N°. 2781. Donderdag A°. 18G2». 4 Maart. BINNENLAND. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.40. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagenuitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels f 0.75iedere regel meerf 0.126 Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels 0.90iedere regel meer0.15 Lelden» 3 Maart. De Staatscourant van heden bevat o. a. twee Koninklijke Besluiten, het eene betrekkelijk de openstelling van het kantoor te Kerkrade voor den doorvoer van wijn, het andere betreffende de lichting der nationale militie van het jaar 1869. Tusschen deze twee besluiten zou niemand waarschijnlijk eenig verband zoeken. Toch be staat het, en wel op een punt, dat op eene of andere wijze dient geregeld te worden. In het eerste besluit (gecontrasigneerd door den minister van financiën) wordt achter den naam der gemeente Kerkrade gelezen provincie Limburg. Bij het andere (gecontrasigneerd door de ministers van oorlog, binnenlandsche zaken en marine) is gevoegd een tabel aan welks hoofd men leest: //Staat aanwijzende het door elke provincie en door het hertog dom Limburg te dragen aandeel in de lich ting enz." Het eerste besluit spreekt dus het beginsel uit, dat Limburg thans, na de gebeurtenissen van 1866 en het tractaat van 1867, niet anders is dan eene provincie des rijks, gelijkstaande met al de overige. Het andere handhaaft voor Limburg den naam van hertogdom en scheidt het als zoodanig ook nu nog van de andere provinciën af. Het is duidelijk dat een van beiden zich on juist uitdrukt. En het is wenschelijk dat in dit opzicht een eenvormige regel voor onze staats stukken worde aangenomen. De royale weg daartoe zou zijn dat art. 1 der GW., dat thans een anachronisme gewor den is, gewijzigd wierd overeenkomstig den wer- kelijken stand der zaken en dat ook uit onze constitutie verwijderd werd de herinnering aan den dubbelzinnigen toestand van Limburg die nu gelukkig opgehouden heeft, na ons veel kwaad gedaan en veel zorg veroorzaakt te hebben. Dit zou misschien ook om andere redenen wenschelijk zijn. Maar eene grondwetsherziening voor te slaan, is het ook maar op éen punt, is een lastige, omslachtige en misschien bedenkelijke zaak. Wij kunnen vermoeden dat de regeering daartegen opziet, zoolang ze niet volstrekt noodig is. Acht zij die echter in dezen niet volstrekt noodig, laat zij dan alles vermijden wat nu nog dien ouden toestand zou schijnen te erkennen en te huldigen, en in hare officieele bescheiden Limburg onder het gemeene recht terug bren gen alsof de grondwet herzien ware. Laat zij zelve geen voet geven aan het denkbeeld dat Limburg nu nog iets anders zou kunnen zijn dan eene provincie des rijks. LEIDEN, 3 Maart. Het onlangs uitgegeven nommer van de B ij- dragen tot de kennis van het staats-, provinciaal- en gemeentebestuur in Nederland bevat een laatste stuk der merk waardige Fin an tieeleBesch ou win gen van wijlen den heer G. H. Betz. "Wij meenen den wensch te mogen uitspreken dat er van deze zoo belangrijke studiën, door den wakkeren en ijverigen staatsman geleverd, en nu in vele deelen van dit tijdschrift verspreid, eene afzon derlijke uitgave worde bezorgd. Volgens de Middelburgsche Courant vindt het te Zierikzee ter teekening liggende adres aan de Tweede Kamer, waarbij bezwaren aan gevoerd worden tegen eene vereeniging der beide enkele kiesdistricten Zierikzee en Goes tot een dubbel district, weinig bijval, en is het nog slechts van enkele, handteekeningen voor zien. De hoofdcommissie tot de zaken der Israë lieten roept op alle personen, die verlangen toegelaten te worden tot het afleggen van een examen ter bekoming van eene der rangen van Israëlietisch godgeleerde of van iBraëlietisch godsdienstonderwijzer, Oiu zich daartoe bij ge zegd adres postvrij, en met overlegging der ver- eischte getuigschriften, bij haar aan te melden en wel voor een der rangen van godgeleerde vóór 1° Mei, en voor die van 'godsdienstonder wijzer voor 1° Juni aanstaande. Bij onze regeering zijn ingekomen voorstellen van het Pruisische gouvernement betrekkelijk de subsidie door Pruisen te geven voor den aan te leggen zijtak, tot aansluiting der Ne- derlandsche noorderlijn bij de Pruisische Ems- baan. Genoemde voorstellen zijn bereids aan de commissie voor die zaak verzonden. ArnhGt.) De Arnh. Courant deelt het volgende lijstje mede van de personen, die in ons land in de jaren 184j2 tot en met 1868 het examen van candi- daat-notaris hebben afgelegd: In 1842 17; 1843 32; 1844 27; 1845 11; 1846 14; 1847 16; 1848 17; 1849 19; 1850 19; 1851 21; 1852 21; 1853 28; 1854 27; 1855 28; 1856 25; 1857 29; 1858 48; 1859 57; 1860 40; 1861 60; 1862 71; 1863 87; 1864 66; 1865 70; 1866 82; 1867 81; 1868 75. Totaal 1088 candidaat-notarissen. Onder deze candidaat-notarissen zijn er 361 die de eene of andere betrekking bekleeden, als Hoogleeraar 1; rechterlijk ambt. 106; bij de registratie 21burgemeester 48secretaris 35 gemeente-ontvanger 5bij het ministerie 7bij het grootboek 6; bij prov. bestuur 6; bij de directe belast. 4; bij de posterijen 1; bij ge meente-secretarieën 3; bij de politie 5; bij pol derbesturen 1; bij de staatsloterij 1; bij den raad van state 1bij de telegraphie 2gedepu teerde staten 2; rentmeester 1; landmeter 3; deurwaarder 9; vertrokken naar O.-Indië 63; vertrokken naar W.-Indië 2; vertrokken naar de Kaap 4; vertrokken naar Oranje "Vrijstaat 3; vertrokken naar België 4; vertrokken naar Parijs 1vertrokken naar St.-Petersburg 1 vertrokken naar Amerika 6; nog ander© be trekkingen bekleedende 10. Eergisteren werd voor den Hoogen Raad, kamer van strafzaken, o. a. behandeld de zaak van den proc.-gen. bij het hof in Limburg tegen een arrest in zake F. F. J. H. Bussel. Deze gerequireerde stond vroeger voor de arrondisse- ments-rechtbank te Maastricht terecht, ter zake van den heer H. Pijls te Maastricht te hebben gehoond en gelasterd, door een artikel in het nummer 847 van het door hem gedrukt en uit gegeven wordende dagblad //L'ami du Limbourg" des bewust te hebben geschreven of opgenomen, en gedrukt of doen schrijven, of opnemen en drukken, en door dat nummer op de gewone wijze uit te geven, te verkoopen of te versprei den. Hij werd bij vonnis der rechtbank van 7 December 1868 verklaard niet-ontvankelijk in zijn verzoek om buiten vervolging te worden gesteld en werd bevolen dat met de verdere behandeling der zaak zon worden voortgegaan. Bij vonnis der rechtbank van den volgenden dag werd hij aan het bovenstaande schuldig ver klaard, en werd hij te dier zake veroordeeld tot gevangenisstraf van vijftien dagen, in eenzame opsluiting te ondergaan, en tot betaling eener geldboete van f 25. Deze zaak daarna in hooger beroep door het- bof in Limburg behandeld, werd bij arrest van dat hof van 9 Januari jl. o. a. overwogen, dat, bij het noemen door den bekl. van J. T. Ter Beek als den schrijver van het beklaagde geschrift tijdens deze nog vervolgd en gestraft kon worden, de eerste rechter had dienen en de rechter in appèl dient uit te stel len alle verdere vervolging tegen den beklaagde, totdat door den daartoe bevoegden rechter op de tot dat einde door het Openb. Min. in te Btellen niet-verjaarde vervolging, zal zijn uitge maakt, of de als zoodanig door den bekl. ge noemde persoon de wezenlijke schrijver van het beklaagde geschrift is; en werd de verdere be handeling der zaak uitgesteld totdat door den daartoe bevoegden rechter op de door het Openb. Min. tegen den aangewezen schrijver in te stel len vervolgingen zal zijn uitspraak gedaan. Het is tegen deze uitspraak dat de proc.« generaal bij bet hof in Limburg in cassatie is gekomen, welk beroep door eene memorie werd toegelicht en middelen van cassatie inhoudt. Het Openb. Min. bij den Hoogen Raad, bij monde van den advocaat-generaal Smits, zal den 9den Maart aanst. conclusie nemen. Uit het dorp Bergum is bij de Synode der Nederlandsche Hervormde kerk een adres ingediend, waarbij betoogd wordt dat die kerk groote behoefte heeft aan leeken-prediking en dat hare kansels niet langer ontoegankelijk behooren te zijn voor mannen, in den dienst des levens, en den strijd met de wereld, grijs geworden of die zich, gelijk Opzoomer, De Bosch Kemper en anderen, verdienstelijk gemaakt heb ben jegens den godsdienst. Het adres vraagt in dezen geen bandelooze vrijheid, maar wel orde en onder toezicht van den kerkeraad, zoodat geen van elders gekomen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1