N°. 2733.
Donderdag
A°. 1969,
11 ii
7 Januari.
BINNENLAND.
DAGBLA
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1-G regels 0.75iedere regel meerf 0.136
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels ƒ0.90 iedere regel meer0.15
LEIDEN, 6 Januari.
Onze vroegere stadgenoot de heer Mr. L. W. C.
Keuchenius is tijdelijk, gelijk wij reeds meldden,
als redacteur van het Nieuw Bataviaasch Han
delsblad opgetreden. Als inleiding op zijn werk
kring geeft hij eene korte beschouwing over
Indië en Nederland, onder den titel van//Een
stem in Indië, ook tot Nederland." Die beschou
wingen dragen, evenals de redevoeringen, door
den heer Keuchenius als lid van
Nederlandsch Indië reeds geheel anders begrij
pende dan in de jaren 18401848, zoude Baud,
indien de dood hem niot had weggenomen, wel
licht geëindigd zijn met Van Hoëvell als zijnen
meerdere in doorzicht on in menigerlei opzicht
als zijnen bondgenoot in staatkundig streven
te erkennen."
De rechtzinnigen echter duchtten hem omdat
hij liberaal predikant was geweest. Zijn invloed
verdween nog meer to6n hij geen zitting meer
U„BU, had in de Kamer waar de heer Mijer was op-
de Tweede getreden, die van misbruik Doch onrecht in Indië
Kamer gehouden, een stempel van waarachtige
overtuiging, die haar zoo groote waarde geeft.
Als antirevolutionair komt hij vooral op tegen
het telkens meer veldwinnende denkbeeld, als
moesten alle orthodoxe christenen den bestaan-
den toestand op Java goedkeuren, en de libe
rale richting op koloniaal gebied afkeuren.
//Voor het ministerie Van Zuylen-Trakranen
was het weggelegd," zoo schrijft hij doch
laat ons liever wat vroeger beginnen
Voor twintig jax-en ongeveer, zoo schrijft de
heer Keuchenius, verkreeg in 's lands vertegen-
woordigiug zitting de heer Dr. W. R. baron Van koloniën verspelen; èn de meest rechtzinnige
At' i/orhniittl- rlift ürpnn linlilfi fin ntfiim
repte en moedig op het aanbeeld der gemoeds
bezwaren klopte.
//Voor het ministerie-Van Zuylen-Trakranen,"
zoo gaat schr. verder voort, //was het weggelegd
op ieder, die naderen durfde tot de richting
van den heer Van Hoëvell en niet de minste
bewondering gevoelde voor de theorie der //di
recte en indirecte voordeelen van het moeder
land," den stempel te drukken van: vijand van
Oranje, van meineedige en grondwetschenner;
do heer Koorders noemde zulk naderen een m e-
d e d o e n met liberalen, die (roede volgens hem) de
protestant of katholiek, die geen hulde en steun
bracht aan het conservatieve ministerie, uit zulke
//lieve en dierbare" mannen, //die het bovendien
zoo goed meenden", samengesteld, kon niet veel
meer zijn dan een heiden of ongeloovige. Liberaal
gaven de vruchten zijner studie en waarneming j te zijn in staatkundige beschouwing werd meer
en meer onbestaanbaar geacht met positieve
christelijke belijdenis; aan anderen de vrijheden
lup te ontzeggen, die men voor zich zeiven zonder
tegenwoordiger en voorganger; de drukpers den eenige grensbepaling gebruikt heeft; goed te
verdediger van haar recht op bestaan en den noemen wat kwaad is, wanneer het slechts door
grondlegger harer betrekkelijke vrijheid. Voor 1 vrienden gepleegd wordt; staatkundige betrek-
de Indische maatschappij was hij een moedig 1
Hoevell. Hij had in de hoofdstad van Nederl. Indië,
gedurende een groot tiental jaren, het evangelie
verkondigd; hij had talen, geschiedenis en den
staatkundigen toestand van Indië beoefend, Java
en Bali doorreisd en bij zijne boeiende predik-
op velerlei wijze aan het algemeen ten beste
gegeven. Een levensadem ging van hem uit over
Indië; de wetenschap vond in hem haren ver-
strijder tegen misbruik, afpersing en willekeur;
voor de Europeesche, bij de gedenkwaardige
vergadering van 22 Mei 1848, bepleitte hij het
recht der ouders op hunne kinderen. Tien jaren
lang heeft hij in 's lands vergaderzaal getuigd
tegen de theorie der directe en indirecte voor
deelen, het karakter der Nederlandsche koloniale
staatkunde ten toon gesteld en krachtige stem
men doen hooren, niet alleen voor handel, land
bouw en nijverheid, maar ook voor onderwijs,
beschaving, evangelieprediking en christelijke
rechtvaardigheid. De slaaf in Azië en Amerika
dankt hem zijne vrijheid; de Indiaan de ver
lichting van zijnen druk en ieder, van wat kleur
ook, de betere behartiging van zijn belang en
de meerdere eerbiediging van zijn recht. Onbe
rekenbaar is de invloed, dien hij op Indië en
zijne toekomst heeft uitgeoefend. Dagelijks groeit
de schaar aan dergenen, die hulde brengen aan
zijnen arbeid en zijne diensten. Vroeger alleen
staande, heeft hij van lieverlede ministers, gou
verneurs-generaal, leden van hoogere en lagere
staats- en rechtscolleges, ambtenaren, hoofden
en ingezetenen van allerlei rang en stand hem
zien bijvallen, en J. C. Baud zelf, eerst zijn
vurige en haast eenige bestrijder, toonde allengs
meer en meer zich door zijne reden overwonnen.
Ia 1854 en 1855 het belang en de behoefte van
kingen te verloochenen, antecedenten weg te
cijferen, het recht van denken en oordeelen
aan banden te leggenin éen woordconser
vatief te wezen in zijne nieuwe beteekenis,
werd meer en meer onder dat ministerie de
roeping en het kenmerk van den christen."
Breedvoerig bespreekt de schr. de optreding
van Busken Huët als redacteur van den Java-
Bode, en zijn roeping om de conservatieve ko
loniale staatkunde te verdedigen. Treffend scherp
is de critiek over de machteloosheid dier con
servatieve politiek.
//"Welke levenskracht en waarde, zoo vraag ik,
kan het Nederlandsche volk, met zijn natuurlijk
goed verstand, nog kunnen en nog willen
toekennen aan eene richting, die tegenover de
richting van den heer Van Hoëvell staat, nu
hot ontwaart, dat ter toepassing en ter verde
diging van hare beginselen en ter behartiging
van de teedere belangen, welke die richting
heette te bevorderen, het meest conservatieve
kabinet in eigen midden ofbij de druk
pers geen andere hulp heeft kunnen inroepen
dan die van mannen, welke, om de woorden te
bezigen van den heer Huët, //alleen belangstel
ling wekken door hunne onervarenheid?"
Men verzoekt ons te melden, dat er te begin
nen met den 8sten dezer maand geregeld iederen
Vrijdag-avond te 8 uren in het lokaal op de
Haarlemmerstraat toespraken over godsdienstige
onderwerpen gehouden zullen worden door de
predikanten: de heeren Hagen, Scheffer, Van
Boekeren en Knappert.
De Arnh. Courant deelt de volgende parti
culiere correspondentie van de Kust van Guinea
mede
Akra, 5 December.
De belangrijkste gebeurtenis, die hier plaats
had en vermelding waardig is, is dat eene En-
gelsche stoomboot het vraagstuk heeft opgelost
om de baai van de rivier Volta te passeeren,
iets waarvan de mogelijkheid altijd werd be
twijfeld.
De Volta is reeds vroeger door booten geëx
ploreerd en toen heeft men bevonden dat die
tot op 200 mijlen voor kleine schepen bevaar
baar is. Welk een ruim veld wordt daardoor
den handel geopend, die eerlang op veel ge
makkelijker wijze dan thans over land geschiedt,
zijne artikelen tot in het hart van het Ashan-
tijusche rijk kan brengen. Deze gunstige uit
slag is voornamelijk te danken aan de ijverige
pogingen van den Engelschen gouverneur Ken
nedy, die deze onderneming in persoon heeft
geleid.
De gouverneur Kennedy is onlangs te Elmina
geweest, om over den vrede te onderhandelen,
doch schijnt het met den Hollandschen gou
verneur niet eens te zijn geworden, althans in
den toestand is niets veranderd.
Buiten Elmina worden de menschen wegge-
roofd en men kan zich ook niet op zee ver
trouwen. Naar men zegt, is de postboot, die do
mailsteamer bracht, aangevallen en het is aan
den bevelhebber van dien bodem te danken,
dat de brieven ter bestemder plaatse zijn ge
komen.
Hoe lang moet dat nog duren Wordt er niets
door de autoriteiten verricht om den tegen-
woordigen toestand te doen ophouden? Wordt
er niet spoedig gehandeld, dan zal men weder
geen koren of jams kunnen planten, en wat
dan
De neger is uit zijnen aard langzaam en
indolent, voeg daarbij dat het bestuur ook
niet hard loopt, dan komt men tot de slotsom,
dat het nog zeer lang zal duren, eer alles weder
geregeld is. In dien tusschentijd plukken de
Engelschen de vruchten van de Hollandsche
inertie, want naar men mij verhaalde, hebben
de rechten bij hen een onzuiver bedrag opge
leverd van 14- of 15,000 pond sterling tot op
1° November 11.
In onderscheidene dagbladen is dezer dagen
gemeld, dat de onder-adjudant Marquinie van
het regiment rijdende artillerie, die na den te
Amersfoort plaats gehad hebbenden brand in
de stallen gedegradeerd was, in zijn rang her
steld is.
Dit is wel waar, zegt heden de Arnh. Cou
rant, maar niet de geheele waarheid. Het heeft
min of meer den schijn, alsof de kolonel hem
weer hersteld heeft.