KOLONIËN.
BUITENLAND.
en als zoodanig benoemd Eduard Muller;
ingetrokken de herbenoeming van D. Simons
tot plaatsverv. kantonrechter te Doetinchem, en
aan hem, op zijn daartoe gedaan verzoek, als
nog eervol ontslag uit gemelde betrekking
verleend.
G-edep. staten der provincie Zuid-Holland
hebben besloten den termijn voor de ophef
fing der ambachten in Rijnland, bij een vroeger
besluit gesteld op den lsten Januari 1869, te
verlengen met 2 jaren, zoodat de opheffing in
ieder geval voor den lsten Januari 1871 moet
hebben plaats gehad.
De Thermometer van Fahrenheit teekende
alhier Maandag des namiddags te 5 uren 34°,
WindZ. O., des avonds te 8 uren 33°, te
10 uren 32'. Dinsdag 's morgens te 5 uren
28°, te 8 uren 27°, 's namiddags te 12 uren
34°, te 4 uren 32°.
Batavia, 2 December.
Sedert het vertrek der Fransche mail waren
slechts drie dagen verloopenhet nieuws, dat
er viel mede te deelen, kon dus niet belang
rijk zijn.
Men schrijft aan het Bataviaasch Handels
blad uit Gedoeng-Djattie, dat het spoor is ge
legd tot 52 kilometers (20 palen) afstands van
Solo; in de laatste 30 dagen zijn 9 kilometers
gelegd; men kan dus met grond verwachten,
dat het spoor hoogstens in Mei tot Solo zal
zijn gelegd.
Men deelt mede, dat bij het van Bali te
ruggekeerde 11de bataljon gisteren 105 officieren
en manschappen onder geneeskundige behande
ling waren.
Te Soerabaya overleed den 26sten Novem
ber aan eene kortstondige, maar hevige ziekte
de hoofdingenieur bij den waterstaat, Van Lan-
schot Hubrecht, door een ieder betreurd, die
zijne minzame hulpvaardigheid op prijs had lee-
ren stellen. Het land verliest in hem een ijverig,
nog krachtvol ambtenaar, die nog een tal van
onwaardeerbare diensten had kunnen bewijzen,
maar op het onverwachtst werd ontrukt aan
zoovelen, die zijne vriendschap op prijs stel
den, en aan een nog grooter aantal, die hem
als edel menschenvriend hadden leeren hoog
achten.
Door den gouv.-gen. van Ned. Indië zijn o. a.
de volgende beschikkingen genomen
Civiel departement. OntslagenEervol, uit
's lands dienst, met behoud van recht op pens.,
de contr. der 1ste kl. bij het binnenl. bestuur
in de res. Lampongsche districten H. J. Kern-
pees wegens vertrek, als buitengew. substit.-gritf.
bij den landraad te Tjiandjoer (Preanger-Regent-
schappen), buiten bezwaar van den lande, Mr.
G. H. Lowe.
BenoemdTot raadsheer in het hoog gerechts
hof van Ned. Indië de offic. van just, bij den raad
van just, te Batavia, Mr. C. W. H. Van Schelle;
tot substit.-griff. bij den raad van justitie te
Soerabaya de 3de subsituut-griffier bij het hoog
gerechtshof van Ned. Indiè Mr. J. D. Peere
boom Voller; bij de wees- en boedelkamer te
Soerabaya: tot lid de secr. dier kamer J. L.
Sekettot secr. de boekh. bij die kamer W. F.
Maijer; tot boekh. de ambt. op non-act. J. F. L.
Hessier, laatstel. administrateur bij het gymna
sium //Willem III" te Batavia.
GoedgekeurdDat door den landraad te Tji
andjoer is benoemd tot buitengew. subst.-griff.
bij die rechtb., buiten bezwaar van den lande,
E. Douwes Dekker, ambt. ter beschikking bij de
landel. ink. en cult.
Militair Departement. OntslagenOp verzoek,
eervol, uit Zr. Ms. mil. dienst, met behoud yan
recht op pensioen, de kapit. der inf. G. F. T.
Lange; eervol, uit Zr. Ms. mil. dienst, onder
toekenning van pensioen, de inl. 1ste luit. der
inf. Jondro.
Bevorderd: Bij het wapen der infanterie, tot
luit.-kol.: de maj. P. F. L. Von Hombracht,
thans met verlof in Nederland; bij het 7de bat.
de maj. K. H. O. Van Bennekom. van de mil.
school te Meester-Cornelistot maj. bij het
garn.-bat. van Banka de kapit. K. Van der
Heijden, van het 9de bat.; tot kapit.: bij het
lste bat. de lste luit. J. H. Knijff, van het
garn.-bat. van Sumatra's Westkust en onderhoo-
righeden; bij het 2de bat. de lste luit. G. J.
Gerritsen, van het subs.-kader te Soerabayabij
het 6de bat. de lste luit. F. M. Muller, van
het garniz.-bat. der Zuider- en Ooster-afdeeling
van Borneotot lsten luit. de 2de luit. P. H.
Van Hulstijn, plaats.-adj. van Weltevreden en
Rijswijk, met bepaling dat hij ook als zoodanig
in zijne tegenwoordige betrekking zal continuee-
ren en bij het wapen der infanterie zal blijven
gevoerd a la suite; bij het 4de bat. de 2de luits.
H. W. Mijnders en A. F. H. Kielgast, respec-
tivelijk van het garn.-bat. van Palembang en
van dat der Wester-afd. van Borneo; bij het
garn.-bat. van Sumatra's Westkust de 2de luit.
C. E. J. Schweys, van dat der 2de milit. afd.
op Java; bij de garn.-komp. van Bantam de 2de
luit. W. V. Van Erp, van het korps.
Marine departement. Belast: met het gezag
over het gouv. stoomschip //Kapoeas II" de ge
zaghebber van het gouv. stoomschip //Kapoeas"
L. C. Van der Eijck; met de waarneming der
betrekkingen van machinist-leerl. lste en 2de
kl., respectivelyk de 3de stuurman bij dien
diensttak A. Buijsman en de jongeling E.
Werner.
Dtjitschland. In den loop dezer maand zal
te Leipzig de bibliotheek van Maximiliaan, kei
zer van Mexico, worden, verkocht. Deze verkoop
bevat manuscripten en werken over Fransche
en Spaansche letterkunde; zeven duizend stuk
ken en deelen, betrekking hebbende op Mexico
of in dat land gedrukt; werken over de ge
schiedenis van Afrika, Azië en Amerika. De
bibliotheek wordt niet verkocht op naam van
Maximiliaan, doch op dien van don José Maria
Andrade, letterkundige, dagbladschrijver, uitge
ver en bovendien een groot boekenvriend, die
sinds bijna een halve eeuw in Mexico gevestigd,
veertig jaren lang koeten noch moeite heeft ontzien,
om die belangrijke verzameling bij een te brengen,
waarvan hij nooit het nietigste fragment heeft
willen afstaan, en die hij hoopte nooit te zul
len zien verspreid. In 1865 kon hij hopen, dat
de collectie hem zou overleven, toen hij haar
aan de keizerlijke bibliotheek van Maximiliaan
afstond. Doch dat rijk was van korten duur en
de troonsbeklimming van Maximiliaan werd
spoedig door de catastrophe van Queretaro
gevolgd. Na den dood van den vorst, kon het
ideaal van Andrade, van zonder gevaar van
verspreiding de bouwstofien voor de geschiede
nis van zijn land te hebben bijeengebracht, niet
verwezenlijkt worden, en men moest in allerijl
die kostbare verzameling voor de woede der
reactie in veiligheid brengen. Alles werd inder
haast ingepakt, aan vertrouwde arrieros in be
waring gegeven, op muilezels in meer dan 200
kisten naar Vera-Cruz vervoerd en van daar naar
Europa ingescheept. Onder die boeken is vooral
merkwaardig het werk van Cumeregna, Doc-
trina, in 1543 en 1544 te Mexico, in Gothische
letters, in kwarto, gedrukt, hetgeen het eerste
werk is, dat in Amerika is gedrukt en waarvan
de datum zeker is.
Frankrijk. In het finantieel rapport van
den heer Magne wordt gezegd, dat de vlottende
schuld van 902 tot 727 millioen is terugge
bracht. De opbrengst van de indirecte belas
tingen gedurende 1868 heeft in vergelijking
met 1867 34 millioen meer opgebracht. Voor
den dienst van 1869 zal er geen rectificatief
budget noodig zijn. De uitgaven boven de be
grooting bereiken nog geen 28 millioen en
zullen ruimschoots opgewogen worden door de
overopbrengst van de belastingen.
Op het gewone budget voor 1870 worden de
ontvangsten geraamd op 1736 millioen, en de
uitgaven op 1650; de 86 millioenen, die over
schieten, zullen met het overschot van het vo
rige budget dienen voor de buitengewone be
grooting.
Het rapport bericht voorts, dat op het amor
tisatie-budget voor 1870 42 millioen beschikbaar
zullen zijn tot aankoop van rente.
Verder wordt geconstateerd, dat het jaar
1868 zich gekenmerkt heeft door afwisselend
vertrouwen en wantrouwen, ijverige werkzaam
heid en vertraging; dat langzamerhand de pu
blieke opinie zich er aan gewend heeft, om
meer kalm en naar eisch de politieke omstan
digheden te beoordeelen, en dat vooral in de laatste
maanden een merkbare verbetering plaats ge
had heeft. Die verbetering, ten gevolge van
meer vertronwen bij het publiek, bewijst, hoe
zeer de vrede noodig is voor het land, hoe vele
vruchten hij dragen kan en hoezeer de publieke
opinie recht heeft om de pogingen toe te jui
chen, welke uwe majesteit doet om, zooveel
van haar afhangt, door vriendschappelijke tus-
schenkomst de geschillen te voorkomen, die den
vrede zouden kunnen verstoren.
De //Moniteur de l'armée" zegt in een
overzicht over het jaar 1868 het volgende
Door onzen militairen toestand wordt Frankrijk
in staat gesteld om op alle mogelijke gebeur
tenissen voorbereid te zijn. Wij zijn thans
sterk genoeg om in volkomen harmonie te le
ven met alle mogendheden van Europa en met
goed gevolg al diegenen onder haar te bestrij
den, die een onrechtvaardigen oorlog zouden
willen ondernemen en ons nog eenmaal zouden
dwingen het zwaard te trekken.
Van geloofwaardige zijde rornoomfc mou,
omtrent hetgeen in de eerste zitting der confe
rentie behandeld is, het volgende De gevol
machtigden der onderteekenaars van het ver
drag van Parijs, vergaderd ter beslechting van
het geschil tusschen Turkije en Griekenland,
beschouwden het als hunne eerste verplichting
de belanghebbenden van de bijeenkomst der
conferentie in kennis te stellen. De eischen in
het Turksche ultimatum gesteld waren van dit
oogenblik af onderworpen aan het onderzoek
der mogendheden, die de overtuiging koesterden,
dat de regeering van den sultan en die van den
koning van Griekenland, zich zorgvuldig zou
den onthouden van eiken stap, die verandering
brengen kon in het //status quo" en de
taak der mogendheden zou kunnen verzwaren.
De mogendheden doen een beroep op de ge
matigdheid der Porte en wenschen, dat de uit
voering der maatregelen, met welke zij heeft
bedreigd, zal worden verschoven totdat de
werkzaamheden der conferentie zijn afgeloopen.
Te gelijker tijd wordt de Grieksche regeering
uitgenoodigd alle vijandelijke manifestatiën en
gewapende expeditiën te land en ter zee te be
letten.
Dit besluit der conferentie werd onmiddel
lijk ter kennis gebracht van de regeeringen te
Konstantinopel en te Athene.
Volgens particuliere inlichtingen heeft de
gezant van Griekenland niet, gelijk sommige
dagbladen hebben bericht, geprotesteerd tegen
de plaats, welke aan Griekenland in de confe
rentie gegeven is, maar heeft hij gevraagd, dat
aan Turkije dezelfde plaats als aan Griekenland
zal worden gegeven. De mogendheden hadden
dit punt reeds vooraf uitgemaakt, door aan
Griekenland alleen een raadgevende stem toe
te staan. De heer Rangabé, de Grieksche ver
tegenwoordiger, heeft daarop naar Athene ge-
telegrapheerd om instructie te vragen, of hij