HANDEL. het Israëlieten-congreg door den minister van eeredienst, Eötvos, geopend. Voortdurend stroomen uit alle deelen des lands dankadressen toe wegens de goedkeuring der wet op de weerbaarheid. Spanje. Leden der geestelijkheid deelen in ruime mate gelden uit om oproeren in het leven te roepen. Inwoners van Madrid gaan steeds voort te vluchten. Er heerscht eene groote ellende. De handel is geheel verlamd. De bladen //Discussione" en //Iqualdad" wor den gerechtelijk vervolgd, omdat zij den opstand te Cadix hebben goedgekeurd. Er heeft zich te Madrid eene vereeniging gevormd, om de katholieke eenheid te bevorde ren,: doch het wezenlijke doel is, om een Carlis- tischen opstand in het leven te roepen. Over de inneming van Cadix meldt de telegraaf nog het volgende: Zondag-ochtend boden de insurgenten te Cadix aan om hunne wapenen in handen te stellen van den Ameri- kaanschen consul. Generaal Caballero weigerde, verklarende dat hij te 12 uren des middags de vijandelijkheden zou hervatten, indien alsdan de wapenen niet in de militaire gebouwen wa ren gedeponeerd. De insurgenten gaven daarop toe en de troepen trokken Cadix te 2 uren na den middag binnen. De //Correspondeneia" zegt dat de hertog van Montpensier, bij het aanbieden zijner dien sten, in de meening verkeerde, dat de opstand te Cadix het werk was van reactionnairen en dat de zaak der revolutie in gevaar kon worden gebracht. Wanneer het wezenlijke karakter van den opstand hem bekend ware geweest, zou hij zijne diensten niet aangeboden hebben. Zweden. Den 30sten November heeft te Stock holm met groote plechtigheid de onthulling plaats gehad van het aldaar opgerichte standbeeld voor koning Karei XII. Het beeld is ontworpen door den beeldhouwer Molin. De feestrede is uitge sproken door den hoogbejaarden generaal Von Sprengtporten, wiens vader in Siberië geboren werd, tijdens zijn grootvader (een der officieren van Karei XII) zich als Russische krijgsgevan gene aldaar bevond. Des namiddags is o. a. een feestmaal van militairen gehouden, waarbij de hertog van Oost-Gothland, de oudste broeder van den regeerenden koning, eene toespraak heeft gehouden, aan het slot waarvan hij ver klaarde, dat op historische gronden bewezen was, dat koning Karei XII niet ten gevolge van een sluipmoord het leven heeft verlo ren. In een telegram is gemeld, dat het volk den dag vóór de onthulling had getracht de gereserveerde tribunes te vernielen, en dat men voor verdere ongeregeldheden beducht was. Die vrees is echter ongegrond geweest, daar de feestelijkheid in orde is afgeloopen. Rusland. Reeds vroeger werd gemeld, welke besluiten de onlangs te Petersburg vergaderd geweest zijnde internationale commissie voor het beperken van het gebruik van ontplofbare ko gels heeft genomen. De aanhef van de verkla ring, waarin die besluiten zijn vervat, luidt als volgt//Overwegende, dat de vooruitgang der beschaving de grootst mogelijke inkrimping der rampen van den oorlog ten gevolge moet heb ben; dat het eenige wettige doel, hetwelk de staten in tijd van oorlog zich voor oogen mo gen stellen, is het verzwakken van de militaire krachten van den vijanddat het daarvoor voldoende is, het grootst mogelijk aantal man schappen van den tegenstander buiten gevecht te stellendat het met dit doel niet overeen komt middelen te bezigen, die de wonden der buiten gevecht gestelde lieden noodeloos ver zwaren of hunnen dood onvermijdelijk maken; dat bovendien hef gebruik van zoodanige mid delen strijdig is met de wetten der mensphelijk- heid, verklaren de ondergeteekenden," enz. De verklaring is onderteekend door 20 perspnen, de vertegenwoordigers van Oostenrijk, Beieren, België, Engeland, "Wurtemberg, Nederland, Grie kenland, Denemarken, Italië, Pruisen, Portugal, Perzië, Rusland, Turkije, Zweden, Zwitserland en Frankrijk. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur Ik moet terugkomen op hetgeen door mij gezegd is in het Leidsch Dagblad van 28 No vember. De Heeren Alberdingk Thijm en Tra- vaglino hebben een schrijven gericht aan bet Weekblad voor het onderwijs, dat in zijn nummer van 21 Nov. aangaande de quaestie van het leesboekje van den heer Andriessen bijna dezelfde bijzonderheden mededeelde, als door mij in uw blad werden openbaar gemaakt. Het schijnt echter dat de redactie van genoemd Weekblad even slecht als ik was ingelicht. De heer Alb. Thijm verklaart thans uitdrukkelijk, dat hij //niet schuldig staat aan het onzinnig dogma: dat een geestelijke niet dwalen kan", alsmede dat de aandacht der plaatselijke school commissie van Amsterdam op de wraakbare plaatsen (die niet genoemd worden) in het boekjen De zoon van den zeeroover het eerst gevestigd is door den niet-katholieken advocaat J. C. de Vries, die zich met beide bovengenoemde heeren verklaard had tegen het plaatsen van dit boekje op de lijst der school prijzen. Verder hebben beide heeren in gen. Week blad hun schrijven doen opnemen aan de plaats, schoolcommissie, d°. 28 Sept., waarin zij protest aanteekenen tegen het genomen besluit om het boekjen, voorloopig voor twee jaren, op de lijst der schoolprijzen te stellen. Ik heb mij echter zeer teleurgesteld gezien in mijne verwachting dat dit schrijven wat meer licht over de zaak verspreiden zou. De heeren doen in de eerste plaats opmerken, //dat het een of ander nog niet als geschiedkundig feit gelden kan, omdat het te lezen staat in dit of dat boeken dat, al bevat een boek inderdaad niets dan waarlijk geschiedkundige feiten, het om deze reden nog niet kan worden aangeprezen als school prijs voor kinderen". Dit zal ieder wel toegeven. Blaar zij verklaren tevens //het niet hujus loei te achten om een antwoord te geven op de vraag, of de feiten, als zoodanig in bewust boekje vermeld, al dan niet feiten zijn." Blij dunkt hier kwam het juist opaan. Heeft de heer Andriessen mededeelingen van vroegere schrijvers, die geheel bezijden de waarheid zijn, als feiten voorgesteld; of de feiten verdraaid en in een verkeerd daglicht geplaatst, gelijk geschied is in de door den heer Groen gebrand merkte brochure van den abt Brouwers dan is hierdoor het boekje reeds veroordeeld. Als de heer Alb. Thijm dit bewijzen kan, waarom doet hij 't dan niet? Blijft hij dit bewijs schul dig, dan heeft hij zich zeiven geoordeeld, en is het besluit van de schoolcommissie gerechtvaar digd. Voor zooverre ik weet zijn er toch geene andere bezwaren tegen het boekje ingebracht. Blaar de bh. Thijm en Travaglino zeggen in hun schrijven dat de wraakbare plaatsen erger lijk zijn voor Katholieken, en beroepen zich op art. 194 der grondwet en art. 23 der schoolwet wanneer zij beweren dat de schoolcommissie de godsdienstige begrippen hunner geloofsge- nooten niet geëerbiedigd heeft. Heeft echter de schoolcommissie door haar besluit niet geconsta teerd, dat zij die plaatsen niet voor ergerlijk hield? Ja, zeggen beide heeren, maar zij was nie>t bevoegd om hierover te oordeelen. Wat ergerlijk is voor Katholieken kon men niet we ten zonder eerst de godsdienstige begrippen der Kath. volledig te kennen. //Eu nu is het een ontegensprekelijk feit (hetwelk ik de vrijheid neem zeer te betwijfelen), dat, mirabile dictu, 4e godsdienstige begrippen der Katholieken bij andersdenkenden in den regel of in 't geheel niet of slechts zeer onvolledig bekend zijn. Bo vendien, al kent men hunne begrippen, dan blijft nog de vraag wat voor hen ergerlijk is. Ergernis is subjectief en kan dus niet objec tief beoordeeld worden. Derhalve kunnen an dersdenkenden onmogelijk beoordeelen, wat al of niet ergerlijk is voor de Katholieken." Ik meen dat dus de geheele quaestie gere duceerd wordt tot het feitdat de heeren Thijm en Travaglino zich geërgerd hebben, ofschoon we nog altijd niet weten waarom. Waartegen over staat een ander feit: dat ontelbare Ka tholieken zich aan het boekjen niet geërgerd hebben. Terwijl het mij ten slotte voorkomt dat, wanneer eene schoolcommissie boeken vau de scholen moet gaan weren om elke subjectieve ergernis van dezen en genen, er eerlang geen onkel bruikbaar schoolboek meer zijn zal. Met de plaatsing dezer regelen zult u zeer verplichten X. Leiden, 15 December. Rotterdam, 14 Dec. Winter-Gerst 10 ets., Haver 10 ets., Bruine Boonen 25 ets. en Erw ten 25 ets. lager; Koolzaad 1 hooger overige artikelen als voren. Meekrap. De stemming was heden beter; tot de verlaagde prijzen is veel meer kooplust eD de handel was vrij belangrijk. GEMEENTERAAD. Vergadering van den Gemeenteraad van Ley- den, op Donderdag 17 December 1S68, 's na middags te twee uren. Onderwerpen 1°. Benoeming van een Regent over de R. C. armen en het wees- en oudelie- denhuis. 2°. Benoeming bij periodieke aftreding van vier leden in de plaatselijke schoolcom missie. 3°. Benoeming van een leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde aan de gemeente instellingen voor hooger en middelbaar onder wijs. 4°. Benoeming van een 2den hulponder wijzer 3de klasse aan de openbare lagere school voor onvermogenden, n°. 2. 5°. Verzoek van Mr. G. A. van Hamel, om ontslag uit de be trekking vana. leeraar in de staats- en han delswetenschappen aan de gemeente-instelliug voor middelbaar onderwijs; b. lid van de plaat selijke schoolcommissie. 6°. De begrootingen voor 1869, van: a. het Heilige Geest of arme wees- en kinderhuisb. het Evangelisch-Lutherscl wees- en oudeliedenhuisc. het Blinnehuis. 7J Rekening van de Armbakkerij over 1867. 8' Voordragt tot vaststelling van het maximua van den onderstand voor 1869. 9°. Adre; van J. J. M. Meijers, om schadeloosstelling 10°. Voordragt tot afschrijving van plaatselijke directe belasting, 1868.11°. Voordragt betreffende het tarief op het gebruik van het Delftsche trekpad. 12°. a. Verzoek van M. A. van Pij pen, bewaarder van de stads-gehoorzaal, om schadeloosstelling voor gemis van inkomsten b. Suppletoirs staat van begrooting. 13°. Aan vrage van Bestuurders van het Werkhuis ooi verhooging van subsidie. 14°. Adressen van de Wed. A. J. van Hoekeu en P. H. Spek, tot vernieuwing van de kwaakbrug over de Minne broersgracht. 15°. Adres van de firma Gebr van Wensen, tot het in eigendom bekomen vaD gemeentegrond. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van gisterenavond. Hoofdstuk V (Binnenl. Zaken). Bij de algemeene beraadslagingen over de IXde afdeeling, Armwezen, drongen eenige leden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 2