OFFICIEELE BERICHTEN.
[yolks-drama van Charlotte Birch-Pfeiffer, dat
■hier gisterenavond door het Rotterdamsche
■Tooneelgezelschap werd opgevoerd, heeft aan
Biet vrij talrijke publiek blijkbaar zeer goed
■Voldaan. Het bevat dan ook menig treffend of
Irermakelijk tooneel en op de zedelijke strekking
ia niets aan te merken. Jammer dat het ont-
I eierd wordt door twee tafereelen, die beter in
de Chineesche-Schimmen dan in den schouw-
burg thuis behooren. Wij bedoelen den nach-
telijken tocht van Riekje om een dokter te
halen en de daarop gevolgde dievenhistorie.
Daardoor neemt de belangstelling, welke in het
lste tafereel wordt opgewekt, in den loop van
het stuk meer en meer af, in plaats van toe
te nemen zooals het behoorde. Gelukkig her-
Btelt het 6de tafereel het verbroken evenwicht
en boeit ons van het begin tot het einde. Wij
houden dan ook het lste en 6de tafereel voor
de best geslaagde van het geheele stuk, waardoor
het vooral den naam van volks-drama waar
dig wordt.
Veel van het verkregen succes is ongetwij
feld te danken aan de uitmuntende uitvoering,
daar zelfs zij die de mindere rollen vervulden
allen lof verdienden. Wat de hoofdrollen be
treft, moet in de eerste plaats de heerAlbregt,
als de orgeldraaier Frieder Kranich, genoemd
worden. Is hij in het komische genre met roem
bekend, in deze rol bewees hij opnieuw, dat hij
meer is dan komiek en dat ook diepe en ernstige
karakterstudie hem eigen is. Hij gaf ons een
getrouw beeld van dien ouden, reeds van zijn
jeugd af lichtzinnigen en onstandvestigen maar
toch in den grond rechtschapen man. Iedere
trek was aan de natuur ontleend. Bij zijn op
treden in het lste tafereel was hij geheel de
nietswaardige dronkaard en vagebond; bij de
hulp die hij aan het verlaten meisje bewees,
kwam zijn beter i k duidelijk aan het licht.
Maar hoe schoon was vooral zijn spel toen hij
in het 6de tafereel die flesch met rhum voor
zich zag staan, en, nadat hij moedig tegen de
verleiding gestreden had, toch ten laatste be
zwijken moest. Die verschillende phasen der
verleiding, dat beurtelings strijden en toegeven,
dat verzwakken van den tegenstand, waarbij
het angstzweet den ongelukkigen dronkaard
scheen uit te breken, en eindelijk die geheele
overgave aan het kwaad, toen hij het noodlot
tige vocht weer had geproefd dat alles werd
door den heer Albregt op meesterlijke wijze
geschilderd. Vervolgens moeten wij hulde bren
gen aan Mw. Corijn als Riekje en aan den
heer Moor als de vroolijke, edele Wilms. Men
zou van den laatste niet gezegd hebben, dat hij
onverwachts de plaats van den heer D. Has
pels vervulde, zóó goed was hij in zijne rol
thuis. Mw. Corijn maakte ook veel furore met
hare aardige coupletten van de bakkerij. Mw.
androck-Xen Hagen speelde als vrouw Martha
zoo goed als men het verwachten kon, maar
deze rol, die tot het emploi der mère-noble be
hoort, was niet voor haar geschikt.
Rotterdam, Woensdag 24 Februari: //Tann-
hauser", oder: der Sangerkrieg auf Wartburg,
grosse romantische Oper in 3 Acten, Musik
von Wagner. Landgraf Hermann: Herrn
Lorrman, als Gast. TannhauserHerrn Grim-
minger, als Gast. Aanvang te halfacht.
BEROEPEN ENZ.
Nederlandsche Hervormde Kerk.
Beroepen: te 's-GravesandeA. H. De
Klerck te Garderente VlaardingenA. C. J.
Van Maasdijk te Katwijk aan Zeete Vlis-
siDgenE. J. Van Wisselingh J.Pz. te Haar
lemmermeer; te Alkmaar: H. J. P. Van der
Linden te Zevenbergen; te Utrecht.- E. T. H.
Wolff te Valburg en Homoet; te IJselmuiden
Koopmans te Engwierum.
Aangenomen: naar Calantsoog: door den
cand. Wolterbeek Muller; naar Axel: door C.
W. Schoorel te 's-Heer-Abtskerke; naar Hooge
Zwaluwe: door W. A. Van der Linden te
Sprang.
Bedankt: naar Heino: door D. G. W.
Muller Massis te Wickmond.
Eervol emeritaat is verleend aan J. C.
A. Van de Siepkamp te Oosterzee en Echten,
wegens ziekte, en aan P. H. Vriesema te Her-
bayum, wegens 40jarigen evangeliedienst.
J. C. Van der Kulk, te Bergambacht, heeft
zijn eervol ontslag tegen 15 Maart aange
vraagd.
RECHTZAKEN.
Gewezen vonnissen in strafzaken door het
kantongerecht te Leiden, op den 15den Fe
bruari 1869.
2 wegens het rijden op de kleine straatsteenen.
2 in de Donkersteeg in verkeerde richting
te rijden.
1 u het over de straat laten afvloeien
van bloed afkomstig van een geslacht
paard, en het vastleggen van honden
op de straat elders dan op de honden-
markt.
2 het baggeren in den Singel zonder
consent.
8 het baggeren in de Delftsche Vliet
zonder consent van H. H.
1 het verontreinigen der straat.
2 zonder last de straat te schrobben.
1 het werpen van vuilnis in het water.
1 zonder acte en consent met schakels
te visschen.
HANDEL.
Rotterdam, 22 Febr. Tarwe en Rogge 20
ets. lagerPaardenboonen, Bruineboonen, Erw.
ten, Kanariezaad 7% cent lager; overige arti
kelen als voren.
Meekrap. De omzet was heden weder onbe
duidend, de vraagprijzen geheel onveranderd.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van LEYDEN doen te weten:
dat al degenen die genegen mogten zijn als
vrijwilliger bij de nationale militie in dienst te
treden, zich te dien einde vóór den lsten Maart
aanstaande ter gemeente-secretarie behooren aan
te melden.
De bepalingen der wet van den 19 Augustus
1861 Staatsblad n°. 72), betrekkelijk de nationale
militie, zijn ten aanzien van de vrijwilligers de
volgende
//Art. 11. Om vrijwilliger bij de militie te
zijn, moet men ongehuwd of kinderloos weduwe
naar en ingezeten wezen, voorts ligchamelijk voor
de dienst geschikt, ten minste 1.56 el lang, op
den lsten Januarij van het jaar der optreding
als vrijwilliger het 20ste jaar ingetreden zijn
en het 35ste jaar niet volbragt hebben, tot op
het tijdstip der optreding aan zijne verpligtin-
gen ten aanzien van de militie, zoo ver die te
vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk
gedrag hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzonde
ring van de ligcbamelijke geschiktheid en van
de gevorderde lengte, wordt bewezen door een
getuigschrift van den Burgemeester der woon
plaats.
Art. 12. Hij, die voor de militie is ingeschre
ven, wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor
de gemeente, in welke hij ingeschreven is, tenzij
hij geene verpligtingen ten aanzien van de mi
litie meer te vervullen hebbe.
Art. 13. Hij, die bij de zeemagt, bij het le
ger hier te lande, of bij het krijgsvolk in's Rijks
overzeesche bezittingen heeft gediend, wordt niet
als vrijwilliger bij de militie toegelaten, tenzij
hij, bij het verlaten van de dienst, behalve een
bewijs van ontslag, van den bevelhebber, onder
wien hij laatstelijk heeft gediend, een getuig
schrift hebbe ontvangen, inhoudende, dat hij
zich gedurende zijn diensttijd goed heeft ge
dragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn
veertigste jaar volbragt is, als vrijwilliger bij
de militie worden toegelaten."
En wordt wijders ter kennis van de belangheb
benden gebragt, dat tot het opmaken van het
getuigschrift, bedoeld bij opgenoemd art. 11 der
wet, dagelijks, uitgezonderd de Zondag, van
des morgens tien tot des namiddags drie uren,
ter secretarie dezer gemeente de gelegenheid
bestaat.
Leyden, 13 Eebruarij 1869.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van heden.
Aan de orde van den dag is de voortzetting
der beraadslagingen over het wetsontwerp //op
het begraven van lijken, begraafplaatsen en
begrafenisrechten".
De beraadslaging over art. 1 wordt hervat.
De heer Saaymans Vader wenscht ook in
dit artikel voorzorgsmaatregelen tegen het ver
richten van operatiën op schijndooden.
De heer Godefroi maakt bezwaren tegen de
zinsnede omtrent het begraven in eene water
dicht gesloten kist; dit zou bij de gezindheid
waartoe hij behoort niet kunnen plaats hebben.
De minister van binnenl. zaken kondigt
eenige wijzigingen in het artikel aan, naar aan
leiding van de opmerkingen van de beide vorige
sprekers en ook van den heer Westerhof in de
zitting van gisteren.
Daartegen oppert de heer Heemskerk Az.
enkele bedenkingen, waarop, nadat de heeren
Van Kuyk en Godefroi hun gevoelen hadden
kenbaar gemaakt, de minister wijzigingen in het
artikel 1 voorstelt in den geest van verschil
lende aangegeven verlangens.
Hieruit ontstond discussie, waaraan deelna
men de heeren Gefken, Pijnappel, Vader, Van
Voorthuijzen, Van Kerkwijk, Heemskerk Az.
en de minister die opnieuw eene wijziging
indient.
Daarop voeren het woord de heeren Van der
Does, Godefroi, De Bosch Kemper en De Brauw,
welke laatste een amendement voordroeg om te
bepalen: dat //lijkopeningen door een genees
kundige moeten bijgewoond worden."
Hierover spraken de heeren Van Voorthuy-
zen, Pijnappel, Kemper, Heijdenrijck, Dullert
en De Brauw, die in zijn amendement de ver
andering aanbrengtdat de //ontleding door of
onder toezicht van een geneeskundige moet
plaats hebben" enz.
Ten slotte werd het meergenoemd amen
dement met 28 tegen 26 en het gewijzigd ar
tikel met 42 tegen 12 stemmen aangenomen.
Artt. 2 en 3 zijn aangenomen.
Uit art. 4 wordt weggenomen de bepaling,
dat de verklaring van den geneeskundige no
pens de oorzaken des doods, wordt afgelegd in
den door het bestuur vastgestelden vorm, zoo
dat geen bepaalde vorm voorgeschreven wordt.
Over dat artikel zal echter morgen worden
beslist, ten gevolge van het staken der stem
men over een door den heer Kalff voorgesteld
amendement om het verlof tot begraven afhan
kelijk te maken van de verklaring van den ge
neeskundige.
De artt. 6 en 7 zijn aangenomen.
Op art. 8 is door den heer Godefroi een
amendement voorgesteld, strekkende dat over
de plaatselijke verordeningen, die op het begraven
gemaakt worden, de daarbij betrokken kerke
lijke besturen zullen worden gehoord.