i\°. 2739
aj.
jUSf
14 Januari.
BINNENLAND.
AGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
'f'. Voor Leiden, per 3 maandenf ó.OO.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 0.75iedere regel meerf 0.126
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90 iedere regel meer0.15
LEIDEN, 13 Januari.
Ter gelegenheid van den Koppermaandag
vierde eergisterenavond de typographische ver-
eeniging //Lourens Jansz. Coster" haar vijftiende
feest. In de Stads-Gehoorzaal, voor de gelegen
heid gedecoreerd, werd het feest aangevangen
door de ontvangst der heereu patroons, dona
teurs en verdere genoodigden; onze burgemeester,
een der wethouders en een der leden van den
raad merkte men hierbij op. Nadat er verslag
was uitgebracht, werd door de leden der ver-
eeniging, den gasten een welkomstlied toegezon
den, dat opgevolgd werd door de uitvoering
van een muziekstukje vau den heer J. C. H.
Bohrt. Daarop werden twee tooneelstukjes door
de leden der vereeniging ten tooneele gevoerd
kiesehheid verbiedt ons namen te noemen. Wij
kunnen alleen zeggen, dat allen den bijval der
toeschouwers in ruime mate mochten onder
vinden, en dat enkelen voor menig acteur van
beroep niet behoeven onder te doen. Het feest
werd later nog door de leden voortgezet, en
-tot laat in den nacht bleven zij onder gepaste
vroohjkheid bijeen.
De gisteren gehouden rede van den heer
Duymaer van Twist is in ons overzicht minder
juist in een paar woorden weergegeven. De
spr. stelde twee vragenIs de oplossing der
onderwijs-quaestie mogelijk en zoo ja, langs
welken weg?
De eerste vraag beantwoordde de heer Van
Twist met neen, wanneer men bedoelt aan alle
bezwaren te gemoet te komen, met ja, wanneer
men uitging van de volgende beginselen1°. de
onderwijs-quaestie moet op zich zelve beschouwd
worden en afgescheiden van alle politieke kans
rekening, en 2°. de staatszorg voor het open
baar onderwijs is in den tegenwoordigen toe
sband van onze maatschappij onontbeerlijk 3°.
dat, moeten er zijn openbare scholen, zij dan
ook overal en in voldoende mate voor allen
moeten ziju, die er gebruik van wenscben te
maken, voor het grootst mogelijk getal leerlin
gen; 4°. dat, zulleo zij bruikbaar zijn voor het
grootst mogelijk getal, dan mogen zij even min
kerkelijke gezinds-scholen als volkomen gods
dienstloos zijn 5°. naast de staatsschool moeten
de grootste vrijheid en de minst mogelijke be
lemmering aan de ontwikkeling van het bijzon
der onderwijs aanwezig zijn, maar vrijheid moet
als doel en niet als middel van overheersching
bestaan.
Deze belemmeringen van het bijzonder onder
wijs nu kunnen niet alle opgeheven worden,
maar er zijn belemmeringen die wel opgeheven
kunnen worden, en de twee voornaamste hier
van zijn; dat in de kleinste plattelandsge
meente voor een onderwijzer, aan het hoofd
eener school staande, dezelfde bekwaamheid wordt
vereischt als in de grootste gemeente, en ten
tweede, dat het kosteloos onderwijs ook gege
ven wordt aan kinderen van ouders, die niet
tot de armen of minvermogenden behooren. Er
moet volgens sprs. zienswijze eene formule ge
vonden worden, die verplichte schoolgeldheffing
voorschrijft, en ontduiking hiervan, door al te laag
schoolgeld to heffen, tegengaat. Maar dan is spr.
evenzeer tegen kosteloos bijzonder onderwijs.
Gedeputeerde Staten der prov. Zuid-Hol
land hebben bepaald, dat de termijn tot den
herijk van alle bij den handel in gebruik zijnde
reeds geijkte gewichten, lengte- en inhoudsma-
teu voor droge en natte waren met de daarbij
behoorende strijksel?, van het medicinaal gewicht
en van de wisse, voor het jaar 1869 zal aan
vangen den lsten April en eindigen, voor de
gemeenten Rotterdam en Kralingen den 31sten
Augustus, en voor de overige gemeenten in dit
gewest den 31sten Juli van dit jaar, en dat
de letter A in den gewonen drukvorm, eenigs-
zins schuin gesteld, bestemd is tot jaarletter
van dien herijk.
De commissaris des Konings in de pro
vincie Zuid-Holland heeft bij circulaire
van den 7den Januari jl. aan burgemeesters en
wethouders der gemeenten in deze provincie
herinnerd aan de aanbev.-mg tot het opsporen
en bekend maken van overblijfsels der vader-
landsche kunst en beschaving uit vroegere
tijden.
Blijkens het verslag omtrent het genees
kundig staatstoezicht in het jaar 1867, zijn
(met inbegrip der levenloos aangegevenen ten
getale van 6601) overleden 91,209 personen,
makende 1 op de 38.9 inwoners. Naar de pro
vinciën verdeeld was die verhouding als volgt:
Noord-Brabant 1 op de 43.6, Gelderland 1 op
de 43.8, Zuid-Holland 1 op de 30.8, Noord-
Holland 1 op de 35.9, Zeeland 1 op de 33.7,
Utrecht 1 op de 35.1, Friesland 1 op de 49.6,
Overijsel 1 op de 41.8, Groningen 1 op de
50.4, Drenthe 1 op de 47.9, Limburg 1 op de
44.2. Voor zoover daarvan berichten zijn ingeko- I
men, hadden in het gebeele rijk 51,801 vaccinatiën
plaats. Overleden zijn aan pokken 542, aan rood-
vonk 565, aan mazelen 750, aan typhus 3,246,
aan angina diphtheritica 537, aan cholera 1,595,
aan croup 990, aan kinkhoest 1,284, aan diarrhee
2,012, aan levenszwakte en uittering! (014
jaren) 7,527, aan tering (14—65 jaren) 6,801,
aan marasmus fenilis bovèn 65 jaren 5,472, aan
acute ziekten der ademhnlingswerktuigen 5,049,
aan chronische ziekten der ademhalingswerk
tuigen 4,404, aan ziekten van het kraambed
545, aan kanker 1,214, aan verdrinken 816,
aan verbranding 129, aan andere ziekten 31,491,
aan onbekende oorzaken 9,639.
In het rijk waren op 31 December 1867 ge
vestigd medicinae doctores 995, artsen 15,
plattelands heelmeesters 1,116, stedelijke heel
meesters 386, eervol ontslagen officieren van
gezondheid 1ste klasse 12, idem 2de klasse 23,
tandmeesters 65, vroedvrouwen 717, apothekers
909, waarnemende apothekers, volgens art. 19
der wet van 1 Juni 1S65 (Staatsbl. n°. 61) 24,
gepensioneerde militaire apothekers 2de klasse
1, drogisten 258, te zamen 4,519, tegen 4,493
in 1866. Voor zoover bekend is, deden bovendien
in apotheken dienst: apothekersbedienden, be
voegd volgens alinea 2 van art. 34 der ge
noemde wet, 446, hulpapothekers 28, leerling-
apothekers 34.
Vrijdag-morgen was de kazerne te Neu
zen het tooneel van een zeer bedroevend voor
val. De sergeant Schenet heeft, na vooraf een
zijner kameraden, den sergeant De Kok, door
het afschieten van een vuurwapen eene zware
wonde in de beide beenen te hebben toege
bracht, zich met hetzelfde wapen een kogel
door het lijf gejaagd. Reeds des middags is hij
aan de gevolgen daarvan overleden. De door
hem gewonde is in den avond van Vrijdag be
zweken, zoodat deze treurige zaak twee slacht
offers heeft geëischt.
In den namiddag van den 4den Januari
heeft onder Nunspeet eene zware mishande
ling en verwonding plaats gehad. De arbeider
G. L., met zijne bloedverwanten van Elburg
gekomen, verliet op do hoogte van den Vos-
sekuil den wagen, ten einde zich over den zij
weg naar zijne woning te begeven. Toen hij
ongeveer halfweg z^ne woning was, werd
hij onverhoeds aangevallen, vermoedelijk door
zijn zwager, die hem mot een greep een aantal
slagen op het hoofd, de armen en den rug toe
bracht, zoodat hij door een paar raenschen, die
op zijn hulpgeschrei toegesneld waren, vreese-
lijk bloedende en aan de rechterzijde geheel ver
lamd naar zijne woning werd vervoerdzijn
toestand is zorgelijk. De vermoedelijke dader is
aangehouden en naar het huis van verzekering
overgebracht; hij zoude, naar men zegt, zijn voor
nemen tot deze mishandeling vroeger hebben te
kennen gegeven.
Het centraal-comitó van den Weerbaar-
heidsbond heeft laten bekend maken, dat het
onlangs medegedeelde bericht, dat dit jaar in de
nabijheid van Utrecht de tweede Ned. scherp
schutters wedstrijd zou plaats hebben, voorbarig
is, daar dat punt eerst op de derde algemeene
vergadering, 22 Februari e. k., ter sprake komt.
Uit Mep pel wordt geschreven De oudste
onzer stadgenooten, mej. A. Evers-Yan Til, is
in den ouderdom van bijna 101% jaar overle
den. Zij was den 15den Aug. 1767 geboren.
Men schrijft uit Overijsel: de goede
werking van werkhuizen, o. a. te Leiden, Gouda,
enz heeft den gemeenteraad van Kampen doen
besluiten, om ook aldaar een werkhuis op te
richten. Het zal een toevluchtsoord zijn voor
degenen, die tijdelijk zonder werk, en daardoor
noodlijdende zijn. Dat werkhuis moet strekken
tot wering van bedelarij en tot wering van ver
keerd geplaatste en verkeerd werkende liefda
digheid, voorts om ware van voorgewende ar
moede te onderscheiden, en om door onderstand
in voedsel en loon voor arbeid te geven, zede
lijk op den arme le werken. Het moet boven
alles dienen, jeu de energie, uf veeikracht bij
den arme op te wekken, ten einde hem niet aan
ondersteuning of ledigheid te gewennen. Degene,
die er gebruik van maakt, moet daarom ook
vrij blijven en onafhankelijk, om een volgenden
dag al dan niet terug te keeren. In het vroe-