BUITENLAND.
alhier "Woensdag des namiddags te 5 uren 32°,
Wind: Z. O., des avonds te 8 uren 31°, te 10
uren 319. Donderdag 's morgens te 5 uren
30°, te 8 uren 30°, 's namiddags te 12 uren
35°, te 4 uren 32°.
Duitschland. De //Börsenhalle" verneemt,
dat ook met Beieren en Wurtemberg verdra
gen zullen worden gesloten over wederkeerige
dienstplichtigheid in het leger van den Noord-
Duitschen bond en in de legers der Zuid-
Duitsche staten.
De //Provincial Correspondenz" zegt dat
de conferentie een uit het oogpunt van den
vrede ontwijfelbaar gunstig resultaat heeft ge
had. Eene eenparige verklaring der op de con
ferentie vertegenwoordigde mogendheden zal
ook bij de Grieksche regeering ingang vinden,
en alzoo is eene minnelijke schikking van het
conflict te wachten. Dank zij de conferentie,
komt thans de hoop op eene vreedzame ont
wikkeling van de toestanden nog meer gegrond
voor dan vroeger. Keizer Napoleon heeft dan
ook deze vredelievende vooruitzichten onbewim
peld in zijne troonrede doen uitkomen.
Fbankeijk. De conferentie zou gisterenmid
dag te drie uren bijeenkomen.
Het is waarschijnlijk dat de heer Walewski
zich aanstaanden Zondag te Marseille zal insche
pen, om zich naar Athene te begeven.
In het blauwe boek, en wel in de afdeeling
buitenlandsche zaken, herinnert de keizer dat
hij in het afgeloopen jaar zijn vertrouwen uit
sprak in de handhaving van den vrede. Die
hoop is niet bedrogen gewordenniet alleen
toch is de algemeene vrede niet verstoord, maar
de agitatiën, die zich in zekere landstreken
openbaarden, hebben aan de kabinetten gelegen
heid gegeven om den oprechten wensch te ken
nen te geven, om verwikkelingen te vermijden.
Ten opzichte van het Oosten wordt gezegd,
dat in de eerste plaats noodig was dat de orde
van zaken, in het leven geroepen door de trac-
taten, werd gehandhaafd. Dauk zij den geest
van verzoenings-gezindheid, die bij de confe
rentie voorzat, is men het eens geworden over
het beginsel betreffende het internationale recht,
dat het debat heeft beheerscht. Het gouverne
ment zal niet aarzelen om het definitieve resul
taat der interventie van de mogendheden te
doen kennen.
Portugal. De koning oütving een telegram
van Saldanha, waarin hij de opdracht tot vor
ming van een kabinet van de hand wijst, aan-
toonende de onmogelijkheid tot het organisee-
ren van een kabinet, dat den Koning en het
volk zal voldoen. De koning ontbood hierop
den markies Sa da Bandeira en droeg hem op
om het bestuur met de tegenwoordige ministers
voort te zetten.
Men verwacht nu dat de kamer zal ontbon
den worden.
INGEZONDEN.
Leld9che Belangen.
Toen op den 27 December 1867 het Bestuur
der Vereeniging //Nut en Genoegen" haar
verslag gevende in de Leydsche Courant en
het Dagblad, besloot zij met de vraag: Wat
zal het dit jaar zijn Zal de vereeniging in
staat zijn de uitgaven, die zeer zeker belangrijk
zullen vermeerderen, uit eigen middelen te kun
nen dekken Zulks valt zeer te betwijfelen,
vooral met het oog op de teekencursus die zoo
vele uitgaven zou vorderen omdat men daaraan
meer uitbreiding wilde geven.
Die vraag is reeds beantwoord. Den 3den
December 1868 vierde de Vereeniging het twééde
jaar van haar bestaan.
Nadat door het Bestuur verslag werd uitge
bracht van den gang van zaken, bleek het, dat niet
tegenstaande de vele behoeften en benoodigdhe-
den tot uitbreiding voor de teekenlessen, die
nog altijd gratis door den Heer L. J. Engels,
teekenonderwijzer alhier, worden gegeven, zij
de onkosten al was het dan ook met een groot
deel (de som van bijna 100.hunner in kas
zijnde gelden, maar ook niet anders dan ge
sterkt door eene twééde jaarlijksche bijdrage
der Maatschappij van Nijverheid alhier (die wij
hierbij nog openlijk dank zeggen) ad 50 heeft
kunnen bestrijden.
Dit moet te meer de bewondering opwekken
als men in aanmerking neemt, de onkosten die
er gemaakt zijn voor de tentoonstelling, gehou
den in de maand Mei 1868.
Had bet Bestuur zich gevleid dat de bezoe
ken ruimschoots hare moeite zou hebben ver
goed in eene ruime ontvangst van entré's, hoe
zuinig zij ook die zaken beeft geregeld, bleek
echter bij de uitkomst dat die tentoonstelling
met een nadeelig saldo van ruim 25 sloot.
Dan, mogt zij hierin eenige teleurstelling onder
vinden, zij werd ruimschoots beloond met de
bewijzen van ijver en tact van vele werklieden,
die hunne producten hadden ingezonden en daar
mede betoonden dat er hier te Leyden en om
streken nog zeer knappe werklieden zijn, die
niet aarzelen hun fabrikaat in eigen werkuren
vervaardigd, der Maatschappij ter bezigtiging
te stellen, in het vertrouwen dat zij de erva
ring mogten opdoen //het werk kroont zijn
Meester!" Na een behoorlijk deskundig onder
zoek werd een tal van 21 personen bekroond
met belooningen in geld van 20, 15, 10 en
5 gulden en getuigschriften.
Mogt de vereeniging het vorige dienstjaar
de ondersteuning ondervinden van vele respec
tabele Ingezetenen, die hunne bijdragen ons
toezonden, wij mogen niet verzwijgen dat zij
ons het afgeloopen jaar niet hebben vergeten.
Als eene bijzonderheid mogen wij melding ma
ken, dat wij van two*, achtingwaardige Ingeze
tenen dezer stad een buitengewone gift van 20
en een van ƒ10 mogten ontvangen, bestemd
voor de bekrooning der Inzenders voor de ten
toonstelling.
Wat het getal Leden betreft, dit is bij afwis
seling meerder en minder geworden, zoodat de
vereeniging thans 120 Leden teltsedert primo
December nog een lOtal zijn bijgekomen en
het vooruitzigt bestaat, dit aantal stellig zal
toenemen.
De gewone wekelijksche vergadering en voor
drachten door de Leden werden geregeld ge
houden. Buitengewone spreekbeurten hebben
door, voor het Bestuur onbekende redenen niet
plaats gehad.
Den 1° December 1868 was het den tijd van
aftreden van den president, den 2den secretaris,
den 2den penningmeester en de beide commissaris
sen van toezigt. En alhoewel bij de stem
ming in den avond van 3 December 11. het
nieuwe Bestuur werd zamengesteld, bijzondere
omstandigheden gaven aanleiding dat men op
12 December daarna wederom tot een nieuwe
stemming moest overgaan. Alstoen werd het
Bestuur met meerderheid van stemmen zamen
gesteld en benoemd: K. E. L. v. d. Woerd als
president, C v. d. Kaay le secret., A. J. Korbee
2e secretaris, J. G. Hoefhamer le penningmr.,
J. H. Trap 2e penningmeester, J. J. Werst
Biblioths. en tot commissarissen van toezigt
L. J. Engels en J. Brevée.
Uit de rekening en verantwoording bleek het
dat wij met een batig saldo van ƒ51.865 het
tweede jaar onzer vereeniging sloten.
Zoo staan wij dan nu weder aan het begin
van het 3de jaar van het bestaan der vereeni
ging //Nut en Genoegen."
Ook bij ons rijst de vraag op: Wat zal het
dit jaar zijn zullen wij een jaar hebben van
strijd en moeite, van tegenkanting of verflaau-
wing ten opzichten onzer vereeniging? Wij
wenschen iets anders!
Met het oog op de welwillende belangstelling
en medewerking van velen onzer geachte stad-
genooten, waarvan er enkele ons reeds hunne
medewerking en ondersteuning hebben verze
kerd, gaan wij met nieuwen moed dit jaar in
vast vertrouwende, de goede belangen van den
ondergeschikten werkman die wij ons voorstellen
te helpen bevorderen, daarin niet beschaamd
zullen worden gemaakt.
Het zal geen betoog behoeven dat in eene
vereeniging als de onze, bestaande uit werklie
den, niet altijd die veerkracht (vooral bij ge
mis van financieele organen) kan worden ver
wacht, als wel hooger geplaatste personen in
de maatschappij kunnen betoonendaarom ko
men wij er openlijk voor uit Edele Mannen
van wetenschap, kunst en beschaving! Ontzeg
ons Uwe welwillendheid niet; maar schraagt
onze zwakke pogingen, door ons te vergasten
op Uwe mededeelingen in betrekking tot weten
schap en kunstopdat de werkman zich meer
en meer veredelen kan en zich verheugen in
Uwe belangstelling; en wederkeerig voor U de
vruchten moge afwerpen van de zelfvoldoening
te smaken, te hebben medegewerkt aan het
maatschappelijk en zedelijk heil van den werk
man, welke is: //de kern der natie
Het Bestuur der vereeniging
//Nut en Genoegen."
K. F. L. VAN DEK WOERD,
President.
C. VAN DEK KAAY,
Secretaris.
Leiden, Januarij 1869.
EEN GROOTE MOKEELE OVERWIN
NING IN ENGELAND.
Tijdens mijn vroeger verblijf te Londen, had
ik dikwerf gelegenheid, om de stijfheid en onver
draagzaamheid van den Engelschen Zondag,
zooals die zich vooral tegenover den vreemde
ling (aan beschaafdere toestanden gewend) open
baart, in al do bizonderhedon na ta ir.nan.
bewoner van het vasteland, die nooit Groot-
Brittanje bezocht, kan zich geen voorstelling
maken, hoe illiberaal de liberale Engelsche natie
over dit onderwerp denkt. Deze intolerantie
strekt zich tot op de kleinste zaken uit. Mijn
landlord, nam het mij b. v. ten hoog-
sten kwalijk, wanneer ik op den Sabbath
aan het raam stond, want de buren en
voorb ij gangers zagen dan dat in zijn
huis iemand woonde, die den Zondag
schond, hetgeen zijn woonplaats die mate
van respectability deed verliezen, waar
op de Brit zoo zeer gesteld is. Zijne doch
ters geene kinderen, maar jonkvrouwen
moesten trouw iedere week tweemaal ter
kerke gaan en mochten zich overigens met niet*
anders bezig houden, dan met stichtelijke lek-
tuur. Dambord en piano werden in huis op
den Sabbath evenzeer verfoeid als breinaald
en haakpen. Behoef ik nog te zeggen, dat zulk
een toestand voor een vrijzinnig Nederlander
onhoudbaar is Ik zocht mijn heil des ZondagJ
steeds in de vlucht. Londen biedt op dien
dag niets. De stad, anders zoo levendig en
vertiervol, is als uitgestorven. De winkels zijn
gesloten, de straten verlaten. Het grootste ge
deelte van de bevolking der hoofdstad, verwijlt
hetzij uit overtuiging, hetzij uit slaafsche tra
ditie in kerken en kapellen, of t' huis bij
Bijbel en misboek. De kleine rest spoedt zich
voor tien uur (na dien tijd verbiedt de wet aan
spoorwegen om treinen te laten loopen) des
morgens naar buiten. Welhebbende Sabbata
rians beproefd, om al het verkeer op Zon
dag te stuiten, doch tot nu toe zijn hunne po
gingen Goddank 1 mislukt.
Duizenden besteigen de early boats, de
early trains, en vlieden naar Kew, Green
wich, Richmond of Hampton Court hetzij
Het museum te Hampton Court en de prachtige bo-
taniesche tuinen van Kew, zijn de eenige instellingen di:
Zondags voor het Engelsche publiek geopend zijn.