N°. 2760. Maandag A°. 18<k> v 15 Februari. BINNENLAND. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. aa'! Franco per post3.85. 0i Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagenuitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-G regels 0.75iedere regel meerf 0.12* Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90 iedere regel meer0.15 LEIDEN, 13 Februari. Het hoofdbestuur van de Yereeniging ter be vordering van Fabriek- en Hand werksn ij verbeid in Nederland, heeft eene circulaire uitgevaardigd oin de bijzondere aandacht van het publiek te vestigen op de in dezen zomer te Utrecht te houdenInternationale Tentoonstelling van voorwerpen voor de huishouding en het be drijf van den handwerksman." //De yereeniging ter bevordering van Fabriek en Handwerksnij verheid in Nederland, //zoo lezen wij in deze circulaire", heeft steeds getracht op dit gebied (de ontwikkeling van den handwerk- stand) de leemten to'leeren kennen en den weg aan te wijzen tot verbetering. Zij wenscht in dien zin weder eene bescheidene poging aan te wenden. //Het lot van den handwerksman kan verbe tering ondergaan door stoffelijke en door zede lijke middelen. Onder do stoffelijke boboort de vermeerdering zijner inkomsten of de vermin dering zijner uitgaven. //Het eerste te bevorderen is uit den aard der zaak moeilijker dan het tweede in de hand te werken. //In de behoeften van den handwerksman te voorzien op de minst kostbare wijze ligt op den weg der nijverheid. Het belang van voortbren ger en verbruiker brengt mede goedkoopheid aan bruikbaarheid te paren. De vraag is daar om gerezen, of wij geen nut zouden kunnen stichten door aan de nijverheid de gelegenheid te openen om te toonen, wat zij vermag ter ver vulling van de behoeften van den handwerksman. //Te dien einde stelt zij zich voor eene inter nationale tentoonstelling te houden van voor werpen voor de huishouding en het bedrijf van den handswerkman. //Het hoofdkenmerk dezer tentoonstelling zal zijn de goedkoopheid en bruikbaarheid der ten toongestelde voorwerpen." Zij bestaat uit zeven klassenHuisvesting, huisraad, kleeding, voeding, gereedschappen voor ambachts- en tuinlieden, middelen tot zedelijke, verstandelijke en lichamelijke ontwikkeling, en statuten, reglementen en verslagen van ver enigingen ten behoeve van den handwerksman. De Yereeniging vertrouwt dat zij van de zijde van het publiek bijval zal vinden, en dat dit daarvan bewijzen zal willen geven door vele inzendingen en door ruime bijdragen aan het waarborgfonds. //Hot Nederland8che publiek zoo schrijft zij in hare circulaire, en het zijn deze woorden, die wij bijzonder aan ieders aandacht aanbe velen heeft zich den naam verworven van mild te zijn. Leniging van armoede liet de wetgever te recht in den regel aan particuliere krachten over. Armoede te voorkomen is geen plicht door onze wetten voorgeschrevenis het echter niet eene verplichting, die op allen rust? Te beletten, dat de handwerksman tot armoede vervalt, is een probleem, welks oplossing in de eerste plaats van hem zeiven moet worden ver wacht van zijne medeburgers kan gevorderd worden, dat zij hem in het volbrengen dier taak de behulpzame hand bieden. De Nederlandsche handwerksman onderscheidt zich door nauwgezette plichtsbetrachting en door gehoorzaamheid aan 's lands wetten. Zullen de meergegoeden dan ook niet van hunne zijde een bewijs willen geven, dat zij die houding waar- deeren?" De commissie verklaart dat zij er niet aan mag twijfelen. Ook wij hebben vol vertrouwen in den inilden zin van alle meergegoeden. En wij hebben vertrouwen dat ook zij, die in deze stad daartoe bij machte zijn, niet zullen achterblijven. Hier is men, meer dan in menige andere plaats, bekend met den vaak treurigen toestand onzer werkende klassehaar lot te verbeteren, door middelen die een meer dan enkel tijdelijken invloed hebben, is eene heer lijke taak. Er zijn er onder ons zoovelen dié wat bijdragen kunnen; zij zullen niet ach terblijven. In de volgende week zal de hier gevestigde commissie, bestaande uit do HH.: Dr. W. C. Van den Brandeler, Mr. C. W. Hubrecht, Mr. R. Tb. Bijleveld, P. L. C. Driessen en A. C. Leembruggen, eene lijaUter teekening rond zenden. Dat Leiden dan tooue in sympathie voor zulk eene schoone zaak bij andere plaat sen niet achter te staan Te Deventer werd Woensdag-avond in eene buitengewone vergadering met dames, van de maatschappij //Tot Nut van 't Algemeen", door den hoogleeraar Dr. Vitringa, rector van het gymnasium, eene lezing gehouden over de //eman cipatie der vrouw." Was de titel van het onder werp, welke te voren was aangekondigd, wegens het afgezaagde daarvan in den laatsten tijd, min der aantrekkelijk, een zeer talrijke en uitgelezen schaar van belangstellenden woonde nogtans de voordracht van den hoogleeraar bij en werd al spoedig getroffen door de eigenaardige behan deling van dit zoo uitgeputte onderwerp. Niet toch het opleiden tot telegraphisten, apothekers, postdirecteuren en andere mannelijke beroepen werd door den spreker op den voorgrond gezet, maar de gang en de aard, de strekking en in richting van het onderwijs op de zoogenoemde dames-instituten werden door hem grondig na gegaan en getoetst aan de eischeu des tijds. Met den spreker moest wel het publiek instemmen, dat die toestand over het algemeen bedroevend is, en dat zeven a acht kostelijke levensjaren besteed worden, om de aankomende vrouw, de toekomstige opvoedster bij uitnemendheid van het volgend geslacht, eene oppervlakkige kennis aan te brengen van zaken, waarin zij het zel den zóóverre brengen dat ze daarvan eenig de gelijk nut hebben. Hij betreurde verder het gemis aan degelijkheid, aan geschiktheid om later als opvoedster te kunnen optreden, aan smaak voor degelijke lectuur en lust tot onderzoek van ern stige levensvragen en overdreven zucht tot op schik en geldverspillen als noodzakelijke gevol gen van dit oppervlakkig, africhtend en onprac- tisch onderwijs, en eindigde met te verklaren dat de maatschappij //Tot Nut van 't Algemeen", na veel voor het lager onderwijs gedaan te heb ben, thans met denzelfden ijver de invoering van het middelbaar onderwijs voor meisjes zich ten taak moest stellen. De wet op het middel baar onderwijs, welke zoo doelmatig werkt voor de ontwikkeling van jongens, die voor de aca demische studiën bestemd zijn, dient ook de meisjes in het genot te stellen van een onder wijs, dat zich aansluit aan de derde klasse eener welingerichte meisjesschool; doch dat onderwijs moet niet op de leest der hoogere burgerschool geschoeid zijn, daar de ontwikkeling der vrouw en hare opleiding tot verstandige opvoedster geheel andere eischen heeft, welke ten slotte door den spreker uiteen werden gezet, terwijl de oprichting eener vormschool voor onderwij zeressen in dien geest als eene aangewezen taak voor de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werd voorgesteld. Met onverdeelde aandacht werd de belang rijke redevoering door het publiek aangehoord, daar de gronden voor de grieven van den hoog leeraar even juist bevonden werden, als ziju betoogtrant krachtig, overredend en zijne ge volgtrekkingen logiscli waren. Indien wij opzet telijk melding van deze doorwerkte rede maken, geschiedt dit opdat ook daardoor levendig ge maakt worde het bewustzijn, dat, nu 't onder wijs voor jongens veel verbeterd is, dat voor meisjes even noodzakelijk moet verbeterd wor den, zal niet de werking van de wet op het middelbaar onderwijs spoedig blijken zeer een zijdig en onvolkomen te zijn. Arnh. Cl. "Wij vernemen dat het bestuur der Yereeni ging //Harmonie" te dezer stede, aan onzen stadgenoot Mr. B. Tb. Baron Yan Heemstra van Froma en Eibersburen, het beschermheer schap dier Yereeniging heeft opgedragen, en Z.H.W.G. die opdracht bereidwillig heeft aan genomen. Gisterenavond werd eene commissie uit het bestuur bij den baron toegelaten, die hem het diploma overhandigde, en waarmede hij zich daarna nog eenigen tijd minzaam onderhield. Wij ontvingen met genoegen het programma van het concert, door de Maatschappij voor Toonkunst a. s. Dinsdag in den schouwburg te geven. Aan de goede zorgen van de com missie voor den schouwburg danken we menigen genotvollen avond, dien zij, door het doen opvoeren van verschillende stukken, ons op het gebied der tooneelkunst deed smaken, en ook op dat der letterkunde ontbrak het den beminnaars niet aan de gelegenheden om mannen van naam te kunnen liooren; maar, behalve bet prachtige concert van Seuipre, werden we op muzikaal gebied dezen winter schaars bedeeld. Het programma van bet concert van Toon kunst was ons dus dubbel welkom, te meer, daar onder de, als altijd, zeker uitmuntende lei ding van den lieer Wetrens, de inhoud er van ons weder een avond van rein kunstgenot be looft. Hoewel de beide solisten Fraulein Anna

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 1