bruyn Kops, Yan Naamen, Gratama, Sloet, Thorbecke, Yan Kerkwijk, Yan Yoorthuysen, Dullert, Wybenga, Dam, Heems kerk Bz., Lenting en Cornelis. Na afloop van de beraadslagingen over 't wets ontwerp betreffende het plakzegel voor handels papier is in de Tweede Kamer aan de orde ge steld: 1°. de prise en consideration van het voorstel van den heer Van Kuyk tot wijziging van de artt. 45 en 48 der armenwet; 2°. tot herziening van de wet op de zeebrieven en Turksche paspoortenen 3°. tot afschaffing van het registratierecht voor buitenslands gebouwde zeeschepen. De kiesvereeniging genaamd //Zuidhorn" heeft tot candidaat voor de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal gekozen Mr. N. Olivier, met eene groote meerderheid van stemmen. De kiesvereeniging We3terkwartier" te Veen- dam heeft evenzeer met groote meerderheid van stemmen tot candidaat gesteld voor het lid maatschap der Tweede Kamer den oud-minis ter van justitie Mr. N. Olivier te's-Gravenhage. Het departement van oorlog heeft uitgevaar digd een staat, bevattende de manschappen, die gedurende het afgeloopen jaar 1868 van de landmacht en van het korps mariniers gedeser teerd zijn en omtrent wier lot bij de korpsen, waartoe zij behoord hebben, nog niets bekend was. Daaruit blijkt dat zijn gedeserteerd van de infanterie lste regiment 5, 2de regiment 3, 3de regiment 8, 4de regiment 3, 5de regiment 6, 6de regiment 3, 7de regiment 4 en 8ste regi ment 4; van het koloniaal werfdepot 14van het regiment grenadiers en jagers 4; van het lste regiment huzaren 2, van het 2de regiment huzaren 2; van het regiment veld-artillerie 2, van de stukkenrijders van het regiment veld artillerie 3; van het 3de regiment vesting-artil lerie 3; van het korps mariniers 6 en van het korps mineurs en sappeurs 1; te zamen 73. Volgens een schrijven uit den Haag, in de Middelburgsche Courant voorkomende, zou de commissie, belast met de taak om een plan te vormen voor een gedenkteeken ter eere van Yan Lennep, besloten hebben om slechts een eenvoudig gedenkteeken op Yan Lenneps graf te Oosterbeek te plaatsen en slechts van enkele weinigen bijdragen daartoe aan te nemen. Uit de jaarlijksche balans van de Rotterdam- sche Bank over 1868 blijkt, dat de verliezen in het begin van 1868 geleden, getemperd zijn door de winsten, die de Indische agenturen hebben afgeworpen. De balans toont dienten gevolge een verlies aan van 156,551.12, terwijl het nadeelig saldo op ultimo Juni f 337,629.83 bedroeg. Het is sedert alzoo verminderd met f 181,07S.71. Die verbetering is, gelijk gezegd is, hoofdzakelijk verkregen door het resultaat der Indische agentschappen, dat op het per ultimo Juni 186S geconstateerd verliescijfer buiten be rekening is gebleven. De balans der Bank sluit dientengevolge aldus Winst uit Indiëf 214,059.77s Verlies in Europa 370,610.89® Nadeelig saldo f 156,551.12. De Spectator meldt dat de heeren Dr. Eelcoo Verwijs en P. J. Cosijn de redactie aanvaard hebben van een tijdschrift, dat onder den titel van Taal- en Letterbode met eenige wij zigingen den Taalgids, door Dr. Te Winkels overlijden zoo treurig gestoord, zal pogen te vervangen. Terwijl reeds verscheidene geleerden hunne medewerking hebben toegezegd, zal den lsten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1