ii demise Lugduno-Batavae omnes Academiarum nrs UB hujus Begni cires et Athenaeorum alumnos, in proximum annual ad certamen literarium invi- tant et quaeationes a singulis Ordinibus Acade- micis positaa promulgant haace A Eacultate Philoaophiae Theoreticae et Li- terarum liumaniorum 1". //Kogatur disquiaitio critica operia Kantii, cui titulua: //Kritik der reinen Yernunft" (Eene critiek ran Kant's //Kritik der reinen Yer nunft")." Ad hauc quaeationem patrio sermone reapon- deatur. 2°. //Exponantur leges quibua compositio ver- borum in lingua Sanskritica regitur (Eene uit- eenzetting en critiek van de leer der samenstel- q ling in het Sanskriet)." le"' Ad hanc quaeationem patrio aermone reapon- 'V dere licebit. i t« A Facilitate Medica //Qiiaeritilr, quam vim, turn similem turn di- versam, in corpus exerceant pharmaca efficaciora, rib <L atigd: ec Ch. he: pa&! ee do Wr zijj n r pro diversitate loci, quo in organismum intro- ducuntur Ad quam quaestionem patrio sermone respondeatur experiments in unam aut duas eiusmodi materies instituendis. (Welk verschil in werking leveren meer vermogende genees krachtige stoffen op, naarmate zij langs verschil lende wegen in het organisme gevoerd worden Yoor de beantwoording van die vraag worden eigene, met éene of twee zoodanige stoffen be werkstelligde proefnemingen gevorderd.)" A Facultate Juridica: 1°. //Explicetur et diiudicetur doctrina Mal- thusiana de incremento populi pauperie impedito, moribus inhibendo." 2°.- //Quid iuris esse videtur in collisione legum civilium de matrimonio eiusque effectibus, ex iuris gentium privati principiis iuris etiam Neer- landici habita ratione?" Ad utramque quaestionem patrio sermone writ respondere licebit. tBL A Facultate Theologica: //Colligantur, critice diiudicentur etillustren- tur quae in libris N. T. leguntur de origine et auctoritate Apostolatus (Een historisch-kritisch onderzoek naar den oorsprong en het gezag van het Apostolaat, volgens de schriften van het N. T.)" Ad hanc quaestionem patrio sermone respon dere licebit. ver- rtoe en i Pob he A Facultate Disciplinarum Mathematicarum arL et Physicarum 1°. //Quaeritur expositio critica methodorum, me: quas physici, praecipue recentioribus temporibus, eat secuti sunt in definiendo corporum solidorum et fluidorum calore specifico." w 2°.|//Rogatur Sphaerulariae Bombi, bomborum endo-parasiticae evolutio, ita ut expleantur quae in eius historia extant lacunae, et praesertim 11 vitael stadia quae extra hospitem degere viden- indagentur." Ad utramqne quaestionem patrio sermone liei||respondere licebit. Commentatioues, aliena manu describendae, ante diem I m.Decembris huius anni mittuntor ■w ad Yirum Clarissimum R. P. A. Dozy, Acade- miae actuarium. Singulae lemmate inscribuntor w?' adjunguntorque scedulae obsignatae, scriptorum nomina et praenomina integra continentes, eodemque lemmate extrinsecus distinctae. Ordinum de commentationibus iudicia pro- nuntiabuntur, optimarumque commentationum 8criptoribus, disquieitione aDte instituta, prae- mia tribuentur ipso die Academiae natali a. mdccclxx. GEiMENGDE BERICHTEN. In Amerika doet men alles, ook wat slecht is, op een kolossalen voet. Zie hier een staaltje: Twee aannemers van openbare werken te Ten nessee (Amerika), de heer Clark, een Engelsch- man, en do heer Wood, een Amerikaan, hadden oneenigheid gekregen over eene geldquaestie. Daarbij kwam naijver en deze veranderde weldra in een onverzoenlijken baat. De twee vijanden waren reeds tweemaal op het terrein gekomen om te vechten, en eens in een bosch ieder ge wapend met een karabijn. Dat was dus als het ware een menschenjacht, waarbij de jager van den een het wild voor den ander was, en om gekeerd. De eerste maal werd de heer Clark gewond, en de tweede maal was het de heer Wood. Zijn tegenstander toch deed alsof hij ge troffen was door een kogel, maar nauwelijks was de heer Wood hem genaderd, om te zien of hij hem gedood of slechts gewond had, of de heer Clark stond plotseling op, gaf vuur en joeg hem een kogel in de ribben. Dit schot was echter niet doodelijk; de heer Wood bleef een maand te bed liggen en toen hij weer beter was, verlangde hij niets liever dan den strijd op nieuw te beginnen, maar nu om er voor goed een einde aan te maken. Na verschillende voor stellen, waarvan het eene nog verschrikkelijker was dan het andere, te hebben afgewezen, werd er eindelijk een aangenomen, dat nog het vreese- lijkste van allen was. Het tweegevecht zou over zes maanden plaats hebben. Inmiddels zouden er op een verlaten terrein, aan den kant van een bosch, en onge veer over eene uitgestrektheid van een mijl, rails gelegd worden, maar slechts voor éen weg. Op die rails zou het gevecht met de locomotief plaats hebben. De twee tegenstanders zouden elk op een locomotief gaan staan, die zij zoo hard zouden mogen stoken als zij wilden. De een zou zich aan het eene einde van den weg, de ander aan het andere moeten plaatsen. Men zou boven van een kleinen heuvel, dien men van beide einden van den weg evengoed kon zien, een geweerschot lossen. Men zou allicht het schot niet kunnen hooren, maar in ieder geval den kruitdamp kunnen zien. Dat eerste schot zou het signaal zijn voor de duellisten om zich gereed te houden. Een tweede geweer schot en dus ook een tweede kruitdamp zou het signaal zijn om op elkaar in te loopen. De vijanden staan op hun post tegenover elkaar, ieder achter zijn locomotief, waaruit de rook naar boven stijgt; beide hebben de hand aan de kruk en het oog gericht op den heuvel, van waar het signaal zal gegeven worden. Het eerste schot valt. Een licht rookwolkje dwarrelt op in de lucht. Daarna verloopen er vijf minuten.... vijf eeuwen. Een tweede rookwolkje verheft zich boven den heuvel. De twee locomotieven zetten zich in beweging haar gang die eerst eenigs- zins langzaam is, krijgt binnen een paar secon den eene buitengewone snelheid. De vaart van die van den heer Wood schijnt veel sneller te zijn dan die van den heer Clark. Zij is reeds voorbij den paal, die geplaatst is om aan te duiden, waar men halfweg is. Maar een vijftien el verder ontmoeten de twee monsters elkander. De schok is verschrikkelijk. De locomotief van den heer Wood stort omver en valt op haar conducteur, dien zij verbrijzelt, brandt, voort sleept en verplettert. De andere, die van den heer Clark, is van voren verbrijzeld, blaast een wolk van stoom uit en schiet nog eenige ellen in snellen ren voorwaarts. De conducteur is echter verdwenen. De schok heeft hem tien pas van den weg af neergeworpen aan den kant van het bosch waar men hem bewusteloos, met door stoom verbrand aangezicht cn een gebroken been, vond liggen. De dokter heeft echter verklaard dat de wonden niet doodelijk waren en dat de heer Clark er wel weer van op zou komen, maar van zijn tegenstander heeft men niets meer dan een vormeloozen en onherkenbaren klomp vleesch gevonden. De heer Clark moge voortaan gelukkig leven, als 't hem mogelijk is! Groote sensatie maakt te Parijs eene po ging tot vergiftiging, die zou uitgevoerd zijn op een van de bals masqué's in de groote opera. De beschuldigden zijn twee Polen, de eene een graaf Zde andere B., student in de medicijnen. De eerste beschuldigde was de minnaar van de gravin B., die van haar man gescheiden leefde. Het schijnt dat de graaf Z. den dood van den echtgenoot zijner beminde wenschte. Het middel, dat gekozen werd, om dit doel te bereiken, was vergif. De vorm, waarin het den graaf zou toegediend worden, was die van bonbons. Om deze den graaf aan te bieden, werd eene jeugdige dame, in de wereld der pu blieke bals masqué's wel bekend, in den arm genomen. Graaf Z. maakte haar eenige dagen het hof en bood haar 20,000 franken aan, zoo zij graaf De B. op het bal een paar bonbons deed aannemen, waarin, ten einde hem het bal te doen verlaten, een onschuldig geneesmiddel, dat de graaf juist niet noodig had, gezegd werd zich te bevinden. Had men 200 fr. in plaats van 20,000 beloofd, de afschuwelijke toeleg zou waarschijnlijk gelukt zijn. Doch de jonge dame koesterde achterdocht. Zij gaf de politie kennis van 't geval. Graaf Z. werd op het bal gear resteerd, en zijn vriend, de student, die de bon bons had gereed gemaakt, werd in de vestibule gevat, terwijl hij zich van de rest der bonbons trachtte te ontdoen. Deze laatste beweert nu de bonbons niet vergiftigd maar slechts eenigszins gekleurd te hebben, om in schijn zijn vriend te believen. Het corpus delicti wordt nog scheikundig onderzocht. De di recteur van de bals de l'Opéra is, zegt men, troosteloos, dat dit zooveel opzien makend voorval eerst gebeurd is op den dag voor de sluiting van zijne bals, die dit jaar zeer slecht bezocht zijn geweest. Nabij Leeds zijn onlangs zes personen van een jachtpartij ongelukkig verdronken. De vos, die achtervolgd werd, zwom de Ure over en de honden gingen te water. De rivier was zeer sterk gezwollen en de stroom hevig. Eenige heeren reden een eind opwaarts om een ondiepte te bereiken; doch een aantal riep een veerboot aan, waarin op 't zelfde oogenblik vijftien man te paard plaats namen. De boot kon slechts een zestal goed bevatten. Toch stak men van wal. Doch midden op de rivier werden de paar den onrustig, en sloeg in een oogenblik de boot om, waardoor zeventien personen in het water vielen, van welke er zes zijn omgekomen, sir Char les Slingsby, Mr. Lloyd, Mr. Robinson, een pikeur O vis, een bosch wachter "Warriner en de zoon van dezen laatste. ADVERTENTIES. Tegen hoesten, heeschheid, schorheid in de keel, verslij ming, enz. is geen beter middel aan te wenden dan de STOLLWERCK'SCIIE BORSTBONBONS. Men kan deze, echt, in pakjes a 30 cents, bekomen te Leyden bij KOOKUIJH, bij M. K. StVtlII U en bij h. a. DIKKS, Verkoophuis; te Alphen bij de Apothekers V A- KOSSIliAC Jbii\ ZOOi\ en J. X. ALLART; te Uazerswoude bij (iAAKHEUHËiV. AROMATISCH MONDWATER, tot behoud en zui vering der tanden, is een beproefd middel te gen kiespijn, scheurbuik en smartelijk tand- vleesch, a flacon 90 cents. Dr. ROMERSHAUSENS OOGWATER tot behoud, versterking en herstel van het gezigt, in groote flacons a f 1.en in kleine a 30 cents. IDIATON zeker middel tegen kiespijn. Het fleschje 45 cents. HAARBALSEM, EAU DE COLOGNE PHILOCOME. Deze voor het versterken en tegen het uit vallen der haren, algemeen beminde Balsem, maakt haar zacht en verwijdert de schilfers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3