dat geen der drie ingezonden (quasi) gedichten deugt, maar dat het laatste nog het beste is Niemand werd bekroond. Hierna hield Mr. W. C. Mees zijne verhan deling over internationale munt eenheid. Spr. wijst op den tamelijk algemeenen v\ensch naar eenheid waardoor weder de quaestie van den standaard is op den voorgrond getreden Over het algemeen wordt de enkele gouden standaard gewenscht; sommigen, waaronder de uitstekende economist Woloski, verklaren zich voor den dubbelen. Ofschoon geen onbepaald voorstander vau een dubbelen standaard, meent spr. dat de opiuie van velen, als ware er voor den dubbelen stan daard in geen geval iets te zeggen en alsof daar over niet meer te praten viel, veel te sterk is er is voor en tegen. Volgens spreker zijn er gevallen waarin de gouden, andere waarin de zilveren, weder an deren waarin de dubbele verkieslijk is. Hij zal nagaan 1°. "Welke munt is voor een bepaald land wenschelijk, bij groote verscheidenheid van munt wezen bij de verschillende volken 2°. "Welke bij eenheid? 3°. Welke gang van zaken waarschijnlijk is Hij stelde zich voor thans alleen het eerste te behandelen. 1. Welk muntstelsel is verkiessehjk bij groote verscheidenheid Spr. stelde voorop dat een zooveel mogelijk standvastige waarde der munten wenschelijk is daardoor wordt men beperkt tot goud en zilver, artikelen meer standvastig dan eenige andere. De waarde verandert wel, maar niet snel en plotseling. De oorzaak van dit verschijnsel ligt juist hierin, dat zij zoo algemeen als munt gebruikt worden. Waarde wordt ook hier bepaald door vraag en aanbod, maar door de algemeenheid is vraag en aanbod grooter dan van eenig ander Artikel; hoe grooter terrein, hoe minder invloed enkele omstandigheden uitoefenen, ook veranderingen in de productie hebben geen plotselingen, maar op die groote massa eerst op den langen duur invloed Welk metaal verandert nu het minst Zilver is in den laatsten tijd wel gedaald maar niet snel, door het uitgebreid terrein waarop zilver gebruikt wordt; de productie van zilver is ook meer standvastig. De productie van goud schijnt meer van toe val afhankelijk, soms is op eens een groote massa gemakkelijk te verkrijgen, maar de voor raad is ook soms in eens weer uitgeput. Bij zilver is meer gestadige waardedaling te voorzien, terwijl van goud niets te bepalen is: evenwel hoe meer zich het gebied van den gouden standaard zal uitbreiden, des te minder kans van snelle verandering. Wordt goud algemeener dan heeft het ge bruik van den gouden standaard eenig voor deel. In kleiner volumen heeft men toch veel meer waarde, hetgeen èn met bet oog op de kosten van het munten èn op die van verzending pro fijt geeft. Daartegenover staat, dat goud ongeschikt is voor kleine muntstukken, en men om aan dat bezwaar te gemoet te komen eene groote hoe veelheid pasmunt moet hebben, van minder intreinsieke dan nominale waarde. Het zal eene moeilijke vraag zijn hoeveel pas munt men moet hebben en welke waarde die zal moeten hebben; spr. toonde de bezwaren aan welke het gevolg zullen zijn van het niet houden van de juiste maat. Voor onbeschaafde of halfbeschaafde natiën achtte spreker den gouden standaard ongeschikt; ook bij volken wier staatkundige inrichting veel te wenschen overlaat ziet hij in den gouden standaard - ten gevolge van de aanzienlijke hoeveelheid zilveren pasmunt - groot bezwaar. Slechts voor industrieele en politiek goed ontwikkelde volken zou de gouden standaard kunnen dienen; Engeland strekt tot voorbeeld. Ook daar is de zilveren standaard niet verwer pelijk, de meerdere kosten vnn munten zijn wel een bezwaar, maar de andere bezwaren worden opgewogen door een goed kredietstelsel, of schoon zeer klein papier niet voor goud kan in de plaats treden. Eenige bezwaren blijven dus aan den zilveren standaard verbonden. Het voordeel vau den gouden standaard is zelfs voor meer ontwikkelde natiën niet groot genoeg om eene totale verandering te moti- veeren. De vraag, welk der beide metalen de meeste vastheid in waarde heeft, maakt de keu* twij felachtig. De dubbele standaard, waardoor men de voor- deelen van beide meende te verkrijgen, heeft de verwachtingen steeds teleurgesteld, want de wettelijk vastgestelde waardeverhouding is een fictie, waardoor de werkelijke verhouding niet kan gedwongen worden. Men heefi een werkelijken en een slapenden standaard. Bij dubbelen standaard wint men niet in vastheid, het is eigenlijk een stelsel van afwis selenden standaard: die afwisseling moge voor- deelig zijn voor bankiers en muntmeesters, niet voor het algemeen. De pogingen om beide metalen als standpen ningen te doen circuleeren, zijn steeds uitge- loopen op muntverzwakking. Als voorbeeld wees spr. op de geschiedenis van ^ons muntwezen van 1816—1839 en toonde uitvoerig aan hoe ook toen de pogingen om beide metalen in de wandeling te houden tot muntverzwakking hebben geleid. Het groote bezwaar van den dubbelen stan daard bestaat dus in de afwisselende waarde verhouding. Men ver»ete echter niet dat de wettelijke waarde-verhouding ook op de werkelijke van iuvloed kan zijn: de vraag toch naar het goed- kooper metaal doet het rijzen, het aanbod van het dure doet het dalen. Er ontstaat ook juist door de wettelijke waarde-verkou ing eene zekere solidariteit tus- schen de metalen. Spr. toonde aan dat de lan den met dubbelen standaard juist eene groote daling in het goud, na de enorme ontdekkingen, hebben tegengehouden en getemperd, hij toonde uitvoerig aan dat de omstandigheid, dat in som mige landen de dubbele standaard is aangeno men, de vastheid in waarde van beide metalen verhoogt. De voordeelen van den dubbelen standaard zijn echter voor een land geen voldoende reden om over de bezwaren heen te stappende uadeelen worden alleen geleden door het land dat den dubbelen standaard aanneemt, de bij komstige voordeelen zijn ten profijte van het algemeen. Het is zeker daarom voor een bepaald land wenschelijk, dat een ander land den dubbelen standaard heeft: men heeft dan de baten zon der de lasten. In de onderstelling waarvan spr. uitgaat, dat er groote muntverscheidenheid bestaat, kwam bij tot het resultaat: dat de dubbele standaard voor een land niet wenschelijk is; dat de zilveren de beste is voor minder be schaafde volken; en dat voor meer beschaafde natiën beide enkele Btandaarden niet veel iu deugdzaamheid aan elkander toegeven, ofschoon het goud wel iels voor heeft. De heer Vissering verklaarde, dat hij moeite moest doen om een punt op te sporen waar mede hij het niet eens is; alleen wilde hij vra gen of spr., goud en zilver bijna gelijkstellende, niel uit het oog verliest dat zilver meer kans heeft op voortdurende vastheid in waarde. De heer Mees antwoordde, dat, zoo het goud even algemeen als munt gebruikt zal worden ah zilver, beiden in vastheid van waarde gelijk zul len staan; hij geeft te kennen dat hij in strijd met de opiuie der meesten meent dat er meer zilver dan goud in de wereld circuleert, hij wijst nog op het meerdere gemak en de ge. ringer muntkosten van goud. Na nog eenige opmerkingen en mededeelii, gen werd de discussie hierover gesloten. Uit Utrecht wordt van 9 Maart geschre ven Hedennamiddag zou onder geleide van veld wachters hier ter stede van Amsterdam worden overgebracht de koopman A die binnen wei nige maanden voor de tweede maal in staat van faillissement was verklaard en gisteren te Am sterdam in verzekerde bewaring was genomen Ter hoogte van Abcoude echter is hij uit een der ramen van een waggon gesprongen, en, naar men verneemt, zonder eenig letsel bekomen te hebben, ontvlucht. Te Groningen zullen dit jaar de gewone 5jarige academie feesten weder plaats hebben 3t zal er eene maskerade worden gehouden, voorstel lende den intocht van Johan Sobiesky binnen Weenen. Die feesten hebben gewoonlijk ia September of October plaats, maar omdat vol gens sommige dagbladen de stad dezen zomei met een bezoek der Koninklijke familie zal wor den vereerd, hoewel er nog niets met zekerheil i van bekend is, is men nu reeds bezig met he* maken van helmen, harnassen en met andere toebereidselen, opdat die feesten vroeger ea wel bij gelegenheid van het verblijf der Ko ninklijke familie aldaar, zouden kunnen plaat' vinden. Z. M. heeft aan den 2den luit der cav. Jhr. L A. R W. baron Yan Ittersum, thans op non-activiteit, op zijn verzoek, een eervol oDt- slag uit den mil. dienst verleend. Z. M. heeft den apoth 2de kl. A. J 0. Geerts, dienst doende bij de garnizoons-infiniw; te A-nhem, vergund om tijdelijk in Japanschet milit. dienst te treden, en zulks voor den tijd van drie jaren, te rekenen van den laten Mei a.s In de zitting van den gemeenteraad te 's-Hage is gisteren met 23 tegen 7 stemmen verworpen het voorstel van B. en W. om. ten einde de leeraren der burger-dag- en avondschool in gelijke positie te plaatsen als de overige leerareD van het middelbaar onderwijs, met betrekking tot de lasten van het pensioenfonds van eerst- gemelden, eene toelage te verleenen tot het be drag der nfloopende korting op hunne trakte menten ten behoeve van het pensioenfonds. Te Nizza is gisteren overleden de opper- ceremoniemeester bij het huis des Konings Jhr E. R Boreel. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dinsdag des namiddags te 5 uren 37', "Wind: Z., des avonds te 8 uren 34°, te 10 uren 31°. Woensdag 's morgens te 5 uren 29c; O., te 8 uren 31°, 's namiddags te 12 uren 40°, te 4 uren 373, N. O. KOLONIËN. Batavia, 29 Januari. In het algemeen overzicht van het Bat. Han delsblad leest men Te Samaraug ziet het er ellendig uit: de ge wone moeilijkheid in de communicatie m^t de reede, overstroomingen (bandjirs) van ongekende hoogte en koortsepidemie, wel zoo vernielend als de cholera. Daarbij komt, dat men ernstige vrees koestert voor den rijstoogst in de afdee- lingen Damak en Grobogan, bovenal in de laatste. De hongersnood in 1849 had aanvau kelijk doen besluiten, die twee afdeelingen van irrigatie-werken te voorzienmen werkte in den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 2