IVIN OflRIIl AFSLAG. HET KANTOOR VAN STEENBAKKERIJ MEESTERKNECHT. KEUKENMEID, wen bepaald schoon. Wat het verstandelijke betreft, doen zij in sommige opzichten geens zins onder voor de Europeanen. In de streek - bij voorbeeld die mijn zegsman bewoonde, was j er geen kind boven de 10 jaar, dat niet, in zijne eigen taal, schrijven en lezen kon, iets dat van de Engelsclie kinderen in Nieuw-Zeeland niet altijd gezegd kan worden Met dit al schijnt het evenwel dat elke po ging om de Nieuw-Zeelanders een bepaalden trap van b es c ha ving te doen overschrijden, vruchteloos is. Lang reeds is het geleden dat men bij hen oorspronkelijk waren ze ver stoken van allen godsdienst- het Christendom heeft ingevoerd. De bekeering gelukte. Maar in de plaats van het Christendom te zuiveren, val len zij van lieverlede terug tot de oud-testa- mentische godsdienst, ja, tot een soort van ';'4 cultus - h o - h o-godsdienst genaamd - die daarin bestaat dat men elkander zoo spoedig mogelijk //naar de andere wereld stuurt." Het merkwaardigste is dat de Nieuw-Zeelan ders, in weerwil van alle pogingen die men doet om hen te ontwikkelen, zonder be kende reden uitsterven, daardoor namelijk dat er tegen éen meisje 1 a 5 jongens geboren worden Bastaarden van Nieuw-Zeelanders en Euro peanen zijn gedepraveerd en onhandelbaar. Een huwelijk tusschen een Europeaan en eene inlandsche vrouw heeft dit noodlottig gevolg dat de man zedelijk en verstandelijk achteruit gaat. Maar nimmer heeft men in zulk een geval gezien dat de man zijne vrouw tot het niveau van de Europesche beschaving ophief. De Nieuw-Zeelanders zijn betrekkelijk hoog ontwikkeld. Aangaande de inlanders van van Diemensland verneem ik dit. Men kanzenaau- welijks meuschen noemen. Yan den ganschen volkstam zijn nog drie exemplaren over, en deze worden als curiositeiten in eene menagerie bewaard. Ten slotte zij het my vergund de vol gende opmerkingen te maken 1°. Men moet zich wachten het Polynesische ras en bloc te behandelen. Wat men //Polyne- j sisch ras" noemt, is niets anders dan eene ver- eeniging van rassen, van welke het eene veel hooger staat dan het andere 2°. Moge een ras in enkele opzichten blijken van hooge intelligentie geven, hieruit blijkt nog niet dat het voor eene Europesche beschaving geschikt is. 3°. Men moet zich wachten de Polynesiërs •op ééne lijn met de Negers te stellen. De Negers, sommige vormen althans, bekleeden onder de //Natuurvolkeren" de hoogste plaats. 4°. Het vraagstuk, in hoever de Male ij ers voor beschaving vatbaar zijn, is niet van mijne bevoegdheid. Overigens vind ik het goed, dat men beproeve ze te beschaven voor zoover men dit doen kan zonder de onbetwistbare rechten van ons land te verkorten. Humani teit jegens de Maleijers is in elk geval een duro plicht. Maar wie men vooral beschaven moest zijn m. i. de Hollanders die zich op Java bevinden. Zooals het nu is schijnt de Oost als 't wrare een leerschool van onzedelijkheid Ivoor velen te zijn. Het denkbeeld van kruising ■tusschen Europeanen en andere volkstammen heelt ik kan het niet helpen voor mij iets dierlijks. Trouwens, het geeft aanleiding tot eene nakomelingschap op welke de mensctn heid weinig reden heeft trotsch te zijn. AVat de natuur geadeld heeft mag de menscli niet ontwijden! Zegt het voort. F. A. HAETSEN. Cannes, S Jan. 69. M '1 9e N.-Z. hebben dezelfde rechten als alle Engelsche ■>°rgers en 2ijn iu het Parlement vertegenwoordigd. Wij moeten hier geloovcn aan een schrijf- of andere font van onzen geachten vriend. Hoe, het moederlaud zou *ich op zijne rechten kannen beroepen, en den Javanen op 3ieu grond beschaving onthouden? Wat zoudt Gij er van *ggen, wanneer de koning van Pruisen eens op grond van j Tuisens rechten, de verdere ontwikkeling der Hanoveranen i of Nassauers ging tegenwerken? Ran. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Zitting van gisterenavond. Aan de orde was de voortzetting der beraad slaging over de afdeeling Lager Onderwijs, Hoofdstuk Y (Departement van Binnenl. Zaken). De heer Yan Nispen van Pannerden bleef bij zijne meening, dat hij de openbare neutrale school wenscht te behouden, maar onder voor waarde dat het bijzonder onderwijs niet be lemmerd worde. De heer Fock (min. van binnenl. zaken) be antwoordde vooral die sprekers, die bezwaren tegen het lager onderwijs badden geopperd. Hij wees op de bepaling der grondwet, dat overal van overheidswege voldoend openbaar onderwijs worde gegeven tegen den heer Messchert, die het openbaar onderwijs slechts als aanvulling van het bijzondere wilde erkend zien. De minister herinnerde er aan dat bij de behandeling van art. 194 der grondwet de meerderheid niet zoo bijzonder ingenomen was met vrijheid van het bijzonder onderwijs, maar het werd in de grond wet opgenomen, onder de uitdrukkelijke voor waarde van de verplichting van den staat, dat overal voldoend lager onderwijs zou gegeven worden. De heer Messchert verlangde dat het openbaar onderwijs godsdienstloos zij. De min. had dien eisch nooit zoo sterk hooren formu leeren, want de inwilliging zou leiden tot dis- krediteering der openbare school. Dan, zoo zeide de min., kunnen de openbare scholen mij nentwege gerust verdwijnen. Wat betreft de bemoeilijking van het bijzonder onderwijs, wees de min. er op hoe ieder oogenblik in de Staats courant de bewijzen van het tegendeel voor komen, door vergunning tot oprichting van bijzondere scholen. Over de bezwaren van het kosteloos onder wijs sprekende verklaarde de minister, dat hoe wei hij zelf geen voorstander van algemeen kosteloos onderwijs was, die bezwaren moeilijk uit den weg te ruimen en overdreven waren. Van de 2500 openbare scholen zijn er maar ruim 160 waar geen schoolgeld geheven wordt. En als men den toestand der gemeenten kent, zou men zien, dat in alle geen schoolgeld kan geheven worden. En buitendien wordt het ge tal waar dit niet geschiedt al kleiner en kleiner, omdat de gemeenten al meer en meer opzien tegen vermeerdering van uitgaven, en omdat da regeering ze tracht te brengen tot het heffen van schoolgeld. Naar inzien des ministers zullen de bezwa ren moeilijk geheel kunnen worden opgeheven. Maar, zeide hij, laten wij éen zaak met verge ten, n.l. dat er nog zoovelen zijn, die van het onderwijs verstoken zijn, en laten wij ons daarom liever vereenigen om den kanker der maat schappij, de onkunde, weg te nemen. Ik van mijne zijde zal trachten om zoowel voor de openbare- als voor de bijzondere school zooveel mogelijk vrijheid van ontwikkeling te geven, ter bestrijding van onkunde en onwetendheid. Nadat enkele leden gerepliceerd hadden, en de minister nog had geantwoord werden de beraadslagingen gesloten. Bij de afdeeling Kunsten en Wetenschappen verklaarde de minister van binnenl. zaken in antwoord op eenige vragen van den heer Mes schert van Yollenhoven dat hij van zijn aan vankelijk plan met de Akademie van beeldende kunsten heeft afgezien, omdat hij tegen de groote kosten nog al bezwaar heeft. Het is zijn voornemen evenwel om een bepaald voorstel aan de wetgevende macht te doen, maar eenigs- zins afwijkende van dat van zijn voorganger, omdat hij in zijne vorige betrekking eenige be* zwaren daartegen heeft leeren kennen. Bij de afdeeling Armwezen werd de armen wet door enkele leden besproken. Terwijl som migen op herziening aandrongen, en anderen waarschuwden tegen verplaatsing van de moei- woordige regeling voor een aantal gewesten bezwarend is, maar behield zich voor om zich over eene eventueele wijziging uit te laten. Nadat nog bij de afdeeling Telegraphie, op de vereeniging van de telegraphie met het post wezen was aangedrongen, werden de beraadsla gingen gesloten en het geheele Hoofdstuk Y (Binnenl. zaken) aangenomen met 31 tegen 2 stemmen. Tegen de heeren Messchert van Vollenhoven en Taets van Amerongen. Zitting van heden. Achtereenvolgens werden aangenomen de Hoofdstukken YI (Marine), YIII (Oorlog), YII A (Nationale schuld allen met algemeene stemmen en, VII B (Financiën) met 31 tegen 1 stem. Vervolgens gaf Hoofdstuk IX (Kolo niën) tot eenige discussiën aanleiding en werd ten slotte ook met algemeene stemmen aange nomen, evenals Hoofdstuk X (Onvoorziene Uit gaven). ADVERTENTIES. Getrouwd C. W. VAN OYEREEM en A. C. W. HERENS. Leyden, 13 Januari 1869. is verplaatst van den Ouden Singel, naar de HAARLEMMERSTRAAT, Wijk 6, N°. 289. Leyden, 14 Januari 1S69. Op de Fabriek te Valkenburg bij Leyden wordt, door het overlijden van den Meester knecht, gevraagd een bekwaam persoon goed stoken en geen misbruik van sterken drank makende, zijn hoofdvereischten. Brieven franco aan den eigenaar J. MULLER. Er wordt gevraagd tegen Mei a. s. eene eene burgerpot goed kunnende koken en verder eenig huiswerk verrigtenloon f 70, met ver hooging. Diegenen welke geen goede getuigen kunnen overleggen gelieven zich niet aan te mel den. Adres onder Lett. IS. aan het Bureau van het Leidsch Dagblad. SIGALREM. Regalia's Irnper. f 120; Planteurs f 70 Ha vanna's van f 25f60; La Ville de Utrecht (lang kloek model) Hav. f 50; Havanna Ma nilla's van f22f 30; Jupiters Hav. ƒ24idem Hav. f 20, en idem Manilla f 15; Manilla's van f 16f22; Sultane's (Regalia model)/" 17; Trabuco's f 20; La Esmiraida's (kort fatsoen), Hav. f 25; Blutaar Manilla f 16; zware Java Manilla ƒ14; Java Brazil ƒ12—/"14, en Java's ƒ10, 9 en 8,50. Monsters verkrijgbaar in 1/4 en 1/10 kistjes (hovende 30 per 25 stuks), aan de fabriek La Consolation, Kantoor Kruiper- steeg, n°. 79c, te Utrecht. C. van NIDEK. lijkheden, erkende de minister dat de tegen Bij de op den 8sten Januarij jl. aan den Burg te Leiden, ten overstaan van den Notaris Mr. J. L. KLAYERWYDEN, gehoudene veiling, zijn de perceelen in bod gebragt, als volgt: N°. 1. Het HUIS en ERF, waarin de Stal-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1869 | | pagina 3